Commentaarnota. Omgevingsvisie en Omgevingsverordening. januari 2014 versie 2.0



Vergelijkbare documenten
Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015)

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

Ladder voor duurzame verstedelijking

Jij kleurt Overijssel. Ontwerp - Omgevingsvisie en - Omgevingsverordening september 2016

Statenvoorstel. Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

Omgevingswet en de raad

Aanpak Omgevingsbeleid. Wij werken aan ons IMAGO Omgevingsbeleid

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

De gemeenteraad buitenspel na de invoering van de Omgevingswet? Gemeenteraad Bergen op Zoom 10 april 2017

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

Nota van beantwoording zienswijzen

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Raadsvoorstel. Bevoegdheid Raad. Vergaderdatum: 20 oktober 2015 Registratienummer: 2015/61 Agendapunt nummer: 9. Onderwerp Detailhandelsvisie

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017

Dialoog veehouderij Venray

Markt 11 Prinsenhof A postbus CX Arnhem pro.gelderland.nl

De nieuwe Ladder 16 mei Jan van Oosten

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking!

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

De Raad en de Omgevingswet

Ontwerp wijziging PRVS

STRUCTUURVISIE ZON Beleidskader ten behoeve van het opwekken van grondgebonden zonne-energie in het landelijk gebied

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 13 september 2017 ALDUS VASTGESTELD 21 SEPTEMBER Nota Cultuurhistorie Doetinchem 2017

GS brief aan Provinciale Staten

Koers invoering Omgevingswet Boxtel

De Raad en de Omgevingswet

799874/ Zienswijze op het ontwerp van de Brabantse Omgevingsvisie

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

#landgoedbedrijf. Workshop B. Nieuwe omgevingswet. Jannemarie de Jonge

Leidraad communicatie en participatie particuliere (bouw)initiatieven

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

Revisie Omgevingsvisie Drenthe

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

De gemeenteraad buitenspel na de invoering Omgevingswet? Gemeenteraden Hellendoorn en Raalte 28 maart 2017

l. De samenwerking in de Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Brabant te richten op economisch-ruimtelijke structuurversterking.

Sociaal Economisch Masterplan: Uitvoeringsagenda Netwerk Noordoost

Omgevingswet en de raad

Statenmededeling. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Actuele ontwikkelingen rondom mestbeleid in Noord-Brabant

RAADSVOORSTEL. Nummer Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik'

Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking?

Inwoners en organisaties in de burgersamenleving. Sociaal domein

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Niet-grondgebonden veehouderij. Eerste uitwerking Amendement 9 (PS) Van bouwblok naar kwaliteit. GS vragen richting.

Procesambitie 1 Wij gaan experimenteren met de in de wet geboden ruimte voor lokale afweging

Ladder van Duurzame verstedelijking

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK. Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie

Relatie tussen omgevingsplan en omgevingsvisie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

GEWIJZIGD. Gelet op: Artikel 2.2 van de Wro en artikel 5 van de Planwet Verkeer en Vervoer;

Bijlage 1. Plan van aanpak omgevingsplan voor het buitengebied.

PS2011RGW : Statenvoorstel rapport Randstedelijke Rekenkamer Vitaal Platteland Provincie Utrecht. Ontwerp-besluit pag. 5

Een nieuwe ruimtelijke visie voor de regio Arnhem-Nijmegen?

Agendaformulier B&W-vergadering 1 november Raadsinformatiebrief *16.I000864* 16.I Programma. Ruimte, Bouwen en Wonen

Statenvoorstel 97/16 A

WELSTANDSNOTA 2011 INSPRAAKNOTITIE. 1 Inleiding

OMGEVINGSWET OMGEVINGSWET

Ons kenmerk: Z / mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

Omgevingswet gezocht: bestuurders met visie in onzekere tijden Jop Fackeldey Kristel Lammers Nieuwegein 1 december 2017

ADVIES MEANDERENDE MAAS Dijktraject Ravenstein-Lith

Naam portefeuillehouder: Naam behandelend ambtenaar: Telefoon behandelend ambtenaar: behandelend ambtenaar: Uitvoeringsagenda Achterhoek

Omgevingswet & Omgevingsvisie. Kansen voor klimaatadaptatie

Bestuursopdracht. Centrumvisie

Aan de slag met de Omgevingswet. Hart van Brabant 28 juni 2017

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

KADERNOTA Venlo als Übergang in einem intelligenten. Grenzregion

Provinciale Staten VOORBLAD

Vaststellen plan van aanpak herijking Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg

Statenvoorstel nr. PS/2015/867

Omgevingsvisie en m.e.r.

Datum: Informerend 18/

Raadsvoorstel Vaststellen 'Woonvisie Eindhoven

Nota van Beantwoording en Wijziging

Provincie Gelderland 08/06/2017 1

GEMEENTE HOOGEVEEN. Raadsvoorstel

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Omgevingsvisie buitengebied

Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG juni 2014 Toelichting correctieve

Plan van Aanpak Horecavisie Emmen

Omgevingsvisie Delft

Transcriptie:

Commentaarnota Omgevingsvisie en Omgevingsverordening januari 2014 versie 2.0

Omgevingsvisie en Omgevingsverordening Commentaarnota Vastgesteld door GS 14 januari 2014 1

2

Inhoud Inleiding 5 Leeswijzer 7 Toekomstbestendig Gelderland 9 Krachtige steden en vitale dorpen 21 Divers Gelderland 29 Wonen 33 Wonen en werken in het buitengebied 47 Werken 53 Detailhandel 57 Economische sectoren 63 Energietransitie - windenergie 73 Vrijetijdseconomie 85 Luchtvaart 91 Land- en tuinbouw algemeen 95 Grondgebonden landbouw 99 Niet-grondgebonden landbouw 103 Tuinbouw 109 Mobiliteit 115 Digitale bereikbaarheid 121 Ruimtelijke kwaliteit 123 Cultuur en erfgoed 127 Natuur en landschap 133 Landschap van Gelderland 159 Nationaal Landschap 163 Hoog-dynamisch Landschap 167 3

Gezonde en veilige leefomgeving 169 Rust, ruimte en stilte 173 Waterveiligheid 175 Externe veiligheid 177 Water en ondergrond 179 PlanMER 189 Bijlage 191 Organisaties 191 Overheden 200 Particulieren 203 4

