1.1 plan: het bestemmingsplan Helmond Oost Van Speijklaan 65 van de gemeente Helmond;

Vergelijkbare documenten
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Bestemmingsplan. Woning Hammerweg. Gemeente Ommen. Regels. Datum: 15 mei 2012 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0175.

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

plan het bestemmingsplan "De Groene Loper-Kanaaldijk NW van de gemeente Helmond;

Regels. Kenmerk: R05

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

aanduidingsvlak een vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens;

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

Oude IJsselstreek 2009; Bongersstraat ong. Ulft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels... 7

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

1 van :15

Inhoudsopgave. Regels. Vaststellingsbesluit 16

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2

1. INLEIDENDE REGELS 2 Artikel 1 - Begrippen 2 Artikel 2 - Wijze van meten 5

1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5. 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Verkeer 6

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

Zuidelijk Molenveld, Beatrixstraat - Prins Bernhardplein

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

bebouwingspercentage: een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels

1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten Bestemmingsregels Artikel 3 Woongebied...

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

Hertog Reinaldlaan 2, Horst

s-heerenberg, Zeddamseweg 13-19

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Bestemmingsplan Landelijk Gebied 1998, Partiële herziening Nieuwe Schulpweg 18

Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

REGELS Inhoudsopgave

R e g e l s rgl

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

Westsingel. Datum 22 juni 2009

Regels. Bestemmingsplan Windturbines Netterden - Azewijn

Broek 6, 8 en 10 te Sevenum Deze standaard is gebaseerd op de Bro (juni 2007) en SVBP2008 (22 februari 2008).

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

Regels. Kenmerk: V01

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

Nieuw-Amsterdam, bedrijfswoning Verlengde Herendijk

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

Regels bestemmingsplan Anne Franklaan 50 / Joop Westerweelstraat 18

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

Regels. (vastgesteld) Thoelaverweg 2 NL.IMRO.0501.Thoelaverweg

Bestemmingsplan Notarisappelstraat

B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t rgl

Regels Buitengebied Noord, deelplan Kinholtweg 1 Fluitenberg 2010 NL.IMRO.0118.BP VG02 vastgesteld februari 2011

pompstation Breehei te Leunen REGELS

Brantjesstraat bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein

Bestemmingsplan Memlinghof Gemeente Krimpen aan den IJssel

Bestemmingsplanregels

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

NL.IMRO BP001PH

Oranjekwartier Noord

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

R e g e l s rgl

Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden

Wijzigingsplan: `Heide 45 Swalmen

Bestemmingsplan Loppersum, partiële herziening Kavels Over de Wijmers V A S T G E S T E L D

Oerle 2015, herziening Sint Janstraat

Gemeente Drimmelen. Bestemmingsplan : Regels. Buitengebied, herziening Voorstraat ong. Id = NL.IMRO bp11voorstraat-on01.

plan het bestemmingsplan Stationskwartier - De Wiel 22 van de gemeente Helmond;

1 Inleidende regels Bestemmingsregels Algemene regels Overgangs- en slotregels... 11

Van Alewijkstraat Beerzerveld

Ontwerpbestemmingsplan Haven Zuid, eerste herziening Gemeente Alblasserdam

Fortuinlaan Krommenie Regels

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 7 Antidubbeltelregel 9 Artikel 8 Algemene bouwregels 10 Artikel 9 Algemene ontheffingsregels 11

Bestemmingsplan. Brem 6-8. Gemeente Oldenzaal. Datum: 18 juli 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0173.BP09034-on01

1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 7. 2 Bestemmingsregels 8 Artikel 3 Tuin 8 Artikel 4 Wonen 10

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

Purmerweg 35/35a

Bestemmingsplan Meester Heblystraat, Varik Gemeente Neerijnen. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 7

Regels 5e herziening Dubbeldam, locatie Noordendijk 430

Transcriptie:

REGELS HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS ARTIKEL 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 plan: het bestemmingsplan Helmond Oost Van Speijklaan 65 van de gemeente Helmond; 1.2 aan huis gebonden bedrijf: een ambachtelijk bedrijf dat, uitsluitend door de bewoner(s) van een woning, in of vanuit een (gedeelte van) een woning en/of in of vanuit een (gedeelte van) een daarbij behorend bijgebouw wordt uitgeoefend waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt; 1.3 aan huis gebonden beroep: een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend niet zijnde een kapper, ontwerptechnisch of kunstzinnig of hiermee gelijk te stellen gebied, dat uitsluitend door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt; 1.4 aanbouw: een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat qua afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 1.5 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.6 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.7 aanduidingsvlak: een vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens; 1.8 achtergevel een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw, aan- of uitbouw of aangebouwd bijgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel van het hoofdgebouw; 1.9 achtergevellijn: denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen; 1.10 ambachtelijk bedrijf: bedrijf waarbij het accent ligt op het in handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen en/of leveren van goederen die verband houden met het ambacht als niet zelfstandig onderdeel van het bedrijf; 1.11 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 1.12 bedrijf: een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren, verhandelen en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen; 1

