*D170309949* D170309949 MAATWERKBESLUIT Aanvrager : Opfokbedrijf Groesbeek Datum besluit : 18 juli 2017 Onderwerp : Maatwerkvoorschriften opslag pluimveemest Gemeente / locatie : Gemeente Berg en Dal/ Cranenburgsestraat 47A te Groesbeek Zaaknummer : W.Z16.104755.01 Activiteit : Milieu
MAATWERKBESLUIT Onderwerp Opfokbedrijf Groesbeek, Cranenburgsestraat 47A te Groesbeek valt onder het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. Op basis van artikel 2.1 vierde lid en artikel 3.123 Activiteitenbesluit kunnen wij maatwerkvoorschriften stellen met betrekking tot de goede werking van het huisvestingssysteem en het voorkomen of beperken van emissies naar de lucht. Op basis van artikel 3.46 achtste lid kunnen wij maatwerkvoorschriften stellen indien blijkt dat de geurhinder een aanvaardbaar niveau overschrijdt. Het project is geregistreerd onder zaaknummer W.Z16.104755.01. Besluit Wij besluiten om de bijgevoegde maatwerkvoorschriften te stellen aan Opfokbedrijf Groesbeek, Cranenburgsestraat 47A te Groesbeek. Deze maatwerkvoorschriften worden van kracht naast de artikelen van het Activiteitenbesluit en Activiteitenregeling. Ondertekening en verzending Hoogachtend, Het College van Burgemeester en Wethouders van Berg en Dal, namens deze: Mevrouw drs. N.A. Molenveld-Hegeman, Hoofd Omgevingsdienst Regio Nijmegen Inwerking treden besluit Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking. Bekendmaking geschiedt door toezending van het besluit. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit een bezwaarschrift indienen. Publicatie Dit besluit wordt bekendgemaakt door de gemeente Berg en Dal via https://www.officielebekendmakingen.nl/gemeenteblad/op_organisatie/gemeente/berg_en_d al. Deze landelijke website is onderdeel van Overheid.nl. Tevens wordt dit in Het Gemeentenieuws bekendgemaakt.
Bezwaar en mogelijkheid van voorlopige voorziening Belanghebbenden kunnen binnen zes weken nadat dit besluit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gezonden aan burgemeester en wethouders, Commissie bezwaarschriften, Postbus 20, 6560 AA Groesbeek. Op envelop en brief duidelijk "bezwaarschrift" vermelden. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en bevat ten minste: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar of beroep is gericht, waaronder het zaaknummer en datum van het besluit; d. de gronden van het bezwaar. Degene die een bezwaarschrift heeft ingediend, kan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, afdeling Bestuursrecht (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem) een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen. Voor individuele burgers (niet voor advocaten en ook niet voor gemachtigden namens een bedrijf of een organisatie) bestaat de mogelijkheid dat verzoek digitaal in te dienen. Meer informatie kunt u vinden op www.rechtspraak.nl. Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de wijze van betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de rechtbank Gelderland, telefoonnummer (026) 359 20 00 of op www.rechtspraak.nl
1 MAATWERKVOORSCHRIFTEN Maatwerkvoorschriften: 1. Pluimveemestopslag 1.1. Opslag van pluimveemest vindt plaats in een afgedekte container. 1.2. De afgedekte container met pluimveemest staat gestald aan straatzijde van de Cranenburgsestraat. 1.3. Pluimveemest wordt binnen twee weken na reinigen van het dierenverblijf ten gevolge waarvan het is ontstaan afgevoerd. 1.4. Van de reiniging van de dierenverblijven en afvoer van de mest moet een logboek worden bijgehouden waarin wordt vermeld: De datum waarop de activiteit(en) heeft/hebben plaatsgevonden. De begin- en eindtijd van deze activiteit(en). Eventuele bijzonderheden. 1.5. Het logboek dient ter inzage van het bevoegde gezag beschikbaar te zijn. De registratie dient ten minste 3 jaar te worden bewaard.