Inleiding Op 14 mei 2013 zijn de ontwerp-omgevingsvisie en ontwerp-omgevingsverordening, samen met de bijbehorende PlanMER en Passende Beoordeling door Gedeputeerde Staten vastgesteld en vrijgegeven voor inspraak. In de periode 21 mei tot 2 juli 2013 was het voor een ieder mogelijk zienswijzen in te dienen. Onder andere gemeenten, belangenverenigingen en particulieren hebben zienswijzen ingediend. In totaal zijn 519 zienswijzen ingediend, waaronder twee collectieve zienswijzen met meerdere ondertekenaars. Totstandkoming omgevingsvisie Na een intensief traject van co-creatie volgde de formele procedure van de tervisielegging. Veel partijen die al bij de totstandkoming van de ontwerp-omgevingsvisie en verordening waren betrokken hebben ook de moeite genomen in deze procedure hun zienswijze mee te geven. Daarin is in veel gevallen waardering voor het proces verwoord. Daarnaast zijn kanttekeningen geplaatst bij de inhoud van de plannen. In deze commentaarnota licht de provincie haar keuzes toe. Toch is bij het verwerken van de zienswijzen zoveel mogelijk de lijn van co-creatie doorgezet. Dat is een zoektocht geweest naar de balans tussen de formele beantwoording van zienswijzen over een provinciaal plan met provinciale keuzes en het blijven werken aan gezamenlijke oplossingen. Aard en inhoud van zienswijzen Van alle zienswijzen op de Omgevingsvisie gaat een groot deel over natuur en landschap. Over twee specifieke onderdelen van het beleid voor natuur en landschap zijn veel identieke zienswijzen ingediend. Deze collectieve zienswijzen zijn behandeld als één zienswijze en zijn in deze commentaarnota verwerkt onder de noemer collectief 1 en collectief 2. Op hoofdlijnen zijn bij de zienswijzen over natuur en landschap de volgende categorieën te onderscheiden: verzoeken tot wijziging van een begrenzing die samenhangen met de wens om voor subsidie in aanmerking te komen, verzoeken van gemeenten om technische correcties omdat de vigerende bestemmingen niet zijn gebruikt bij de vaststelling van de begrenzing van het Gelders Natuurnetwerk en de Groene Ontwikkelingszone, inhoudelijk gemotiveerde verzoeken op specifieke onderdelen voor bijvoorbeeld recreatieterreinen en steenfabrieken. Daarnaast is een aantal discussiepunten aangekaart over de Omgevingsverordening, de compensatieregels en de vereveningsinstrumenten. Ook de rol van de kernkwaliteiten komt aan de orde, bijvoorbeeld geluid als kernkwaliteit. Opvallende specifieke thema s zijn: het beleid voor windturbines, bescherming van weidevogels, (nieuwe) landgoederen. Veel van de ingediende zienswijzen hebben betrekking op meerdere onderdelen van de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening. Ook zijn er veel mensen geweest die één specifiek onderwerp hebben aangekaart. Van alle ingezonden zienswijzen zijn samenvattingen gemaakt per onderwerp dat wordt aangesneden. Al deze samenvattingen zijn vervolgens geclusterd per onderwerp en zoveel mogelijk op hoofdlijnen beantwoord. Op die manier wordt het meest duidelijk of en zo ja hoe de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening zijn aangepast naar aanleiding 5

van de zienswijzen. Zo ontstaat namelijk per onderwerp een beeld van de reacties en de aanpassingen die daar al dan niet uit volgen. Dat betekent dat het antwoord op een uitgebreide zienswijze op verschillende plekken in deze commentaarnota gevonden kan worden. Een deel van de reacties was gericht op het feit dat de plannen digitaal waren. Dat is wettelijk voorgeschreven en het is een bewuste keuze om in te zetten op een goed functionerend digitaal plan en geen extra inzet te plegen op een papieren versie. Op de vorm van het plan gaat deze commentaarnota verder niet in. Degene die in het kader van de inspraak hebben gereageerd, ontvangen deze commentaarnota. In de bijlage is een overzicht opgenomen van alle indieners. Organisaties en overheden worden met naam en toenaam genoemd. Voor particulieren zijn vanwege de privacy alleen de betreffende documentnummers opgenomen. Voor indieners van een zienswijze is aan de hand van een persoonlijk documentnummer te achterhalen welke reactie er is gegeven op de eigen zienswijze. Keuzes in deze Commentaarnota Op hoofdlijnen zijn de zienswijzen gebundeld beantwoord. Juist omdat de provincie maatwerk wil bieden aan lokale afwegingen en op de provinciale schaal beleid wil formuleren. Dat wil zeggen niet op voorhand zaken lokaal regelen door de beantwoording in deze commentaarnota; Sommige zaken vragen een nadere doorontwikkeling: dat wil zeggen nu regels verder aanscherpen zou deze doorontwikkeling frustreren; Sommige zaken moeten genuanceerd worden en nader worden afgestemd, daarbij past beter direct contact dan een antwoord via een commentaarnota; Sommige zaken vragen een verdere uitvoering en acties van meerdere partijen, de provincie voelt zich gesterkt in de reacties in de zienswijzen om een en ander vorm en inhoud te geven; Herstel fouten: waar gewezen is op (kleine) (schoonheids)fouten, zijn - waar nodig - verbeterd. In de Commentaarnota komen we daar niet op alle punten expliciet terug; Checks en verbeteringen naar aanleiding van ingebrachte casuïstiek: bij sommige beleidsthema s zijn op het niveau van straten, wegen, bedrijven, gebieden zaken aangekaart (dat hoort er wel / niet bij etc.). In deze casuïstiek is per geval een afweging gemaakt of er aanleiding is tot bijstelling van het beleid of beleidsgrenzen op de kaart; Ook de slag naar de uitvoering: doorontwikkelingen en Omgevingsagenda, is opgenomen in de commentaarnota. Daar is voor gekozen omdat een aantal vragen niet zozeer een aanpassing van teksten en kaarten vereisen, maar om een concrete actie in de praktijk. De beschreven aanpassingen aan de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening zijn doorgevoerd in de concept plannen die naar verwachting op 9 juli 2014 en 1 oktober 2014 in Provinciale Staten aan de orde zijn. 6

Leeswijzer In deze Commentaarnota wordt per beleidsthema aangegeven welke zienswijzen op dat betreffende thema van toepassing zijn. Dit gebeurt aan de hand van het hiervoor genoemde persoonlijke documentnummer, waarbij onderscheid wordt gemaakt in particulieren, organisaties en overheden. Vervolgens wordt per thema de volgende opbouw gehanteerd: eerst wordt een samenvatting gegeven van de inhoud van de zienswijzen; vervolgens wordt aangegeven of er naar aanleiding van de zienswijzen aanpassingen zijn in de de visie, de verordening, de kaarten of de verdere uitwerking van de omgevingsvisie, met andere woorden: wat zijn de gevolgen van de zienswijzen; tot slot wordt de reactie van de provincie op de zienswijzen weergegeven in een toelichting. Met behulp van de zoekfunctie van Adobe Reader is het mogelijk in de digitale versie van de commentaarnota te zoeken naar de reactie op de ingediende zienswijze. U typt hiervoor het persoonlijke documentnummer in het zoekveld onder bewerken - zoeken in de werkbalk linksboven op het beeldscherm. Vervolgens verschijnt een (klikbaar) overzicht van de vindplaatsen. Op een tablet zit de zoekfunctie (na een klik op het beeldscherm) onder het vergrootglas-symbool. De eerder gepubliceerde ruwe commentaarnota versie 1.3 is in versie 2.0 gecompleteerd met ontbrekende documentnummers en reacties. Versie 2.0 vervangt daarmee versie 1.3. 7

