Merken salmoniden Haringvliet 2006

Vergelijkbare documenten
Onderzoek Migratie Snoekbaars

Onderzoek Migratie Snoekbaars

Sterfte van migrerende zalmsmolts bij de stuw en waterkrachtcentrale

Migratie van salmoniden naar het binnenwater met nadruk op de intrek via de Haringvlietsluizen en de vervolgmigratie op de Maas

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever

Eindverslag. De glasaalcollector, een innovatieve maatregel voor monitoring en herstel van de glasaalintrek: pilotgebied Delfland.

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar

Telemetrisch onderzoek naar de migratie van brasem in de Maas, 2009/2010

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen

Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Rapportnummer C094/08 1 van 8

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart

IMARES Wageningen UR. Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Rapportnummer C140/09 1 van 9

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk

Innovatief visonderzoek: Tussen fuik en digitaal.

Hydraulische evaluatie vispassages "Meele" en "Wijhe"

Vismigratie via de vispassage bij Grave, voorjaar 2007

Actuele ontwikkelingen Kier Haringvliet en trek van salmoniden. André Breukelaar. Rijkswaterstaat

Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk. Terugvangproef bot en tarbot 2018

Migratiemogelijkheden voor trekvissen

Onderzoek naar het migratiegedrag van de Atlantische steur (Acipenser sturio) in de Rijn

Ultrasone bestrijding blauwalg - effecten op vis

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge

4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO

Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2018

edna als alternatief voor de Passieve Vismonitoring

Geautomatiseerde monitoring van vismigratie door de vispassage bij de Bieberg (NB), 2006

Bijlagenrapport 6 Hidrostalpompen

De Kier, opening van de Haringvlietdam een belangrijke verbetering voor de ecologische status van de Rijn. André Breukelaar.

Vismigratie Vismonitoring in grote rivieren

Bijlagenrapport 4 Centrifugaalpompen

Rapport Hengelvangstregistratie 2009 SNOEKBAARS. Volkerak Zoommeer Bathse Spuikanaal Schelde-Rijnkanaal

Fint in rivieren en IJsselmeer

Bathse spuikanaal zuid (Volkerak-Zoommeer)

Vismonitoring in grote rivieren

Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen

Snoekbaars Sander lucioperca L.

PILOT studie edna grote rivieren

RIJKSINSTITUUT VOOR VISSERIJONDERZOEK

2 Materiaal en methode

Verslag Vissennetwerk 19 mei 2016 Thema: Het Haringvliet, de Kier en vismigratie

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer:

MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012

IMARES Wageningen UR. Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november 2012

Biomassaschatting van de pelagische visstand in het Veerse Meer, mei 2006

week mei 2012 C

Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2015

Rapport Hengelvangst registratie 2011 SNOEKBAARS. Volkerak Zoommeer Bathse Spuikanaal Schelde-Rijnkanaal

Vismigratie onder het kanaal

Bijlagenrapport 3 Vijzels; faunapomp

Rapport Hengelvangstregistraties Volkerak-Zoommeer en kanalen

Vismonitoring in grote rivieren

Monitoring vispassages Peizerdiep en Dwarsdiep met behulp van PIT telemetrie

Uitzetten en onttrekken van aal en schubvis

Verbindingen voor vis

Zoet-zout Nieuwsbrief over zoet-zoutvraagstukken

Bijlagenrapport 9 Open schroefpompen

Aanvraag IBAN. P" Ja > Vul uw deelnemernummer in r Nee> U kunt geen aanvraag doen

Vismigratie Afsluitdijk

Werkplan ten behoeve de biologische monitoring vispassage Oranjesluizen te Schellingwoude

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden -

Migratie door een temporele nevengeul en habitatgebruik door vissen in de Itterbeek. Arthur de Bruin

Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact)

Document over visgeleiding bij waterkrachtcentrales in Nederland in het riviersysteem van Rijn en Maas

Rapport Hengelvangst registratie 2012 SNOEKBAARS. met registratie van bijvangsten. SNOEK en BAARS

Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten

Rapport Hengelvangstregistratie 2016 SNOEKBAARS. met registratie van bijvangsten. SNOEK en BAARS

WL delft hydraulics. Efficiëntere vismigratie bij vistrappen en kunstwerken. Rijkswaterstaat RIZA. Opdrachtgever:

Rapport Hengelvangst registratie 2013 SNOEKBAARS. met registratie van bijvangsten. SNOEK en BAARS

Voorstel bijvangstenregeling

IMARES Wageningen UR. Evaluatie van de vistrappen in de Nederrijn Lek. Rapportnummer C064/10 1 van 38. dr. ir. H.V. Winter.

HINDERNISSEN VOOR DE VISTREK IN DE MAAS VAN DE MONDING TOT DE CHIERS Knelpunten in rood en toegangen naar leefgebieden in groen

Vleermuizen MOB Ulicoten Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen

Noord-Zuidrelaties Rijn-Maasmonding. Onderdeel van de Systeemanalyse Rijn-Maasmonding

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem

Experimentele inventarisatie van visschade bij gemalen

1) Bijsluiter betrekkingslijnen 2013_2014 geldigheidsbereik 1 november oktober 2014

3D telemetrie onderzoek naar schieraalmigratie bij maal- en spuicomplex IJmuiden.

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water

Snoekbaars en ecologisch herstel

18 november 2004 Vissennetwerk. Vierde bijeenkomst vissennetwerk staat in het teken van vismigratie Vis leeft!

