COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Energieneutraal Krimpen aan den IJssel Te besluiten om 1. De ambitie vast te stellen om in 2050 als Krimpen aan den IJssel energieneutraal te zijn. 2. Een stappenplan op te stellen waarin geschetst wordt hoe we deze ambitie kunnen bereiken. 3. De regionale samenwerking van onze gemeente op dit onderdeel te verbreden door aansluiting te zoeken bij de regionale energiestrategie van de Omgevingsdienst Midden Holland (ODMH). 4. De raad via bijgevoegde memo te informeren. Inleiding Onze energievoorziening zal de komende decennia ingrijpend veranderen. De Rijksoverheid werkt toe naar een CO2-arme energievoorziening in 2050, die veilig, betrouwbaar en betaalbaar is. Als Krimpen aan den IJssel volgen we deze landelijke doelstellingen en willen we in 2050 energieneutraal zijn. Met energieneutrale gemeente bedoelen we dat er alleen energie van hernieuwbare bronnen (zon, wind, biomassa, aardwarmte, biogas) gebruikt wordt voor het verwarmen, koelen, verlichten en de overige processen (zoals ICT, industriële processen) van alle gebouwen (woningen, kantoren, bedrijfspanden) en voor het verkeer en vervoer op het grondgebied van Krimpen aan den IJssel. Daarvoor is een energietransitie nodig die ingrijpt tot achter de voordeur van al onze inwoners. Het grootste deel van de inwoners zal bijvoorbeeld niet langer kunnen koken op aardgas of het huis verwarmen door een CV-ketel. Dit maakt de sociale aspecten van de energietransitie van even groot belang zijn als de technische aspecten. Daarom is bewustwording een belangrijke taak voor zowel de Rijksoverheid als de gemeente. Samen met de andere gemeenten uit de Alliantie Duurzaam Rijnmond (ADR) hebben we de opgave van de energietransitie in kaart gebracht. Het routeplan voor Krimpen aan den IJssel is bijgevoegd (bijlage 1). Momenteel worden de routeplannen uitgebreid naar de gehele MRDH. Dat biedt schaalvoordelen bij het identificeren van noodzakelijke maatregelen om het eindbeeld te realiseren. Eén ding is in ieder geval duidelijk: we hebben elkaar hard nodig. In het bijzonder voor projecten die gemeentegrens overstijgend zijn zoals het regionale energieloket (WoonWijzerWinkel), de collectieve ontwikkeling van warmtenetten al dan niet gevoed door geothermie en de lobby richting de Rijksoverheid. Samenwerking spaart en geeft energie. Hoe nu verder? De opgave is groot en complex. Toch moeten we aan de slag. Er is inzet op alle onderdelen van de energietransitie nodig. Een logische keuze is om wijk voor wijk de transitie vorm te geven. Zo kan per wijk en zelfs op gebouwniveau gekozen worden voor de meest efficiënte
maatregel of combinatie van maatregelen. Daarmee ontstaan de eerste contouren van een stappenplan om tot een energieneutrale gemeente in 2050 te komen. Beoogd effect Toewerken naar een energieneutraal Krimpen aan den IJssel waar geen CO2-emissies meer afkomstig zijn van fossiele energiebronnen. Argumenten 1.1. Bijdrage aan het verminderen van het klimaatprobleem De CO2-emissies als gevolg van het verbranden van fossiele bronnen zijn de hoofdoorzaak van het klimaatprobleem. De stijgende uitstoot van CO2 leidt tot opwarming van de aarde. In het Klimaatakkoord van Parijs is vastgelegd de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de twee graden Celsius. Dat vraagt om een drastische reductie van het gebruik van fossiele energie. Door energieneutraal te worden gaan de CO2 emissies naar nul. 1.2. Alleen inzetten op energiebesparing is op zichzelf onvoldoende Energiebesparing door efficiencyverbetering en gedragsverandering is een belangrijk onderdeel van het energieneutraal worden. Op zich zelf is dit echter onvoldoende om energieneutraal te worden. Als gemeente dragen we in onze eigen voorbeeldfunctie al bij aan de energiebesparing en zijn ook onze wijkacties hierop gericht. 1.3. We nemen afscheid van aardgas en hebben geen eenduidig alternatief Aardgas gebruiken we voor onze industrie en voor het verwarmen van woningen. Voor heel Nederland geldt dat we de komende decennia afscheid nemen van aardgas. Daar komt niet één alternatief voor in de plaats. De beste oplossing verschilt per stad, dorp of wijk. 1.4. De inzet van enkel duurzame bronnen is ontoereikend Als we al onze daken volleggen met zonnepanelen en uitgaan van de ruimte die er in onze gemeente is voor windenergie komen we nog veel energie te kort. Het wordt steeds meer duidelijk dat de inzet van enkel duurzame elektrische bronnen (zonnepanelen en wind) een onmogelijk uitdaging op de benodigde ruimte zou stellen. De combinatie met collectieve warmte is daarin eerder noodzaak dan keus. 1.5. Zon en wind geven geen constante basis maar hebben piekmomenten Er worden her en der in Nederland ook al nul-op-de-meter woningen gebouwd. Dat zijn huizen die, over een heel jaar gezien, meer energie opwekken dan ze verbruiken. Op koude winterdagen met weinig zon hebben deze woningen ook nog gewoon elektriciteit nodig van het netwerk. De verwachting is dat er in de toekomst wel betaalbare vormen van opslag op de markt komen. Dat is op dit moment nog niet het geval. 