8

Toekomstbestendig Gelderland Betreft zienswijzen: Particulieren: 01679871, 01660239, 01679876 Organisaties: 01675713, 01667884, 01667434, 01666403, 01664763, 01665139, 01663720, 01679274, 01669549, 01644240, 01667713, 01680012 Overheden: 01663185, 01667237, 01665379, 01665643, 01665664, 01666009, 01670961, 01662904, 01661572, 01659836, 01659168, 01667237, 01663413, 01670584, 01661904, 01671166, 01679915, 001668529 Overheden: 01665372, 01674576 Beleidsthema: Toekomstbestendig Gelderland Onderwerp: De totstandkoming van de Omgevingsvisie Inhoud van de zienswijzen: Indieners geven opmerkingen over de totstandkoming van de Omgevingsvisie Waardering voor het proces en betrokken blijven Het proces van samenwerken naar een visie was positief. Indieners hebben waardering voor het proces van co-creatie en blijven graag met de provincie in gesprek over toekomstige ontwikkelingen en over de uitvoering van de visie. Bemerkt zijn open gesprekken, discussies en een goede communicatie. Tot op heden is indiener hierbij niet betrokken geweest. Indiener is graag bereid om vast te stellen of doelen, ambities verenigbaar zijn en of ze elkaar kunnen versterken. Indiener vindt het van groot belang dat de provincie actief betrokken blijft en initiatieven ontwikkelt om te investeren in de leefomgeving. De daaruit volgende zichtbaarheid zal ongetwijfeld bijdragen aan het versterken van de relatie tussen burgers en politiek, zeker als die betrokkenheid in nauwe samenwerking geschiedt met andere overheden, burgers, bedrijven, onderzoeksinstellingen, et cetera. Aan de hand van de termen uitdagen, inspirerend, uitnodigen en samenwerken is een koers gezet die erg aanspreekt. Indiener (gemeente) trekt daarin graag met de provincie en haar partners op. Onder meer door het samen opstellen van een Omgevingsagenda en een Gebiedenatlas en het actief meedenken over initiatieven uit de samenleving. Het proces van co-creatie geeft de indiener het vertrouwen voor die processen. Indiener ziet veel elementen uit het co-creatieproces in de visie terugkomen en waardeert dat zeer. Ook in de ontwerp-verordening ziet de indiener dat de provincie op diverse onderdelen opmerkingen op eerdere versies heeft verwerkt. Er is te weinig tijd geweest voor actieve inbreng van de gemeente bij proces van co-creëren, dat betreurt indiener. Binnen de gemeente is weinig ruimte voor discussie geweest. Indiener geeft aan dat het goed is bij projecten oog te blijven houden voor betrokkenheid, niet alleen bij de totstandkoming van een project maar ook bij de uitvoering ervan. Indiener stelt dat er alleen bij de visievorming ruimte is gegeven voor communicatie over en weer en daarna te snel is overgegaan tot terinzagelegging. Indiener wil graag actief als partner betrokken worden bij de Omgevingsagenda. Dit ligt in de rede omdat indiener bij uitstek een partner is waarmee via privaatrechtelijke bijdragen voor beleidsdoelstellingen (natuur) gerealiseerd kunnen worden. Indiener vraagt zorg te dragen voor een inspraakproces waarbij de belangen via inspraak een rol krijgen bij de planontwikkeling. Dat wil zeggen dat alle actoren in een zo vroeg mogelijk stadium bij de planvorming betrokken worden. Graag ziet de indiener hierbij de rol van maatschappelijke organisaties, zoals de GNMF, expliciet benoemd. Indieners vragen hoe bepaalde rapportages zijn betrokken bij het proces van het maken van de Omgevingsvisie. 9

De Bezirksregierung Düsseldorf wil graag tijdig betrokken worden bij de verdere uitwerkingen van de Omgevingsvisie. Omgekeerd belooft zij dit ook te doen m.b.t. hun Regionalplan. Kanttekeningen bij de procedure Gemist wordt een proces van co-creatie voor de Omgevingsverordening vergelijkbaar met die voor de Omgevingsvisie. Indiener betreurt de beperkte tijd die is geboden voor de inspraak, waar participatie het uitgangspunt is. Indiener betreurt de omvang van de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening en als gevolg daarvan kosten voor de burger. Indiener betreurt de overbodige bijeenkomsten voorafgaande aan het ontwerp op Papendal en Gelredome. Indiener mist een evaluatie van het huidige omgevingsbeleid. Definitieve besluitvorming Naar mening van enkele indieners zou de verordening in tijd volgend moeten zijn aan de visie. Gevolgen voor de Omgevingsvisie: De betreffende zienswijzen leiden niet tot aanpassing van de visietekst in de Omgevingsvisie. Gevolgen voor de teksten van verordening(en) en voor de kaarten: De betreffende zienswijzen leiden niet tot aanpassing van de Omgevingsverordening en de bijbehorende geografische kaarten. Gevolgen voor de agenda van de provincie: Belanghebbenden worden, gericht betrokken bij de uitvoering en verdere uitwerking van de Omgevingsvisie. Voor specifieke zaken wordt direct contact gezocht met partijen. De besluitvormingsprocedure is aangepast. De definitieve besluitvorming over de Omgevingsverordening zal later plaatsvinden dan de besluitvorming over de Omgevingsvisie. Wel is bij de vaststelling van de Omgevingsvisie de concept- Omgevingsverordening beschikbaar om goed inzicht te krijgen op de consequenties van het beleid in de Omgevingsvisie. Toelichting De zienswijzen bevatten vele complimenten, vaak over het proces voor de totstandkoming van de Omgevingsvisie. Deze complimenten worden in dank aanvaard, maar niet apart behandeld. Het bevestigt de keuze om zaken in co-creatie tot stand te brengen. De tijd die voor inspraak is uitgetrokken betreft een reguliere, wettelijke periode van zes weken. Gezien het proces van co-creatie waarin het ontwerp van de Omgevingsvisie tot stand is gekomen was er geen aanleiding om een langer dan wettelijke bepaalde inspraakperiode te hanteren. Bovendien is er zowel voor als na de formele inspraakperiode steeds alle mogelijkheid geboden voor overleg. Tal van insprekers willen graag actief betrokken blijven bij de vervolgstappen op de Omgevingsvisie. Dit past uitstekend in de filosofie om de co-creatie door te zetten in de uitvoering. Er is geen aparte evaluatie van het complete omgevingsbeleid uitgevoerd. De oude sectorale - plannen zijn op onderdelen al wel geëvalueerd, maar bij het opstellen van de 10

Omgevingsvisie is voor een fundamenteel andere aanpak gekozen. In co-creatie werden de gezamenlijke opgaven in beeld gebracht. Dat vergt een andere benadering dan werken vanuit een provinciale knelpuntenanalyse, hoewel ieders ervaring met de oude plannen wel degelijk een van de vertrekpunten vormde in de gesprekken. Daarin hebben ook de door de indieners genoemde diverse rapporten een rol gespeeld. Een voorbeeld hiervan is het Advies van de Raad van de Leefomgeving over duurzame landbouw. Zo zijn er nog veel andere rapportages te noemen. Betreft zienswijzen: Particulieren: 01670724, 01648235. Organisaties: 01681090, 01681087, 01663726, 01674724, 01665497, 01669549, 01664439, 01680012, 01668529, 01671258 Overheden: 01666694, 01666320, 01667847, 01662879 Beleidsthema: Toekomstbestendig Gelderland Onderwerp: De strekking van de Omgevingsvisie Inhoud van de zienswijzen: Balans en focus De nadruk ligt te veel op economische ontwikkeling; de kwaliteit van de leefomgeving wordt niet afgewogen. Er ontstaat een onevenwichtig beeld waarbij economische belangen altijd prevaleren boven natuurbelangen en vergeten wordt dat de waarde van natuur ook een economisch belang vertegenwoordigt. Graag duidelijkheid hierover. De Omgevingsvisie focust geheel naar de huidige tijdsgeest sterk op het faciliteren van economische ontwikkeling. Indiener pleit voor een minder periode gebonden, bredere insteek. Door aspecten als natuur en milieu op te nemen wordt voor de economische ontwikkeling de duurzame ontwikkeling de grondtoon. De Omgevingsvisie legt een zwaar accent op economisch structuurversterking. Andere ambities en doelen zijn volgens indiener zo geformuleerd dat ze moeten bijdragen aan het doel van economische structuurversterking. Kwaliteit, leefbaarheid en veiligheid van onze leefomgeving worden in context van economische ontwikkeling geplaatst en niet geïnterpreteerd als een toegevoegde waarde voor de economie (schone lucht, water, gezond leven). Indiener wijst op de problemen die juist door de economische ontwikkeling worden veroorzaakt (aantasting van de ruimtelijke kwaliteit, degradatie van natuur en landschap, stank en overlast van industrie, landbouw en verkeer). Besteed in het hoofdstuk Mooi Gelderland daarom meer aandacht aan bescherming, verbetering en herstel van de leefomgeving. Focus op kwaliteit van het bestaande is goed. Dynamisch, mooi en divers zijn goede invalshoeken voor een integrale Omgevingsvisie; het sturen op doelen en het verminderen van regels wordt onderschreven. De Omgevingsvisie beschrijft diverse onderwerpen en speerpunten maar stelt daarbij geen duidelijk omschreven doelen. Indiener pleit in zijn algemeenheid voor heldere kaders, regels en monitoring voor het bereiken van de beoogde kwaliteit en duurzaamheid. De doorwerking van veranderd kabinetsbeleid (onder meer voor natuur en landschap) wordt gemist. Indiener mist de verantwoording waarom de provincie de taken die in de Omgevingsvisie zijn genoemd dient uit te voeren, zeker daar waar zij zich meer sturend opstelt. 11