EINDRAPPORT TESTFASE PROJECT VISVRIENDELIJK SLUISBEHEER AFSLUITDIJK EN HOUTRIBDIJK

Deelnemende Vissers Rotgans/Bakker Schilder/Smit Last Klop. Rapportage door; Arjan Heinen Adviseur visserijbeheer bij de Combinatie van Beroepsvissers

Waterbodemsanering Biesbosch

Onderzoek naar het voorkomen van grote bosmuis bij Ter Apel 2014

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: Kenmerk: /not02 Status: Definitief Opsteller: J.

NATIONALE AAL MANAGEMENTSPLANNEN BINNEN DE EU

Samenvatting. Samenvatting

Bijlagenrapport 10 Visvriendelijke hidrostal en Amarex KRT(D)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Werkgroep Gezonde Paling

v a n b r o n t o t m o n d i n g

Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009

Rapport Monitoring Bijvangst Krabbenvisserij IJsselmeer

Postbus EK Den Haag. Handtekening: Datum: februari 2003

Het verzoek om bijzondere waarnemingen is verstuurd aan de waterschappen zoals weergegeven in tabel 1. Waterschap Reactie Waarnemingen

Kenmerkende waarden. Getijgebied Datum 22 juli 2013

edna en monitoring van trek- en estuariene vissen in het NZK Bas van den Boogaard & Martijn Dorenbosch

Naar een artikel van Fukada (1960), bewerkt door Hans van der Rijst

Transcriptie:

Merken salmoniden Haringvliet 2006 VA2006_25 24 november 2006 Door: Ir. F.T. Vriese & J.C.A. Merkx

Statuspagina Statuspagina Titel Merken salmoniden Haringvliet 2006 Samenstelling VisAdvies BV Vondellaan 14 3521 GD Utrecht KvKnr. 30207643 0000 Telefoon 030-285 10 66 E-mail info@visadvies.nl Homepage http://www.visadvies.nl Opdrachtgever RWS Directie Zuid-Holland Projectbegeleider A.W. Breukelaar (RWS-RIZA) Project(nr.) RWS Onderzoek naar vismigratie (ZHAO 17060064) Auteur(s) Ir. F.T. Vriese (contactpersoon) E-mailadres vriese@visadvies.nl Aantal pagina s 31 Trefwoorden Zalm, zeeforel, telemetrie Versie 1 Projectnummer VA2006_25 Datum 24 november 2006 Bibliografische referentie: Vriese, F.T & J.C.A. Merkx. 2006. Merken salmoniden Haringvliet 2006. VisAdvies BV, Utrecht. VA2006_25. 31 pag. 2006 VisAdvies BV Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyright houder(s). VisAdvies B.V. is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van VisAdvies BV; opdrachtgever vrijwaart VisAdvies BV van aanspraken van derden in verband met deze toepassing. VisAdvies BV

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave...1 1 Inleiding...2 1.1 Algemeen...2 1.2 Doelstelling...3 2 Uitvoering...4 2.1 Algemeen...4 3 Beschrijving en evaluatie van het veldwerk...7 4 Overzicht van de merkresultaten...9 4.1 Totale vangsten per soort...9 4.2 Groottestructuur per soort...9 5 Interpretatie van de vangsten....11 6 Aanbevelingen...14 7 Gebruikte literatuur...15 Bijlage I Gegevens per gemerkte vis Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden VisAdvies BV

Inleiding 1 Inleiding 1.1 Algemeen Het merken van de salmoniden (zalm en zeeforel) heeft als doel de nulpuntsituatie van het intrekmoment vanuit de voordelta door de Haringvlietdam vast te leggen. In januari 2008 wordt het spuibeheer veranderd waarbij enkele sluisdeuren gedurende eb en vloed (beperkt) open blijven (sluisbeheer volgens alternatief de Kier ). De verwachting is dat de intrekmogelijkheden verbeteren. Om dit te toetsen wordt voor en na 2008 gekeken naar het exacte moment van intrek van salmoniden in relatie tot het spuibeheer. Daarnaast moet het onderzoek informatie opleveren over het migratiegedrag van vissen in het benedenrivierengebied. Om dit mogelijk te maken worden salmoniden voorzien van een transponder (implanteren in de buikholte) en wordt er een uitwendig merk, de zgn. VI-tag aangebracht in het doorzichtige weefsel achter het oog. De migratie van salmoniden wordt in beeld gebracht door de registraties van de geïmplanteerde dieren te volgen op de verschillende stations gelegen in Nederland en Duitsland (zie figuur 1 en tabel 1). Figuur 1. Ligging van de detectiestations VisAdvies BV 2

