Visie op Jeugdzorg 2020 Advies van Gezinsbond mei 2012 Inhoudsopgave Kader: een gedeelde verantwoordelijkheid en positieve beeldvorming p. 2 Zorgvraag versus zorgnood p. 3 Empowerment, actorschap en responsabilisering p. 3 Betrokkenheid van de context p. 3 Effectief en efficiënt p. 4 Vermaatschappelijking van de zorg p. 4 Coördinatie en regie p. 4 Leerrecht p. 4 Diagnostiek p. 5 Toegankelijke en betaalbare hulp p. 5 Rechtsbescherming p. 5 Jeugddelinquentie p. 5 1
Kader: een gedeelde verantwoordelijkheid en positieve beeldvorming De Gezinsbond beschouwt de visietekst jeugdzorg als een sterke startnota tot hervorming van de jeugdzorg. De voorliggende tekst gaat duidelijk in op de gesignaleerde knelpunten uit het werkveld en aanbevelingen gebundeld in de maatschappelijke beleidsnota jeugdzorg. Het zet krijtlijnen uit voor een jeugdzorg die dicht bij gezinnen staat, een jeugdzorg waar samen met jongeren en hun ouders een antwoord wordt gezocht op hun concrete vragen, en het al dan niet krijgen van hulp niet afhangt van geluk of toeval. Het werken aan één jeugdzorg met naadloze overgangen en afstemming tussen sectoren is daartoe een belangrijke stap. De in de visietekst opgesomde principiële uitgangspunten transparant, empowerend, en ingebed in de ruimere samenleving vormen de noodzakelijke kapstokken van dergelijke jeugdzorg. Om dit echt te kunnen uitbouwen, moeten er ook op andere beleidsdomeinen duidelijk engagementen worden genomen. Gezinnen moeten kunnen rekenen op een leefbaar inkomen, een betaalbare woning in een veilige omgeving, ondersteuning in de zorg en opvoeding, arbeidsomstandigheden die rekening houden met het gezinsleven, onderwijs dat kansen creëert in plaats van ongelijkheid bestendigt. Wanneer in de visietekst gesteld wordt dat jeugdzorg over onvoldoende hefbomen beschikt om effectief in te grijpen op hardnekkige maatschappelijke problemen, zou dit niet mogen leiden tot berusting, maar zou dit aanleiding moeten geven tot een concrete aanpak van die achterstellingsmechanismen binnen diverse beleidsdomeinen. De oververtegenwoordiging van kinderen uit sociaaleconomisch achtergestelde gezinnen in de jeugdzorg en in het buitengewoon onderwijs roept fundamentele vragen over uitsluiting op. Ook willen we even stilstaan bij het overwicht van jongens in de (bijzondere) jeugdzorg en jongens met schoolse achterstand, leer- en gedragsproblemen. Hoe wordt er in onze samenleving gekeken naar kinderen in het algemeen en jongens in het bijzonder? Ouders van tieners blijven vaak op hun honger met specifieke vragen rond de opvoeding van pubers, terwijl hun aanwezigheid en gedragingen door de samenleving steeds gemakkelijker als overlast beschouwd worden. Er is nood aan meer positieve beeldvorming over jongeren in de samenleving, hun eigen manier van denken en zijn kan ook als kracht tot verandering worden gezien. De Gezinsbond ondersteunt de in de visietekst benoemde uitgangspunten en doelstellingen, maar wil tegelijk waarschuwen voor een mogelijk eenzijdige of enge interpretatie ervan. 2
Zorgvraag versus zorgnood De Gezinsbond ondersteunt de zorgvraag als het uitgangspunt voor jeugdzorg, maar stelt voor te spreken over zorgnood. Een zorgnood heeft eveneens de concrete zorgvraag van een hulpvrager als vertrekpunt, maar kan na vraagverheldering door professionals en betrokkenheid van het netwerk rond de jongeren, verschillen van de initieel gestelde zorgvraag. Het is ook belangrijk om er steeds rekening mee te houden dat niet alle zorgvragen geuit worden. Het begrip zorgnood biedt ook ruimte voor aanklampende, outreachende en omvattende zorg. Het antwoord overstijgt de al dan niet gestelde vraag en kijkt naar de werkelijke nood. Empowerment, actorschap en responsabilisering De nadruk op de eigen kracht van jongeren en ouders is positief, in zoverre er niet de indruk wordt gewekt dat ze zelf altijd of volledig verantwoordelijk zijn voor de problemen die hen overkomen of voor de aanpak van deze problemen. We verwijzen naar de toenemende tendens tot sanctionering van ouders wanneer iets misloopt of naar de kwetsbare positie van jongeren bij de gemeentelijke administratieve sancties en zelfs conditionering van de hulp. Empowerment mag niet in de plaats komen van recht op hulp. Een jeugdzorg die vragen van jongeren als uitgangspunt neemt, verengt versterken niet tot het kunnen voldoen aan maatschappelijke verwachtingen zonder die verwachtingen en de context waarbinnen die moeten worden waargemaakt in vraag te stellen. Het streven naar actorschap mag ook niet te hoge druk leggen op de schouders van jongeren en hun gezin. Ogenschijnlijke onverschilligheid, zoals eerder al gebruikt als argument voor het opleggen van ouderstages, kan het resultaat zijn van niet aflatende teleurstellingen en tegenslagen. Betrokkenheid van de context De klemtoon op het betrekken van de hele context van en rond de jongere is voor de Gezinsbond erg belangrijk. Tegelijk worden de termen netwerk, context, familie, gezin, ouders gemakkelijk door elkaar gebruikt zodat niet altijd duidelijk is wat of wie ermee bedoeld wordt. Wij vragen een meer uitgesproken plaats voor de ruimere familie, broers, zussen, grootouders, en voor andere personen die dicht bij de jongere staan. Naar voorbeeld van de Eigenkracht Conferenties waar zoveel mogelijk mensen onder leiding van een professional rond een hulpvraag worden verzameld en ingezet om samen een antwoord te zoeken en te begeleiden, moet ook het eigen netwerk rond de jongeren maximaal worden ingeschakeld. Zoals hoger gesteld, moet dit steeds gebeuren vanuit een versterkende, niet culpabiliserende ingesteldheid en aanpak. 3
