Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas

Vergelijkbare documenten
Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Watersysteem rond 1900 Kaart 9a GHG. A4P Grontmij Nederland bv Alle rechten voorbehouden. Legenda GHG. Hydrologisch onderzoek de Zumpe

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Voorstel waterhuishoudkundige afstemming Hanenplas - agrarische omgeving

Oplegnotitie. 1 Aanleiding

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

huidig praktijk peil (AGOR) [m NAP]

2. KORTE TOELICHTING EERDERE ONDERZOEKEN

NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08

Nadere onderbouwing waterhuishoudkundige consequenties Uitwerkingsplan Brandevoort II Liverdonk Oost

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Figuur 1: Plangebied Integrale gebiedsontwikkeling (variant 18 woningen)

Natte Natuurparel Nemerlaer

Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden. Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer

Natte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er?

Legenda. drooglegging_winter. [m-mv] Vianen. Lexmond. Meerkerk. Leerdam. Arkel. Kaart 36 - Drooglegging winter. projectgebied peilgebieden

Grondwatersysteemanalyse en effectberekening van de ringweg rond Tongeren in de omgeving van het natuurgebied De Kevie

Kansrijke maatregelen

Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Kernteam overleg. Jouke Velstra en Sieger Burger A PRIL 2016

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha

Verkennend hydrologisch onderzoek van de Halve Maan site in Oostende

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

Samenvatting rapport Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal

Bodem en Water, de basis

Systeemanalyse Volther-Agelerbroek

ACHTERGRONDDOCUMENT. Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen. Juni 2008

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Grondwaterstanden juni 2016

Plaggen ten behoeve van natuurontwikkeling. Fosfaatverzadiging als uitgangspunt

Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen

Memo. nummer JvRmemowateradvieswaterschap datum 17 september 2013 aan Roel van Ark Rudo Cleveringa

Memo. 1 Inleiding. 2 Eindprotocol

Kleine Beerze. Bijeenkomst. 13 juli 2017

AANVULLING MILIEUEFFECTRAPPORT. WATERBERGING EN NATUUR ZUIDELIJK WESTERKWARTIER Provincie Groningen en Waterschap Noorderzijlvest

Kaart 1 Overzichtskaart. Legenda. Duurswold. Veenkoloniën. Hunze. Drentse Aa. Peilbesluit Paterswolde en stad Groningen

De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud

Modelberekeningen. 1 Geohydrologische berekeningen

Memo. Algemeen. drs. D.H. Edelman. Datum 5 maart 2012 Onderwerp Ontwatering Wienercomplex. Van

Toelichting plan Hoge Wei, Oosterhout

Voorbeeld kaartvervaardiging: kreekruginfiltratie De volgende 5 factoren zijn gebruikt voor het bepalen van de geschiktheid voor kreekruginfiltratie:

Is er in 2019 een verhoogd risico op droogte?

Analyse NHI 1.2 rond Mijdrecht

Betreft Effecten ontwikkeling Oosterdalfsen op grondwaterstanden en natuurwaarden EHS

Voortgangsrapportage Monitoring De Zilk

Toepassing van instrumenten uit handboek op NATURA2000-gebied Boetelerveld

Van Witbolgrasland naar Dotterbloemgrasland

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

Figuur 2 ontwateringsituatie

1 INLEIDING 1 2 VERBETERINGEN VORIGE RAPPORTAGE, REFERENTIEBEELD 2 4 HUIDIGE SITUATIE EN SCENARIO S 5

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

Veldwerkplaats vochtige bossen

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!

Update Geohydrologisch onderzoek wegenproject N381 Drachten Drentse grens

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

Evaluatie traject Smeerling

NIEUWBOUW INSULINDEWEG TE AMSTERDAM

Onderzoek naar mogelijkheden voor natuurontwikkeling in de depressie van de Moervaart in relatie tot fosfor

DRAINAGE ADVIES PERCEEL 1,5 HA ACHTER OVERASEWEG 6 TE BREDA

Vernatten en akkerbouw? Olga Clevering (Praktijkonderzoek Plant en Omgeving) Bram de Vos en Francisca Sival (Alterra)

Integrale Gebiedsontwikkeling Wijnaerden. Hydrologie VKA. Voorkeursalternatief (VKA)

Projectnummer/Kenmerk _oho 15 april Onderwerp Grondwateronttrekking Delft-Noord: quickscan 1 vóór de afbouwstap van 2019

Effectberekeningen. Aanleg kolk plangebied De Kolk in Wapenveld. Definitief. Gemeente Heerde Postbus AD Heerde

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)

een schetsontwerp in het kader van het Groen- en waterplan / reconstructie Plesmanweg Gemeente Beverwijk LUNA IN PHREAR PAUL DE KORT 2004

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Geohydrologie van Flevoland - Houden we voldoende zoet water?