Inleiding Table 1. Namen en locaties van de detectiestations. Detectiestation Rivier(tak) of meer Locatie Start datum 2 IJssel Kampen 01-12-96 5 Spui Zuidland 01-12-96 6 Dordtsche Kil s-gravendeel 01-12-96 7 De Noord Alblasserdam 01-12-96 8 Beneden Merwede Boven Hardinxveld 01-12-96 9 Lek Nieuwegein 01-12-96 10 Waal Vuren 01-12-96 11 Bergsche Maas Capelse Veer (Dussen) 01-12-96 12 Grensmaas Stevensweert 01-12-96 13 Rijn Xanten (BRD) 22-05-97 14 Oude Maas Spijkenisse 03-11-97 15 Roer St. Odiliënberg 19-06-98 16 Sieg Menden (BRD) 01-07-98 19 IJsselmeer Den Oever 24-02-00 18 IJsselmeer Kornwerderzand 24-02-00 25 Maas Sambeek 21-09-00 23 Maas Balgoij 21-09-00 26 Maas Afferden 21-09-00 24 Maas Sambeek beneden stuw 01-10-01 22 Haringvliet Stellendam zuid 01-11-01 21 Haringvliet Stellendam noord 03-12-01 28 Maas Borgharen 10-10-01 27 Maas Itteren 01-05-03 K4 Maas Linne wkc 04-09-02 R2 Maas Linne vistrap 09-09-03 33 Maas Linne dorp 27-08-02 K2 Maas Alphen wkc 04-09-02 R1 Maas Alphen vistrap 09-09-03 32 Maas Lith dorp 27-08-02 31 Nederrijn Arnhem 24-02-05 30 Nederrijn Maurik 16-03-05 29 Nederrijn Hagestein 17-03-05 1.2 Doelstelling De doelstelling van het onderzoek is het implanteren van transponders in totaal 150 zalmen en/of zeeforellen, gevangen gedurende de fuikvisserijen in de voorjaars-, zomer- en najaarsperiode van 2006 ter hoogte van de Haringvlietdam. Aan de gezenderde vissen zal een aantal metingen uitgevoerd worden en zal lichaamsmateriaal (schubben en stukje vetvin) afgenomen worden voor leeftijdsbepaling en genetische analyse van soort en herkomst. VisAdvies BV 3

Uitvoering 2 Uitvoering 2.1 Algemeen Operatieprotocol Aan de basis van het implanteren van transponders staat het operatieprotocol in Vriese (1995), dat tot stand is gekomen door literatuuronderzoek en een uitgebreid laboratoriumonderzoek in het Viskweekcentrum Valkenswaard. In de loop der jaren (vanaf 1996 in de praktijk) zijn maar liefst een kleine duizend zalmen en zeeforellen gemerkt, in divers onderzoek voor RWS-RIZA / regionale directies RWS (migratieroutes van zeeforel (Vaate & Breukelaar, 2001); nulpuntsituatie Kier Haringvliet; vispassage onderzoek in de Maas). Het verkrijgen van zalm en zeeforel De passieve bevissing in de Voordelta van het Haringvliet is uitgevoerd door Visserijbedrijf M. de Visser met behulp van grote hokfuiken. Dit bedrijf vist in principe het hele jaar door op eerder genoemde locatie, afgezien van langdurige vorstperioden, perioden van hele hoge temperaturen en/of perioden met veel wind. De fuiken zijn tweemaal per week gelicht. Wanneer salmoniden onderdeel van de fuikvangst zijn, worden deze direct naar de Buitenhaven van Stellendam gebracht, alwaar de vissen werden opgeslagen. Opslag van de zalm en zeeforel Bij passieve bevissing is opslag van zalm en zeeforel gedurende enkele dagen noodzakelijk. Door het overwegend incidentele karakter van de vangsten is het niet altijd mogelijk om na de melding van een vangst, de volgende dag de vis te voorzien van een transponder. Voor de opslag is een grote vistank (2400 l) gebruikt, die continue werd voorzien van vers water door middel van een dompelpomp. De vistank staat op een ponton van RWS aan de zuidzijde van de Buitenhaven en is afgesloten met een hangslot. Gedurende het project hebben vissen niet langer dan 2 dagen in opslag gezeten. Registratie van viskenmerken Alle voor het onderzoek belangrijke kenmerken (vangstmoment, vork- en totaalengte, gewicht, nummer van de transponder en nummer van de VI-tag en eventuele bijzonderheden) zijn door het onderzoeksteam geregistreerd. In de eerste 2 weken van het onderzoek is verzuimd de vorklengte van de salmoniden te meten. Tevens zijn schubmonsters en materiaal voor DNA onderzoek verzameld. In de rest van de looptijd van het project zijn alle waarnemingen verder correct uitgevoerd. Implantatie van de transponders Voor het implanteren van de transponders in de salmoniden is gebruik gemaakt van het operatieprotocol (Vriese, 1995) dat hiertoe speciaal is ontwikkeld. Zoals eerder opgemerkt blijkt het mogelijk in een proefsituatie vissen (met een lengte van tenminste 39 cm) te voorzien van een transponder zonder enige mortaliteit. In overleg met de opdrachtgever is besloten om als minimumlengte een lengte van 45 VisAdvies B.V. 4