Effectief en efficiënt De vraag naar effectiviteit en efficiëntie in de jeugdzorg is terecht. Beschikbare middelen moeten goed worden ingezet en ouders en jongeren hebben recht op werkzame en kwalitatieve ondersteuning. Anderzijds mag dit streven niet leiden tot het automatisch koppelen van een bepaalde vraag tot een een bepaalde module van hulp. Ouders en jongeren geven zelf aan dat wat als ondersteunend ervaren wordt, erg verschillend kan zijn. Vermaatschappelijking van de zorg Als gezinsorganisatie ondersteunt de Gezinsbond de vermaatschappelijking van de zorg als een streven binnen de samenleving om samen verantwoordelijk te zijn voor zorg en samen zorg dragen. Netwerken, vrijwilligers en mantelzorgers krijgen hierbinnen een bijzondere plaats. Deze evolutie mag echter geen gedwongen alternatief zijn bij gebrek aan middelen, plaatsen en mensen binnen de reguliere zorg. Ook netwerken, vrijwilligers en mantelzorgers die een positieve keuze hebben gemaakt om zorg te bieden, moeten kunnen rekenen op ondersteuning als het moeilijk gaat. Coördinatie en regie Begeleiding bij en coördinatie van een zorgtraject is een belangrijk aandachtspunt voor gezinnen. In het belevingsonderzoek Focus op kinderen met een etiketje, een belevingsonderzoek bij ouders 1, melden ouders dat ze, ondanks contacten met diverse hulpverleners en voorzieningen,- er vaak alleen voor staan. De door de ene voorziening of hulpverlener voorgestelde aanpak moet door ouders vaak zelf worden gedeeld met andere hulpverleners en bovendien nog vertaald worden naar de schoolcontext. Dit is een moeilijke opdracht, en ouders slagen er niet altijd in deze coördinatiefunctie te volbrengen. Ouders willen in de eerste plaats ouder zijn. Vooral voor de vertaling van de onderwijscontext, is een dicht bij de school staande instantie zoals het CLB of persoon zoals een zorgcoördinator hiervoor aangewezen. Leerrecht De Gezinsbond vindt leerrecht een waardevol uitgangspunt. Het biedt perspectieven tot de uitbouw van een flexibel aanbod binnen een leernetwerk in plaats van de klassieke trajecten waarbinnen de uitval groot is. Maar leerrecht omvat voor ons ook het recht op continuïteit van het onderwijstraject, wanneer een jongere in een problematische opvoedingscontext (tijdelijk) niet in staat is om de lessen te volgen. Om het leerrecht te realiseren is oog voor betaalbaarheid erg belangrijk. De kosten voor stages, alleen al aan verplaatsingen, lopen soms hoog op. 1 Studiedienst Gezinsbond, december 2011. 4
Diagnostiek De visietekst stelt duidelijk dat er geen sprake mag zijn van overdiagnosticering. Dit is een standpunt dat de Gezinsbond volledig ondersteunt: de zorgvraag, niet het hebben van een diagnose of label moet aanleiding geven tot hulp. Toch blijft de visietekst ook benadrukken dat diagnostiek en indicatiestelling belangrijk zijn bij complexe zorgvragen. Diagnostiek biedt echter slechts antwoorden in zoverre die diagnostiek vertaald wordt in concrete zorg die afgestemd is op de specifieke zorgvragen en context waarbinnen die vragen gesteld wordt. Zo niet, opent diagnostiek geen deuren tot hulp, maar sluit het jongeren en ouders uit van volwaardige deelname aan een inclusieve samenleving (onderwijs, werk, vrije tijd ). Toegankelijke en betaalbare hulp De Gezinsbond vindt dat een toekomstige jeugdzorg geen drempels mag hebben inzake betaalbaarheid. Vandaag ervaren veel gezinnen dat psycho-educatie en psychotherapie, een belangrijke vorm van preventie en versterking, financieel niet voor iedereen zijn weggelegd. Ook de prijs voor diagnostiek -vaak de expertise van gespecialiseerde centraligt voor gezinnen vaak hoog. Rechtsbescherming De Gezinsbond ondersteunt het uitwerken aan een betere rechtsbescherming van jongeren. Het stigmatiseren en willekeurig bestraffen van jongeren via de gemeentelijke administratieve sancties illustreert de noodzakelijkheid van een duidelijker kader. Een meer positieve beeldvorming over jongeren, zoals we ook al in de inleiding aangaven, is hierbij een eerste stap. Jeugddelinquentie Een breed maatschappelijk debat omtrent hervorming van het jeugdrecht naar aanleiding van de overheveling van het jeugdsanctierecht naar de gemeenschappen, zoals in de nota wordt voorop gesteld, is voor de Gezinsbond ook een vereiste. De krachtlijnen die in deze visietekst in hun algemeenheid worden geponeerd zijn dermate beknopt dat dit nog niet uitnodigt tot de formulering van pro s en contra s. Bij dit maatschappelijk debat zal het van groot belang zijn om de tendensen die zich in parallelle circuits en los van het jeugdrecht ontwikkelen mee te nemen in een globale visie. Ook hier refereren we onder meer naar de ontwikkelingen m.b.t. de gemeentelijke administratieve sancties. 5