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM


Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden

Presentatie tekst Velddag. Verdrogingsbestrijding Groote Peel. Peilopzet in combinatie met peilgesturde drainage

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?

Gagel-en wilgenstruwelen

Amsterdam In de peilfilters zijn de grondwaterstanden waargenomen. Dit is met

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

5.1 Waterhuishoudkundig en grondmechanisch onderzoek De Zandmeren Hedel

OORZAKEN DALING GRONDWATERSTAND

Informatieavond Buffer Noord 23 juni 2015

Natuurontwikkeling op voormalige landbouwgronden; herstel van blauwgraslanden

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

1 Kwel en geohydrologie

EFFECTEN PEILVERHOGING watergang langs het voormalige DEK terrein nabij Oostersingel en Vlietsingel te MEDEMBLIK

Bell Hullenaar. Ecohydrologisch Adviesbureau. Natuurontwikkeling Koningsven - De Diepen. Inleiding. Beantwoording zienswijze Korving & De Kreuk

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

Werkgroep Heide & Vennen 22 januari 2013 NIRAS Dessel

Natuurbegraafplaats Fryslan-west

Vlijmens ven, Moerputten & Bossche Broek. De geschiedenis van een overstromingsvlakte in de Langstraat

Onderzoek hoge grondwaterstanden regio zuid Kennemerland afgerond.

Transcriptie:

reg.nr. 17.87199 17.100697 Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas 1. Hydrologie 1.1 Hydrologische voorwaarden voor Schoenetum : zomergrondwaterstanden die niet verder wegzakken dan GLG van 50-55cm. beneden maaiveld, b.v.k. tussen 20 en 40 cm. beneden maaiveld enige grondwater voeding (kwel) om de ondergrens aan het uitzakken van het grondwaterpeil kwantitatief te bufferen en vanwege de chemische buffering vanwege de aanvoer van Cahoudend grondwater. 1.2 Hydrologische voorwaarden rond en in plangebied (volgens Bell/Hullenaar 2003) : Huidige situatie Winter: Zomer: Conclusie: De zomergrondwaterstanden zijn te diep (ca. 80-120cm. mv.), kwel alleen in slootbodems Model 2b (vernatting Hanenplas-vallei en verhoging drainageniveau uitbreidingsgebied van golfbaan) Winter: Zomer:

Conclusie: zomergrondwaterstanden zijn nog te laag maar bij plaggen van 20-40 cm. wordt de optimale stand voor natte duinvalleivegetaties wel benaderd. Grondwater aanvoer naar onderkant 1 e watervoerende pakket is gering maar mogelijk juist voldoende. Na plaggen zullen ondiepe schelpenbanken op ca 50 cm. huidig maaiveld waarschijnlijk duurzaam voor chemische buffering zorgen. N.b. In het nieuwe natuurontwikkelingsgebied lijken de zomergrondwaterstanden ook na vernatting te laag, behalve in en rond de kreken van de Roggesloot. Daar is echter de situatie veel minder geschikt voor natte duinvalleivegetaties maar gaat het lokaal om voedselrijkere soorten- en orchideeënrijke graslandvegetaties en om aquatische vegetaties en oeverbegroeiingen van zoet-zout en zand-klei overgangen. 1.3 Aanvullende gegevens peilbuizen over de hydrologie van de Hanenvallei Op basis van een aantal peilbuizen is een raai vanuit de noordelijk duinen van de slufter richting Hanenplas nader geanalyseerd (zie de ingeschatte lokaties van de buizen op bovenstaande kaart). In onderstaande tabel en grafiek staan de resultaten. De buizen zijn niet allemaal over een gelijke periode opgenomen en van 430, 431 en 432 zijn geen maaiveldgegevens bekend. Peilbuizen GLG SG GVG GHG maaiveld 432 0,06 0,28 0,25 0,50? 431 0,24 0,49 0,51 0,73? 430 0,96 1,29 1,39 1,60? 120 1,17 1,57 1,71 1,86 1,77 118 0,46 0,77 0,84 0,93 1,20 40 1,43 1,68 1,73 1,88 2,07 41 1,39 1,66 1,68 1,85 2,01 de buizen uit de Statistieken Hanenplas e.o. voor de gemeten perioden