Uitvoering cm aan te houden of een gewicht van 1 kilogram, ook indien kleine transponders gebruikt worden. In de praktijk zal het vangen van de vis en eventueel het in opslag houden een aanslag betekenen op de conditie, als gevolg waarvan toch rekening gehouden moet worden met enige sterfte. In de looptijd van dit onderzoek hebben zich echter geen sterfgevallen van salmoniden voorgedaan. In grote lijnen verloopt de implantatie van de transponders als volgt: de vis wordt in verdovingsstadium 3 gebracht door toepassing van een oplossing van benzocaïne, waarvan de concentratie afhankelijk is van de grootte van de vis en de temperatuur van het water. Vervolgens wordt de vis in de daarvoor ontwikkelde operatieopstelling gebracht, waarna het life-support systeem wordt aangesloten. Semi-steriel werkend (steriele doeken, handschoenen en operatiemateriaal) wordt een incisie (lengte 3-4 cm) langs de linea alba gemaakt tussen borst- en buikvinnen, er voor zorg dragend dat de inwendige organen niet worden beschadigd. Na een inwendige controle wordt vervolgens de steriele transponder in de buikholte aangebracht. De incisie wordt door het aanbrengen van een viertal afzonderlijke hechtingen (Vicryl 3/0, 2/0 of 0/0 FS-1 Ethicon, afhankelijk van de grootte van de vis) gesloten. Hierbij worden huid en spierweefsel tegelijk gehecht. Belangrijk is dat de incisieranden goed aansluiten en dat de hechtingen voldoende strak worden gelegd. Voor details met betrekking tot onder meer de implantatie wordt verwezen naar Vriese (1995). Na de operatie kan de vis gedurende enige tijd herstellen in de vistank. Bij het vertonen van normaal gedrag zijn de gemerkte vissen benedenstrooms van de Haringvlietdam in de Voordelta uitgezet. Normaliter was hiervoor inzet van vaartuigen van VisAdvies noodzakelijk. In 2006 zijn de medewerkers van VisAdvies op uitstekende wijze geholpen door een aantal plaatselijke sport- en beroepsvissers, te weten de heren Van Leeuwen, Stroo en de familie Seters. Zij waren op elk moment bereid een helpende hand toe te steken en zorgden ervoor dat de salmoniden met hun vaartuigen op de beste uitzetlocatie konden worden gebracht, zelfs bij verhoudingsgewijs zwaar weer. Het uitwendige merk Teneinde de vis uitwendig herkenbaar te maken is gebruik gemaakt van VI (Visible Implant)-tags. Het betreft een biocompatible kunststof alfanumeriek merk dat door middel van een speciale injector wordt aangebracht onder het doorzichtige weefsel van het ooglid (vlak achter en iets boven het oog) van de vis. Daar relatief grote vissen worden gemerkt, is de grootste maat VI-tag toegepast. Dit merk is redelijk opvallend, terwijl de retentie zonder meer goed te noemen is (de VI-tag is oorspronkelijk ontwikkeld voor het merken van dergelijke volwassen salmoniden). Ruchtbaarheid aan merkactie Via diverse kanalen (Website VisAdvies, RWS-nieuwsbrief, hengelsportbladen, directe benadering van beroeps- en sportvissers op de locatie etc.) is ruchtbaarheid gegeven aan het onderzoek. Dit om een goede bekendheid van de actie te verkrijgen, waarmee de kans is gemaximaliseerd dat eventueel door derden gevangen gemerkte vis weer wordt teruggezet en gemeld bij de uitvoerende instanties. Gedurende de looptijd hebben er geen terugmeldingen plaatsgevonden. VisAdvies B.V. 5

Uitvoering Wettelijke aspecten Voor het onderzoek zijn de benodigde vergunningen, toestemmingen en ontheffingen geregeld, voor zover noodzakelijk. Het betreft: plaatsen opslagtank; opstellen proefplan DEC; Inlichten AID en RWS over visserijactiviteiten; Ontheffing aanvragen bepalingen visserijwetgeving voor de vangst van zalm en zeeforel. VisAdvies is geregistreerd als onderzoeksinstituut in het kader van de wet op de dierproeven (WOD). De betrokken medewerkers hebben artikel 12 en artikel 9 bevoegdheden in de zin van het Dierproevenbesluit. VisAdvies B.V. 6

Beschrijving en evaluatie van het veldwerk 3 Beschrijving en evaluatie van het veldwerk De veldwerkzaamheden zijn aangevangen in week nummer 15. Op 12 april zijn de eerste 7 vissen gemerkt. In de 2 e helft van april werden er geen salmoniden meer gevangen, hoewel de condities voor vangst goed waren te noemen (redelijk veel afvoer en westenwind). Pas in de 2 e week van juni werden er weer vissen gevangen. Gedurende de maand juni bleven de vangsten goed. De laatste vissen van het voorjaar/zomer werden gevangen in de eerste week van juli. In de rest van de maand juli, in augustus en september werden in het geheel geen salmoniden in de fuiken aangetroffen. In de warmste zomerweken zijn de fuiken, vanwege overmatige aangroei, verwijderd. In de tweede week van oktober werden weer beperkte aantallen salmoniden gevangen (in totaal 5 exemplaren). Daarna zijn er tot eind november geen vangsten van salmoniden meer gedaan. Over het algemeen is het veldwerk prima verlopen. Dit was mede te danken aan de inzet van de eerder genoemde sport- en beroepsvissers. Een enkele keer is de pomp die de tank op het ponton voorziet van vers water, door stroomstoring buiten werking geraak. Een keer is dit zelfs opzettelijk veroorzaakt. Na de zomer bleek de onderste afsluitklep van de tank defect. Niet duidelijk is of vandalisme hiervan de oorzaak was; in ieder geval leek de klep geforceerd. Als gevolg hiervan hebben medewerkers van VisAdvies wat vaker naar de locatie moeten afreizen om herstelwerkzaamheden uit te voeren, waarmee de beschikbare hoeveelheid arbeid in het project onder druk kwam te staan. In de tweede helft van juni is, door een communicatiefout de voorraad aan VI-tag opgeraakt als gevolg waarvan 16 vissen niet voorzien konden worden van een VI-tag. In totaal zijn er 3 vissen dood aangetroffen in de tank op het ponton. Op 14 juni betrof het één exemplaar van ongeveer 50 cm lengte, zonder waarneembare oorzaak gestorven (wellicht inwendig beschadigd bij het lichten van de fuik). Op donderdag 8 juli zijn twee dode exemplaren aangetroffen in de tank. Deze vissen waren eerder op 6 juli in de tank gedaan; toen bleek echter de elektriciteitsvoorziening onderbroken waardoor er geen water door de tank stroomde en de vissen als gevolg van zuurstofgebrek en warmte zijn overleden. In totaal zijn twee gemerkte vissen teruggezien in de tank op het ponton (terugvangsten). Het betrof de vis met transpondernummer 2035 gemerkt op 8 juni en teruggezien op 21 juni en de vis met transpondernummer 2044 gemerkt op 14 juni en teruggezien op 29 juni in de tank. Deze vissen zijn, in goede conditie, weer opnieuw uitgezet. Voor het overige was het opvallen dat de salmoniden in het begin van het seizoen in aanzienlijke mate aangedaan waren door bloedzuigers. Bij de betreffende vissen zijn deze zo veel mogelijk verwijderd tijdens de merkprocedure. Verder bleek één vis (een zalm) met zekerheid afkomstig van een merkprogramma van de Sieg. De vis had een gele Floy tag met nummer 0993 in de rugmusculatuur. Ook deze vis was ernstig aangedaan door bloedzuigers en was erg mager. De Floy tag was overigens nog zeer goed bevestigd, waarbij er geen tekenen waren van ontsteking o.i.d. Op de VisAdvies B.V. 7

