Kernconcepten voor kunst en cultuur. Een eerste verkenning

Vergelijkbare documenten
CKV Festival CKV festival 2012

Ook voor de basisschool zijn nieuwe er kerndoelen gemaakt die duidelijk aansluiten bij de kerndoelen van de onderbouw VO.

Doorlopende leerlijn in de kunst en cultuurvakken (PO - vmbo) 2010

Doorlopende leerlijn in de kunst en cultuurvakken (PO - havo/vwo) 2010

Vmbo. Wat je als professional moet weten over kunst en cultuur in het vmbo.

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

Kunst en cultuur (PO-vmbo)

Kunst en cultuur (PO-havo/vwo)

De leerlingen leggen hun ervaringen vast in een portfolio.

Beleidsplan cultuureducatie OBS de Driepas

Examenprogramma CKV havo en vwo. nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

PTA ckv VWO, Belgisch Park, cohort

Cultuurbeleidsplan

Cultuureducatie VO onderwijs Stedelijk Museum Amsterdam

PTA CKV havo Belgisch Park cohort

Reactieformulier tussenproduct Curriculum.nu Kunst en Cultuur reactie conceptvisie

PTA CKV vwo Belgisch Park cohort

Kunstproject Wereldverhalen voor het VMBO

Docentenhandleiding Educatieprogramma. Ik bied. Voortgezet Onderwijs Alle niveaus

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO

PTA ckv Havo, Belgisch Park, cohort

Docentenhandleiding Educatieprogramma. Schilderspraktijken

Examenprogramma beeldende vorming

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Kerndoelen primair onderwijs

Welkom in mijn Museum

Je culturele vermogens, hoe werk je eraan?

PTA CKV VWO, Belgisch Park, cohort

Docentenhandleiding Educatieprogramma

Sprekende Portretten

Kleine Gartmanplantsoen RP Amsterdam T info@mocca-amsterdam.nl Stappenplan cultuureducatiebeleid

Het beleidsplan cultuureducatie

Cultuureducatie met Kwaliteit

Docentenhandleiding Educatieprogramma. Schilderspraktijken. Ary Lamme, Ary Scheffer aan het werk in het atelier, Primair Onderwijs groep 7 en 8

Teamtrainingen & ouderavond

Definities kernbegrippen sector

Dit ben ik: selfies en portretten

Sprekende Portretten

BIJGESTELDE VISIE REKENEN & WISKUNDE

Cultuuronderwijs in school

Zicht op... cultuureducatie in de nieuwe onderbouw. achtergronden, literatuur, lesmethoden, projecten en websites

Erfgoedonderwijs. 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren. 4. Erfgoed in de klas voorbeelden

Bijlage CULTUURTRAJECT MEESTERVERVALSERS. TIPS & TRUCS TER Voorbereiding

De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn

CKV EEN KWALITEITSIMPULS

Aanbod Kunst- en Cultuureducatie voor de basisscholen in De Lier

Programma van Toetsing en Doorstroming De lln krijgen een halfjaar lessen Drama

Naar een doorlopende leerlijn cultuureducatie van PO t/m VO Uitgangspunten, model en werkwijze

Over doorgaande leerlijnen en talentontwikkeling binnen kunst en cultuur Bureau BABEL, 's-hertogenbosch

Docentenhandleiding Educatieprogramma. Kijk je rijk. Primair Onderwijs groep 5 en 6

Groep: AGL fase 1 Vak: Culturele oriëntatie en creatieve expressie

VNK-e (Vereniging Nederlandse Kunsthistorici, sectie educatie)

WORKSHOP LEERLIJNEN. Dag van de Cultuureducatie: workshop leerlijnen

Huisje, boompje, beestje

Basis voor cultuureducatie als basis voor vernieuwing

Informatieboekje leerjaar 2. Vakkenpakket TL 3 kiezen

Examenprogramma kunst (algemeen) (voorheen ckv2)

Beeldende vakken HAVO

Toelichting bij de concretiseringen wiskunde in de vorm van tussendoelen voor 3 havo/vwo ctwo en SLO oktober 2010

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden

Wij medewerkers & wij leerlingen van Stad & Esch maken samen de plek waar ontdekken en leren als vanzelf gaat. Welkom 21e eeuw.

Een 10+ Beoordelen in het leergebied Kunst en Cultuur

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6

Inhoudsopgave curriculum drama op de basisschool. 1. Definitie. 2. Visie. 3. Doelen. 4. Werkvormen. 5. Leerlijnen. 6. Materialen. 7.

Plat- Vorm deel 1 Handleiding Editie 2014

Hoofdlijn advies. Wat vind jij? Laat het ons weten op: Persoonlijke ontwikkeling. Basiskennis en -vaardigheden. Vakoverstijgend leren

VIERDE TUSSENPRODUCT ONTWIKKELTEAM KUNST & CULTUUR

Talen in het curriculum van de toekomst

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Informatieboekje leerjaar 2

Cultuureducatiebeleidsplan

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015

PTA Kunst HAVO Belgisch Park cohort

Agenda onderwijsavond bovenbouw

PTA Kunst HAVO Belgisch Park cohort

Informatiebrief voor docenten uit het voortgezet onderwijs

KUNSTEN, SPORT en Algemene Vorming in de bovenbouw

Creativiteit, kun je dat afdwingen?

