week 10 OVERZICHT onderwerp werkblad differentiatie tijd cd-rom les 1 Getallenkennis werkbladen 21 en 22 2 x 25 minuten Getalbegrip tot 100 40 40 huistaak 10 les 2 Bewerkingen werkbladen 23 en 24 2 x 25 minuten Optellen en aftrekken tot 100 41 41 zonder brug 42 42 les 3 Bewerkingen werkblad 25 25 minuten Herhaling 43 43 les 4 Meten en metend rekenen 2 x 25 minuten Deciliter en centiliter les 5 Meetkunde 25 minuten Herhaling les 6 Toepassingen werkbladen 26 en 27 2 x 25 minuten Problemen leren oplossen Thema: Vrije tijd, blije tijd
week 10 les Getallenkennis Getalbegrip tot 100 1 De kinderen kunnen tellen, terugtellen en doortellen met sprongen van 1, van 2, van 5 en van 10. 2 De kinderen kunnen getallen tot 100 situeren op de getallenas en op het honderdveld. 3 De kinderen kennen de begrippen honderdtal, tiental en eenheid en de symbolen H, T en E en kunnen de werkelijke waarde van elk cijfer in het getal bepalen. 4 De kinderen kunnen getallen tot 100 splitsen in honderdtal(len), tientallen en eenheden. 5 De kinderen kunnen een getal genoteerd met de symbolen H en/of T en/of E omzetten in een natuurlijk getal. 6 De kinderen kunnen getallen tot 100 vergelijken en ordenen. 7 De kinderen kunnen getallen tot 100 lezen en schrijven. 8 De kinderen kunnen zinvol de begrippen buurtiental, meer, minder, groter... gebruiken. Werkbladen 21 en 22 Kopieerbladen pagina 245 en 246 Groen scheurblok tot pagina 40 Blauw scheurblok tot pagina 40 Getalkaartjes week 10 les 2 Bewerkingen Optellen en aftrekken tot 100 zonder brug 1 De kinderen kunnen optellingen en aftrekkingen tot 100 zonder brug (één term of de som/het verschil is een zuiver tiental of een eenheid) oplossen. 2 De kinderen kunnen de gevolgde procedure bij de bewerkingen verwoorden. 3 De kinderen kunnen het principe van de analogie toepassen. Werkbladen 23 en 24 Groen scheurblok tot pagina 42 Blauw scheurblok tot pagina 42 Getalbeeldkaarten Getalbeeldkaartjes MAB Abacus
week 10 les 3 Bewerkingen Herhaling 1 De kinderen kunnen optellingen en aftrekkingen tot 100 (gekende types) oplossen. 2 De kinderen kunnen vermenigvuldigen en delen tot 20. 3 De kinderen kunnen de vermenigvuldigingstafel van 2 en de deeltafel/delingstafel van 2 toepassen. 4 De kinderen kunnen het dubbel en de helft (tot 20 en van tientallen tot 100) nemen. 5 De kinderen kennen de betekenis van de breuk ½ en/of 1 en kunnen 2 deze kennis toepassen. 6 De kinderen kunnen oefeningen voorgesteld in een pijlenschema oplossen. 7 De kinderen kennen de betekenis van een omgekeerde pijl. Werkblad 25 Groen scheurblok tot pagina 43 Blauw scheurblok tot pagina 43 week 10 les 4 Meten en metend rekenen Deciliter en centiliter 1 De kinderen weten en kunnen toepassen dat de inhoud uitgedrukt kan worden in liter en ze kunnen de term inhoud gebruiken. 2 De kinderen kunnen de inhoud van diverse gebruiksvoorwerpen schatten, meten en vergelijken met de liter als referentiemaat. 3 De kinderen ervaren en zien in dat voorwerpen met een verschillende vorm toch een zelfde inhoud kunnen hebben. 4 De kinderen ervaren bij praktische meetoefeningen i.v.m. inhoud de noodzaak aan kleinere maateenheden. 5 De kinderen ervaren de deciliter en de centiliter als nauwkeurige(r) maateenheid (-heden) bij inhoudsmetingen. 6 De kinderen kunnen een inhoud meten en het meetresultaat uitdrukken in liter en deciliter en centiliter. 7 De kinderen kunnen hierbij passende begrippen als ruim, bijna, precies, ongeveer, vol... en de symbolen l en dl en cl correct gebruiken. Inhoudsmaten van 1 l en 1 dl en 1 cl Gebruiksvoorwerpen Water Dweil