Beschrijving en evaluatie van het veldwerk tweede merkdag 19 april is nog een zalm aangetroffen met een vetvinamputatie. De herkomst van deze vis kon niet met zekerheid worden achterhaald. Het is niet onwaarschijnlijk dat deze ook uit een Duits uitzettingsprogramma komt. VisAdvies B.V. 8

Overzicht van de merkresultaten 4 Overzicht van de merkresultaten 4.1 Totale vangsten per soort In bijlage I wordt een overzicht gegeven van de gegevens per gemerkte vis. In totaal zijn 57 salmoniden tot en met eind november 2006 gemerkt. Het betrof 12 zalmen en 45 zeeforellen, volgens de determinaties in het veld. In bijlage II wordt een overzicht gegeven van de gemaakte foto s van de vissen. 4.2 Groottestructuur per soort Zalm Van de 12 gevangen zalmen is een lengte-frequentieverdeling gemaakt, weergegeven in onderstaande figuur (figuur 2). Aantal zalmen gemerkt in 2006 10 9 8 7 Aantal 6 5 4 3 2 1 0 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 Lengte (cm) Figuur 2. Lengte-frequentieverdeling van de in 2006 gevangen en gemerkte zalmen Doordat er zo weinig individuen zijn gevangen, kunnen er geen uitspraken worden gedaan over jaarklassen enz. Wel is duidelijk uit de figuur dat er zowel 1-SW(sea winter) vissen met een lengte rond de 60 cm als 2-SW vissen met een lengte rond de 80 cm aanwezig zijn. Hoe oud deze vissen precies zijn en of ze al eens eerder hebben gepaaid kan alleen worden afgeleid uit een microscopische analyse van de genomen schubben. Zeeforel In de figuur op de volgende pagina is de lengte-frequentieverdeling weergegeven van de 45 gevangen zeeforellen. VisAdvies B.V. 9

Overzicht van de merkresultaten Aantal zeeforellen gemerkt in 2006 Aantal 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 Lengte (cm) Figuur 3. Lengte-frequentieverdeling van de in 2006 gevangen en gemerkte zeeforel Duidelijk in de figuur is dat er een aanzienlijke groep vissen met een lengte rond de 50 cm aanwezig is. Het betreft hier zeer waarschijnlijk 1-SW vissen. Voor de rest zijn er een beperkt aantal grotere dieren gevangen (2-SW vissen) en zelfs een exemplaar van 92 cm, zijnde waarschijnlijk een 3-SW vis. Ook hiervoor geldt dat dit alleen met zekerheid is te zeggen aan de hand van een schubbenanalyse. VisAdvies B.V. 10