Willibrordus: cultuur in ons hart

Cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw V.O

IVKO KUNSTEXAMENS. Keuze C1 en C2

BLAADJE #4. mei 2018

Schets onderwijsprogramma en lessentabel Route 3, jaar havo/vwo

Alles over. Moet je doen. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Willibrordus: cultuur in ons hart

Schets van het onderwijsprogramma Route 3, jaar havo/vwo

Agenda onderwijsavond middenbouw

Achtergrond onderzoeksvraag 1

PTA Kunst VWO Belgisch Park cohort

CONCEPTVISIE OP HET LEERGEBIED KUNST & CULTUUR

Willibrordus: cultuur in ons hart

Vakgebieden Methoden Omschrijving Taal Groep 1-2. Schatkist

Dag van de Cultuureducatie LKCA. 13 maart 2018

Welke bouwste(e)n(en) mist u in het raamwerk als uitwerking van de grote opdrachten? Licht uw antwoord toe.

Meer dan alleen een goede school

HET ERASMUS HAVO/VWO KUNSTSTROOM. Het Erasmus. Wanted! Kunstzinnige types

Transcriptie:

Kernconcepten voor kunst en cultuur Een eerste verkenning

Kernconcepten voor kunst en cultuur Een eerste verkenning

Colofon Deze publicatie is onderdeel van het project Leergebied kunst en cultuur, uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van OCW. Auteurs Viola van Lanschot Hubrecht Hans van Bemmel Astrid Rass Eeke Wervers SLO, werken aan leren Postbus 2041 7500 CA Enschede 053-4840840 (algemeen) 053-4840274 (secretariaat kunstvakken VO) SLO december 2005 Projectcoordinatie Eeke Wervers Ontwerp Troost communicatie, Utrecht Voor meer informatie over deze publicatie of onderwerpen die hierin vermeld staan kunt u contact opnemen met het secretariaat kunstvakken van SLO, mw. Willy Geelhoed, (053) 4840 274 of via W.Geelhoed@slo.nl. Productie Theo van Leeuwen Fotografie Rogier Veldman pagina 4, 9, 15, 20, 25 en cover achter Marcel Vlastuin pagina 5, 8, 14, 21, 24 en cover

Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Kernconcepten voor kunst en cultuur 9 3. De inhoud van de vier kernconcepten 15 4. De concepten in schema 21 5. Uitwerking van een leerlijn 25

Inleiding 1

6 Inleiding Veel scholen zijn in het kader van de onderwijsvernieuwingen op zoek naar een nieuwe ordening van hun onderwijsaanbod. Eén van de manieren om de inhoud van het programma te ordenen is met behulp van kernconcepten. Vanuit deze 'paraplubegrippen' voor een vak of leergebied kunnen opdrachten, projecten, modules of leeropgaven ontworpen worden, die vervolgens in een leerlijn geplaatst kunnen worden. Maar kernconcepten zijn er nog niet. In 2005 is bij SLO een project uitgevoerd, waarin een eerste proeve van kernconcepten is ontwikkeld. We hebben getracht om op basis van de informatie uit de nieuwe kerndoelen en de examenprogramma's havo en vwo kernconcepten te formuleren voor de leergebieden Mens en maatschappij, Mens en natuur en Kunst en cultuur. Belangrijk doel van het ontwikkelen van kernconcepten is om op basis hiervan een doorlopende leerlijn te ontwerpen, waarbij we speciale aandacht hebben besteed aan het derde leerjaar. De nieuwe kerndoelen voor de onderbouw zijn voor de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs, en vervolgens gelden de examenprogramma's vanaf de vierde klas. Klas drie wordt daarmee een schakeljaar, dat zowel moet aansluiten op de inhoud en aanpak in de nieuwe onderbouw, als moet voorbereiden op de (keuze voor) een profiel in de bovenbouw. Voor kunst en cultuur is deze publicatie het resultaat van het eerste projectjaar. Andere producten zijn kleine posters met de kerndoelen en examenprogramma's voor de verschillende kunstvakken, en een Kunst en CultuurKompas speciaal gericht op de invulling van leerjaar 3. Deze publicatie is een tussenstand. In 2006 gaan we verder met het uitwerken van de kernconcepten en het concretiseren van de kerndoelen. Opmerkingen naar aanleiding van deze publicatie zijn dan ook van harte welkom.

7

Kernconcepten voor kunst en cultuur 2

Zoeken naar kernconcepten voor het leergebied Kunst en cultuur is zoeken naar de essentie van het leergebied. In het leergebied Kunst en cultuur staan de activiteit en de ervaring, het doen en het beleven, centraal. Leerlingen maken kunstzinnige producten, nemen deel aan kunstzinnige activiteiten, kijken, luisteren en reflecteren op eigen en andermans werk. In de praktijk blijken technieken en vaardigheden vaak rondom een thema of een context aangeleerd te worden. Wij introduceren hier voor het leergebied Kunst en cultuur het begrip kernconcept. 10 Wat is een kernconcept? Een kernconcept is een paraplubegrip, een overkoepelend begrip dat ontstaan is vanuit de essentie van het leergebied. Kernconcepten zijn te zien als groot geformuleerde eenheden, algemeen van karakter, waarbinnen kennis, houding en vaardigheden samenkomen. Een leergebied bestaat uit meerdere kernconcepten. Door kernconcepten kunnen doorlopende leerlijnen vorm krijgen en ontstaat er ruimte om gedifferentieerd en vakoverstijgend te werken. Door per jaar de accenten anders te leggen zijn ze concentrisch van opbouw. De ontwikkelde kernconcepten zijn niet bindend maar dienen ter inspiratie en ondersteunen docenten bij de invulling van het programma en bij de ontwikkeling van een doorlopende leerlijn. Immers, de herziene kerndoelen zijn globaal omschreven. Kernconcepten zijn breed toepasbaar en kunnen in alle denkbare scenario's - van klassikaal onderwijs tot en met competentiegericht onderwijs - in alle leerjaren, binnen alle schooltypen middels alle kunstzinnige disciplines uitgewerkt worden. Criteria kernconcept toepasbaar in verschillende tijden en verschillende situaties en in het onderwijs breed toepasbaar. Het is een zinvol concept dat telkens op een ander niveau terugkomt, de context is bepalend voor de invulling. een paraplubegrip vakoverstijgend, het verbindt de vakken uitgewerkte kernconcepten zijn te ordenen tot een doorlopende leerlijn hebben een hoge mate van abstractie zijn uit te werken naar schooltype, naar niveaus de kernconcepten samen bestrijken het leergebied de leerling staat centraal inspirerend Vier kernconcepten Voor het leergebied Kunst en cultuur hebben we op basis van de nieuwe kerndoelen voor het primair en voortgezet onderwijs en op basis van de nieuwe eindtermen van de examenprogramma's van de tweede fase vier kernconcepten ontwikkeld. Samen bestrijken de vier kernconcepten het hele leergebied Kunst en cultuur, zij verbinden vakken met elkaar.