Omgang met tegenstrijdige belangen De Omgevingsvisie schetst een te harmonieus beeld van toekomstig Gelderland. Hoe om te gaan met conflicterende situaties? Economische ontwikkelingen mogen niet strijdig zijn met het gebruik van ruimte voor landbouw, natuur en milieu. Hierop moeten de plannen van de provincie worden getoetst. Indiener vindt dat planologie niet zonder regels kan. De ontwikkeling van provinciaal beleid is zorgelijk, omdat de provincie geen samenwerking kan afdwingen tussen gemeenten. De grenzen van de bevoegdheidsafbakening tussen provincie en gemeente worden opgezocht. Wie gaat nu waarover? Kwaliteitskaart Omdat de Omgevingsvisie uitgaat van uitnodigingsplanologie vindt de indiener een integrale kwaliteitskaart op zijn plaats. Dat helpt bij de ontwikkelingsrichting, zeker omdat de kwaliteiten verspreid staan opgenomen in de visie. Rol van de provincie Indiener geeft aan dat elk beleidsveld zijn plekje heeft gekregen, maar dat er niet is geprioriteerd en gekozen. Herijking van de rol van de provincie wordt gemist. Indiener stelt dat extra aandacht besteed zou moeten worden aan de rol van de provincie in combinatie met keuze voor instrumenten. Indiener stelt dat handhaving van beleid onvoldoende gebeurt. Indiener noemt specifiek de herplant plicht. Landelijk onderscheidend Indiener stelt dat in de Omgevingsvisie niet duidelijk wordt waar de Gelderse leefomgeving zich onderscheidt van andere landsdelen. Gevolgen voor de Omgevingsvisie: Balans en focus De betreffende zienswijzen leiden niet tot aanpassing van de Omgevingsvisie. Omgang met tegenstrijdige belangen De betreffende zienswijzen leiden niet tot aanpassing van de Omgevingsvisie. Rol van de provincie De betreffende rollen worden specifieker aangegeven in de visietekst. Dit wordt uitgewerkt in de praktijk na vaststelling van de Omgevingsvisie. Handhaving is een taak van toezichthouders zoals gemeenten en terreinbeheerders en via het interbestuurlijk toezicht van de provincie. De Omgevingsvisie en -verordening bieden daarvoor de kaders. Lees meer over de herplantplicht en aandacht voor bos bij het onderdeel natuur en landschap. Aangegeven wordt bijvoorbeeld dat bij het uitvoeren van projecten in het landelijk gebied verschillende wetten- en regels van toepassing zijn. De provincie is niet altijd het bevoegde gezag. De provincie zal waar mogelijk bevorderen dat bij nieuwe plannen en projecten ook over mogelijke aandachtspunten van derden (denk aan de Boswet, Flora- en Faunawet, het regiem van Natura 2000) wordt geadviseerd. Landelijk onderscheidend Het groene kapitaal van Gelderland wordt nadrukkelijker benoemd in de Omgevingsvisie. 12

Gevolgen voor de teksten van verordening(en) en voor de kaarten: De betreffende zienswijzen leiden niet tot aanpassing van de Omgevingsverordening en de bijbehorende geografische kaarten. Gevolgen voor de agenda van de provincie: Kwaliteitskaart Er wordt nu geen aparte integrale kwaliteitskaart opgesteld. In het kader van de Gebiedenatlas worden de verschillende kwaliteiten in de Omgevingsvisie bij elkaar gebracht. De Gebiedenatlas zal vooral integraal en beeldend (cartografisch, fotografisch, iconografisch) van aard worden. De kwaliteiten van gebieden worden benoemd op basis van 1) kenmerken, 2) waarden en 3) ambities. Het benoemen van de kwaliteiten gaat in co-creatie. Hoe precies is nog onderwerp van nadere verkenning. De planning is om voor half 2014 een eerste stap te zetten en deze atlas in 2014 en 2015 nader uit te werken. Toelichting De balans en focus van de Omgevingsvisie zijn niet wezenlijk aangepast. Zowel de kwaliteit van de leefomgeving als economische belangen hebben een plek. De Omgevingsvisie neemt de onderlinge balans als uitgangspunt. De verantwoording voor de provinciale inzet is niet in zijn algemeenheid beschreven. Het is een uitkomst van het proces om samen met betrokkenen de opgaven te beschrijven en te bepalen welke inzet nodig is. Vaak is dit in de verdieping nader toegelicht. Voor tegenstrijdige belangen zijn waar nodig regels opgenomen in de Omgevingsverordening. Er is gekozen voor co-creatie vanuit het besef dat er voor veel opgaven sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid waarin ieder zijn rol pakt. Zo wordt in de praktijk ook duidelijk wie precies waarover gaat. Uiteraard verschilt dit per onderwerp. De doelen ten aanzien van de kwaliteit van de leefomgeving zijn nadrukkelijk verankerd in de Omgevingsvisie. Ook in de PlanMER bij de Omgevingsvisie komen de betreffende aspecten in beeld, waarbij ook suggesties zijn opgenomen om daar ook in de praktijk recht aan te doen. De (nieuwe) rollen die de provincie wil vervullen inspireren en verbinden komen met name tot uiting in gedrag, houding en cultuur. Dat vraagt nu geen andere teksten, maar vergt goed contact in de praktijk en tijdige signalen van partners daar waar houding, gedrag en cultuur onvoldoende uit de verf komen. De Omgevingsvisie geeft aan dat niet regels maar mogelijkheden vooropstaan. In de huidige tijd is behoefte aan een zorgvuldige afweging en niet op voorhand één uitkomst, vanuit één dominant perspectief. Voor een zorgvuldige afweging biedt de omgevingsverordening het kader welke afweging wordt gevraagd. Om dan om te kunnen gaan met tegenstrijdige belangen is de juridische verankering in de verordening noodzakelijk. Betreft zienswijzen: Particulieren: - Organisaties: 01677756, 01681087, 01667766, 01666820, 01668529 Overheden: 01665664, 01666009, 01667237, 01680212, 01662879 Beleidsthema: Toekomstbestendig Gelderland Onderwerp: Instrumenten in de Omgevingsvisie 13