2 PROCEDURELE OVERWEGINGEN 2.1 Huidige vergunning- en meldingsituatie Opfokbedrijf Groesbeek, Cranenburgsestraat 47A te Groesbeek, wordt aangemerkt als type B inrichting zoals bedoeld in artikel 1.2 van het Activiteitenbesluit. De volgende vergunningen en/of meldingen zijn eerder aan de inrichting verleend en/of ontvangen: Soort Datum Kenmerk Onderwerp Revisievergunning* 2 januari 2008 20074881 Houden van pluimvee Melding Activiteitenbesluit 24 november 2014 Z14.027941 Houden van vleeskuikens in plaats van opfokhennen en hanen van legrassen Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets 16 februari 2015 Z14.025310 (OLO 1383773) Houden van vleeskuikens in plaats van opfokhennen en hanen van legrassen Melding Activiteitenbesluit / Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets 12 juli 2016 Z15.021709 (OLO 1792561) * wordt thans beschouwd als melding Activiteitenbesluit Wijziging locatie warmtewisselaars en houden van schapen 2.2 Bevoegd gezag Wij zijn bevoegd gezag om te beslissen tot maatwerkvoorschriften. Dit volgt uit artikel 2.4 eerste lid 1 van de Wabo. De activiteiten van de inrichting zijn onder meer genoemd in Bijlage I onderdeel C categorie 7.1 en 8.1 van het Bor. 2.3 Procedure Deze beschikking is voorbereid op basis van afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht. Wij hebben de aanvrager op grond van artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht bij brief van 30 maart 2017 de gelegenheid geboden om binnen vier weken zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. 3 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN 3.1 Voorwaarden maatwerkvoorschriften Een algemene voorwaarde voor het mogen stellen van maatwerkvoorschriften is dat deze nodig zijn ter bescherming van het milieu. Dezelfde voorwaarde geldt in geval het verzoek tot het stellen van een maatwerkvoorschrift wordt geweigerd. Bij het stellen van deze voorschriften hebben wij in ieder geval betrokken: - de bestaande toestand van het milieu, voor zover de inrichting daarvoor gevolgen kan veroorzaken; - de gevolgen voor het milieu, die de inrichting kan veroorzaken; - de met betrekking tot de inrichting en de omgeving waarin deze is gelegen, redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu;
- de mogelijkheden tot bescherming van het milieu, door de nadelige gevolgen voor het milieu, die de inrichting kan veroorzaken, te voorkomen, dan wel zoveel mogelijk te beperken, voor zover zij niet kunnen worden voorkomen; - de voor onderdelen van het milieu, waarvoor de inrichting gevolgen kan hebben, geldende milieukwaliteitseisen, vastgesteld krachtens of overeenkomstig artikel 5.1 of bij Bijlage 2 van de Wet milieubeheer; - de redelijkerwijs te verwachten financiële en economische gevolgen van het voorschrift. 3.2 Noodzaak maatwerkvoorschrift Over de noodzaak om in dit geval maatwerkvoorschriften te stellen, merken wij het volgende op: Opfokbedrijf Groesbeek, Cranenburgsestraat 47A te Groesbeek, valt onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit milieubeheer en de daarbij horende Activiteitenregeling. Er dient (onder meer) te worden voldaan aan artikel 2.1 vierde lid, juncto artikel 3.123 en artikel 3.46 van het Activiteitenbesluit. Op basis van artikel 2.1 vierde lid en artikel 3.123 Activiteitenbesluit kunnen wij maatwerkvoorschriften stellen op grond van de zorgplicht ten behoeve van de goede werking van het huisvestingssysteem en het voorkomen of beperken van emissies naar de lucht. Op basis van artikel 3.46 achtste lid kunnen wij maatwerkvoorschriften stellen indien blijkt dat de geurhinder een aanvaardbaar niveau overschrijdt. Op basis van geurklachten zoals wij deze hebben geregistreerd komen wij tot de conclusie dat de geurhinder ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten mogelijk een aanvaardbaar niveau overschrijdt. Gezien de kosten van een geuronderzoek vinden wij het echter niet proportioneel om een onderzoek op te leggen. Daarom leggen wij maatwerkvoorschriften op met betrekking tot de wijze van opslag van pluimveemest. Binnen de inrichting worden vleeskuikens gehouden in twee stallen. Deze dierenverblijven worden regelmatig schoongemaakt, waarbij pluimveemest/strooisellaag naar buiten wordt geschoven en tijdelijk (korter dan twee weken) wordt opgeslagen. Na het reinigen van de dierenverblijf wordt binnen de inrichting de mest buiten onoverdekt opgeslagen. Hierdoor wordt de mest opnieuw nat, waardoor de beperkende werking dit systeem ongedaan gemaakt wordt. Er zal een hogere emissie zijn dan bij dit systeem hoort, waaronder ook de geuremissie. Bij vergelijkbare huisvestingssystemen is aangegeven dat de emissiefactor geldt indien de mest direct van het bedrijf wordt afgevoerd, of gedurende een periode van ten hoogste twee weken op het bedrijfsterrein wordt opgeslagen in een afgedekte container. Onoverdekte opslag van het mengsel van gedroogde mest/strooisel is niet doelmatig. Indien kortdurende opslag regelmatig plaatsvindt is sprake van permanente opslag. De eisen die aan de opslag van pluimveemest worden gesteld in het Activiteitenbesluit zijn gericht op de bescherming van de bodem. Wij kunnen aanvullende maatregelen voorschrijven ten behoeve van de goede werking van het huisvestingssysteem en het voorkomen of beperken van emissies naar de lucht. Ten behoeve van de goede werking van het huisvestingssysteem en het voorkomen of beperken van (geur)emissies naar de lucht schrijven wij voor dat de opslag van pluimveemest, ten gevolge van de reiniging van de dierenverblijven afgedekt dient te worden opgeslagen en binnen twee weken dient te worden afgevoerd. Gezien de kosten hiervan vinden wij dit een redelijke en eenvoudig te treffen maatregel.
Hierbij merken wij op dat als de mest tijdens het schoonmaken van de stallen direct in een trailer gaat om het af te voeren, en na het laden direct wordt afgevoerd, dit geen opslag binnen de inrichting betreft. 3.3 Conclusie Gelet op bovenstaande motivering leggen wij aanvullende eisen vast in maatwerkvoorschriften. Vanwege geconstateerde geurhinder leggen wij eisen met betrekking tot de opslag van pluimveemest vast in maatwerkvoorschriften. De maatwerkvoorschriften houden in dat aanvullende maatregelen getroffen worden met betrekking tot de opslag van pluimveemest. De mest die ten gevolge van de reiniging van de dierenverblijven wordt opgeslagen moet worden afgedekt. Het afdekken van de mest is gericht op het beheersen van de goede werking van het huisvestingssysteem en het voorkomen of beperken van emissies naar de lucht. De inrichting dient te voldoen aan de opgelegde maatwerkvoorschriften en de voorschriften in het Activiteitenbesluit en de daarbij horende Activiteitenregeling.