Persmap The End of Fear Een documentaire van Barbara Visser 1 februari in de bioscoop
DISTRIBUTIE Amstelfilm B.V. EVENTS & MARKETING Amstelfilm, Fleur Dopheide, fleur@amstelfilm.nl, 020 42 83 025 BOEKINGEN & SPECIALE VERTONINGEN Amstelfilm, Carlo Dias, sales@amstelfilm.nl, 020 42 83 025 PR The Publicity Company, 020 612 7000 PRODUCENT De Familie Film & TV WEBSITE/ STILLS amstelfilm.nl/theendoffear BIOSCOOPRELEASE 1 februari 2018 LENGTE 70 min GENRE Documentaire
CREDITS Regie Research Camera Geluid Montage Producent Uitvoerend producent Coproductie met Barbara Visser Bart Haensel Niels van Koevorden Tim van Peppen Xander Nijsten De Familie Film & TV Monique Busman, Michiel van Erp Mondriaanfonds, VPRO
LOGLINE Wie is er bang voor Rood, Geel en Blauw? In The End of Fear wordt de krankzinnige geschiedenis van het schilderij Who's Afraid of Red, Yellow and Blue III (1966-67) van Barnett Newman verteld vanuit de kunstenaar, de kunsthater, de media en de museumdirecteur. Zelden riep een kunstwerk zoveel vragen op, lokte het zoveel emoties uit. De zware aanslag op het werk door een bezoeker in 1986 werd gevolgd door een controversiële restauratie en rechtszaak. Uiteindelijk blijft de million dollar question in de lucht hangen: zien we een origineel of een kopie?
SYNOPSIS The End of Fear is een filmisch essay over moderne kunst, via het perspectief van een cruciaal kunstwerk uit de late jaren zestig van de 20e eeuw, uit de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam: het schilderij Who s Afraid of Red, Yellow and Blue III van Barnett Newman. Voor veel mensen is dit werk een hoogtepunt in de geschiedenis van de moderne kunst. Daarnaast vertegenwoordigde het voor een groep mensen alles dat wat onbegrijpelijk was in de kunst, terwijl het voor andere mensen juist als symbool stond voor het hoogst haalbare in de kunst. Wat vast staat, is dat het veel mensen bezig hield, onder meer door alle commotie rond de restauratie, een prisma waardoor onoplosbare vragen rond authenticiteit en identiteit, presentatie en representatie werden bekeken. Vanaf het moment dat Edy de Wilde, toenmalig directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam, het doek in 1969 aanschafte, tot op de dag van vandaag, is Who s Afraid of Red, Yellow and Blue III een werk dat veel vragen, emoties en reacties oproept. Dit komt allereerst door de uitdagende vorm en provocatieve titel van het schilderij, en daarnaast door de moedwillige vernieling van het doek in 1986, het lange en ingrijpende restauratietraject dat daarop volgde, en de kritiek die daar weer over losbarstte, met alle gevolgen van dien. Hoe banaal en jammerlijk de aanslag van de verwarde dertiger G.J. van B. op dit kunstwerk ook was, de discussie die de aanslag en restauratie veroorzaakte is ook nu, juist nu, los van alle commotie, buitengewoon waardevol, omdat de vragen die daarbij gesteld werden dit specifieke werk ontstijgen, en eigenlijk de grote vragen van iedereen rond moderne en hedendaagse kunst zijn: wanneer is iets kunst; wie bepaalt dat; wat betekent het; wat is de waarde van kunst en wat betekent het in economisch, artistiek en maatschappelijk opzicht? Deze vragen zijn opnieuw actueel. Met name de hedendaagse kunst ligt in Nederland de laatste jaren onder vuur, en van politieke en maatschappelijke zijde rijst de vraag aan de kunsten om zichzelf te legitimeren. The End of Fear is essayistische over het schilderij Who s Afraid of Red, Yellow and Blue III, op een manier die niet in de eerste plaats de geschiedenis reconstrueert, maar de belangwekkende en fascinerende vragen die gedurende het leven van dit werk zijn opgeroepen, in het heden en in relatie tot onszelf plaatst, om de mogelijke waarde van kunst opnieuw te bekijken en te begrijpen. Dit wordt gedaan aan de hand van de kunstenaar, de kunstcriticus, de media en de kunstredacteur.