week 10 les 5 Meetkunde Herhaling 1 De kinderen kunnen de positie en de richting/zin van de beweging van zichzelf bepalen. 2 De kinderen kunnen de positie en de richting/zin van de beweging van zichzelf tegenover voorwerpen bepalen. 3 De kinderen kunnen de positie en de richting/zin van de beweging van voorwerpen tegenover andere voorwerpen bepalen. 4 De kinderen kunnen verwoorden wat ze zien vanuit een ander gezichtspunt als ze zich daadwerkelijk verplaatsen. 5 De kinderen kunnen de link realiteit - maquette - plattegrond leggen. 6 De kinderen kunnen een blokkenconstructie nabouwen. 7 De kinderen kunnen zinvol begrippen als op, voor, naast, tussen, onder, vooraan, achteraan, tegenover, achteruit, omhoog, omlaag, van mij weg, naar links, dichtbij, veraf... gebruiken. Voorwerpen Blokken Maquette en plattegrond (van de klas) week 10 les 6 Toepassingen Problemen leren oplossen 1 De kinderen kunnen een tabel aflezen, interpreteren en vervolledigen. 2 De kinderen kunnen opgegeven getallen op een honderdveld aanvullen. 3 De kinderen kunnen in een tabel het vierde getal invullen als de drie andere getallen gegeven zijn. 4 De kinderen kunnen bij een verhaal of een situatie de passende bewerkingen in een reeks van zes aankruisen. 5 De kinderen kunnen het totale aantal knikkers berekenen als de aantallen van drie verschillende soorten knikkers gekend zijn. 6 De kinderen kunnen bij een bewerking een verhaal of een situatie bedenken. 7 De kinderen kunnen bij een beschreven situatie een vraag stellen. 8 De kinderen kunnen een methodegebonden heuristiek gebruiken: V, T, B, A, OK. Werkbladen 26 en 27
week 11 OVERZICHT onderwerp werkblad differentiatie tijd cd-rom les 1 Getallenkennis werkblad 28 25 minuten Getalbegrip tot 100 44 44 Tientallen les 2 Getallenkennis werkblad 29 25 minuten Getalbegrip tot 100 45 45 Tientallen en eenheden les 3 Bewerkingen werkblad 30 25 minuten De vermenigvuldigingstafel 46 46 van 10 les 4 Bewerkingen werkblad 31 25 minuten De deeltafel/delingstafel van 10 47 47 11 les 5 Bewerkingen werkblad 32 25 minuten De deeltafel/delingstafel van 2 en van 10 (verhoudingsdeling) les 6 Meten en metend rekenen 2 x 25 minuten Kilogram, halve kilogram en 100 gram les 7 Meetkunde 25 minuten Toets les 8 Toepassingen werkbladen 33 en 34 2 x 25 minuten Problemen leren oplossen Thema: Feest je mee?
week 11 les 1 Getallenkennis Getalbegrip tot 100 Tientallen 1 De kinderen kunnen tellen, terugtellen en doortellen met zuivere tientallen met sprongen van 10 tot 100. 2 De kinderen kunnen zuivere tientallen tot 100 splitsen en noteren in de tabel met honderdtal, tientallen en eenheden. 3 De kinderen kunnen zuivere tientallen tot 100 splitsen in het honderdtal en/of tientallen en eenheden en hierbij de symbolen H en T en E gebruiken. 4 De kinderen kunnen zuivere tientallen tot 100 splitsen in twee of meer zuivere tientallen. 5 De kinderen kunnen zuivere tientallen tot 100 samenstellen met twee of meer zuivere tientallen. 6 De kinderen kunnen de begrippen meer, minder, net voor, tussen, volgend op... correct gebruiken. Werkblad 28 Groen scheurblok tot pagina 44 Blauw scheurblok tot pagina 44 Getalbeeldkaartjes MAB-materiaal Dambord week 11 les 2 Getallenkennis Getalbegrip tot 100 Tientallen en eenheden 1 De kinderen kunnen tellen, terugtellen en doortellen met diverse startgetallen met sprongen van 10 tot 100. 2 De kinderen kunnen getallen tot 100 situeren op de getallenas en op het honderdveld. 3 De kinderen kunnen getallen tot 100 splitsen en noteren in de tabel met honderdtal, tientallen en eenheden. 