1.13 bedrijfsvloeroppervlak: het totale oppervlak van de bouwlagen van een (horeca of dienstverlenend) bedrijf, kantoor of winkel met inbegrip van de daartoe behorende magazijnruimte en overige dienstruimten; 1.14 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.15 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0794.1100BPW120070- met de bijbehorende regels en bijlage; 1.16 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak, met eenzelfde bestemming; 1.17 bijbouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, voorzien van de aanduiding 'bijgebouwen' waarop volgens deze regels aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan; 1.18 bouwgrens: de grens van een bouwvlak; 1.19 bouwlaag: de begane grond of een verdieping van een gebouw; een onderhuis, zolderverdieping of vliering worden hier niet onder begrepen; 1.20 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.21 bouwperceelsgrens: de grens van een bouwperceel; 1.22 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan; 1.23 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.24 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden - waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop - het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, inbegrepen het daarbij behorend en daaraan ondergeschikt verstrekken van consumpties voor gebruik ter plaatse; 1.25 erker: een ondergeschikte toevoeging in de vorm van een op de begane grond en buiten de gevel van een hoofdgebouw uitgebouwd gedeelte van een ruimte, meestal uitgevoerd in glas, metselwerk en/of hout; 1.26 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten, ruimte vormt; 1.27 gebruiken: het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven; 2

1.28 gevellijn: een denkbeeldige lijn die strak loopt langs de gevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen; 1.28 gevellijn: een denkbeeldige lijn die strak loopt langs de gevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen; 1.29 hoofdgebouw: gebouw dat zowel functioneel als voor wat betreft de afmetingen bepalend is voor de bestemming; 1.30 kap: afdekking van een gebouw met een dakhelling van minimaal 15 en maximaal 75 ; 1.31 ondergronds bouwwerk: een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen onder peil; 1.32 peil: voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aan de hoofdtoegang aansluitende afgewerkte terrein; aanpassen met WABO 1.33 staat van bedrijfsactiviteiten: een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen; 1.34 uitbouw: een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 1.35 uitvoeren: het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven 1.34 voorgevel: de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw welke door gevelindeling als meest representatieve gevel van het gebouw dient te worden aangemerkt; 1.36 voorgevel de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw welke door gevelindeling als meest representatieve gevel van het gebouw dient te worden aangemerkt; 1.37 voorgevellijn: een denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen; 1.38 voorgevelrooilijn: de lijn die wordt gevormd door de voorgevel van een woning en het verlengde daarvan en die, met uitzondering van overschrijdingen die volgens deze regels zijn of kunnen worden toegestaan, door de bebouwing niet mag worden overschreden. 1.39 woning: een gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden; 3

ARTIKEL 2 Wijze van meten 2.1 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: breedte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken, dan wel de harten van de scheidsmuren; de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. hoogte van een bouwlaag: tussen de bovenzijde van de vloeren van geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen bouwlagen; horizontale diepte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de voor- en achtergevel van een hoofdgebouw; verticale diepte van een bouwwerk: van het peil tot aan de bovenzijde van de vloer van het ondergrond gelegen (deel van het) gebouw. 2.2 Ondergeschikte bouwonderdelen Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m¹ bedraagt. 4

HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 3 Wonen 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor woningen met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, wateropvang- en infiltratievoorzieningen, parkeervoorzieningen en overige verhardingen. 3.2 Bouwregels 3.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen: a. de woningen dienen in de op de verbeelding aangegeven aanduiding "voorgevelrooilijn" gebouwd te worden; b. de woningdiepte mag maximaal 12 meter bedragen; c. de goothoogte bedraagt maximaal de ter plaatse aangegeven 'goothoogte'; d. de bouwhoogte bedraagt maximaal de ter plaatse aangegeven 'bouwhoogte'. 3.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen: a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn uitsluitend toegestaan op het perceeldeel gelegen tussen de achtergevellijn en de achterste perceelsgrens; b. de gezamenlijke oppervlakte mag per woning maximaal 60 m² bedragen met dien verstande dat per woning in ieder geval een oppervlakte van 25 m² achter de achtergevellijn onbebouwd moet blijven; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen in de zijdelingse perceelsgrens geplaatst te worden dan wel minimaal 1 m daaruit; d. de goothoogte mag maximaal 3 m bedragen; e. de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen, vermeerderd met de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens tot een maximum van 6 m. 3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 1 m¹ bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 2 m¹ mag bedragen, mits de afstand tot de voorgevellijn minimaal 3 m¹ bedraagt; b. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag maximaal 5 m¹ bedragen; c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m¹ bedragen. 3.3 Specifieke gebruiksregels Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van bouwwerken voor: a. de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten; b. permanente of tijdelijke bewoning in bijgebouwen; c. aan huis gebonden beroepen, in het geval dat: 1. de oppervlakte voor de beroepsuitoefening per woning meer bedraagt dan 30% van de begane grondoppervlakte van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen dan wel in ieder geval meer bedraagt dan 60 m²; 2. door de beroepsuitoefening onevenredige overlast of hinder voor de woonomgeving ontstaat; 3. detailhandel plaatsvindt, niet zijnde detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in direct verband met de betreffende beroepsuitoefening; 4. de beroepsuitoefening nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer en/of een onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt. 5