Uit onderstaande grafiek blijkt het volgende : De peilbuizen in het noordwestelijk duinmassief, 40 en 41 in de vallei de 8 Bunder en 120 in de Geschoven Vallei (120), standen aangeven die meer dan een meter hoger zijn dan in de Hanenvallei. Dit wijst op een aanzienlijke voeding vanuit het noordwestelijk duinmassief. Ditzelfde geldt ook voor buis 118 gelokaliseerd aan gedraineerd vanuit de aangrenzende Slufter. De peilbuizen in en direct grenzend aan de Haneplas, 430, 431 en 432, duiden op een sterke gradiënt van west naar oost; vermoedelijk is er sprake van zowel aanvoer vanuit het 2 e watervoerend pakket maar als vanuit het ondiepe watervoerende pakket. Onderstaande doorsnee is gereconstrueerd a.d.h.v. de statistieken van de die vermeld staan in bovenstaande tabel en een gedétailleerde hoogtekaart. Hierbij wordt duidelijk dat de Hanenvallei beschouwd kan worden als een binnenduinrandvallei waarvan de waterhuishouding enerzijds afhankelijk is van de voeding vanuit het westelijk duingebied en anderzijds van de drainage door de aangrenzende polder en de lokale slotenpatronen.

2. Trofie BEWARE bodemchemisch onderzoek Gegevens Hanenvallei Conclusie : Totaal-fosfaat en beschikbaar fosfaat zijn aanzienlijk boven de referentiewaarden van 200mol/l. Beneden de 50 cm. maaiveld is niet gemeten maar naar verwachting veel lager. Conclusie : Totaal Calcium ligt rond de referentiewaarde van 20 mmol/l evenals de Ca-concentratie in het bodemvocht (hier niet gepresenteerd); overigens is de referentiewaarde hier m.i. veel te hoog; zelf kwam ik in onderzoek van zoete duinvalleien op een grenswaarde van 1000mol/l waar in het BEWARE-onderzoek 5000mol/l wordt aangehouden. De ph is hier en daar wat aan de lage kant maar na plaggen zal de invloed van onderliggende schelpenbanken zeker groter worden.

Gegevens zuidelijk deel plangebied bij Roggesloot Conclusie : voor het zuidelijk deel van het plangebied zijn de potenties voor Knopbies vegetaties zeer gering op basis van het BEWARE-onderzoek. Op zout-zoet gradiënten rond de Roggesloot zijn er mogelijk wel goede mogelijkheden voor de orchideeën- en soortenrijke graslanden (m.n. in de buurt van de monsterpunten 13 en 14).

3. Concluderende opmerkingen over maatregelen De Hanenvallei is een door zoet grondwater gevoed systeem waar de grondwaterstanden verhoogd dienen te worden. Dat kan door deels het maaiveld te verlagen waar de kwelstroom nu al het grootst lijkt te zijn, m.n. aan de (zuid-)west zijde van de vallei. Plaggen tot ca. 40 cm. zou het maaiveld moeten volgen. De ph-buffering zal naar verwachting toenemen en de grondwaterstanden zouden s winter tot boven of vlak onder het maaiveld stijgen en waarschijn lijk niet veel verder dat 5o cm. wegzakken in droge zomers. Extra hydrologische maatregelen dienen te bestaan uit het dempen van alle sloten in en rond de vallei, niet alleen aan de kant van het voedingsgebied (is dat nog aan de orde?) maar ook aan het beneden grondwaterstroomse gebied. De peilen van de golfbaan dienen gecontroleerd te worden op drainerende effecten. Omdat er ook na plaggen en zeker op eventueel niet geplagde delen nog te veel fosfaat beschikbaar blijft, lijkt het gewenst om de afvoer aan de oostkant op ca. 90-100 cm. op te stuwen zodat fosfaat afgevoerd kan worden. Op de lange termijn kan de stuwhoogte dan geleidelijk verhoogd worden. Mogelijk leidt dat uiteindelijk tot het afvoerloos maken van de vallei. In het aan de oostzijde grenzende duingebiedje tussen de Hanenvallei en de uitbreiding van de golfbaan zijn nog een aantal kleine valleitjes aanwezig die mogelijk veel botanisch perspectief hebben als ze geplagd worden. Waar de natuurontwikkelingsmogelijkheden in laatstgenoemd gebiedje vooral door de aanvoer van zoet grondwater in relatief verschralende omstandigheden bepaald worden zijn de perspectieven in het nieuwe natuurontwikkelingsgebied vooral afhankelijk van (wad)zand-klei gradiënten, zoet-zoutovergangen en relatief voedselrijkere condities. Voor een verder invulling van deze potenties is een nadere analyse gewenst. Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer 11-10-2016