De vier kernconcepten zijn: 1. Identiteit en diversiteit 2. Inspiratie en vormgeving 3. Media en communicatie 4. Kunst en maatschappij In het hoofdstuk hierna worden de kernconcepten verder uitgewerkt. Keuze en onderbouwing Kernconcepten zijn ontwikkeld om doorlopende leerlijnen vorm te geven, integratie te bewerkstelligen en maatwerk te bieden. De visie van de school ten aanzien van onderwijs is mede bepalend voor de ontwikkeling van een leerlijn kunst en cultuur. In dat kader zijn de volgende aspecten te onderscheiden: de mate waarin de leerling zijn leerroute zelf kan bepalen, samenhang en intergratie binnen het leergebied Kunst en cultuur, betekenisvol leren en de doorlopende leerlijn. Hieronder volgt per item een korte toelichting. De leerling en zijn leerroute Door keuzemogelijkheden is de leerling in staat steeds zelfstandiger zijn eigen leerroute te bepalen. Dat heeft consequenties voor de aard en de organisatie van de opdrachten. In de onderbouw vindt vooral een brede oriëntatie op het leergebied plaats. In klas drie maken leerlingen een bepalende profielkeuze. Middels hun kunstdossier of het in ontwikkeling zijnde portfolio beschrijven zij hun keuzes, receptie van de activiteiten en reflectie. Bovendien kunnen zij er (digitaal) hun eigen schetsen, producten en werkprocessen in bundelen en documenteren. Leerlingen in de bovenbouw maken na een (eerste) oriëntatie op de culturele leeromgeving in de onderbouw zelf keuzes en bepalen daarmee grotendeels hun eigen leerroute. In alle leerjaren kunnen kernconcepten voor docenten en leerlingen een richtlijn bieden. 11 Samenhang / integratie Binnen een leergebied is er sprake van (een zekere mate van) samenhang tussen kunstvakken, die versterkt kan worden door kernconcepten. Dit vereist van docenten een structureel overleg en samenwerking (teamwork). Inmiddels zijn er ervaringen met scholen die voor het leergebied kunst en cultuur studio's en ateliers hebben ingericht. Samenhang en integratie worden verder bevorderd door mogelijkheden in het rooster (blokuren of dagdelen) en gebundelde expertise van docenten door teamteaching. Betekenisvol leren In een betekenisvolle en contextrijke opdracht wordt een relatie gelegd tussen de opdracht en de omgeving. De opdracht wordt in een context gezet; er wordt een situatie en een opdrachtgever geschetst die een product wenst. Het leren krijgt voor de leerling betekenis.

12 Doorlopende leerlijn Het thema doorlopende leerlijnen is al enige jaren een belangrijk onderwerp. Leerlijnen die doorlopen zijn efficiënt en effectief. Een doorlopende leerlijn stelt leerlingen in staat kennis te construeren: nieuwe kennis wordt aan bestaande kennis toegevoegd. Leerlingen leren terug te kijken (Wat weet ik al? Wat kan ik al?) en vooruit te kijken (Wat kan ik met het geleerde in de toekomst en wat ga ik nog leren?). Feitelijk begint de leerlijn bij het primair onderwijs en loopt via de onderbouw van het voortgezet onderwijs naar de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en is gericht op het behalen van het eindexamen en de voorbereiding op de (keuze van) een vervolgopleiding. Onderstaand schema laat zien dat er tot en met de onderbouw sprake is van een lijn waarbij de kerndoelen de ruggengraat vormen van het programma. Hierbinnen is doorloop goed te realiseren. Kernconcepten zijn breed toepasbaar en zijn ook toepasbaar in het primair onderwijs. In leerjaar 1 en 2 kunnen de kernconcepten zodanig uitgewerkt worden dat zij aansluiten bij de werkwijze in de onderbouw die gericht is op kennismaking met disciplines, technieken en materialen en oriëntatie op kunstzinnige activiteiten. Schema leerlijn van PO naar de eindexamens op het VO Primair onderwijs Onderbouw voortgezet onderwijs Bovenbouw voortgezet onderwijs groep 7 groep 8 klas 1 klas 2 klas 3 klas 4 klas 5 klas 6 vmbo ckv kunstvakken 2 havo ckv 1 havo ckv 2 / 3* vwo ckv 1 vwo ckv 2 / 3* *Beeldende vorming, Muziek, Dans, Drama

