Havo3. Op tijd van huis. Hoofdstuk 1, lineaire verbanden Chr. Scholengemeenschap Buitenveldert drs.ir. H.J. Hollander

Vergelijkbare documenten
extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

figuur 1 80 afstand 70 (km)

Module D: Wie was waar op het moment van de moord?

Exact periode 3 Rechte lijn kunde

Hoofdstuk1 Wat analisten willen..

F3 Formules: Formule rechte lijn opstellen 1/3

Schoolexamen 5 havo Wiskunde B

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

Eindexamen wiskunde A pilot havo I

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Titel: De titel moet kort zijn en toch aangeven waar het onderzoek over gaat. Een subtitel kan uitkomst bieden. Een bijpassend plaatje is leuk.

y 2a 4b x x 5x 3x 15 8 Voorbeeld 1 Gegeven zijn de formules y 3x 2a 4b Druk y uit in x. Schrijf je antwoord zonder haakjes en zo eenvoudig mogelijk.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Inhoud. 1 Ruimtefiguren 8. 4 Lijnen en hoeken Plaats bepalen Negatieve getallen Rekenen 100

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

STADSBOERDERIJ BEZOEKERS

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

Oefentoets - Lineaire problemen

Logaritmische verbanden

Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Roy kan op vier verschillende manieren in één worp bij elkaar vijf gooien. Schrijf deze vier manieren op.

Wisnet-HBO update nov. 2008

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Opgave 1 Bestudeer de Uitleg, pagina 1. Laat zien dat ook voor punten buiten lijnstuk AB maar wel op lijn AB geldt: x + 3y = 5

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B Profi

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13:30-15:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Geversduin 3,9. Strand Heemskerk 3,8

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I

Examen VMBO-GL en TL 2006

Praktische opdracht Wiskunde A Formules

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

de eenheid m/s omrekenen naar km/h en omgekeerd.

3 Bijzondere functies

Lineaire verbanden. 4 HAVO wiskunde A getal en ruimte deel 1

Nederland 1% 1% 20% 62% 11% 2% 3% Europa 1% 4% 44% 36% 12% 2% 1%

Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 dinsdag 30 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B1

PTA wiskunde KBL Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier, Waldeck cohort

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

6 Ongelijkheden. Verkennen. Uitleg. Theorie en voorbeelden. Los het probleem rond de huur van een kopieermachine op.

Wiskunde MAVO-C & VBO. Woensdag 17 mei uur. vragen

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

De bus-oefening. Ontwikkeld als eindopdracht van de opleiding tot autismevriendelijk coach. Autisme Academie, Zwolle. Selma Dotinga-Kransen 2018

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13:30-15:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2001-II

Eindexamen wiskunde B1 havo 2001-I

Eenparig rechtlijnige beweging met de NXT

Thema 12: Verbanden vmbo-b12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Examen HAVO. wiskunde B1

Eindexamen wiskunde B havo 2001-I (oude stijl)

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs

Grafieken maken met Excel

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Vraag Antwoord Scores

wiskunde CSE GL en TL

PTA wiskunde TL en GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2001-II

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II

Inleiding tot de natuurkunde

Differentiëren en toetsen. Conferentie onderbouw vo / vmbo 25 januari 2018

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Exact periode 3.2. Recht evenredig Omgekeerd evenredig Lambert Beer Lenzen en toepassingen

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

Ratio Werkschrift De getallenlijn

Lessenreeks 3VMBO KGT H3 Formules en Grafieken

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Leerjaar 1 Periode 2. Grafieken en formules

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

12,6 km m. 102 km m. 34 cm m. 0,3 m cm. 0,012 m cm. 30 minuten s. 1,3 uur s. 125 s minuten. 120 km/h m/s. 83 km/h m/s. 19 m/s km/h.

Noordhoff Uitgevers bv

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2001-I

OEFENEN SNELHEID EN KRACHTEN VWO 3 Na Swa

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Hier vielen de eendjes van het schip. Bereken hoeveel procent van de eendjes in zuidelijke richting dreef. Schrijf je berekening op.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Correctievoorschrift HAVO

vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S06 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

RUDOLF STEINERCOLLEGE HAARLEM WISKUNDE HAVO CM/EM UITWERKING Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punten kunnen worden behaald.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Programma. Opening Een laatste opmerking over hfst 1 vragen over hfst 1?

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 16 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S-06 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 58 punten cesuur : 29 punten

INDITHOOFDSTUKgaan jullie kennismaken met het cartesisch assenstelsel.

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Transcriptie:

Havo3 Op tijd van huis Hoofdstuk 1, lineaire verbanden Chr. Scholengemeenschap Buitenveldert drs.ir. H.J. Hollander