Interpretatie van de vangsten. 5 Interpretatie van de vangsten. Na het slechte vangstjaar 2005, kenmerkt 2006 zich eveneens als een vangstjaar met een vreemd verloop. Al vroeg in het seizoen dienen zich de eerste vissen aan, in aantallen die de verwachting wekken dat het een heel goed vangstjaar gaat worden. In de eerste week in april worden 7 vissen gevangen. In die week daarna 6 vissen. In deze 2 weken worden verhoudingsgewijs veel zalmen aangetroffen. Vervolgens stoppen de vangsten. In de rest van de maand april en in de hele maand mei worden er in het geheel geen salmoniden gevangen, hetgeen zeer ongebruikelijk mag worden genoemd. Pas relatief laat, in juni, komen de vangsten weer op gang. De maand juni kenmerkt zich als een goede maand qua aantallen salmoniden in de vangst. Door deze goede vangsten ontstaat de verwachting dat de vangsten in de maand juli ook wel goed zullen zijn, net zoals in andere goede jaren. Echter, in de eerste week van juli worden de laatste vissen gevangen van voorjaar/zomer 2006. Niet uit te sluiten is dat de uitzonderlijk warme zomer er debet aan is dat de intrek van salmoniden zo snel is gestopt. Echter, heel waarschijnlijk is het niet. In al die jaren dat er bij het Haringvliet al salmoniden worden gevangen, is het vaker zo dat het merken moet stoppen omdat de condities om de vis te opereren niet goed meer zijn (te warm) of omdat de vissen te snel beschadigen in de fuiken door hoge activiteit, terwijl er toch nog aanbod blijft van salmoniden. Niet uit te sluiten is dat de voedselsituatie in de voordelta invloed heeft op de aanwezigheid van salmoniden (en dan met name zeeforel) ter plaatse. Salmoniden foerageren ter plaatse op grote scholen sprot en jonge haring, die op hun beurt weer afkomen op voedsel in het zoete water dat door de Haringvlietsluizen wordt geloosd. In de figuren op de volgende pagina s is de lengte-gewichtsrelatie en de conditie voor zalm en zeeforel uitgezet. Zalm In de figuur op de volgende pagina (figuur 4) is de lengte en het gewicht van de in 2006 gevangen zalmen uitgezet tegen de lengte-gewicht (L-G) relatie van zalm (paarse lijn in grafiek). Deze L-G relatie is tot stand gekomen op basis van metingen van lengte en gewicht aan alle gevangen zalmen in alle projecten met salmoniden in het verleden uitgevoerd door de OVB en door VisAdvies. Door de puntenwolk van de dieren gevangen in 2006 (lengtes met bijbehorende gewichten) is vervolgens een kwadratische trendlijn getrokken (zwarte lijn in figuur 4). Te zien valt dat de trendlijn op basis van de metingen aan dieren in 2006 exact op de lijn van de L-G relatie ligt. Met andere woorden, de gevonden waarden in 2006 corresponderen in hoge mate met die in de overige jaren. Dit wordt bevestigd door figuur 5, waarin de conditie van de gevangen zalmen is weergegeven. Te zien valt dat het merendeel van de zalmen een normale conditie heeft (tussen 0.9 1,1, groen gearceerd in de grafiek). Een tweetal dieren heeft een enigszins slechtere conditie (< 0,9), terwijl een viertal dieren een goede conditie heeft (> 1,1). Een trendlijn door de puntenwolk is praktisch horizontaal en een fractie boven de waarde 1, van de normconditie. Voor wat betreft zalm zijn er dus geen VisAdvies B.V. 11

Interpretatie van de vangsten. verschillen tussen de dieren gevangen in 2006 en dieren gevangen in voorgaande jaren. Lengte-gewicht zalm 2006 Gewicht (g) 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Lengte (cm) Figuur 4. Lengte en gewicht van de in 2006 gevangen zalm t.o.v. L-G relatie Conditie zalm 2006 Conditie 1,4 1,3 1,2 1,1 1 0,9 0,8 0,7 0,6 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Lengte (cm) Figuur 5. Conditie van zalm gevangen in 2006 (licht groen gearceerd: normale conditie) Zeeforel De figuren 6 en 7 op de volgende pagina geven respectievelijk weer lengte en gewicht van de in 2006 gevangen zeeforel (met trendlijn) ten opzichte van de L-G relatie van zeeforel (net als van zalm, gebaseerd op metingen aan alle gevangen zeeforellen in voorgaande projecten) en de conditie van de zeeforel in 2006. In figuur 6 valt te zien dat de trendlijn op basis van de puntenwolk van dieren gevangen in 2006 aanzienlijk vlakker loopt dan de L-G relatie van zeeforel. VisAdvies B.V. 12

Interpretatie van de vangsten. Lengte-gewicht zeeforel 2006 14000 12000 10000 Gewicht (g) 8000 6000 4000 2000 0 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 Lengte (cm) Figuur 6. Lengte en gewicht van de in 2006 gevangen zeeforel t.o.v. L-G relatie Conditie zeeforel 2006 Conditie 1,4 1,3 1,2 1,1 1 0,9 0,8 0,7 0,6 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Lengte (cm) Figuur 7. Conditie van zeeforel gevangen in 2006 (licht groen gearceerd: normale conditie) In figuur 7 van de conditie van zeeforel is ook een trendlijn aangebracht. Duidelijk is te zien dat de conditie van de zeeforel afneemt met de lengte. De relatief grote groep van 1-SW dieren heeft een heel normale conditie (gemiddeld wel iets beter dan 1); het merendeel van de oudere en grotere dieren zit (op een paar uitzonderingen na) wel beduidend beneden de 0,9 en heeft dus een slechte conditie. De correlatie tussen lengte en gewicht voor de hele gegevensverzameling is -0,52. De relatief slechte conditie voor de grotere exemplaren zou kunnen worden verklaard door een geringere aanwezigheid van jonge sprot en haring in het kustgebied. Dat zalm hiervan mogelijk minder last heeft, kan worden verklaard uit het feit dat deze soort andere foerageergebieden heeft die verder van de kust op volle zee zijn gelegen. VisAdvies B.V. 13

Aanbevelingen 6 Aanbevelingen Inmiddels is een grote dataset over vangsten van salmoniden bij het Haringvliet beschikbaar; het verdient de aanbeveling deze nader te analyseren ten aanzien van diverse omgevingsfactoren. Hierbij kan gedacht worden aan abiotische factoren zoals afvoer door de Haringvlietsluizen, temperatuur en windrichting, maar juist ook aan biotische factoren zoals voedselbeschikbaarheid. Wellicht biedt de dataset van IMARES de zogenaamde DYF (Demersal Young Fish ) survey een mogelijkheid om op dit gebied iets te doen. Weliswaar is deze survey wat laat in het jaar (september), maar het is niet uitgesloten dat daarmee toch verbanden kunnen worden gelegd, voor wat betreft de talrijkheid van jonge vis in de zomer. Voor wat betreft DNA-materiaal en schubben van salmoniden is er de laatste jaren ook een aanzienlijke verzameling opgebouwd. Aan de hand van analyse van het DNA-materiaal zou kunnen worden uitgezocht of er in de afgelopen jaren verschuivingen zijn geweest in de samenstelling ervan, mogelijk door veranderingen in de uitzettingen in Duitsland of door meer natuurlijke voortplanting. Ook het analyseren ( lezen ) van de schubben is gewenst. Interessant is om te kijken naar de groeipatronen van bijvoorbeeld zeeforel in samenhang tot omgevingsfactoren. VisAdvies B.V. 14