Vanaf de derde klas voortgezet onderwijs wordt de doorloop ingewikkelder omdat leerlingen een profielkeuze moeten maken. Vanaf 2007 bestaat het profiel uit een gemeenschappelijk deel met verplichte vakken en verplichte profielvakken. Daarnaast kiezen leerlingen een profielkeuzevak (in het profiel C&M één cultuurvak en één maatschappijvak) en in het vrije deel een examenvak. Dit betekent dat in de derde klas van het voorgezet onderwijs de interesses en talenten van leerlingen voelbaar worden en meer uiteen kunnen gaan lopen. In deze publicatie richten we ons op leerlingen die een Cultuur en Maatschappij (C&M) profiel kiezen. Waar krijg je als docent mee te maken: Doorlopers: leerlingen die een C&M profiel kiezen en verplicht één cultuurvak moeten kiezen uit het aanbod van school; Doorlopers: leerlingen die geen C&M profiel kiezen maar als keuze examenvak in het vrije deel een kunstvak willen volgen indien de school dit aanbiedt; Wikkers en wegers: leerlingen die twijfelen over de profielkeuze en nog geen keuze kunnen maken uit het aanbod van examenvakken in het vrije deel; Afbuigers: leerlingen die geen C&M profiel kiezen en ook niet kiezen voor een kunstvak als keuze examenvak in het vrije deel. 13 Alle bovenbouwleerlingen krijgen afhankelijk van het schooltype waar de leerling aan deelneemt ofwel CKV (vmbo) ofwel CKV 1 (of KCV), dat een verplicht vak is in het gemeenschappelijk deel. Leerjaar drie bereidt havo en vwo-leerlingen voor op de bovenbouw. In de praktijk hebben we in het derde leerjaar te maken met verschillende doelgroepen, hier geduid als: doorlopers, wikkers en wegers en afbuigers. Kernconcepten zijn te gebruiken als inspiratiebron om differentiatie vorm te geven waardoor docenten rekening kunnen houden met de wensen en talenten van leerlingen. De 'doorlopers', de leerlingen die doorgaan met een kunstvak als examenvak, zullen niet alleen een andere behoefte hebben, maar zullen ook een andere bagage nodig hebben dan de 'afbuigers'. Hier zal vooral de vraag leven wat leerlingen minimaal mee moeten krijgen wanneer zij naar de bovenbouw gaan. De 'wikkers en wegers' zullen geënthousiasmeerd, geprikkeld en gestimuleerd moeten worden om tot een goede profielkeuze te komen.

De inhoud van de vier kernconcepten 3

Bij het ontwikkelen van de kernconcepten is vooral gezocht naar de kern van de kunstvakken. Waar gaat het uiteindelijk om? Zijn het de kunsten, is het de cultuur? Is het de leerling die een leven lang al of niet bewust, actief of receptief, zich daarmee zal verhouden? Hoe ziet die relatie er werkelijk uit? Binnen de kunstvakken ondernemen leerlingen een expeditie naar die kern. Naar hun eigen werkelijkheid en de verbeelding van hun eigen wereld. Binnen de kunstvakken hebben we het dan over de wereld van kunst en cultuur. We vragen leerlingen: wat zie je er? Wat kun je er ontmoeten? We vragen ze hier als het ware door een bril of filter van kunst en cultuur de wereld te beschouwen of er naar te luisteren. Daarvoor hebben leerlingen een taal nodig om kunst en cultuur te begrijpen en over de betekenis te kunnen communiceren. Het gaat daarbij over ik en de ander, inspiratie en communicatie. "Wat doe ik, wat doet hij of zij?" 16 Er is bij de opzet van de kernconcepten niet alleen gekeken naar de essentie van het leergebied. We hebben moeite gedaan om de kernconcepten in een breder perspectief te plaatsen en aan te laten sluiten bij de belevingswereld van de leerlingen: wat betekenen kernconcepten voor het individu en voor zijn loopbaan? Wat zijn de (toekomst) mogelijkheden binnen kunst en cultuur en wat is de maatschappelijke relevantie? Zoals al eerder gemeld hebben we ons bij de ontwikkeling van kernconcepten vooral laten leiden door de kerndoelen van het primair onderwijs, de kerndoelen van de onderbouw van het voortgezet onderwijs en de eindtermen van de examenprogramma's van de tweede fase. Deze zoektocht heeft geleid tot de volgende vier kernconcepten die later in een tabel uitgewerkt worden: 1. Identiteit en diversiteit 2. Inspiratie en vormgeving 3. Media en communicatie 4. Kunst en maatschappij Toelichting op de kernconcepten Bij de uitwerking van de vier kernconcepten hebben we het accent steeds op een andere uitingsvorm of functie van kunst gelegd, te weten autonome kunst, toegepaste kunst, nieuwe media en de maatschappelijke betekenis van kunst. Hieronder volgt per kernconcept een beknopte toelichting. Identiteit en diversiteit (accent op autonome kunst) Je identiteit is je persoonlijkheid, je karakter. Wat vind je belangrijk in het leven, wat zijn je idealen en talenten? Hoe is je innerlijk en hoe je uiterlijk? Kunst en cultuur bieden de