1.6. Energieneutraal in 2050 is een heldere ambitie Hoewel deze ambitie nog ver in de toekomst ligt is het een duidelijk doel. Door de weg hiernaartoe uit te stippelen ontstaat er helderheid en kunnen stakeholders zich verbinden aan deze uitdaging. 1.7. Werkgelegenheid neemt toe Ook van uit sociaal economisch oogpunt (zekerheid van energie en werkgelegenheid) biedt de transitie naar een energie neutrale gemeente perspectief. De verduurzamingsopgave leidt tot nieuwe economische impulsen. De bouwsector kan een groter aandeel krijgen in de transformatieopgave voor woningbouw. Dan moeten ze zich wel door ontwikkelen om in te 2
kunnen spelen op het toepassen van hoogwaardig isoleren en het installeren van energiezuinige installaties. 1.8. Keuzes energie-infrastructuur hangen samen met investeringen in de infrastructuur Als we massaal elektrisch gaan verwarmen en onze opgewekte energie terugleveren aan het net moet er veel in het elektriciteitsnet geïnvesteerd worden, omdat het net dat nu niet aankan. In onze gemeente is Stedin daar de verantwoordelijke partij voor. De financiële consequenties voor het all electric maken van een wijk moet verder uitgezocht worden. Het aanleggen van een warmte net heeft echter ook financiële consequenties en ook dat vergt aanpassingen in woningen en de infrastructuur die geld kosten. Kanttekeningen 1. Afhankelijk van hogere overheden en het handelen van lokale stakeholders Er zijn prikkels nodig die het aantrekkelijk maken om op een duurzame manier met warmte om te gaan. Dit vraag om anders denken, lef en lange termijn visie van verschillende partijen, waaronder het Rijk maar ook van lokale stakeholders. Op dit moment is het voor een particulier meestal (nog) geen sluitende business case om de eigen woning te renoveren naar energie neutraal. Bij het definiëren van het einddoel energieneutraal in 2050 moet men er van bewust zijn dat het bereiken ervan afhankelijk is van factoren die we niet zelf in de hand hebben. Te denken valt aan: - De mate waarin hogere overheden beleid formuleren wat ondersteunend is aan de energietransitie. - De mate waarin stakeholders in de lokale gemeenschap (onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties) meedoen. - Het budget en de capaciteit die beschikbaar is. 2. Kiezen voor een hogere ambitie door 2050 naar voren te halen is op dit moment niet realistisch Een hogere ambitie dan in 2050 energieneutraal is op dit moment niet realistisch. Het all electric maken van een woning kost op dit moment minimaal 60.000 euro. Uiteraard hangen de daadwerkelijke kosten af van de grote en de huidige status van de woning. Voor het aansluiten van een woning op het warmte net wordt op dit moment gerekend met een investering van 3.000-15.000 euro. Beide bedragen staan los van investeringen die gedaan moeten worden in de infrastructuur. Financiën Bij de kadernota zal er extra geld gevraagd worden voor de uitvoering van het stappenplan. Ook zal er extra ambtelijke capaciteit aangetrokken moeten worden om meters te kunnen maken in deze energietransitie. Communicatie - Uitvoering Stappenplan noodzakelijk om ambitie te verwezenlijken Met deze energietransitie gaan we van een generiek systeem naar maatwerk, waarbij partijen afhankelijk van de kansen van het gebied kiezen voor een optimaal alternatief. Om 3
