De Impact van de Crisis op de Vlaamse Arbeidsmarkt. Joep Konings & Wouter Torfs.

Vergelijkbare documenten
De impact van de crisis op het Matching Proces tussen werklozen en vacatures in Vlaanderen

Beleidspaper 14. De Kroniek van een Aangekondigd Herstel? De Vergeten Gevolgen van de Crisis voor de Vlaamse Arbeidsmarkt

Regionale Verschillen in Loonkosten en Arbeidsproductiviteit. Jozef Konings & Luca Marcolin

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1 :

Waarom worden vacatures moeilijk ingevuld?

Waarom worden vacatures moeilijk ingevuld? Joep Konings en Damiaan Persyn

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Juni 2018: van de jonge Brusselaars zijn nu minder dan werkzoekende

Augustus 2018: aantal jonge werkzoekenden op laagste niveau sinds 1990

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -534 eenheden

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

34,0 31,9 % 32,0 30,0 28,0 26,7 % 26,0 26,5 % 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -992 eenheden

De jongerenwerkloosheid blijft verder dalen in Brussel: -9,3% in één jaar tijd

April 2018: Brusselse werkloosheidsgraad op laagste niveau in 25 jaar

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0 20,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -291 eenheden

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

De Impact van de Crisis op de Arbeidsmarkt in Vlaanderen

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Transfers & Regionale Groei. Damiaan Persyn

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1

De arbeidsmarkt in maart 2015

Crisismonitor Drechtsteden

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Arbeidsmarkt in Zuid-Oost-Vlaanderen

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

De arbeidsmarkt in april 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Geert Goeyvaerts & Erik Buyst

Kritische bedenkingen over de vooruitzichten van de budgettaire kosten van de vergrijzing Gert Peersman Frederick Van Gysegem

Arbeidsmarkt Onderwijs

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

Crisismonitor Drechtsteden

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1

Langdurige werkloosheid in Vlaanderen

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

De gevolgen van de wijziging van het fiscaal statuut van Franse grensarbeiders voor de Vlaamse arbeidsmarkt. Wouter Torfs

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak mei 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017

De regionale impact van de economische crisis

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

! """# $$ %#&'(( )#* +, (-(.( /0 &/ 1 (-( /0 2. ($

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt in de logistiek

Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

EVOLUTIE VAN DE WERKLOOSHEID Hoofdstuk 5

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

Arbeidsmarkt in Zuid-Oost-Vlaanderen

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2017

POLSSLAG VLAAMSE HORECA

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen Opmaak augustus 2011

De arbeidsmarkt in mei 2015

De arbeidsmarkt in juni 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

De arbeidsmarkt in februari 2015

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Februari 2019

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2019

Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013)

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Juni juni 2016

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018

Trends op de Belgische arbeidsmarkt ( )

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017

Jaarverslag Herplaatsingsfonds. 1.1 Aanvragen voor outplacementbegeleiding

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag juni 2016

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt November november 2016

Arbeidsmarkt Onderwijs

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

De Vlaamse arbeidsmarkt uit het dal? Luc Sels

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt April april 2017

Crisismonitor Drechtsteden

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2018

HOOFDSTUK 2. Onze opdracht.

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2019

De arbeidsmarkt in oktober 2015

L&W - Berichten Hoe sterk worden oudere werknemers getroffen door de crisis?

Arbeidsmarkt Antwerpen JUNI 2018

RAPPORT. Is er werk na Ford? De Limburgse arbeidsmarkt eind OKTOBER VKW Limburg & UNIZO-Limburg 1

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Arbeidsmarkt West-Vlaanderen JUNI 2018

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak september 2014

Transcriptie:

Naamsestraat 61 - bus 3550 B-3000 Leuven - BELGIUM Tel : 32-16-326661 vives@econ.kuleuven.be VIVES Briefings 2011 MEI De Impact van de Crisis op de Vlaamse Arbeidsmarkt Joep Konings & Wouter Torfs joep.konings@econ.kuleuven.be wouter.torfs@econ.kuleuven.be Het Vlaams Instituut voor Economie en Samenleving, Vives, is een economisch onderzoekscentrum dat via fundamenteel en toegepast onderzoek wil bijdragen tot het maatschappelijk debat inzake de economische en maatschappelijke ontwikkeling van regio s, in het bijzonder van Vlaanderen. VIVES is als onderzoekscentrum wetenschappelijk en juridisch geïntegreerd binnen de K.U.Leuven. Vives werkt ook samen met research fellows uit andere universiteiten.