4 De kinderen kunnen getallen tot 100 splitsen in het honderdtal en/of tientallen en eenheden en hierbij de symbolen H en T en E gebruiken. 5 De kinderen kunnen van elk cijfer in getallen tot 100 de werkelijke waarde bepalen. 6 De kinderen kunnen getallen tot 100 lezen en schrijven. 7 De kinderen kunnen de begrippen meer, minder, groter, boven, net na... correct gebruiken. Werkblad 29 Groen scheurblok tot pagina 45 Blauw scheurblok tot pagina 45 Klassikale getallenas Klassikaal honderdveld Werkschrift
week 11 les Bewerkingen De vermenigvuldigingstafel van 10 1 De kinderen kunnen een herhaalde optelling van gelijke termen als een vermenigvuldiging noteren. 2 De kinderen kunnen vermenigvuldigingen met 10 tot 100 uitvoeren, verwoorden en noteren. 3 De kinderen kunnen de producten van de tafel van 10 vinden en noteren. 4 De kinderen kennen de begrippen vermenigvuldiging, maal, keer, maalteken, vermenigvuldigingsteken en product en kunnen die correct gebruiken. Werkblad 30 Groen scheurblok tot pagina 46 Blauw scheurblok tot pagina 46 Getalbeeldkaartjes MAB-materiaal Damspel week 11 les 4 Bewerkingen De deeltafel/delingstafel van 10 1 De kinderen kunnen de vermenigvuldigingstafel van tien aflezen van en voorstellen in een rooster. 2 De kinderen ervaren en kunnen toepassen dat de plaats van de factoren geen invloed heeft op het product. 3 De kinderen kunnen de delingstafel van 10 tot 100 uitvoeren, verwoorden en noteren. 4 De kinderen kunnen bij een niet-opgaande deling door 10 de rest bepalen. 5 De kinderen hebben inzicht in de relatie tussen vermenigvuldigen en delen en kunnen dit inzicht toepassen. 6 De kinderen kunnen de begrippen deling, gedeeld door, deelteken, quotiënt en rest correct gebruiken. Werkblad 31 Kopieerblad pagina 275 Groen scheurblok tot pagina 47 Blauw scheurblok tot pagina 47 Blokjes Getalbeeldkaartjes MAB-materiaal Muurflap
week 11 les 5 Bewerkingen De deeltafel/delingstafel van 2 en van 10 (verhoudingsdeling) 1 De kinderen kunnen de delingstafels van 2 (tot 20) en van 10 (tot 100) uitvoeren, verwoorden en noteren. 2 De kinderen kunnen bij een niet-opgaande deling door 2 en door 10 de rest bepalen. 3 De kinderen ervaren en verwoorden dat je ook een hoeveelheid kunt delen door te zoeken hoeveel keer een andere hoeveelheid erin kan (verhoudingsdeling). 4 De kinderen kunnen de begrippen deling, gedeeld door, deelteken, quotiënt en rest correct gebruiken. Werkblad 32 Groen scheurblok tot pagina 47 Blauw scheurblok tot pagina 47 Muurflappen week 11 les Meten en metend rekenen Kilogram, halve kilogram en 100 gram 1 De kinderen ervaren bij praktische meetoefeningen i.v.m. gewicht de noodzaak aan kleinere maateenheden. 2 De kinderen ervaren de halve kilogram en de 100 gram als nauwkeurige(r) maateenheden bij gewichtsmetingen. 3 De kinderen kunnen een gewicht schatten en wegen en het resultaat uitdrukken en rubriceren als precies 1 kg, zwaarder dan 1 kg en lichter dan 1 kg. 4 De kinderen kunnen de halve kilogram en de 100 gram als gewichtsmaat gebruiken bij weegoefeningen. 5 De kinderen kunnen een gewicht meten en het meetresultaat uitdrukken in kilogram en/of halve kilogram en/of (x keer) 100 gram. 6 De kinderen kunnen hierbij passende begrippen als ruim, bijna, precies, ongeveer, zwaarder, lichter... en de symbolen kg en g correct gebruiken. Kopieerbladen pagina 282 en 283 Realia (producten; waarvan minstens 2 met een gewicht van 500 g) Balansen Gewichtstukken Kaartjes Zakjes van 100 g (minstens 10) Zand, maïs...