Wat ga je doen Reistijd Hoe laat moet je van huis vertrekken om op tijd op school te zijn? Dat hangt af van je reistijd en de extra tijd die je neemt voor het geval er onderweg iets mis gaat, een lekke band of je tram valt halverwege je reis uit. In deze praktische opdracht ga je rekenen aan je reistijd, ook als het tegen zit Aanpak Je werkt in tweetallen. Voor de uitwerking van je verslag maak je gebruik van het format dat je van je docent krijgt (dat scheelt weer..). Je levert je verslag digitaal in via Magister. Tekeningen maak je met potlood op ruitjes papier. Daarna kun je deze via een foto in je verslag opnemen. Je mag het ook direct digitaal maken als je daar een goed pakket voor hebt. Geogebra is gratis en zou je hier voor kunnen gebruiken. Berekeningen maak je met uitwerking. Je kunt dit doen door het met de hand uit te werken en via een foto in je verslag op te nemen. Direct digitaal mag ook, ook hier geldt: als je een goed pakket hiervoor hebt. De formule editor van Word is bruikbaar hiervoor. Let op: we ronden alles af op 2 decimalen achetr de komma in deze opdracht. Cijfer Je krijgt een cijfer voor dit verslag. Ook in de repetitie van dit hoofdstuk wordt je gevraagd naar de uitwerking van dit verslag, dus zorg dat je snapt wat je opschrijft. Waar haal je je informatie vandaan? Tijdens het verslag loop je tegen vragen aan waar je wel eens iets voor moet uitzoeken. Gelukkig heb je tal van informatie bronnen: je compagnon waarmee je dit verslag maakt, je medeleerlingen, misschien anderen uit je omgeving, Wikipedia, WiskundeAcademie.nl, andere sites, YouTube, je wiskunde boek, je gezond verstand, probeer iets in de praktijk even... en ja, ook je docent als je vastloopt. En nu aan de slag. Hoe gaan we dit aanpakken We gaan er vanuit dat we de hele reis van huis naar school en terug met een constante snelheid afleggen. De gemiddelde snelheid dus. Hierdoor ontstaan er rechte lijnen wanneer we onze reis uitzetten in een assenstelsel met op de horizontale as de tijd (t in minuten) en op de verticale as de afstand tot de school (s in km). Zo'n lijn in dit assenstelsel wordt ook wel een (s,t)-diagram genoemd. 1

Een voorbeeld van een (s,t)-diagram zie je hier onder. Het is van de huis naar schoolreis van jullie wiskunde docent (H.J. Hollander), hij woont 13.5km van school en legt die reis af in ongeveer 50 minuten op de fiets. (Onderstaand plaatje komt uit geogebra, dat gaat best eenvoudig ) De formule van deze lijn is: s = 0,27t + 13,5 Nu jullie. Opdracht 1 Maak een (s,t)-diagram van jullie reis van huis naar school. Zet beide reizen (van jou en van degene met wie je samenwerkt) in het zelfde diagram. Zet er duidelijk bij welke lijn bij wie hoort Wat is je gemiddelde snelheid in km/minuut? Wat is je gemiddelde snelheid in km/uur? Zijn t en s evenredig met elkaar? Waarom wel/niet? Geef de formule van beide lijnen. Wat is de praktische uitleg van de richtingscoëfficiënt in dit geval? Wat is de eenheid? De lijnen snijden de verticale as, hoe vind je dat terug in je formule? Typ je formule even in geogebra in, dan kun je zien of je formule de juiste grafiek geeft. 2

Opdracht 2 Teken het (s,t)-diagram van opdracht 1 nogmaals maar nu alleen met de lijn van degene uit jullie groepje die het verst weg woont van school. Ongeveer halverwege deze route naar school heeft een vriendje van jullie gelogeerd. Hij wil graag ook naar school en gaat vanaf zijn logeeradres naar het huis lopen van degene die het verste weg woont. Jullie vertrekken op het zelfde moment. Teken de lijn die hoort bij jullie vriend in het (s,t)-diagram. Hoe hard loopt jullie vriend in km/uur? en in km/minuut? Geef de formule van de lijn die bij dit vriendje hoort. Na hoeveel minuten komt hij degene tegen met wie hij mee wil rijden? Op hoeveel km van school is dit? Welke vergelijking moet je oplossen om deze antwoorden te kunnen geven? Schrijf deze vergelijking op en los deze op (geef uiteraard je uitwerking bij). Opdracht 3 Aan het eind van de dag ga je weer naar huis. Teken het (s,t)-diagram van jullie beiden in één figuur. Wat is je gemiddelde snelheid in km/minuut? Wat is je gemiddelde snelheid in km/uur? Zijn t en s evenredig met elkaar? Waarom wel/niet? Geef de formule van beide lijnen. Wat is de praktische uitleg van de richtingscoëfficiënt in dit geval? Wat is de eenheid? De lijnen snijden de verticale as, hoe vind je dat terug in je formule? Opdracht 4 We komen nu terug op de hoofdvraag. Er kan iets mis gaan onderweg en hoeveel tijd zijn we dan extra kwijt. Als je dit weet zou je kunnen beslissen dit aantal minuten eerder van huis te gaan zodat toch nog op tijd op school bent ( ) We doen deze opdracht alleen voor degene die het verst van school woont. Wel samen aan werken natuurlijk! Als jullie tijd over hebben kun je dit ook uitzoeken voor degene die dichter bij school woont. Daar gaat ie: Teken het (s,t)-diagram van de reis van huis naar school van degene die het verste van school woont. Ongeveer halverwege de reis krijgt deze persoon een lekke band/wordt er aan de noodrem van de 3

tram getrokken/krijgt autopech/staat de brommer zonder benzine/ is de accu op 1. Wat een pech! hij/zij besluit te gaan rennen naar school. Teken de lijn die hoort bij het rennen in het (s,t)-diagram. Wat is je gemiddelde snelheid in km/minuut van het rennen? Wat is je gemiddelde snelheid in km/uur van het rennen? Geef de formule van de lijn die hoort bij het rennen. Hoeveel minuten na het vertrek van huis komt deze persoon bij school? Hoe lees je dat af uit het (s,t)-diagram? Welke vergelijking moet oplossing om heel precies dit aantal minuten te berekenen? Los deze vergelijking op. Hoeveel minuten komt deze persoon later op school dan gebruikelijk? En hoeveel minuten ga je voortaan eerder van huis? 1 doorhalen wat niet van toepassing is. 4