SAMENVATTING In deze studie gaan we in op de relatie tussen openstaande vacatures en werklozen in Vlaanderen voor de periode 1999 tot januari 2011. In het bijzonder wordt de efficiëntie van het zoekproces van werkzoekenden naar open vacatures onderzocht, ook wel jobmatching genoemd. We tonen aan dat de crisis hierop een negatief effect heeft gehad. Indien de efficiëntie van dit zoekproces op hetzelfde niveau was gebleven als voor de crisis, zouden er vandaag ruim 33 000 werklozen minder geweest zijn in Vlaanderen. We verklaren dit onder meer door het toegenomen gebruik van tijdelijke werkloosheid, een stijging van de werkloosheidsuitkeringen en een toegenomen skill mismatch. 1

1 INLEIDING 1 Dat het herstel van de economie en later ook de Vlaamse arbeidsmarkt zich stilaan inzette na de zware klappen die werden uitgedeeld tijdens de financiële crisis blijkt uit de recente sterke groeicijfers en prognoses van het Planbureau en de Nationale Bank. Politici verwijzen graag naar de crisismaatregelen, want die hadden er immers voor gezorgd dat de werkloosheidstoename enigszins beperkt bleef. Echter, de jongste tijd wordt duidelijk dat dit optimisme dient te worden genuanceerd. Het aantal openstaande vacatures bereikt recordhoogtes, daarenboven, tussen december 2010 en januari 2011 steeg de Vlaamse werkloosheid met 3 255 eenheden terwijl die omwille van seizoensgebonden redenen in deze periode net zou moeten zijn afgenomen. Het is dan ook verwonderlijk dat wanneer de economie tekenen van herstel optekent, nieuwe vacatures maar moeizaam worden ingevuld. Dit wijst op een verhoging van de structurele werkloosheidsgraad en wordt verklaard door een verslechterde efficiëntie van jobmatching, m.a.w. de mate waarin werklozen hun weg vinden naar openstaande vacatures. In deze briefing documenteren we in welke mate de crisis een impact heeft gehad op de efficiëntie van de jobmatching in Vlaanderen 2. 2 ACHTERGROND In de economische literatuur 3 definieert men de evenwichtswerkloosheid als een situatie waarbij de uitstroom uit werkloosheid gelijk is aan de instroom in werkloosheid. In die situatie blijft de werkloosheid constant. De cruciale vraag is dan welke factoren het niveau van deze evenwichtswerkloosheid verklaren. Het is evident dat hierbij zowel het gedrag van werkgevers als het gedrag van werknemers belangrijke determinanten zijn. Hierbij zal het aantal vacatures dat werkgevers openen van belang zijn, maar ook het zoekgedrag van werkgevers naar geschikte kandidaten. Ook omgekeerd, de inspanningen van werklozen om een geschikte vacature te vinden zijn hierbij cruciaal. Het zijn deze zoekinspanningen die al dan niet op een efficiënte manier kunnen verlopen. Zo zal de prikkel om intensiever op zoek te gaan naar een geschikte vacature kleiner worden wanneer de werkloosheidsuitkeringen genereus zijn en onbeperkt in de tijd. In de context van de crisismaatregelen kan worden geargumenteerd dat het invoegen van onder meer tijdelijke werkloosheid eveneens ongunstig is geweest voor de efficiëntie van jobmatching. Immers, werknemers die in dit systeem worden ondergebracht, blijven contractueel verbonden aan hun werkgever, zodat ze niet op de arbeidsmarkt beschikbaar zijn. Ze kunnen dus de arbeidsvraag niet op vangen van bedrijven waarin de 1 Onze dank gaat uit naar Pieter Ronsse van de VDAB voor het bezorgen van de benodigde gegevens die werden aangewend voor de empirische analyse. 2 Voor de technische aspecten en meer detail mbt dit werk zie Torfs, W. (2011), De kroniek van een aangekondigd herstel? De vergeten gevolgen van de crisis voor de arbeidsmarkt, Vives Beleidspaper 14. 3 Bv. Pissarides (2000) 2