week 11 les 7 Meetkunde Toets 1 De kinderen kunnen een beschreven wandeling uitvoeren in de realteit, op de maquette en op de plattegrond en hierbij de begrippen langs en achteraan toepassen. 2 De kinderen kunnen een getekende blokkenconstructie nabouwen in de realiteit. 3 De kinderen kunnen het gezichtspunt innemen dat af te lezen is van een tekening of van een foto. 4 De kinderen kunnen plaatsbepalende opdrachten betreffende voorwerpen tegenover voorwerpen uitvoeren (in de realiteit, op een tekening en op een plattegrond). Kopieerbladen pagina 285-288 Kubusvormige blokken (10) Foto van opstelling week 11 les 8 Toepassingen Problemen leren oplossen 1 De kinderen kunnen een bedrag in euro gepast betalen en teruggeven op 20 euro. 2 De kinderen kunnen de vermenigvuldigingstafel van 2 en van 10 toepassen om problemen op te lossen. 3 De kinderen kunnen een getekende situatie interpreteren en oplossen via het optellen van zuivere tientallen, eventueel in combinatie met de vermenigvuldigingstafel van 2 en van 10. 4 De kinderen kunnen tellen en doortellen per tien of een veelvoud van 10, vertrekkend van een zuiver tiental. 5 De kinderen kunnen een deling door tien met rest schematisch oplossen en het resultaat noteren. 6 De kinderen kunnen een methodegebonden heuristiek gebruiken: V, T, B, A en OK. Werkbladen 33 en 34 Namaakgeld
week 12 OVERZICHT onderwerp werkblad differentiatie tijd cd-rom les 1 Getallenkennis werkblad 35 25 minuten Structuur van 100 48 48 les 2 Getallenkennis werkblad 36 25 minuten Even en oneven getallen tot 100 49 49 les 3 Getallenkennis/Bewerkingen werkblad 37 25 minuten De stambreuk 1/10 en veelvouden 50 50 van 1/10 les 4 Bewerkingen werkblad 38 25 minuten Optellen en aftrekken tot 100 51 51 zonder brug les 5 Bewerkingen werkbladen 39 en 40 25 minuten Herhaling 52 52 les 6 Meten en metend rekenen werkblad 41 25 minuten Tijd: week- en maandkalender 53 53 les 7 Meten en metend rekenen werkblad 42 25 minuten Tijd: kloklezen - uur en halfuur, uitbreiding tot 24 uur huistaak 12 54 54 les 8 Meetkunde werkblad 43 25 minuten Ruimtefiguren (constructies) en plattegronden les 9 Toepassingen werkbladen 44 tot 46 2 x 25 minuten Problemen leren oplossen Thema: Speelgoed-ruilbeurs
week 12 les Getallenkennis Structuur van 100 1 De kinderen kunnen het getal 100 situeren op de getallenas en op het honderdveld. 2 De kinderen kunnen het getal 100 structureren door: - op te bouwen of samen te stellen met zuivere tientallen en met tientallen en eenheden; - te splitsen in gelijke en ongelijke delen; - te vergelijken met andere getallen; - te vormen als het dubbel van 50; - een aantal keer/maal een gelijke hoeveelheid te nemen. 3 De kinderen kunnen de structuur van 100 verwoorden, noteren en vervolledigen. Werkblad 35 Kopieerblad pagina 295 Groen scheurblok tot pagina 48 Blauw scheurblok tot pagina 48 Klassikale getallenas en honderdveld MAB-materiaal, getalbeeldkaartjes... week 12 les 2 Getallenkennis Even en oneven getallen tot 100 1 De kinderen kunnen getallen tot 100 die na deling door 2 geen rest hebben, benoemen als even. 2 De kinderen kunnen getallen tot 100 die na deling door 2 als rest 1 hebben, benoemen als oneven. 3 De kinderen ervaren en kunnen verklaren dat de even getallen eindigen op 0, op 2, op 4, op 6 of op 8. 4 De kinderen ervaren en kunnen verklaren dat de oneven getallen eindigen op 1, op 3, op 5, op 7 of op 9. Werkblad 36 Groen scheurblok tot pagina 49 Blauw scheurblok tot pagina 49 Blokjes Getalkaarten Getalbeeldkaartjes MAB-materiaal Strips
week 12 les 3 Getallenkennis/Bewerkingen De stambreuk 1/10 en veelvouden van 1/10 1 De kinderen kunnen van een grootheid en van een hoeveelheid het tiende deel (1/10 of 10 1 ) nemen of aanduiden. 2 De kinderen kunnen van een grootheid en van een hoeveelheid een veelvoud van een tiende deel nemen (beperkt tot echte breuken). 3 De kinderen kennen de begrippen het geheel, een deel van, het tiende deel van, één tiende, x tiende (bv.: drietiende) en kunnen die zinvol gebruiken. Werkblad 37 Groen scheurblok tot pagina 50 Blauw scheurblok tot pagina 50 Realia (20 snoepen) Strook papier (1 m) week 12 les 4 Bewerkingen Optellen en aftrekken tot 100 zonder brug 1 De kinderen kunnen optellingen en aftrekkingen tot 100 zonder brug oplossen. 2 De kinderen kunnen optellingen en aftrekkingen tot 100 met drie termen zonder brug oplossen. 3 De kinderen kunnen hun oplossingsmethode(s) verwoorden. Werkblad 38 Groen scheurblok tot pagina 51 Blauw scheurblok tot pagina 51 Getalbeeldkaartjes, MAB-materiaal, abacus...