Gebruikte literatuur 7 Gebruikte literatuur Bij de Vaate, A. & A.W. Breukelaar (eds.), 2001. De migratie van zeeforel in Nederland. Rijksinstituut voor Integraal Waterbeheer & Afvalwaterbehandeling, rapport nr. 2001.046. RIZA, Lelystad. Ministerie van V&W & Ministerie van LNV, 1991. Zalm terug in onze rivieren. De verbetering van de vismigratie in de Rijn, Maas en Overijsselsche Vecht. Vriese, 1995. Implantering van transponders in salmoniden. Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij, Nieuwegein. OVB-Onderzoeksrapport 1995-26, 59 p. VisAdvies B.V. 15

Bijlage I Gegevens per gemerkte vis Bijlage I Gegevens per gemerkte vis Nr. Datum Vanglocatie Vangtuig Transponder Soort Gew. (g) Vorkl. (cm) Tot.l. (cm) VI-tag Schub DNA Uitzettijd 1 12-4-06 HV FUIK 2065 ZA 3481-70 C76 J J 16:00 2 12-4-06 HV FUIK 2064 ZA 3846-76 C78 J J 16:00 3 12-4-06 HV FUIK 2068 ZF 2281-68 C79 J J 16:00 4 12-4-06 HV FUIK 2063 ZA 1839-66 C80 J J 16:00 5 12-4-06 HV FUIK 2066 ZF 2159-60 C81 J J 16:00 6 12-4-06 HV FUIK 2069 ZF 1990-61 C82 J J 16:00 7 12-4-06 HV FUIK 2067 ZA 2781-72 C83 J J 16:00 8 19-4-06 HV FUIK 2062 ZA 2405-66 C84 J J 15:00 9 19-4-06 HV FUIK 2061 ZA 3420-73 C85 J J 15:00 10 19-4-06 HV FUIK 2060 ZF 1516-56,5 C86 J J 15:00 11 19-4-06 HV FUIK 2057 ZF 1262-50,8 C87 J J 15:00 12 19-4-06 HV FUIK 2051 ZF 4826-77,3 C88 J J 15:00 13 19-4-06 HV FUIK 2059 ZA 5340-87 C89 J J 15:00 14 8-jun-06 HV FUIK 2042 ZF 1247 46,7 47,6 C77 J J 11:00 15 8-jun-06 HV FUIK 2049 ZF 3084 62,3 63,2 C90 J J 11:00 16 8-jun-06 HV FUIK 2048 ZF 1661 52,4 53,3 C91 J J 11:00 17 8-jun-06 HV FUIK 2040 ZF 1320 47,5 48,4 C92 J J 11:00 18 8-jun-06 HV FUIK 2053 ZF 1372 49,1 49,8 C93 J J 11:00 19 8-jun-06 HV FUIK 2037 ZF 1498 49,2 50,1 C94 J J 11:00 20 8-jun-06 HV FUIK 2036 ZF 1422 53,7 54,3 C95 J J 15:00 21 8-jun-06 HV FUIK 2035 ZF 1504 49,5 50,2 C96 J J 15:00 22 8-jun-06 HV FUIK 2034 ZF 1131 45,1 46 C97 J J 15:00 23 8-jun-06 HV FUIK 2052 ZF 1366 47,8 48,3 C98 J J 15:00 24 8-jun-06 HV FUIK 2055 ZA 5126 76,6 79,6 C99 J J 15:00 25 8-jun-06 HV FUIK 2056 ZF 6780 87,8 92,3 VI-TAGS OP! J J 15:00 26 14-jun-06 HV FUIK 2046 ZF 1203 46 47,1 VI-TAGS OP! J J 14:00 27 14-jun-06 HV FUIK 2047 ZF 1440 49,7 50,1 VI-TAGS OP! J J 14:00 28 14-jun-06 HV FUIK 2033 ZA 5336 77,6 81,3 VI-TAGS OP! J J 14:00 29 14-jun-06 HV FUIK 2044 ZF 4830 71,4 72,3 VI-TAGS OP! J J 14:00 30 21-jun-06 HV FUIK 2120 ZF 1076 45,1 46,4 VI-TAGS OP! J J 10:30 31 21-jun-06 HV FUIK 2028 ZF 1262 45,6 47,1 VI-TAGS OP! J J 10:30 32 21-jun-06 HV FUIK 2031 ZF 1273 47,9 49,3 VI-TAGS OP! J J 10:30 33 21-jun-06 HV FUIK 2030 ZA 1891 53,4 55,1 VI-TAGS OP! J J 10:30 34 21-jun-06 HV FUIK 2043 ZF 2811 58,6 60,1 VI-TAGS OP! J J 10:30 35 21-jun-06 HV FUIK 2029 ZF 1187 46,1 47,6 VI-TAGS OP! J J 10:30 36 21-jun-06 HV FUIK 2026 ZF 1877 51,2 51,6 VI-TAGS OP! J J 13:00 37 21-jun-06 HV FUIK 2027 ZF 1720 50,8 51,7 VI-TAGS OP! J J 13:00 38 21-jun-06 HV FUIK 2024 ZF 1426 49,2 50,9 VI-TAGS OP! J J 13:00 39 21-jun-06 HV FUIK 2023 ZF 1008 42,8 44,5 VI-TAGS OP! J J 13:00 40 21-jun-06 HV FUIK 2021 ZF 1105 45,5 47,1 VI-TAGS OP! J J 15:00 41 29-jun-06 HV FUIK 2119 ZF 1221 46,2 47,9 C28 J J 11:00 42 29-jun-06 HV FUIK 2117 ZF 1230 46 46,8 C29 J J 11:00 43 29-jun-06 HV FUIK 2116 ZF 1228 48,8 49,7 C31 J J 11:00 44 29-jun-06 HV FUIK 2118 ZF 1483 46,2 47,1 C32 J J 11:00 45 29-jun-06 HV FUIK 2126 ZA 1061 47,2 49,4 C33 J J 11:00 46 29-jun-06 HV FUIK 2124 ZF 1129 45,2 46 C35 J J 15:00 VisAdvies B.V. 16