activiteit reeds opnieuw op gang is gekomen. Wanneer die regeling gedurende een bepaalde tijd wordt gehandhaafd, kan ze een rem vormen in een fase van conjunctuurherstel (zie bv. NBB, jaarverslag 2010, p. 69). Om de efficiëntie van jobmatching te bestuderen wordt vaak gebruik gemaakt van de zogenaamde matchingfunctie. Zulke functie stelt dat het aantal matches tussen werknemers en werkgevers afhangt van het aantal openstaande vacatures enerzijds en het aantal werklozen anderzijds:,, 1 waar Φ de efficiëntie van het matching proces voorstelt. De efficiëntie van het matching proces wordt bepaald door tal van factoren, zoals het gevoerde arbeidsmarktbeleid of de skill mismatch tussen vacatures en werklozen. Op basis van maandelijkse gegevens van vacatures en werklozen schatten we (1) en berekenen we een index van matching efficiëntie. 3 EVOLUTIE WERKLOZEN, VACATURES EN MATCHINGEFFICIËNTIE De gegevens die worden gebruikt voor de analyse werden ons bezorgd door de VDAB, de Vlaamse arbeidsbemiddelinginstantie. Het betreft gegevens op het gemeenteniveau die aan een maandelijkse frequentie worden uitgegeven. Ze gaan terug tot januari 1989 en lopen tot en met maart 2011 en verwijzen enkel naar Vlaanderen. Om aanspraak te kunnen maken op een werkloosheidsuitkering dient een werkzoekende zich in te schrijven bij de VDAB. Bepaalde uitkeringsgerechtigde werklozen zijn echter niet verplicht zich in te schrijven als werkzoekenden, zoals bepaalde groepen oudere werklozen en bruggepensioneerden. De VDAB definieert de werkloosheidsstatistiek zo in functie van de arbeidsmarkt eerder dan in functie van de sociale zekerheid 4. Figuur 1 toont de evolutie van het aantal bij de VDAB ingeschreven niet werkende werkzoekenden (nwwz) en het aantal vacatures. Er geldt geen rapporteringsplicht voor vacatures. Dit betekent dat de door de VDAB gerapporteerde vacaturestatistieken slechts een beperkt aandeel vertegenwoordigen van het totale aantal openstaande vacatures in Vlaanderen. Uit Figuur 1 blijkt dat het aantal nwwz aanzienlijk toenam tijdens de financiële crisis, maar het bereikte nooit het recordniveau van het begin van 1994. Hier moet echter een belangrijke kanttekening bij gemaakt worden. De gerapporteerde statistieken houden geen rekening met het aantal tijdelijk werklozen die minder dan drie maand werkloos zijn, aangezien deze pas na 3 maanden verplicht zijn zich in te schrijven bij de VDAB. Over de ganse periode 4 Voor meer informatie, zie http://arvastat.vdab.be/arvastat/help/nwwz.htm 3

toont het aantal nwwz een licht dalende trend. De stijging van het aantal vacatures over deze periode is ook frappant, met een opwaartse trends voor gans de periode. Uit figuur 1 blijkt ook dat er een inverse relatie bestaat tussen het aantal werklozen (U) en het aantal vacatures (V). In de literatuur verwijst men ook wel naar de Beveridge curve die deze relatie weerspiegelt. De verhouding van het aantal openstaande vacatures ten opzichte van het aantal werklozen is een maatstaf van de arbeidsmarktdichtheid of labor market tightness, en fungeert als een conjunctuurparameter voor de arbeidsmarkt. Bij een constante efficiëntie van het matching proces impliceert een verandering in een beweging langsheen de Beveridge Curve. Bij een heropleving van de conunctuur stijgt het aantal vacatures en daalt het aantal werklozen (, bij een recessie vindt de omgekeerde beweging plaats en dalen het aantal vacature en stijgt de werkloosheid ( daalt). Figuur 1: Evolutie gemiddeld aantal maandelijks bij de VDAB openstaande vacatures en werklozen in Vlaanderen tussen januari 1990 en maart 2011 300000 250000 200000 150000 100000 50000 0 50000 45000 40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 Aantal werklozen Aantal werklozen (voortschrijdend gemiddelde 1 jaar) Aantal openstaande vacatures Aantal openstaande vacatures (voortschrijdend gemiddelde 1 jaar) Figuur 2 illustreert hoe de voorbije 20 jaar evolueerde. De twee pieken komen overeen met het hoogtepunt net voor de twee crisissen die de Vlaamse economie tijdens het nieuwe millennium teisterden, de DotCom crisis enerzijds en de financiële crisis anderzijds. Het is duidelijk dat telkens piekt net voor het uitbreken van de crisis, om daarna gestaag terug te 4