3.4 Afwijken van de gebruiksregels 3.4.1 Aan huis gebonden bedrijf Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3 onder a voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits: a. de woning als zodanig blijft functioneren, waarbij in ieder geval de bedrijfsvloeroppervlakte (b.v.o.) per woning maximaal 30 % van de begane grondoppervlakte en de bij de woning behorende bijgebouwen mag bedragen, met dien verstande dat het b.v.o. in ieder geval maximaal 60 m² mag bedragen; b. het betreft een bedrijf in de milieucategorieën 1 of 2, zoals opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten; c. het niet betreft bedrijven die op grond van de Provinciale milieuverordening Noord-Brabant 2010 (PMV), laatstelijk gewijzigd 16 maart 2012, in bijlage 3 van de PMV zijn aangewezen als categorieën van inrichtingen die niet in een grondwaterbeschermingsgebied mogen worden opgericht of in werking gehouden, indien de woning is gelegen in de 25-jaarszone van het grondwaterbeschermingsgebied zoals aangegeven op de bij deze regels gevoegde kaart "Beschermingszone Helmond" van de PMV; d. door de bedrijfsuitoefening geen onevenredige overlast of hinder voor de woonomgeving ontstaat; e. er geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in direct verband met de betreffende beroepsuitoefening; f. de bedrijfsuitoefening geen nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer en/of een onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt. 3.4.2 Mantelzorg a. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3 1. de zorgbehoefte objectief is aangetoond; 2. mantelzorg plaatsvindt op een oppervlakte van maximaal 75 m2; 3. het bijgebouw een ruimtelijke eenheid vormt met de woning; 4. de tijdelijkheid van de situatie is verzekerd b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een verleende omgevingsvergunning om af te wijken voor het gebruik van een bijgebouw voor mantelzorg in te trekken indien niet (meer) wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden. 3.4.2 Mantelzorg a. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3 1. de zorgbehoefte objectief is aangetoond; 2. mantelzorg plaatsvindt op een oppervlakte van maximaal 75 m2; 3. het bijgebouw een ruimtelijke eenheid vormt met de woning; 4. de tijdelijkheid van de situatie is verzekerd b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een verleende omgevingsvergunning om af te wijken voor het gebruik van een bijgebouw voor mantelzorg in te trekken indien niet (meer) wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden. 6

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS ARTIKEL 4 Antidubbeltelbepaling Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. ARTIKEL 5 Algemene bouwregels a. Op de gronden, begrepen in het plan, is het verboden te bouwen, een bouwwerk of een complex van bouwwerken, indien daardoor een ander bouwwerk of complex van bouwwerken met het daarbij behorende bouwperceel, hetzij niet langer zal blijven voldoen aan, hetzij in grotere mate zal gaan afwijken van het plan. b. Voor het uitvoeren van ondergrondse bouwwerken, geen gebouwen zijnde alsmede ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde, gelden geen nadere beperkingen. c. Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen: 1. ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend toegestaan onder hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen uitgezonderd de zichtbare delen van de ondergrondse gebouwen; 2. de verticale diepte mag ten hoogste 3 m¹ bedragen. ARTIKEL 6 Algemene afwijkingsregels 6.1 Algemene afwijkingsregels Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van: a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van deze maten; b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m¹, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing; c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m¹; d. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m¹. 6.2 Voorwaarden Een omgevingsvergunning om af te wijken van de in lid 1 opgenomen regels kan slechts worden verleend, mits: a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad; b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad. ARTIKEL 7 Overige regels De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard (artikel 9 Woningwet) blijven buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen; b. de bereikbaarheid van gebouwen voor het wegverkeer; c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; e. de ruimte tussen bouwwerken in verband met de brandveiligheid en bereikbaarheid door hulpdiensten. 7

HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGEL ARTIKEL 8 Overgangsrecht 8.1 Overgangsrecht bouwwerken 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 8.2 Overgangsrecht gebruik 1. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. ARTIKEL 9 Slotregel Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Helmond Oost Van Speijklaan 65". 8