TOELICHTING VAN DE REGISEUR De werken die ik vanaf mijn afstuderen in 1991 maak en internationaal exposeer, komen altijd voort uit een grote verwondering over de cultuur waarin ik leef, en de beelden en taal die wij gezamenlijk produceren om op die cultuur te reflecteren, in een poging haar beter te begrijpen, en daarmee iets van onszelf en ons handelen te begrijpen. Ook kunstwerken, en zeker de meer radicale, zijn vaak exemplarisch voor hun tijd, al zien we dat soms pas decennia later, en zijn ze in hun eigen tijd vaak onbemind bij een groter publiek. Nu het Abstract Expressionisme na een halve eeuw algemeen is aanvaard als Moderne Kunst, en sterker nog, emblematisch is voor hoe veel mensen denken dat hedendaagse kunst er uit ziet, vind ik het een goed moment om aan de hand van deze geschiedenis een verhaal te vertellen dat in feite laat zien wat kunst is: een projectievlak waarop we onze eigen stemmingen, ideeën, dromen en frustraties projecteren. Ik kan geen beter werk bedenken dan dit grote, bijna monochrome schilderij, om dat projectievlak te vertegenwoordigen. Vanwege de radicale uitspraak die het werk zelf in formeel opzicht deed in de jaren zestig van de vorige eeuw, in het knallende rood van haar ongenaakbare abstractie en door de ironische en provocerende titel, die door verwijzing naar Walt Disney (The Three Little Pigs) en Edward Albee (Who s Afraid of Virginia Woolf) het werk op het snijvlak van populaire en hogere cultuur plaatst, en ook, of we het nu leuk vinden of niet, door de vernieling van het werk door iemand die extreme consequenties verbond aan de vraag die het schilderij hypothetisch stelde, met daar aan gekoppeld de fascinerende dialoog die de restauratie op gang bracht, die naar mijn idee raakt aan de essentie van het kunstwerk, en het moeilijk benoembare aura probeert te vangen in taal. Mijn fascinatie obsessie mag ik wel zeggen met de manier waarop wij waarde en identiteit aan dingen toekennen of onttrekken komt in veel werken terug. Soms kijk ik naar vormgeving van de wereld (Detitled, Berlin Chair Loveseat, A Day in Holland), soms naar media ( The world belongs to early risers), volkscultuur (Medium Girl) of Wetenschap (Herbarium, Manual 1, 2). De geschiedenis van Who s Afraid of Red, Yellow and Blue III heeft alles in zich om het prisma te zijn om de positie van het object en onze omgang met beeldende kunst ter discussie te stellen, op een manier die ook aan het persoonlijke raakt, omdat ik onderdeel ben van die beeldende kunst, en mij sterk met dit werk verbonden voel. De mensen die ik in dit project wil betrekken zijn deels de mastodonten van de Nederlandse kunstwereld met een grote reputatie. Hoewel eigenlijk allemaal al met pensioen, zijn zij nog altijd zeer actief, omdat je in dit vak nooit ophoudt met kijken, beschouwen, denken, praten en schrijven. Het uitgebreid horen en zien van
deze mensen, pratend over hun vak en de emoties rond dit werk, maakt de film tot een interessant document. Ook wil ik de ervaring van schoolkinderen en studenten in de film verwerken, om de parallel met mijn eigen ontwikkeling te trekken. Zij zijn kijker, luisteraar en aangever van bijvoorbeeld wetenschappers en juristen die ook terugkomen in de film. Zo ontstaat een amalgaam van mensen en perspectieven op wat in feitelijk opzicht een stuk stof met rode verf genoemd kan worden, maar dat in de hoedanigheid van kunstwerk zoveel emoties oproept. Het experiment is het gegeven dat ik een historisch verhaal naar het heden trek, in plaats van terug te kijken op de geschiedenis en die in chronologische volgorde te plaatsen. Daarnaast zijn er inhoudelijke keuzes waarin conceptuele grenzen van de beeldende kunst worden opgezocht, bijvoorbeeld door kopieën van het werk te laten vervaardigen en een verband te leggen met de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam, waardoor de vragen rond authenticiteit, identiteit en kwaliteit, die dit werk als geen ander oproept, op scherp gesteld worden. Samen met het werk is de hoofdrol voor ons. Wij, het publiek waarover altijd in abstracte termen gesproken wordt, de toeschouwer van het schilderij dat het hart van de film vormt. Barbara Visser Amsterdam, 9 December 2015