dalen naarmate de crisis zich laat voelen op de arbeidsmarkt. Kwantitatief zijn er echter wel duidelijke verschillen waar te nemen tussen de twee crisisperiodes. Zo was de terugval in de verhouding van het aantal openstaande vacatures tot het aantal werklozen veel abrupter tijdens de huidige crisis. Het herstel was dit echter ook. De feiten geïllustreerd in figuur 1 en 2 doen vermoeden dat dit verschil vooral gedreven werd door evoluties op de vraagzijde van de arbeidsmarkt. De daling van het aantal werklozen die zich inzet vanaf het begin van 2010 was immers veel minder spectaculair dan de toename van het aantal ontvangen vacatures tijdens diezelfde periode. De relatie tussen het aantal vacatures en de werkloosheid kunnen we ook tegen elkaar uitzetten, zoals eerder gezegd, is dit de zogenaamde Beveridge curve. Figuur 3 toont de Vlaamse Beveridge Curve tussen 1998 en het eerste kwartaal van 2011 als de relatie tussen het kwartaalgemiddelde van het aantal openstaande vacatures en werklozen. Gebaseerd op de analyse van de evolutie van, zoals weergegeven in figuur 2, onderscheiden we drie perioden. De eerste periode loopt tot het laatste kwartaal van 2004, het keerpunt van de DotCom crisis periode. De tweede periode betreft de periode tussen het herstel volgend op de DotCom crisis en het einde van de arbeidsmarktimpact van de financiële crisis tijdens het laatste kwartaal van 2009. De derde periode begint tijdens het eerste kwartaal van 2010, wanneer het herstel van de arbeidsmarkt volgend op de financiële crisis zich aandient. Het is mogelijk om drie onderscheiden Beveridge Curven te identificeren. Deze verschuiving van de Beveridge curve kan worden geïnterpreteerd als een verslechtering van de matching efficiëntie. Immers bij een dergelijke verschuiving geldt dat voor een zelfde aantal werklozen, zijn er meer vacatures die openstaan en dus niet worden ingevuld. Figuur 2: Evolutie van de labor market tightness bij de VDAB tussen januari 1989 en maart 2011 0,3 0,25 0,2 0,15 0,1 0,05 0 θ Figuur 3: de Vlaamse Beveridge Curve tussen januari 1989 en maart 2011 5

Openstaande Vacatures 5000 15000 25000 35000 45000 2008q2 2000q2 2001q2 2001q1 2000q4 2008q1 2007q2 2007q4 2008q4 2000q1 2008q3 2007q1 2009q2 2009q1 2000q3 2001q3 2011q1 2007q3 2010q4 2010q2 2004q2 2002q2 1999q4 1999q2 1999q3 1998q2 2002q1 2003q2 2004q1 2002q3 2001q4 1999q1 2003q1 2002q4 1998q4 2003q4 1989q2 1992q2 1989q3 1990q2 1990q1 1990q3 1989q1 1989q4 1991q2 1992q1 1991q3 1990q4 1991q4 1991q1 2006q2 2010q3 2010q1 2006q4 2009q3 2009q4 2006q1 2005q2 2005q1 1998q3 2003q3 2004q4 1998q1 2006q3 2005q4 2004q3 2005q3 1997q2 1997q3 1997q41996q2 1997q1 1992q3 1995q2 1996q3 1995q3 1996q4 1996q1 1994q2 1995q4 1994q3 1995q1 1993q2 1993q3 1994q1 1994q4 1992q4 1993q1 1993q4 150000 200000 250000 300000 Werklozen Om na te gaan in welke mate er effectief een verminderde matching efficiëntie is opgetreden, maken we gebruik van een econometrisch model dat ons toelaat om de mogelijke verschuiving van de Beveridge curve in Figuur 3 in te schatten. In de technische appendix rapporteren we de resultaten. In Figuur 4 rapporteren we een efficiëntie index van job matching die we op basis van ons econometrisch model hebben afgeleid. Hoe hoger deze index, hoe hoger de efficiëntie 5. 5 Voor details zie Torfs (2011). 6