concrete stappen te kunnen maken zullen we dus op wijkniveau moeten kijken naar de meest logische oplossing. Dat doen we op basis van de routekaart (bijlage 1) en de gegevens van de warmte koude kaart van onze gemeente. Ook moet de ruimtelijke impact van de energie opgave inzichtelijk worden gemaakt en moet er gekeken worden naar koppelingen in het vervangen van de huidige infrastructuur. Zo ontstaat een eerste denkrichting die later in het proces besproken moet worden met de inwoners van de betreffende wijk. Tot slot moeten de investeringskosten inzichtelijk gemaakt worden. Zo kan per wijk en zelfs op gebouwniveau gekozen worden voor de meest efficiënte maatregel of combinatie van maatregelen. Daarmee ontstaan de eerste contouren van een stappenplan om tot een energieneutrale gemeente in 2050 te komen. Uitwerking in stappenplan sluit aan bij RoadMap Next Economy Het verder concretiseren van het routeplan draagt bij aan de concretisering van het transitiepad Smart Energy Delta uit de RoadMap Next Economy. Concrete projecten die voortkomen uit ons stappenplan kunnen vervolgens worden toegevoegd aan het Investeringsprogramma van de MRDH. Samenwerking doen we daar waar deze het meest effectief is Onze huidige regionale samenwerking richt zich op de MRDH. Voor sommige onderdelen van de energietransitie kan het wenselijk zijn om de samenwerking te zoeken bij de gemeente Krimpenerwaard. Dit kan een eerste (re)actie zijn naar aanleiding van de Strategische Visie Krimpenerwaard waar de energietransitie één van de acht benoemde thema s is. Gemeente Krimpenerwaard werkt op haar beurt op het gebied van de energietransitie samen met de ODMH. Nadere toelichting Routeplan Bij dit advies is het Krimpense routeplan gevoegd (bijlage 1). Het routeplan is opgebouwd uit drie onderdelen: de huidige situatie, de energievraag en aanbod in 2050 en het energieaanbod in 2050. De waarden bij zon, hernieuwbaar gas en biomassa staan eigenlijk vast. Aan de overige knoppen kunnen we draaien in de keuzes die we maken. 1. Huidige situatie Als we het hebben over energie gaat het enerzijds om warmte en anderzijds om elektriciteit. De cijfers geven alle energie die in de gemeente wordt gebruikt weer. Dat is inclusief mobiliteit, industrie en landbouw maar exclusief de energie die nodig is voor het produceren van goederen die in de gemeente gebruikt worden. 2. Energievraag We gaan uit van de landelijke doelstelling om in 2050 energieneutraal te zijn. In de totale energievraag in 2050 is al rekening gehouden met een gemiddelde energiebesparing. 3. Energieaanbod Om de toekomstige veranderende energievraag in te vullen zal er voldoende hernieuwbare elektriciteit, gas, warmte restwarmte en biomassa aangeboden moeten worden. Elektriciteit De vraag naar elektriciteit zal alleen maar toenemen. Auto s rijden steeds meer elektrisch. Individuele verwarming van woningen gebeurt grotendeel met elektriciteit in plaats van aardgas. Om voldoende gas te houden zal er van elektriciteit ook gas worden gemaakt. 4
(power to gas). Met de huidige stand van de techniek kunnen we deze elektriciteit met zon en wind opwekken. Zon en wind Zonnepanelen komen overal. Ieder gebouw zullen we moeten benutten om energie op te wekken. Binnen onze gemeentegrenzen zien wij geen ruimte voor zonnevelden. Naast zon hebben we dus ook wind nodig. Windmolens produceren veel energie en ze hebben minder last van de seizoenen dan zonnepanelen. We zien ruimte voor maximaal 3 MW wind energie binnen onze gemeentegrenzen. Ook dat is onvoldoende. Daarom zullen we buiten onze gemeentegrenzen energie op moeten wekken. De hoeveelheid daarvan is weergegeven in aantal windmolens op zee. Dat kunnen ook nieuwe technieken zijn. Duidelijk is in ieder geval dat we hierbij andere gemeenten nodig hebben. Collectieve warmte Woningen en gebouwen kunnen we met elkaar verbinden door een warmtenet. Dat net kan gevoed worden met geothermie en restwarmte. Op dit moment er is onvoldoende restwarmte binnen onze gemeente grenzen aanwezig en staan wij niet op het tracé van de warmte rotonde. Daarom gaan we er vanuit dat we alle warmte uit de bodem moeten halen. Mogelijk dat geothermie een oplossing is. Daarbij wordt heet water gepompt uit de diepe aardlagen (dieper dan 3 km) omhoog. Individuele warmte Individuele verwarming gebeurt met elektrische warmtepompen (via de bodem of de buitenlucht), met hout in gesloten pelletkachels en zonnecollectoren. Bij grotere gebouwen kunnen warmtepompen ook gevoed worden met warmte-koude opslag systemen in de bodem (200 meter diep). (Hernieuwbaar) gas De biogas potentie van onze gemeente is nihil. Groen gas zal worden ingezet waar hoge temperatuur warmte nodig is, waaronder in de maakindustrie. De resterende vraag naar gas kan worden ingevuld met power to gas en door een (beperkte) inzet van aardgas. Biomassa De biomassa potentie van onze gemeente is beperkt. Biomassa is nodig voor de productie van biobrandstof voor de transportsector en het bijstoken van hout voor het verwarmen van gebouwen (pelletkachel). Bijlagen 1. Routeplan energie Krimpen aan den IJssel 2. Raadsmemo 5