ruimte om je eigen identiteit te ontdekken en te ontwikkelen, door jezelf te vergelijken met anderen, door het kennismaken met kunstuitingen van anderen en door jezelf in beeld, muziek, taal en/of beweging uit te drukken. Inspiratie en vormgeving (accent op toegepaste kunst) Inspiratie is de bron van de kunstenaar én van de ontwerper. Waar haal je je inspiratie vandaan? Uit jezelf of uit je omgeving? Ga je op zoek of overkomt het je? Inspiratie staat aan de ene kant van het ontwerpproces, de uiteindelijke vormgeving aan de andere kant. Welke rol speelt inspiratie bij een opdracht voor een opdrachtgever? En welke stappen zitten tussen begin- en eindproduct? Media en communicatie (accent op nieuwe media) De nieuwe media en ICT spelen een belangrijke rol binnen de kunsten. Digitale media leveren snel resultaat en zijn voor iedereen toegankelijk. Zowel fotografie als video zijn voor leerlingen direct toegankelijk. Welke aspecten spelen een rol bij het maken van kunst met digitale media, anders dan bij meer traditionele kunstvormen? Wat is de rol van manipulatie, kun je nog vertrouwen wat je ziet? Zie je wat je denkt dat je ziet? 17 Kunst en maatschappij (accent op maatschappelijke betekenis) De manier waarop wij met elkaar omgaan en wat wij vanzelfsprekend vinden, vormen onze cultuur; dat wat breed geaccepteerd wordt in onze maatschappij. Kunst laat daar vaak de andere kant van zien. Kunst legt de vinger op de zere plek. Kunst kan nieuw licht werpen op iets, kunst kan vragen stellen. Bij dit kernconcept gaat het vaak om actuele gebeurtenissen en bewegingen in de maatschappij. Toelichting tabel De kernconcepten zijn in een tabel bestaande uit vier kolommen verder uitgewerkt. In de meest linkerkolom staan onder elkaar de vier kernconcepten. De tweede kolom bevat vragen op het niveau van receptie en reflectie en bevat tevens vragen die leerlingen tot handelen uitnodigen. De vragen zijn geformuleerd vanuit de leerling, bijvoorbeeld: "Wat vind je van kunstuitingen van anderen? Wat inspireert jou?" Het doel van deze vragen is de kernconcepten te concretiseren en begrippen af te leiden. In de derde kolom staan, ter voorbeeld, begrippen die afgeleid zijn van de kernconcepten. Deze begrippen zijn weer van een hoger abstractieniveau. De inhoud van Kunstzinnige oriëntatie, het leergebied Kunst en cultuur en van het vak CKV 2,3 veronderstelt een behoorlijk aantal begrippen. Dit komt door het multidisciplinaire karakter: de vakspecifieke begrippen zijn afkomstig uit verschillende disciplines. De begrippen die we gebruikt hebben moeten door de diver-

se disciplines gehanteerd kunnen worden. Het zijn suggesties, de voorbeelden kunnen naar eigen voorkeur uitgebreid worden met of vervangen worden door andere begrippen. Een complicerende factor is dat sommige begrippen in meer dan één kunstvak gebruikelijk zijn (bijvoorbeeld compositie in muziek en compositie in beeldende vormgeving) en een verschillende betekenis hebben. Leerlingen kunnen vanuit de (voorbeeld)vragen terecht komen bij de begrippen waardoor kennis ontstaat en geconstrueerd wordt. In de vierde kolom is vanuit de kerndoelen de relatie gelegd met de vaardigheden die specifiek zijn voor kunst en cultuur: de KCvaardigheden. Kernconcepten Vragen (ter concretisering) Begrippen KC-vaardigheden 18

19

De concepten in schema 4

Kernconcepten 1 Identiteit en diversiteit (accent op autonome kunst) Vragen (ter concretisering) Wie ben ik? Hoe druk ik mij uit? Hoe kun je dat waarnemen? Wie is de ander? Hoe drukt hij zich uit? Hoe kun je dat waarnemen? Hoe verhoud ik mij tot de ander(en)? Wat vind ik van de kunstuitingen van anderen en waarom? 22 2 Inspiratie en vormgeving (accent op toegepaste kunst) Wat inspireert jou? Hoe geef je vorm aan je ideeën? Hoe laat je je inspireren door het werk van anderen? Welke andere factoren spelen een rol bij je ontwerpproces? 3 Media en communicatie (accent op nieuwe media) Hoe beïnvloeden de media jou? Welke toepassingen van communicatie neem jij waar? Hoe pas jij zelf communicatie en media toe? Welke invloeden van de media op de maatschappij neem jij waar? 4 Kunst en maatschappij (accent op maatschappelijke betekenis) Hoe herken jij de betekenis van kunst in de maatschappij? Welke waarden en normen neem jij waar in de kunst? Hoe reageer jij door middel van kunst op de maatschappij?

Begrippen K&C vaardigheden kunst cultuur expressie gevoel individu identiteit groepsidentiteit diversiteit multicultureel creatief proces exploreren creëren reflecteren presenteren ontwerp-proces programma van eisen inspiratie inspiratiebron, zoals natuur kunst actualiteit duurzaamheid functionaliteit trends en hypes opdrachtgever esthetica oriënteren onderzoeken ontwerpen vormgeven 23 media communicatie beïnvloeding commercie subjectief objectief globalisering digitalisering genres boodschap impliciet/expliciet analyseren interpreteren produceren ICT-vaardigheden kunstgeschiedenis cultuurgeschiedenis kunst als kritiek functies van kunst globalisering community art wetenschap en techniek kunst en religie intercultureel standpunt innemen