Figuur 4: De evolutie van de matching efficiëntie in Vlaanderen tussen januari 1989 en maart 2011, schattingen inclusief crisisperiode gebaseerd op kolom (2) van tabel 1. 0,4 0,3 0,2 0,1 1E 15 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 Matching Efficiëntie Matching Efficiëntie (1 jaar voortschrijdend gemiddelde) Uit Figuur 4 blijkt dat, behalve enkele beperkte schommelingen de matching efficiëntie nagenoeg constant bleef tot begin 2005 waarna ze gestaag begon te klimmen. De duik die de matching efficiëntie inzet vanaf de tweede helft van 2007 en blijft duren tot het begin van 2009 is opvallend. Daarna stagneert de matching efficiëntie op het laagste niveau van de beschouwde periode 6. Dit fenomeen wordt niet waargenomen tijdens de DotCom crisis. Dit bewijst dat er wezenlijke verschillen bestaan tussen de gevolgen van de DotCom en financiële crisis voor de arbeidsmarkt. Om nu na te gaan wat de effecten zijn van de gedaalde matching efficiëntie wordt er een tegenfeitelijke analyse uitgevoerd waarin we de hypothetische situatie simuleren in dewelke de daling in de matching efficiëntie minder extreem wordt verondersteld. Het voortschrijdende gemiddelde van de matching efficiëntie kent een keerpunt tussen de maanden juni en juli 2007. Het is dan dat de sterke daling zich inzet. De matching efficiëntie (ME) bedraagt dan 0,279. De 6 Behalve het de diepe van in de matching efficiëntie die zich voordoet tussen 1995 en 1996. Deze lage waarde is echter te wijten aan 1 specificiek datapunt augustus, 2005. De lage waarde van het voortschrijdende gemiddelde tijdens de afgelopen jaren is te wijten aan een consequent lagere matching efficiëntie. 7

tegenfeitelijke analyse neemt dit punt als uitgangspunt. De gesimuleerde ME neemt een gewogen gemiddelde tussen de waarde 0,279 van de ME op het keerpunt en de werkelijke waarde die de ME aanneemt vanaf juli 2007 tot en met maart 2011. Er worden twee scenario s gesimuleerd. Het eerste scenario is eerder conservatief en weegt het initiële start punt met een factor 0,9 en de werkelijke waarden met 0,1. In het tweede scenario bedragen deze gewichten 0,85 en 0,15 respectievelijk 7. De hypothetische ME s worden weergegeven in figuur 5. In het conservatieve scenario stagneert de ME op een lager niveau dan in het post DotCom crisis tijdperk. In het progressieve scenario evolueert de ME ongeveer terug naar hetzelfde gemiddelde niveau als tijdens de jaren na de DotCom crisis 8. Dit lijken ons beiden realistische scenario s. Figuur 5: De voortschrijdende jaargemiddelden 9 van de matching efficiëntie reeksen die werden toegepast tijdens de tegenfeitelijke analyses, een conservatief en progressief scenario 0,25 0,2 0,15 0,1 0,05 0 0,05 0,1 0,15 Werkelijke Matching Efficiëntie Tegenfeitelijke Matching Efficiëntie (conservatief) Tegenfeitelijke Matching Efficiëntie (progressief) 7 In het eerste scenario verkleinen we elke maandelijkse verandering in de ME dus met een factor 0,9. In het tweede scenario bedraagt deze factor 0,85. 8 Tijdens de jaren 2002 tot en met 2004 bedroeg de gemiddelde matching efficiëntie ongeveer 0,45. Dat komt overeen met de gemiddelde ME onder het progressieve scenario in het post financiële tijdperk, vanaf januari 2010. 9 De figuur met de originele, niet afgevlakte reeksen staat in de appendix. Het zijn deze originele reeksen die werden aangewend in de analyse. 8