Inhoud van de zienswijzen: Indieners plaatsen kanttekeningen bij de instrumenten die onderdeel uitmaken van de Omgevingsvisie. Te weinig duidelijke en strenge regels Indiener heeft zorgen over het gebrek aan helderheid, waardoor kwetsbare sectoren het onderspit zullen delven bij belangentegenstellingen. Co-creatie werkt alleen wanneer partijen een gemeenschappelijk doel nastreven. Indiener vindt dat planologie niet zonder regels kan. De ontwikkeling van provinciaal beleid is zorgelijk, omdat de provincie geen samenwerking kan afdwingen tussen gemeenten. Indiener waarschuwt om regels niet te veel los te laten. Uitnodigingsplanologie houdt ook risico in dat te veel ruimte wordt geboden aan kwalitatief goede plannen. Te veel en te strenge regels Indiener stelt dat de koers van de Omgevingsvisie strijdig is met de veel voorkomende rol van normeren en met het instrument verordening. Indiener pleit ervoor om dat te verminderen en de Omgevingsverordening minder gedetailleerd in te vullen. Indieners constateren een spanningsveld tussen enerzijds de filosofie van uitdagen, inspireren, uitnodigen en samenwerken en anderzijds het accent op de normstellende rol die de provincie kiest. Normeren zet volgens indiener een rem op nieuwe initiatieven en is niet uitnodigend. Juist met stimuleren en uitnodigen komen de gezamenlijke doelen binnen bereik. Kies op minder thema s en uitwerkingen voor normeren en het instrument verordening. In tegenstelling tot de Omgevingsvisie zit de verordening vol met regelgeving over de leefomgeving. Dit behoeft volgens indiener aanpassing. Omgevingsverordening lijkt geen goede basis om gezamenlijk de opgaven uit de visie op te pakken. Indiener vindt dat de Omgevingsverordening de (regel)ruimte moeten bieden om de vele doelstellingen en opgaven van natuur en economie, van wonen, werken en recreëren, waar te maken. Indiener heeft twijfels en zorgen over de coherentie tussen visie en verordening. Bewegen de instrumenten mee? De koers (van tien jaar vast naar flexibel en toekomstgericht) zou volgens indiener ook moeten leiden tot tussentijdse aanpassing van de Omgevingsverordening. Indiener stelt dat de Gelderland Index gebruikt kan worden om in gesprek te blijven over de voortgang op het thema gezondheid in relatie tot de leefomgeving en over hoe gemeenten, provincie en burgers de krachten bundelen. Gevolgen voor de Omgevingsvisie: De betreffende zienswijzen leiden niet tot aanpassing van de visietekst in de Omgevingsvisie. Gevolgen voor de teksten van verordening(en) en voor de kaarten: Te veel of juist te weinig regels De betreffende zienswijzen leiden niet tot aanpassing van de kaarten. Naar aanleiding van specifieke zienswijzen is de verordening op diverse onderdelen aangepast. Dit leest u verderop in deze commentaarnota. 14

Gevolgen voor de agenda van de provincie: Bewegen de instrumenten mee? Als de Omgevingsvisie verandert en nieuwe accenten krijgt als gevolg van de actualiteit, dan beweegt de Omgevingsverordening mee. De provincie gaat onderzoeken of en hoe monitoring van de ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving, van zowel landelijke als stedelijke gebieden, kan worden gekoppeld aan de Gebiedenatlas en de Kwaliteitsateliers. Toelichting Normstelling is een van de provinciale rollen. Doordat deze rol nu formeel wordt vastgelegd in een verordening die gelijktijdig met de Omgevingsvisie ter inzage wordt gelegd krijgt dit nu extra aandacht. De rollen van uitdagen, inspireren, doen samenwerken en uitnodigen komen meer tot uiting in gedrag, houding en cultuur, en moeten blijken in de praktijk. De provincie verwacht erop te worden aangesproken als dat onvoldoende uit de verf zou komen. In Omgevingsvisie en verordening wordt de juiste balans gezocht tussen een helder kader waarbinnen ruimte is voor goede afwegingen en de regels. Regels zijn nodig als vangnet, om excessen te voorkomen en om uit conflicten te komen. De regels vormen niet het startpunt van de discussie. De zoektocht naar deze balans is ook terug te zien in de reacties: voor sommigen gaat het niet ver genoeg, voor anderen te ver. Aanpassingen in de verordening hebben onder meer betrekking op het verwijderen van de Gelderse ladder voor duurzaam ruimtegebruik uit de verordening en bijstelling van de omgevingsverordening voor natuur, onder meer door duidelijker formulering en door saldobenadering over meerdere kernkwaliteiten mogelijk te maken. Betreft zienswijzen: Particulieren: - Organisaties: 01667766, 01674724 Overheden: 01669854, 01666320, 01664075, 01680212, 01667237, 01668814, 01666059, 01661904, 01663413, 01667237, 01677818, 01665372, 01674576, 01662879 Beleidsthema: Toekomstbestendig Gelderland Onderwerp: De strekking van de Omgevingsverordening Inhoud van de zienswijzen: Indieners plaatsen kanttekeningen bij de focus van de Omgevingsverordening en stellen het volgende: Verordening strenger dan de visie Indieners ervaren discrepantie tussen Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening: de visie biedt ruimte, de Omgevingsverordening is normstellend. De Omgevingsverordening staat (te) vol met regels voor de leefomgeving. Indiener heeft twijfels en zorgen over de coherentie tussen Omgevingsvisie en -verordening. Tussentijdse aanpassing van de Omgevingsverordening zou mogelijk moeten zijn. Te veel elementen zijn normerend uitgewerkt, wat remmend werkt voor nieuwe initiatieven en innovatie. Voorbeelden hiervan zijn de Ladder voor duurzaam ruimtegebruik, de Gebiedenatlas en de voorwaarden voor het vergroten van agrarische bouwpercelen. Indiener maakt zich zorgen om juridische beperkingen die de Omgevingsverordening biedt. Verzoek: verordening in overeenstemming met visie brengen. 15

Verordening te gedetailleerd De Omgevingsverordening is te gedetailleerd en te weinig flexibel. Indieners missen maatwerk en co-creatie voor de Omgevingsverordening en zagen graag het detailniveau van de Omgevingsvisie toegepast op de Omgevingsverordening. Vul de Omgevingsverordening minder gedetailleerd in en beschrijf juist processen waarmee de doelen kunnen worden bereikt (wie praat wanneer met wie, welke stappen zijn nodig). De Omgevingsverordening bevat, in tegenstelling tot de visie, weinig flexibiliteit. Wat de indiener betreft, zou de Omgevingsverordening een minder strak kader moeten vormen en minder gedetailleerd moeten zijn. Omgevingsvisie en verordening zijn nog erg geschreven vanuit de overheid en niet vanuit de gemeenschap; het op te stellen kader in de Omgevingsvisie en verordenin g moet de kwaliteiten van een gebied voorop stellen en niet de bescherming. Gevolgen voor de Omgevingsvisie: De betreffende zienswijzen leiden niet tot aanpassing van de visietekst in de Omgevingsvisie. Gevolgen voor de teksten van verordening(en) en voor de kaarten: De Omgevingsverordening is op basis van deze en meer specifieke zienswijzen op een aantal punten aangepast om de regels meer in overeenstemming te brengen met de visie. Gevolgen voor de agenda van de provincie: Regels voor een zorgvuldige afweging zullen zich in de praktijk moeten bewijzen. Veel reacties gaan op voorhand uit van een (te) strikte toepassing van de regels. De filosofie van visie en verordening is om de opgave en de kwaliteiten van een gebied centraal te stellen. Dat is belangrijk punt op de provinciale agenda. Toelichting De Omgevingsverordening vormt de juridische verankering van de Omgevingsvisie en maakt alle verordenende provinciale regels zichtbaar over de uitvoering van het Omgevingsbeleid. Er zijn in de Omgevingsverordening regels verdwenen èn toegevoegd, zodat dat de Omgevingsverordening niet onevenredig zwaar is ten opzichte van de visie. Overigens is de Omgevingsverordening voor een aantal terreinen gebonden aan het Rijk bij de formulering van regels, voor bijvoorbeeld natuur, erfgoed, water en luchtvaartterreinen. De uitvoering van de Omgevingsvisie is een dynamisch proces. Er is dus geen datum te noemen waarop al het beleid uitgekristalliseerd is. Nu het merendeel van het nieuwe beleid in de Omgevingsvisie is neergelegd, is ervoor gekozen om tegelijkertijd ook een integrale Omgevingsverordening te maken waarin het nieuwe beleid voor zover noodzakelijk is opgenomen. Er is overigens ruimte binnen kaders. Als ervaringen daartoe aanleiding geven, is ook de Omgevingsverordening tussentijds aan te passen. De Ladder voor duurzaam ruimtegebruik is geen onderdeel meer van de Omgevingsverordening en ook de Gebiedenatlas is niet normerend. De voorwaarden voor agrarische bouwpercelen zijn bijgewerkt (nog altijd normerend) zie daarvoor het onderdeel landbouw in deze commentaarnota. 16