Uitwerking van een leerlijn 5

Primair Onderwijs Sinds maart 2004 ligt er een voorstel voor nieuwe kerndoelen voor het basisonderwijs. Het basisonderwijs bevordert een brede vorming van kinderen. Kerndoelen beschrijven wat kinderen moeten leren om te kunnen functioneren in de maatschappij en om zich verder te kunnen ontwikkelen in het vervolgonderwijs. In de preambule die onder de kerndoelen ligt staat het volgende: het onderwijs richt zich op de emotionele en verstandelijke ontwikkeling, de ontwikkeling van creativiteit en het verwerven van onder meer culturele vaardigheden van kinderen. Emotionele en creatieve ontwikkeling en het aanleren van culturele vaardigheden zijn hier dus niet uitsluitend voorbehouden aan het leergebied Kunstzinnige Oriëntatie, maar maken deel uit van het totale schoolcurriculum van elke basisschool. 26 De kerndoelen zijn opgedeeld in domeinen waarvan het domein Kunstzinnige oriëntatie er één is. In de inleiding (de karakteristiek) van het domein Kunstzinnige oriëntatie staat dat kinderen door middel van een Kunstzinnige oriëntatie kennis maken met culturele en kunstzinnige aspecten. De volledige tekst van dit voorstel in te vinden op www.minocw.nl/kerndoelen. De karakteristiek beschrijft de volgende kenmerken van het domein Kunstzinnige oriëntatie: Leerlingen leren zichzelf te uiten met aan het kunstzinnige domein ontleende middelen: Ze leren de beeldende mogelijkheden van diverse materialen onderzoeken, aan de hand van de aspecten kleur, vorm, ruimte, textuur en compositie; Ze maken tekeningen en ruimtelijke werkstukken; Ze leren liedjes en leren ritme-instrumenten te gebruiken als ondersteuning bij het zingen; Ze spelen en bewegen. Kunstzinnige oriëntatie laat leerlingen kennismaken met die aspecten van cultureel erfgoed waarmee mensen in de loop van de tijd vorm en betekenis hebben gegeven aan hun bestaan. Kunstzinnige oriëntatie is er op gericht bij te dragen aan de waardering van leerlingen voor de culturele en kunstzinnige uitingen in hun leefomgeving Het gaat bij Kunstzinnige oriëntatie ook om het verwerven van enige kennis van de hedendaagse kunstzinnige en culturele diversiteit. Interactie met de buitenwereld is belangrijk, leerlingen leren zich open te stellen: ze kijken naar schilderijen en beelden, ze luisteren naar muziek, ze genieten van taal en beweging. Kerndoelen Kunstzinnige oriëntatie 54 De leerlingen leren beelden, taal, muziek en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. 55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.

56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. Onderbouw Voortgezet Onderwijs Ook de basisvorming is herzien. Het aantal kerndoelen is gereduceerd van 250 tot 58 en geordend rond 7 vakken en leergebieden: Nederlands, Engels, Wiskunde, Mens en natuur, Mens en maatschappij, Kunst en cultuur, Bewegen en sport. Vakken zijn geïntegreerd tot leergebieden waarvan het leergebied Kunst en cultuur er één is. Het leergebied Kunst en cultuur bestaat uit leerinhouden van de kunstzinnige disciplines muziek, dans, drama en de beeldende vakken handenarbeid, tekenen, textiele werkvormen en audiovisuele vorming. Leerlingen moeten met alle kunstzinnige disciplines kennis maken. De karakteristiek van het leergebied Kunst en cultuur in de onderbouw vermeldt vervolgens: 'het leergebied sluit aan op de kerndoelen van het leergebied Kunstzinnige oriëntatie van het basisonderwijs.' De Taakgroep heeft In zijn eindrapportage in de 'algemene karakteristieken van het onderwijs in de onderbouw' omschreven welke kenmerken karakteristiek zijn voor het onderwijs in de onderbouw. - de leerling leert actief en in toenemende mate zelfstandig; - de leerling leert samen met anderen; - de leerling leert in samenhang; - de leerling oriënteert zich; - de leerling leert in een uitdagende, veilige en gezonde leeromgeving; - de leerling leert in een doorlopende leerlijn. 27 Samenvattend zegt de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming: "De leerling ontwikkelt zich in de onderbouw door binnen rijke, betekenisvolle contexten te leren, samen met anderen en in een krachtige leeromgeving." Voor het leergebied Kunst en cultuur zijn vijf nieuwe kerndoelen geformuleerd die als uiteindelijk doel een brede oriëntatie op kunst en cultuur hebben. Naast aandacht voor het eigen werk (productief) en dat van anderen (receptief) is de reflectie op kunstzinnige en culturele activiteiten belangrijk. Het leergebied Kunst en cultuur bestaat uit de kerndoelen 48 tot en met 52: 48. De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen.

49. De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren. 50. De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst, te luisteren naar muziek en te kijken en luisteren naar theater-, dans- of filmvoorstellingen. 51. De leerling leert met behulp van visuele en auditieve middelen verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten als toeschouwer en als deelnemer. 52. De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen waaronder dat van kunstenaars. 28 Bovenbouw voortgezet onderwijs Havo / vwo CKV 2,3 Ook in de tweede fase gaat er, met ingang van 1 augustus 2007, het een en ander veranderen. De vernieuwingen in de tweede fase zijn er op gericht scholen meer vrijheid en keuzemogelijkheden voor de invulling van het onderwijs te geven. Alle examenprogramma's zijn geglobaliseerd, dat wil zeggen dat ze minder eindtermen en minder detaillering van eindtermen bevatten dan voorheen het geval was. Door het globaler formuleren van eindtermen hebben docenten, scholen en uiteindelijk ook leerlingen meer keuzevrijheid bij de invulling van het examenprogramma. In de inleiding tot de eindtermen wordt ruimte geboden voor een schoolgebonden visie. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, ligt er geen beperking in de eindtermen van het examenprogramma. 'In principe wordt de leerstof door de eindtermen bepaald.' Meestal zijn die echter vrij globaal geformuleerd. Dat geeft ruimte voor aansluiting op de leerlijn van de onderbouw en is dus minder dwingend bepaald, niet zo 'dichtgetimmerd', als vaak wordt aangenomen. Het (concept) examenprogramma is te vinden op www.slo.nl > voortgezet onderwijs > tweede fase. Zie verder de publicatie Vernieuwing in de kunstvakken, SLO, 2005. Schematische uitwerking van een leerlijn In dit hoofdstuk werken we één kernconcept verder uit tot een leerlijn. Hiervoor is gebruik gemaakt van een schema dat ingevuld is voor: Bovenbouw van het primair onderwijs; De onderbouw, klas 1 van het voortgezet onderwijs; De onderbouw, klas 2 van het voortgezet onderwijs; Klas 3 met doorloop naar Havo; Klas 3 met doorloop naar Vwo; De bovenbouw voortgezet onderwijs Havo voor CKV 2,3 beeldend; De bovenbouw voortgezet onderwijs Vwo voor CKV 2,3 beeldend.