Onder deze twee tegenfeitelijke scenario s wordt het aantal ingevulde vacatures herberekend. Zo kan er worden nagegaan hoeveel vacatures er potentieel zouden ingevuld zijn moest er zich niet zulke sterke daling in de matching efficiëntie hebben voorgedaan. Figuren 6 en 7 tonen de gevolgen van de gedaalde matching efficiëntie voor het aantal openstaande vacatures en het aantal werklozen. Onder het conservatieve scenario zouden er einde maart 2011 maar liefst 22 011 meer openstaande vacatures zijn ingevuld, wat maakt dat er dan 22 722 openstaande vacatures zouden overblijven. Onder het progressieve scenario, waar de matching efficiëntie stagneert op het post DotCom crisis niveau, zou de VDAB nog slechts over 11 426 in plaats van 44 733 niet ingevulde Vlaamse vacatures beschikken. Per definitie betekent dit ook dat er 33 307 minder werklozen zouden geweest zijn. Figuur 6: De evolutie van het aantal openstaande vacatures onder de twee hypothetische scenario s. 50000 45000 40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 44733 22722 11426 aantal openstaande vacatures hypothetisch aantal openstaande vacatures (conservatief scenario) hypothetisch aantal openstaande vacatures (progressief scenario) 9

Figuur 7: De evolutie van het aantal werklozen onder de twee hypothetische scenario s. 280000 260000 240000 220000 200000 180000 160000 195582 173571 162275 140000 werkelijk aantal werklozen hypothetisch aantal werklozen (conservatief scenario) hypothetisch aantal werklozen (progressief scenario) 4 IMPLICATIE EN MOGELIJKE OORZAKEN Er werden reeds enkele mogelijke oorzaken van de lagere matching efficiëntie aangehaald. Zo verlagen al te gulle en onvoorwaardelijke werkloosheidsuitkeringen de kost van werkloosheid en verkleinen ze de incentieven van de werklozen om intensief op zoek te gaan naar een geschikte betrekking. Dit effect wordt nog versterkt wanneer de werkloosheidsuitkeringen onbeperkt zijn in de tijd. Bovendien zorgt een lange periode van werkloosheid ervoor dat bepaalde vaardigheden verloren gaan zodat het later moeilijk wordt om zich terug te integreren in de arbeidsmarkt. In 2008 werden er bovenop drie indexeringen van de werkloosheidsvergoedingen enkele belangrijke categorieën van werkloosheidsuitkeringen verhoogt (zie jaarverslag RVA 2009), zo werden alle minima en forfaitaire uitkeringen met 2% verhoogt. Dit leidde er toe dat de werkloosheidsvergoedingen sneller toenamen dan de consumptieprijs index wat impliceert dat de reële kost van werkloosheid daalde (zie figuur 8). 10

Figuur 8: De evolutie van de werkloosheidsuitgaven per werkloze bij de RVA 941 891 841 791 741 691 641 145 140 135 130 125 120 115 110 105 100 gemiddelde werkloosheidsuitgaven RVA per werkloze voor financiële crisis gemiddelde werkloosheidsuitgaven RVA per werkloze na financiële crisis Consumptie prijs index, 2000 = 100 (rechter as) Linear (gemiddelde werkloosheidsuitgaven RVA per werkloze voor financiële crisis) Linear (gemiddelde werkloosheidsuitgaven RVA per werkloze na financiële crisis) Verder werden er ook enkele crisismaatregelen uitgevaardigd die de matching efficiëntie negatief kunnen beïnvloeden. Maatregelen als tijdelijke werkloosheid of het crisistijdskrediet laten bedrijven toe aan labor hoarding te doen. Wanneer de productvraag afneemt, en de productie moet worden teruggeschroefd, reduceert het bedrijf normaliter zijn arbeidsbestand. Deze vrijgekomen arbeidskrachten zijn dan terug beschikbaar op de arbeidsmarkt en zullen later worden aangenomen door andere, meer productieve bedrijven waar nieuwe jobs worden gecreëerd. Dit noemt men het proces van creatieve destructie. Gesubsidieerde crisismaatregelen zoals het crisistijdskrediet of de tijdelijke werkloosheid laten bedrijven toe om het teveel aan arbeidskrachten tijdelijk op non actief te zetten. Belangrijk is dat deze arbeidskrachten wel contractueel verbonden blijven aan het bedrijf in kwestie en dus niet beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt. Het jaarverslag van de Nationale Bank van België (2010) documenteert de populariteit van labor hoarding tijdens de crisisjaren en stelt dat de tijdelijke werkloosheid er toe leidde dat bedrijven waarin de activiteit reeds opnieuw op gang is gekomen er niet in slagen de gecreëerde vacatures op te vullen (jaarverslag 2010, p 49). Figuur 8 toont dat het aantal tijdelijk werklozen meer dan verdubbelde tussen maart 2007 en maart 2009. 11