Betreft zienswijzen: Particulieren: - Organisaties: - Overheden: 01665238, 01666694, 01668814, 01666320, 01662069, 01665372 Beleidsthema: Toekomstbestendig Gelderland Onderwerp: Rollend karakter Omgevingsvisie Inhoud van de zienswijzen: Indieners benadrukken dat onderdelen van de Omgevingsvisie nog verder uitgewerkt moeten worden. Neem meer tijd en ga zorgvuldig om met uitwerken van zaken die nog niet zijn uitgekristalliseerd. Zoals de Gelderse Ladder, Gebiedenatlas en de regionale Omgevingsagenda s. Indiener praat graag mee. Het proces van co-creatie geeft de indiener vertrouwen voor de uitwerking van een Gebiedenatlas en een Omgevingsagenda. Uitwerking van de aangekondigde zaken (ladder, Gebiedenatlas, en regionale agenda) kost tijd. Indiener stelt voor om deze tijd te nemen: zorgvuldigheid gaat voor strak planningsschema. Hoofdstuk 5 Uitvoeringsparagraaf van de Omgevingsvisie biedt nog erg weinig houvast. Indiener zag liefst nu al een Omgevingsagenda per regio. Maak een einde aan langdurende processen en procedures. Iedereen is gebaat bij duidelijkheid. Spreek af hoe lang zaken mogen duren. Gevolgen voor de Omgevingsvisie: De uitvoeringsparagraaf in de Omgevingsvisie is bijgewerkt Gevolgen voor de teksten van verordening(en) en voor de kaarten: De betreffende zienswijzen leiden niet tot aanpassing van de Omgevingsverordening en de bijbehorende geografische kaarten. Gevolgen voor de agenda van de provincie: Voor de uitvoering geldt de tekst van de Omgevingsvisie als basis. Er is niet al bij de vaststelling van de visie een uitgewerkte Omgevingsagenda per regio. Wel wordt al in de loop van 2014 met betrokken partijen gezocht naar een gezamenlijke invulling van de omgevingsagenda in de praktijk. Toelichting Bij de uitvoering van de Omgevingsvisie wordt een relatie gelegd met lopende trajecten, zoals de Stads- en regiocontracten. Ook andere afspraken zijn denkbaar. Hoe lang mogen en moeten processen en procedures duren, is een belangrijke vraag. Deze is niet ingevuld op het niveau van de Omgevingsvisie als geheel en vergt vooral duidelijke afspraken in de uitvoering. 17

Betreft zienswijzen: Particulieren: - Organisaties: 01679274 Overheden: 01665238, 01666694, 01666320, 01669508, 01667237, 01674576, 01662879 Beleidsthema: Toekomstbestendig Gelderland Onderwerp: Uitvoering van de Omgevingsvisie/Omgevingsagenda Inhoud van de zienswijzen: Indieners maken de volgende opmerkingen over de Omgevingsagenda. Vraag om concrete investeringen Indiener (gemeente) valt op dat cofinanciering voor nieuwe ontwikkelingen vaak beschikbaar komt, maar minder vaak voor terugdringen van leegstand en impuls aan bestaand vastgoed. Indiener vraagt of provincie bereid is niet alleen na te denken over beleid maar ook over investeringen en financiering. Indiener stelt dat de regio Achterhoek heeft haar opgaven onder de aandacht heeft gebracht via een brief aan PS (febr. 2011); de Agenda 2020 en de ruimtelijke vertaling in de Regionale Structuurvisie Achterhoek. Indiener stelt dat de Regio daarover graag voortschrijdende meerjarige afspraken ziet, over de coalitieperiode heen. Ambitiekaart opstellen Indiener stelt voor om de gezamenlijke doelen in de Omgevingsvisie naar voren te brengen als ambitie en deze waar mogelijk te verbeelden op een ambitiekaart. Zo weet iedereen in de provincie wat deze ambities zijn, bijvoorbeeld voor de Groene Ontwikkelingszone maar ook voor klimaatadaptatie, waterkwaliteit, toeristische structuren et cetera. Doorgaan met de Omgevingsagenda Indiener gaat graag in op de uitnodiging in de Omgevingsvisie om in de Omgevingsagenda samen met partners sectorale opgaven op regionale schaal concreter te benoemen. Indiener wil graag meedenken over en betrokken worden bij de totstandkoming van de Uitvoeringsagenda Indiener verzoekt de Uitvoeringsagenda van de Omgevingsvisie gebiedsgericht op te stellen, naar voorbeeld van de Gebiedsagenda Oost (waarin de investeringsagenda s van de betrokken partijen op elkaar worden afgestemd). Indiener verzoekt om werkateliers voor de Omgevingsagenda zo te organiseren dat de inbreng uit de regio ook op tafel komt. Indiener (regio) wil over de provinciale compensatiepoules graag nadere afspraken maken in de Omgevingsagenda. Blijf gebruik maken van de inzet van sociaal instrumentarium (communicatie, educatie, participatie en bewustwording) waar IVN en diverse andere Gelderse organisaties ervaring mee hebben. Het aanbod wordt gedaan hun netwerken te benutten en bij te dragen aan de gewenste betrokkenheid en draagvlak. De maatschappelijke organisaties nemen graag het initiatief tot een visie hierop en een meerjarige aanpak. Gevolgen voor de Omgevingsvisie: De betreffende zienswijzen leiden niet tot aanpassing van de visietekst in de Omgevingsvisie. 18

Gevolgen voor de teksten van verordening(en) en voor de kaarten: De betreffende zienswijzen leiden niet tot aanpassing van de Omgevingsverordening en de bijbehorende geografische kaarten. Gevolgen voor de agenda van de provincie: De zienswijzen onderstrepen het belang van een gezamenlijke invulling van de uitvoering. Concrete investeringen zijn nu in de Omgevingsvisie niet aan de orde. De provincie gaat graag nader in gesprek over het aanbod voor de inzet van sociaal instrumentarium. Toelichting De uitvoering van de Omgevingsvisie is dynamisch. Daarbij wordt gezamenlijk invulling gegeven aan de benodigde uitvoeringsafspraken, bij voorkeur niet alleen over provinciale investeringen. Momenteel zijn in de Omgevingsvisie nog geen investeringen opgenomen. Een ambitiekaart kan de uitkomst zijn van het proces voor de Omgevingsagenda. Dit is geen eenmalige provinciale exercitie bij de vaststelling van de Omgevingsvisie, maar een gezamenlijke actie met betrokkenen in het gebied. De oproep om samen door te werken aan de uitvoering sluit goed aan bij de aanpak van cocreatie, zo wil de provincie de uitvoering met betrokkenen organiseren. 19