Bijlage I Gegevens per gemerkte vis Nr. Datum Vanglocatie Vangtuig Transponder Soort Gew. (g) Vorkl. (cm) Tot.l. (cm) VI-tag Schub DNA Uitzettijd 47 29-jun-06 HV FUIK 2112 ZF 924 43,2 44,2 C36 J J 15:00 48 29-jun-06 HV FUIK 2125 ZF 1266 48,4 49,8 C37 J J 15:00 49 29-jun-06 HV FUIK 2113 ZF 1733 52,4 53,9 C38 J J 16:00 50 8-jul-06 HV FUIK 2092 ZF 964 44 45 C39 J J 12:00 51 8-jul-06 HV FUIK 2091 ZF 1054 44,5 46 C40 J J 12:00 52 8-jul-06 HV FUIK 2111 ZF 1237 48,3 49 C41 J J 12:00 53 10-okt-06 HV FUIK 2167 ZF 966 45,8 47,2 C59 J J 13:00 54 10-okt-06 HV FUIK 2169 ZF 1698 52,6 54,9 C58 J J 15:00 55 10-okt-06 HV FUIK 2154 ZF 1356 51,7 53,8 C56 J J 15:00 56 10-okt-06 HV FUIK 2165 ZF 3266 73,1 72 C55 J J 15:00 57 10-okt-06 HV FUIK 2140 ZA 4290 75,9 79,4 C54 J J 15:00 VisAdvies B.V. 17

Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Merkdatum 8 juni 2006. Onder de foto is het transpondernummer weergegeven 2042 2042 Geen foto beschikbaar 2049 2049 2048 2048 VisAdvies B.V. 18

Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Merkdatum 8 juni 2006. Onder de foto is het transpondernummer weergegeven 2040 2040 2053 2053 2037 2037 VisAdvies B.V. 19

Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Merkdatum 8 juni 2006. Onder de foto is het transpondernummer weergegeven 2036 2036 2035 2035 2034 2034 VisAdvies B.V. 20

Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Merkdatum 8 juni 2006. Onder de foto is het transpondernummer weergegeven 2052 2052 2055 2055 2056 2056 VisAdvies B.V. 21

Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Merkdatum 14 juni 2006. Onder de foto s is het transpondernummer weergegeven 2046 2046 2047 2047 2033 2033 VisAdvies B.V. 22

Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Merkdatum 14 juni 2006. Onder de foto s is het transpondernummer weergegeven 2044 2044 VisAdvies B.V. 23

Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Merkdatum 21 juni 2006. Onder de foto s is het transpondernummer weergegeven 2120 2120 2028 2028 2031 2031 VisAdvies B.V. 24

Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Merkdatum 21 juni 2006. Onder de foto s is het transpondernummer weergegeven 2030 2030 2043 2043 2029 2029 VisAdvies B.V. 25

Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Merkdatum 21 juni 2006. Onder de foto s is het transpondernummer weergegeven 2026 2026 2027 2027 2024 2024 VisAdvies B.V. 26

Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Merkdatum 21 juni 2006. Onder de foto s is het transpondernummer weergegeven 2033 2033 2021 2021 VisAdvies B.V. 27

Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Merkdatum 29 juni 2006. Onder de foto s is het transpondernummer weergegeven 2119 2119 2117 2117 2116 2116 VisAdvies B.V. 28

Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Merkdatum 29 juni 2006. Onder de foto s is het transpondernummer weergegeven 2118 2118 2126 2126 Geen foto beschikbaar Geen foto beschikbaar 2124 2124 2112 2112 VisAdvies B.V. 29

Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Merkdatum 29 juni 2006. Onder de foto s is het transpondernummer weergegeven 2125 2125 2113 2113 Niet gemerkt Niet gemerkt VisAdvies B.V. 30

Bijlage II Foto s van gevangen salmoniden Merkdatum 29 juni 2006. Onder de foto s is het transpondernummer weergegeven Niet gemerkt Niet gemerkt VisAdvies B.V. 31

VisAdvies BV Vondellaan 14; 3521 GD Utrecht tel.nr. 030 285 10 66 K.V.K. 30207643 0000; ABN-AMRO: 40.01.19.528 VisAdvies B.V. 32