Figuur 9: De evolutie van het aantal tijdelijk werklozen tijdens de crisisjaren 210000 190000 170000 150000 130000 110000 90000 70000 50000 jan/07 mrt/07 mei/07 jul/07 sep/07 nov/07 jan/08 mrt/08 mei/08 jul/08 sep/08 nov/08 jan/09 mrt/09 mei/09 jul/09 sep/09 nov/09 jan/10 mrt/10 mei/10 jul/10 sep/10 nov/10 jan/11 mrt/11 Aantal tijdelijk werklozen Aantal tijdelijk werklozen (voortschrijdend jaargemiddelde) Een derde oorzaak van de gedaalde matching efficiëntie betreft een toename in skill mismatch. Dit gebeurt wanneer de kwalificaties van de vrijgekomen arbeidskrachten niet overeenkomen met de vereisten van de nieuw gecreëerde vacatures. Zo zullen bijvoorbeeld werknemers die worden ontslagen door bedrijven die actief zijn in de verwerkende nijverheid niet zonder meer kunnen ingezet worden in nieuw gecreëerde jobs in de dienstensector zonder bijkomende opleiding of scholing. Dit vergt tijd en brengt kosten met zich mee en zodoende verhoogt de mismatch op de arbeidsmarkt. Hoewel goedbedoeld, leidden bepaalde crisismaatregelen er dus toe dat na de crisis tal van vacatures niet ingevuld geraakten. Dit impliceert een dubbele kost voor de maatschappij. Enerzijds weegt het toegenomen aantal werklozen op het budget van de sociale zekerheid. Anderzijds betekenen niet ingevulde vacatures dat er potentiële productiecapaciteit verloren gaat, wat behalve een rem op de economische groei ook betekent dat er belastingsinkomsten mislopen worden. De crisismaatregelen die werden genomen aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt zorgden ervoor dat deze zich snel terug herstelde. Dit herstel wordt echter deel teniet gedaan door de onnodige verlenging van andere crisismaatregelen die er voor zorgen dat openstaande vacatures niet ingevuld geraken. 12

APPENDIX Tabel A.1: schattingsresultaten van de matching functie Afhankelijke Variabele is de log van het aantal maandelijks ingevulde vacatures. Coëfficiënten geschat met Robust Regression en standaardfouten tussen haakjes. Coëfficiënten aangeduid met *, ** en *** zijn significant op het 10%, 5% en 1% niveau respectievelijk (1) (2) 0,7729*** (0,0256) 0,2051** (0,0865) 0,66058*** (0,0602) 0,28823*** (0,0846) KWADRATISCHE TREND NEE JA : (p waarde) 0,8245 0,6943 AANTAL OBSERVATIES 266 266 PERIODE 01/1989 03/2001 01/1989 03/2011 LITERATUUR Pissarides, C.A. (2000); Equilibrium Unemployment Theory; the MIT Press Nationale Bank België (2009); Jaarverslag Torfs, W. (2011); De kroniek van een aangekondigd herstel: de vergeten gevolgen van de crisis voor de Vlaamse arbeidsmarkt. ; Vives Beleidspaper 14 13