20

Krachtige steden en vitale dorpen Betreft zienswijzen Particulieren: - Organisaties: 01679274 Overheden: 01680212, 01677818, 01670859, 01667333, 01666563, 01665379, 01666545, 01666546, 01664073, 01664073, 01664075, 01665085, 01663185, 01663185, 01665238, 01665318, Beleidsthema: Steden en omgeving Onderwerp: Verhouding steden en omgeving Inhoud van de zienswijzen: De betreffende zienswijzen brengen in dat de Omgevingsvisie onvoldoende recht doet aan kleinere steden, dorpen en kernen. Daarnaast missen zij een visie op de relatie tussen steden en hun landelijke omgeving. Gevolgen voor de Omgevingsvisie: De betreffende zienswijzen leiden tot de aanpassing van de visietekst in de Omgevingsvisie naar de volgende strekking: meer aandacht voor vraagstukken in de steden, ook voor de samenhang tussen steden, dorpen en hun omgeving. Er komt een genuanceerde en daarmee aangescherpte tekst over samenhang tussen de steden (stedelijke netwerken) en de samenhang tussen steden en omgeving. Gevolgen voor de teksten van verordening(en) en voor de kaarten: De betreffende zienswijzen leiden niet tot aanpassing van de Omgevingsverordening. Er komt een geografische kaart over steden en omgeving die het stedelijk netwerk weergeeft met de samenhang tussen steden, dorpen en hun omgeving. Gevolgen voor de agenda van de provincie: De provincie gaat met haar partners de actuele vraagstukken van stedelijke en landelijke gebieden en hun samenhang bespreken, om de kansen in deze gebieden maximaal te benutten. De provincie benut daarbij bestaande structuren, organisaties, netwerken en initiatieven en wil haar partners maximaal ondersteunen. Zo wordt op dit moment voor de impact en mogelijkheden van demografische ontwikkelingen in het gebied van de Achterhoek een transitieagenda voor de Achterhoek uitgewerkt. Toelichting In de Omgevingsvisie geeft de provincie aan meer aandacht te willen besteden aan de vraagstukken van steden en hun omgeving dan in eerder beleid. Dit omdat steden en stedelijke netwerken van groot belang zijn voor Gelderland, als motor van de economie en vanwege de voorzieningen. Tegelijkertijd hebben de steden en hun omgeving elkaar nodig, voor duurzame economische ontwikkeling en een gezonde, veilige leefomgeving. De aanpak bij grote steden is gericht op het versterken van de economische kracht door het benutten van agglomeratievoordelen door het streven naar een excellent vestigingsmilieu en bereikbaarheid. Een aantal kleinere steden heeft een regionale verzorgingsfunctie. De aanpak voor dorpen en kernen in het landelijk gebied is gericht op behoud van vitaliteit door een evenwichtige ontwikkeling van stedelijke functies en het bereikbaar houden van voorzieningen. 21

Betreft zienswijzen: Particulieren: - Organisaties: 01669549, 01667766, 01671252 Overheden: 01665238, 01665085, 01666320, 01669508, 01666694, 01659893, 01667847, 01677818, 01666009, 01666059, 01664025, 01662395, 01662904, 01659876, 01661904, 01673675, 01667237, 01670961, 01667333, 01665495, 01666563, 01669854, 01668814, 01665372, 01662879 Beleidsthema: Ladder voor duurzaam ruimtegebruik Onderwerp: Neem deze ladder niet op in de Omgevingsverordening Inhoud van de zienswijzen: De betreffende zienswijzen brengen in dat zij het principe van de ladder delen; zij zien voor de Ladder voor duurzaam ruimtegebruik echter geen plek in de Omgevingsverordening. Dit omdat in hun ogen: de ladder een gespreksinstrument is en geen normerend afwegingskader, de ladder anders de beleidsruimte van gemeenten inperkt, de ladder anders mogelijk tot te veel regels en beroepszaken leidt, de ladder nog onvoldoende is uitgewerkt, er geen Gelderse variant van de ladder nodig is, de ladder onvoldoende ruimte biedt voor een individuele afweging van plannen. Gevolgen voor de Omgevingsvisie: De essentie van de werking van de Ladder voor duurzaam ruimtegebruik in de Omgevingsvisie blijft ongewijzigd. De ladder blijft centraal staan in het provinciale verstedelijkingsbeleid, is een afwegingsinstrument en vraagt een verandering in het denken. De Omgevingsvisie gaat van nieuwbouwplanologie naar een ruimtelijke ordening waarbij de bestaande voorraad centraal staat. Doel is dat bij elke ontwikkeling goed wordt nagedacht over wat de betreffende ontwikkeling toevoegt aan een stad, dorp of regio en wat nodig is om gebieden vitaal te houden. Dit vergt een omslag. De provincie ziet af van opname van de Ladder voor duurzaam ruimtegebruik in de Omgevingsverordening. De juridische borging door het Rijk van de Ladder voor duurzame verstedelijking in het Besluit ruimtelijke ordening is voor de provincie voldoende waarborg dat partners op bestemmingsplanniveau op transparante wijze afwegingen maken. De ideeën achter de eerder toegevoegde stappen en het toepassen van de ladder op een hoger schaalniveau zijn in de Omgevingsvisie uitgewerkt. De Omgevingsvisie spreekt de ambitie uit om de ladder ook voor landelijke functies uit te werken. Deze ambitie staat nog steeds. Vanwege deze beoogde bredere uitwerking spreekt de Omgevingsvisie daarom van de Gelderse ladder voor duurzaam ruimtegebruik. Gevolgen voor de teksten van verordening(en) en voor de kaarten: De provincie ziet af van opname van de Gelderse ladder voor duurzaam ruimtegebruik in de Omgevingsverordening en als geografische kaart. Gevolgen voor de agenda van de provincie: De provincie gaat de eigen planbegeleiding volgens deze visie inrichten, met meer aandacht voor gesprekken over de verstedelijkingsvraagstukken. Verder gaat de provincie haar partners waar gewenst ondersteunen in de afwegingen 22

die volgens de Gelderse ladder zouden moeten plaatsvinden. Hiervoor zet de provincie Kwaliteitsateliers in en werkt zij met haar partners een Gebiedenatlas uit. Toelichting De Ladder voor duurzaam ruimtegebruik vraagt overheden voor een nieuwe stedelijke ontwikkeling standaard een aantal stappen te zetten die een zorgvuldige ruimtelijke afweging en inpassing van die nieuwe ontwikkeling borgen. De stappen van de ladder bewerkstelligen dat nieuwe stedelijke ontwikkelingen nadrukkelijk worden gemotiveerd en afgewogen tegen de ontwikkelingsbehoefte, de toekomstige ruimtebehoefte en de ontwikkeling van de omgeving van het gebied. Wettelijk is de ladder op alle stedelijke ontwikkelingen van toepassing. De provincie wil echter niet bij elke ontwikkeling betrokken zijn. Over welke plannen de provincie in overleg wil treden, werkt de provincie met haar partners nader uit in 2014. Betreft zienswijzen: Particulieren: - Organisaties: - Overheden: 01665238, 01659893, 01664025, 01662904, 01663185, 01665643, 01667333, 01666009, 01666563, 01666320, 01664015 Beleidsthema: Ladder voor duurzaam ruimtegebruik Onderwerp: Verduidelijken begrippen Inhoud van de zienswijzen: De betreffende zienswijzen vragen om een eenduidige geografische aanduiding van het bestaande stedelijk gebied, en anders om een eenduidige, juridisch houdbare definitie van het begrip stedelijke gebied. Verder vragen indieners om verduidelijking van begrippen als stedelijke ontwikkeling, (actuele) behoefte en hoe een gemeente deze moet aantonen. Verder vragen zij hoe ver de zoektocht naar bestaande beschikbare bebouwing moet gaan, hoe groot de regio is. Gevolgen voor de Omgevingsvisie: De betreffende zienswijzen leiden niet tot aanpassing van de visietekst in de Omgevingsvisie. Gevolgen voor de teksten van verordening(en) en voor de kaarten: De betreffende zienswijzen leiden niet tot aanpassing van de Omgevingsverordening en de bijbehorende geografische kaarten. Gevolgen voor de agenda van de provincie: De provincie zorgt in overleg met haar partners voor een gedeeld beeld van de toepassing van de Ladder voor duurzaam ruimtegebruik en de gebruikte begrippen. Hierbij wordt ook vastgesteld hoe de behoefte kan worden aangetoond en hoe de zoektocht naar mogelijkheden binnen het bestand stedelijk gebied kan worden ingevuld. De Omgevingsvisie blijft de definitie van het bestaand stedelijk gebied uit het Besluit ruimtelijke ordening hanteren. Als gemeenten het bestaand stedelijk gebied juridisch op de kaart willen borgen, verleent de provincie hieraan haar medewerking. 23