week 12 les 5 Bewerkingen Herhaling 1 De kinderen kunnen optellingen en aftrekkingen tot 100 zonder brug oplossen. 2 De kinderen kunnen de vermenigvuldigingstafels en de deeltafels/delingstafels van 2 en van 10 toepassen. 3 De kinderen kennen de begrippen helft, dubbel, som, verschil... Werkbladen 39 en 40 Groen scheurblok tot pagina 52 Blauw scheurblok tot pagina 52 Muurflappen week 12 les 6 Meten en metend rekenen Tijd: week- en maandkalender 1 De kinderen kunnen de dagen van de week in volgorde opnoemen en noteren. 2 De kinderen kunnen een tijdsduur in aantal dagen binnen een week berekenen. 3 De kinderen kennen de begrippen gisteren, vandaag en morgen en kunnen die toepassen. 4 De kinderen kunnen een datum van de maandkalender aflezen. Werkblad 41 Kopieerblad pagina 311 Groen scheurblok tot pagina 53 Blauw scheurblok tot pagina 53 Kalenderblad van de maandkalender
week 12 les 7 Meten en metend rekenen Tijd: kloklezen - uur en halfuur, uitbreiding tot 24 uur 1 De kinderen kunnen de analoge klok aflezen op een uurstand en op een halfuurstand. 2 De kinderen weten dat de kleine wijzer van de klok twee keer per dag ronddraait en dat een dag dus twee keer twaalf uur of 24 uur telt. 3 De kinderen kunnen de tijdsduur in uur en halfuur op een (dag)schema voorstellen. 4 De kinderen kunnen dag en nacht aanduiden op een dagcirkel en op een daglijn. 5 De kinderen kennen de begrippen vroeger, later, dag, nacht, middag, avond... en kunnen die zinvol gebruiken. Werkblad 42 Kopieerblad pagina 314 Groen scheurblok tot pagina 54 Blauw scheurblok tot pagina 54 Klassikale klok Individuele klokjes week 12 les Meetkunde Ruimtefiguren (constructies) en plattegronden 1 De kinderen kunnen een driedimensionale constructie nabouwen. 2 De kinderen kunnen van een driedimensionale constructie een plattegrond maken. 3 De kinderen kunnen een driedimensionale constructie opbouwen aan de hand van voorschriften op een plattegrond (met een grondplan als model). 4 De kinderen kunnen bij het verwoorden passende begrippen als rond, hoekig, driehoekig, vierhoekig, links, naast... gebruiken. Werkblad 43 Blokken Papier Plattegronden
week 12 les 9 Toepassingen Problemen leren oplossen 1 De kinderen kunnen op een maandkalender de passende vakjes kleuren als de dag en de datum gekend zijn. 2 De kinderen kunnen de begin- en de eindtijd van een gebeurtenis op een analoge klok (tot 24 uur) aanduiden door de wijzers te tekenen. 3 De kinderen kunnen situaties i.v.m. optellen en aftrekken tot 100 zonder brug oplossen. 4 De kinderen kunnen op een grootheid verdeeld in 10 gelijke delen tweetiende en drietiende inkleuren en bepalen hoeveel tiende er overblijft. 5 De kinderen kunnen door eliminatie en het oplossen van stipoefeningen de waarde van getekende realia in bewerkingen bepalen en noteren. 6 De kinderen kunnen de passende plattegrond bij een gegeven getekende constructie aanduiden. 7 De kinderen kunnen een methodegebonden heuristiek gebruiken: V, T, B, A en OK. Werkbladen 44, 45 en 46