Verantwoording van de leerlijn Bij het opzetten van de leerlijn hebben we ons laten leiden door de vragen ter concretisering, de begrippen en de KC-vaardigheden die we ontwikkeld hebben. Om te laten zien dat kernconcepten op alle disciplines toepasbaar zijn hebben we voor alle disciplines: muziek, dans, drama en de beeldende vakken handenarbeid, tekenen, textiele werkvormen en audiovisuele vorming betekenisvolle opgaven ontwikkeld. Deze keuze sluit aan bij de herziening van de basisvorming waarbij leerlingen met alle kunstzinnige disciplines kennis moeten maken en de verschillende functies verkend worden. Als startpunt voor de leerlijn hebben we de bovenbouw van het primair onderwijs genomen. Bij vrijwel alle opdrachten is er getracht een aansluiting te maken tussen binnenschools leren en de buitenschoolse leer- en leefomgeving van de leerling. Soms gaat het over actuele onderwerpen, soms is er sprake van sociale aspecten en in andere opdrachten spelen fysieke aspecten een rol. Het doel is aan te sluiten bij de belevingswereld van de leerling. Zo maken in deze uitwerking leerlingen in de bovenbouw van het primair onderwijs een toeristische folder voor leeftijdsgenoten voor de eigen stad. En leerlingen in de tweede klas van het voortgezet onderwijs een CD voor een nader te bepalen goed doel. Steeds is er een opdrachtgever, een situatie en een product benoemd wat maakt dat opdrachten betekenisvol zijn. Leerlingen zullen in toenemende mate (delen van) opdrachten zelfstandig kunnen uitvoeren en bronnen kunnen raadplegen omdat ze over de juiste vaardigheden beschikken. Naarmate leerlingen ouder worden, en mede afhankelijk van het niveau van de leerling, worden opdrachten complexer en abstracter. Zo zal een havoleerling in de bovenbouw vanuit een gestructureerde probleemstelling een ontwerpopdracht uitwerken, bijvoorbeeld: verdiep je in de geschiedenis van de helm en ontwerp een nieuwe helm. Terwijl een vwo-leerling meer te maken krijgt met een open probleemstelling en een hoger abstractieniveau. 29 Voor het kernconcept "Inspiratie en vormgeving" staat op de volgende bladzijden, voorbeeldmatig, een uitwerking van de leerlijn waarbij betekenisvolle integratieve praktijkopdrachten (doe-opdrachten) geformuleerd zijn. Steeds wordt er een link gelegd naar de professionele kunst (receptie) en een beroep gedaan op reflectieve vaardigheden.

Kernconcept 2: Inspiratie en vormgeving (met accent op toegepaste kunst) Vragen ter concretisering Begrippen KC vaardigheden 30 Wat inspireert jou? Hoe geef je vorm aan je ideeën? Hoe laat je je inspireren door het werk van anderen? Welke andere factoren spelen een rol bij je ontwerpproces? ontwerpproces programma van eisen inspiratie inspiratiebron, zoals natuur kunst actualiteit duurzaamheid functionaliteit trends en hypes opdrachtgever esthetica oriënteren onderzoeken ontwerpen vormgeven Bovenbouw Primair onderwijs Betekenisvolle opgave Maak een toeristische folder over je eigen stad. De folder is bedoeld om kinderen van jouw leeftijd de mooie, oude, gezellige en spannende plekjes in de stad te laten ontdekken. Fotografeer de plekken. Leg uit waar je de plek kunt vinden en wat de plek zo bijzonder maakt. Maak van foto's en tekst een folder die op de balie van de VVV kan liggen. Receptie: vormgeving (lay out) van toeristische folders Reflectie: welke foto vind je het mooist en waarom? Discipline: fotografie Integratie: ICT en Nederlandse taal

Kernconcept 2: Inspiratie en vormgeving (met accent op toegepaste kunst) Vragen ter concretisering Begrippen KC vaardigheden Wat inspireert jou? Hoe geef je vorm aan je ideeën? Hoe laat je je inspireren door het werk van anderen? Welke andere factoren spelen een rol bij je ontwerpproces? ontwerpproces programma van eisen inspiratie inspiratiebron, zoals natuur kunst actualiteit duurzaamheid functionaliteit trends en hypes opdrachtgever esthetica oriënteren onderzoeken ontwerpen vormgeven 31 Onderbouw Voortgezet onderwijs Klas 1 Betekenisvolle opdracht De Grote Accessoire Show Zorg voor een uitverkochte zaal! Op de Grote Accessoire Show presenteren jonge modeontwerpers hun zelf ontworpen trendy riemen, brillen, tassen, schoenen of petjes. De flitsende show wordt een spektakel van muziek en dans. De zaal is uitverkocht! De show een succes! Receptie: haute couture, modeontwerpers, accessoires Reflectie: op eigen resultaten en op de resultaten van anderen Discipline: textiele werkvormen, handvaardigheid, dans, muziek

Kernconcept 2: Inspiratie en vormgeving (met accent op toegepaste kunst) Vragen ter concretisering Begrippen KC vaardigheden 32 Wat inspireert jou? Hoe geef je vorm aan je ideeën? Hoe laat je je inspireren door het werk van anderen? Welke andere factoren spelen een rol bij je ontwerpproces? ontwerpproces programma van eisen inspiratie inspiratiebron, zoals natuur kunst actualiteit duurzaamheid functionaliteit trends en hypes opdrachtgever esthetica oriënteren onderzoeken ontwerpen vormgeven Voor het goede doel Onderbouw Voortgezet onderwijs Klas 2 Betekenisvolle opdracht Voor het goede doel maken we een (Nederlandstalige) CD met meerdere liedjes. De CD bevat in ieder geval één gezamenlijk lied en daarnaast meerdere groeps- of individuele liedjes. Als de CD een goed hoesje heeft dan gaan we deze promoten. De opbrengst gaat naar het goede doel. Receptie: (Nederlandstalige) muziek Reflectie: op eigen muzikale resultaten en op de muzikale resultaten van anderen Vormgeving van CD-hoezen Discipline: muziek en andere disciplines: digitale vormgeving, tekenen, fotografie Integratie: ICT en Nederlands, Wiskunde (rekenvaardigheden)