In de Gebiedenatlas worden kwaliteiten van stedelijke en landelijke gebieden in kaart gebracht. Dit dient als hulpmiddel om ontwikkelingen met ruimtelijke kwaliteit te realiseren. Hierin zal ook het bestaand stedelijk gebied op kaart worden geduid. Deze atlas dient als hulpmiddel en heeft geen juridische status. Binnen twee jaar wil de provincie in fasen de Gebiedenatlas hebben ingevuld. Voor 1 juli 2014 is een eerste versie te verwachten. De atlas wordt een dynamisch document, analoog beschikbaar en digitaal raadpleegbaar. Gaandeweg komen er mogelijkheden bij voor verbijzondering, nieuwe inzichten en handreikingen. Toelichting De provincie stelt de rijksladder voor duurzame verstedelijking centraal in haar verstedelijkingsbeleid. De bijbehorende definitie uit het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is van kracht. De toepassing van de rijksladder roept vragen op, die ook in andere provincies spelen. In het bijzonder hebben de provincie en haar partners vragen over hoe de behoefte kan worden aangetoond en hoe de zoektocht naar mogelijkheden binnen het bestaand stedelijk gebied kan worden ingevuld. Een deel van de vragen kan beantwoord worden door een duidelijke(r) handreiking van het Rijk. Daarnaast werkt de provincie specifiek voor Gelderland aan een traject om de werking van de ladder als manier van werken en verantwoordingsinstrument te verhelderen. Zie ook het antwoord op de zienswijzen bij Krachtige steden en vitale dorpen. Betreft zienswijzen: Particulieren: - Organisaties: 01669549, 01667766, 01659346, 01681087, 01680012 Overheden: 01659876, 01665238, 01669508, 01666694, 01666545, 01664015, 01663185, 01661904, 01673675, 01670961, 01665664, 01665085, 01666563, 01665643 Beleidsthema: Ladder voor duurzaam ruimtegebruik Onderwerp: Capaciteit en reikwijdte van de ladder Inhoud van de zienswijzen: De betreffende zienswijzen: brengen het voorstel in om een drempel op te nemen voor toepassing van de ladder, spreken zorg uit over de benodigde capaciteit voor toepassing van de ladder, stellen voor de ladder alleen toe te passen op plannen buiten het bestaande stedelijk gebied en deze niet toe te passen op kleine initiatieven, spreken zorg uit dat het de provincie niet lukt om gemeentelijke plannen binnen acceptabele tijd af te handelen als de ladder overal op van toepassing is, stellen de vraag of de ladder veel toevoegt aangezien er een overaanbod aan plancapaciteit is? Reactie: Aan de toepassing van de Ladder voor duurzaam ruimtegebruik zijn regels verbonden van het Rijk. De rijksladder heeft een juridische werking via het Besluit ruimtelijke ordening als verantwoordingsinstrument voor locatiekeuzes in nieuwe bestemmingsplannen. De provincies zijn aangewezen om toezicht te houden op toepassing van de ladder. De rijksladder voor duurzame verstedelijking is van provinciaal belang. In de Omgevingsverordening komt geen nadere verbijzondering van de rijksladder. De Omgevingsvisie neemt de Gelderse toevoegingen aandacht voor bestaand vastgoed in stedelijk en landelijk gebied en afronding van stadsrandzones als opgave op en de provincie 24

brengt deze in de planbegeleiding in. Het Rijk heeft in het Besluit ruimtelijke ordening bepaald voor welke initiatieven de Ladder voor duurzame verstedelijking geldt. Gemeenten zullen voor elk van deze gevallen aan de hand van de ladder de locatiekeuze moeten motiveren. Niet elk initiatief is echter van provinciaal belang. In samenspraak met haar partners geeft de provincie aan bij welke initiatieven zij betrokken wil zijn. Een zienswijze pleit ervoor om ook cultuurhistorische kwaliteiten op te nemen bij punt 3 van de ladder en de gebiedskwaliteiten. Reactie: Er worden geen extra stappen aan de Rijksladder toegevoegd. Cultuurhistorische kwaliteiten zijn onderdeel van de Gebiedenatlas. Indiener brengt in dat de positie van Tiel als centrumstad wordt bedreigd, omdat regionaal naar locaties moet worden gezocht. Reactie: De ladder gaat uit van zuinig ruimtegebruik. Voordat er een uitleglocatie in Tiel wordt ontwikkeld moet in principe gekeken worden of er regionaal betere plekken zijn om de betreffende functie een plek te geven. Dit is geen dogma, maar een denkrichting; er kan ook gemotiveerd van afgeweken worden. Indiener merkt op dat de ladder een goed instrument is, als deze strikt wordt toegepast. Reactie: De toepassing van de ladder ligt in eerste instantie bij de gemeente. De provincie heeft bij niet-correcte toepassing de mogelijkheid gebruik te maken van haar interventieinstrumenten, zoals het geven van een reactieve aanwijzing of een beroep tegen het bestemmingsplan. Indiener merkt op dat de ladder ook van toepassing zou moeten zijn op het landelijk gebied inclusief het GGN en de GO. Reactie: De ladder is van toepassing op bestemmingsplannen die voorzien in stedelijke functies. Het maakt niet of deze functies in stedelijk of landelijk gebied worden toegevoegd, of in het GNN en de GO. Het gaat om het transparant maken van de besluitvorming. Als een functie een toegevoegde waarde heeft in de GO, kan dit een prima locatiekeuze zijn. Indiener wil de ladder ook toepassen op situaties op het platteland, zoals recreatieve ontwikkelingen. Reactie: De provincie wil de ladder ook uitwerken voor niet-stedelijke ontwikkelingen. Dit wordt een beoogde verdere uitwerking. Betreft zienswijzen: Particulieren: - Organisaties: - Overheden: 01667847, 01666009, 01669508, 01666563, 01670961, 01664025 Beleidsthema: Ladder voor duurzaam ruimtegebruik Onderwerp: De relatie met zoekzones Inhoud van de zienswijzen: De betreffende zienswijzen stellen dat de status van de woningbouwcontouren en de zoekzones verstedelijking binnen de Stadsregio Arnhem Nijmegen onduidelijk is. Het verzoek is om de zoekzones voort te zetten of te zorgen voor een overgangsregeling, en om af te spreken dat bestaande overeenkomsten worden gehandhaafd. Indieners stellen dat de juridische haalbaarheid van in gang gezette woningbouwplannen onder druk komt te staan. Gevolgen voor de Omgevingsvisie: De betreffende zienswijzen leiden niet tot een aanpassing van de visietekst in de Omgevingsvisie. 25