Kernconcept 2: Inspiratie en vormgeving (met accent op toegepaste kunst) Vragen ter concretisering Begrippen KC vaardigheden Wat inspireert jou? Hoe geef je vorm aan je ideeën? Hoe laat je je inspireren door het werk van anderen? Welke andere factoren spelen een rol bij je ontwerpproces? ontwerpproces programma van eisen inspiratie inspiratiebron, zoals natuur kunst actualiteit duurzaamheid functionaliteit trends en hypes opdrachtgever esthetica oriënteren onderzoeken ontwerpen vormgeven 33 Fontein op het plein! Onderbouw Voortgezet onderwijs Klas 3 Havo Betekenisvolle opdracht Met deze slogan worden jullie uitgedaagd om een fontein te ontwerpen voor het schoolplein. Je verzamelt beeldmateriaal van bestaande fonteinen, maakt schetsen en een model op schaal. Een deskundige jury oordeelt over de fonteinen wanneer deze gepresenteerd worden. Aan deze opdracht werk je samen met een ander. De eindexamenkandidaten zien zo'n fontein wel zitten voor hun eindfeest! Receptie: vormgeving historische en moderne fonteinen Reflectie: op eigen resultaten door die te vergelijken met het werk van anderen Discipline: tekenen, handvaardigheid

Kernconcept 2: Inspiratie en vormgeving (met accent op toegepaste kunst) Vragen ter concretisering Begrippen KC vaardigheden 34 Wat inspireert jou? Hoe geef je vorm aan je ideeën? Hoe laat je je inspireren door het werk van anderen? Welke andere factoren spelen een rol bij je ontwerpproces? ontwerpproces programma van eisen inspiratie inspiratiebron, zoals natuur kunst actualiteit duurzaamheid functionaliteit trends en hypes opdrachtgever esthetica oriënteren onderzoeken ontwerpen vormgeven Fontein op het plein! Onderbouw Voortgezet onderwijs Klas 3 VWO Betekenisvolle opdracht Met deze slogan worden jullie uitgedaagd om voor het schoolplein een fontein met kunsthistorische elementen te ontwerpen. Je verzamelt beeldmateriaal van historische fonteinen, maakt schetsen en een model op schaal. Een deskundige jury oordeelt over de fonteinen wanneer deze gepresenteerd worden. Aan deze opdracht werk je samen met een ander. De eindexamenkandidaten zien zo'n fontein wel zitten voor hun eindexamenfeest! Receptie: vormgeving historische en moderne fonteinen Reflectie: op eigen resultaten door die te vergelijken met het werk van anderen Discipline: tekenen, handvaardigheid

Kernconcept 2: Inspiratie en vormgeving (met accent op toegepaste kunst) Vragen ter concretisering Begrippen KC vaardigheden Wat inspireert jou? Hoe geef je vorm aan je ideeën? Hoe laat je je inspireren door het werk van anderen? Welke andere factoren spelen een rol bij je ontwerpproces? ontwerpproces programma van eisen inspiratie inspiratiebron, zoals natuur kunst actualiteit duurzaamheid functionaliteit trends en hypes opdrachtgever esthetica oriënteren onderzoeken ontwerpen vormgeven 35 CKV 2,3 Beeldend Havo Betekenisvolle opdracht Je ziet hem steeds vaker: 'De fietshelm', maar draag je hem ook? Of draag je al een brommerhelm? De neiging om onszelf te beschermen tegen ongelukken neemt toe. Nog even en we moeten ook een helm op tijdens een boswandeling. Je richt een tentoonstelling in over de geschiedenis van de helm waarin duidelijk de verschillende verschijningsvormen, functies en doelen van de helm door de eeuwen heen zichtbaar worden. Je ontwerpt voor een bestaand beroep een moderne en eigentijdse helm en je kunt je ontwerp presenteren en motiveren.

Kernconcept 2: Inspiratie en vormgeving (met accent op toegepaste kunst) Vragen ter concretisering Begrippen KC vaardigheden 36 Wat inspireert jou? Hoe geef je vorm aan je ideeën? Hoe laat je je inspireren door het werk van anderen? Welke andere factoren spelen een rol bij je ontwerpproces? ontwerpproces programma van eisen inspiratie inspiratiebron, zoals natuur kunst actualiteit duurzaamheid functionaliteit trends en hypes opdrachtgever esthetica oriënteren onderzoeken ontwerpen vormgeven CKV 2,3 Beeldend VWO Betekenisvolle opdracht In 1991 schilderde Corneille een stropdas die in beperkte oplage in de verkoop ging. Inmiddels staan er mokken, borden en scholen van zijn hand in de winkel. Dali (1904-1989) ontwierp een parfumflesje. Ook van andere kunstenaars zijn er voorbeelden te noemen. Voor vormgeving wordt met regelmaat de hulp van populaire kunstenaars ingeroepen. Het gaat om grote kunstenaars die met de commercie meedoen. Zou Rembrandt ook een stropdas hebben geschilderd? Organiseer een inleiding en aansluitend een debat over commerciële activiteiten van grote kunstenaars. Wordt er handig gebruik gemaakt van de bekendheid van kunstenaars of maken kunstenaars handig gebruik van hun kwaliteiten?