CO 2 -uitstootrapportage 2011

Vergelijkbare documenten
CO 2 -uitstootrapportage 2010

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO 2 -uitstoot rapportage 2009

CO 2 -uitstoot gemeente Delft

CO 2 -uitstoot 2011 gemeente Delft

Expertbijlage CO 2 -uitstootrapportage 2011

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste helft 2018 Takke Groep

CO 2 -uitstoot rapportage 2006, 2007 en 2008

Gemeente Delft. Doc./bijlage. Pft^unthr

Expertbijlage CO 2 -uitstootrapportage 2013

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste helft 2016 Takke Groep

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Rapport. Klimaatvoetafdruk 2010 van Van Vessem & Le Patichou. (openbare versie)

3.C.1 Communicatie over de voortgang van CO 2 bij Prins Bouw.

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

Hoogwaardig en veelzijdig

Evaluatie en Voortgangsrapportage BRANDWIJK PROMO

Nulmeting. Energieverbruikscijfers Wijnjewoude (plus verwachting 2014)

Arnold Maassen Holding BV. Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2014

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1

CO2 scope 3 verborgen Netto CO2-uitstoot 216 ton CO2 Tabel 1: CO 2-footprint Waalpartners 2016

Emissies aantal FTE 23,6

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

Rapportage monitoring CO2 emissie en Energiebesparing gemeente Kerkrade CO2 emissie gemeente Kerkrade

Nationale Energieverkenning 2014

Nulmeting. update 1.0. Energieverbruikscijfers Wijnjewoude (plus verwachting 2015)

Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3. Monitoring doelstellingen 2015 scope 1 en 2

Voortgangsrapportage Carbon Footprint 1 e helft 2017

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Verantwoording CO2 reductiedoelstellingen tot en met juni 2016

Beschrijving monitoring en bepaling CO2-uitstoot gemeente Utrecht. Versie 8, juni 2017

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste helft 2017 Takke Groep

Hoogwaardig en veelzijdig

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

Rapportage verkeerscijfers CO2-monitor

referentiejaar Emissies aantal FTE 29,5125

Milieubarometer

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2018

Half jaarlijkse voortgangsrapportage CO₂ Prestatieladder

Arnold Maassen Holding BV. Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2015

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Energieprijzen in vergelijk

Doelstelling scope 2: IDDS wil in 2020 ten opzichte van %

3.C.1 Voortgangrapportage CO (1) Ter Riele

Rapportage 2015 S1 Swietelsky Rail Benelux B.V.

Monitoring scope 1 en 2

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

CO 2 reductieplan: doelstellingen en voortgang Thales Transportation Systems 2 e half jaar 2015

Monitoring scope 1 en 2

Inhoudsopgave. 1. Samenvatting en conclusies. 2. Bebouwde Omgeving. 3. Bedrijven & Industrie (inclusief Utiliteitsbouw) 4.

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017

3.C.1 Voortgangrapportage CO Ter Riele

1. Inleiding. 4.B.2 Voortgangsrapportage 1 januari 2015 / 30 juni CO2 prestatieladder. 25 augustus 2015 versie 1. Inhoud. 1.

Verantwoording CO 2 reductiedoelstellingen tot en met juni 2017

Energieverbruik Wijnjewoude update 3.0

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half jaar 2012

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2016-H1. Periode: 1 januari t/m 30 juni 2016

CO2-reductieplan 2015

Voortgangsrapportage. Voortgang van CO 2 reductieplan van Genap B.V (tm juni) Copyright 2017 Genap B.V.

Voortgangsrapportage Carbon Footprint 1 e helft 2018

Periodieke rapportage 2015 H1 + H2

CO 2 Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V.

CO 2 Voortgangsrapportage 2016

Periodieke rapportage 2014

Halfjaarlijkse rapportage footprint, doelstellingen en maatregelen

Memo. W&R-Renovatie. P. Gijsen - KAM (030) (030) juli 2015 PK15025/PG 1 van Inleiding In dit verslag

CO 2 -Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V.

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014

De voortgangsrapportage van CO 2 reductie Visscher Oldebroek Jaar 2015

Carbon footprint 2013

Voortgangsrapportage over 2018 CO 2 -Prestatieladder

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Half-jaarlijkse voortgangsrapportage CO₂-Prestatieladder

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2017

Rapportage Jade Beheer 2012 versie

CO 2 Voortgangsrapportage 2017

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

CO2-reductieplan. Samen zorgen voor minder CO2. Rapportage M

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

Voortgangsrapportage Carbon Footprint 1 e helft 2014

Periodieke rapportage eerste helft 2018

Hoogwaardig en veelzijdig

Rapportage e half jaar Swietelsky Rail Benelux B.V.

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

Periodieke Rapportage 2 e helft 2016

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

CO 2 -Voortgangsrapportage 2018

CO2-Emissie-inventaris

Halfjaarverslag CO2-prestatieladder

Transcriptie:

Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders

Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding 5 3 CO 2 -uitstoot in Amsterdam 6 3.1 Relatieve CO 2 -uitstoot in cijfers 6 3.2 Absolute CO 2 -uitstoot in cijfers 7 4 Analyse elektriciteitsverbruik 9 4.1 Ontwikkeling van het relatieve elektriciteitsverbruik 9 4.2 Ontwikkeling van het elektriciteitsverbruik in kilowattuur 9 5 Analyse gasverbruik 11 5.1 Ontwikkeling van het relatieve gasverbruik 11 5.2 Ontwikkeling van het gasverbruik in m3 11 6 Analyse verkeer en vervoer 13 6.1 Ontwikkeling verkeerskilometers en relatieve uitstoot verkeer en vervoer 13 6.2 Ontwikkeling CO 2 -uitstoot door verkeer en vervoer 13 7 Conclusies 15 7.1 Relatieve uitstoot 15 7.2 Absolute uitstoot 15 7.3 Conclusie 15 2

kton Rapport 1 Samenvatting Dit is de CO 2 -uitstootrapportage van de gemeente Amsterdam over het jaar 2011. De CO 2 -uitstootrapportage geeft jaarlijks een overzicht van alle CO 2 -emissies die samenhangen met het energieverbruik (elektriciteit, gas, verkeer en vervoer) binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam. Amsterdam groeit, zowel de economie als het aantal inwoners en huishoudens. Wanneer deze groei van de stad losgekoppeld kan worden van de groei van de CO 2 -uitstoot, kan ook van de groeiende stad de totale CO 2 -uitstoot omlaag gaan. Daarom is het interessant om niet alleen te kijken naar de absolute CO 2 -uitstoot, maar ook naar de relatieve uitstoot. Dat is voor particulieren de uitstoot per huishouden en voor bedrijven de uitstoot per toegevoegde waarde (Bruto Regionaal Product). Voor de stad als geheel laat 2011 een daling zien van de uitstoot per inwoner. Ook voor particulieren zien we in 2011 een daling van de relatieve uitstoot; per huishouden wordt minder elektriciteit en gas gebruikt. Bij bedrijven is de relatieve uitstoot echter gestegen in 2011. Dit komt doordat bedrijven meer elektriciteit verbruiken per euro toegevoegde waarde. Het zakelijk gasverbruik is wel afgenomen. 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 Relatieve CO2-uitstoot 2008-2011 2008 2009 jaar 2010 2011 particulier/ 1.000 woning zakelijk/ 100 mld toegevoegde totaal/ 1.000 inwoners De gemeente Amsterdam heeft zich in 2007 tot doel gesteld om de CO 2 -uitstoot te verminderen. In de huidige collegeperiode (2010-2014) moet de uitstoot gestabiliseerd zijn, en in 2025 moet de CO 2 -uitstoot met 40% gedaald zijn ten opzichte van het basisjaar 1990. Tot nu toe neemt de jaarlijkse CO 2 -uitstoot van Amsterdam echter nog toe, hoewel onderstaande tabel laat zien dat dit wel elk jaar minder wordt. In het jaar 2011 is de CO 2 - uitstoot in Amsterdam 0,83% toegenomen ten opzichte van het jaar 2010. 3

2008 2009 2010 2011 CO 2-uitstoot in kton 4.882 4.978 5.052 5.094 Toename t.o.v. voorgaand jaar 1,97% 1,49% 0,83% Een verdere analyse van de absolute CO 2 -uitstoot in Amsterdam laat zien dat de toename hiervan het gevolg is van een toename van het zakelijke elektriciteitsgebruik. Alle andere bronnen zijn gedaald: De uitstoot als gevolg van verkeer en vervoer is gedaald, De uitstoot als gevolg van particulier gas- en elektriciteitsgebruik is gedaald, De uitstoot als gevolg van zakelijk gasgebruik is gedaald. De CO 2 -uitstoot als gevolg van het zakelijke elektriciteitsverbruik bedraagt ruim 47,5% van de totale Amsterdamse uitstoot. Daarmee heeft zakelijk elektriciteitsverbruik zo n grote invloed op de stedelijke CO 2 -uitstoot dat de stijging hiervan de daling van alle andere bronnen teniet doet. Tegelijk met deze CO 2 -rapportage is het jaarprogramma 2013 en jaarverslag 2012 gepubliceerd, waarin wordt aangegeven langs welke transitiepaden er aan de CO 2 - reductiedoelstellingen wordt gewerkt en wat er met de conclusies uit deze rapportage gedaan kan worden. Daarnaast wordt in 2013 een uitvoeringsprogramma opgesteld voor de periode 2014-2025, waarin aan de hand van verschillende scenario s wordt beschreven welke aanvullende maatregelen er de komende jaren mogelijk zijn om de energietransitie te versnellen. Conclusie De relatieve CO 2 -uitstoot van Amsterdamse huishoudens is in 2011 afgenomen. Ook de groei van de totale CO 2 -uitstoot is de afgelopen jaren afgenomen: van 1,97% in 2009 tot 0,83% in 2011. In absolute termen zien we dus dat de CO 2 -uitstoot nog steeds jaarlijks toeneemt, maar deze groei is bijna omgebogen in een daling. Als deze trend doorzet dan wordt de doelstelling om de groei van de uitstoot deze collegeperiode te stoppen waarschijnlijk net gehaald. Door de stijging van de CO 2 -uitstoot tussen 1990 en 2011, moet de CO 2 -uitstoot na 2011 inmiddels 51,3% dalen ten opzichte van 1990. 4

2 Inleiding Dit is de CO 2 -uitstootrapportage van de gemeente Amsterdam over het jaar 2011. De CO 2 -uitstootrapportage geeft jaarlijks een overzicht van alle CO 2 -emissies die samenhangen met het energieverbruik (elektriciteit, gas, verkeer en vervoer) binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam. De Amsterdamse CO 2 -uitstoot kun je niet rechtstreeks meten in de lucht. Ze moet berekend worden aan de hand van verbruiksgegevens voor energie. Nauwkeuriger gezegd, het verbruik door Amsterdamse burgers en bedrijven van fossiele energiedragers als aardgas, olie en kolen voor elektriciteit en warmte vormt de basis voor het berekenen van de CO 2 -uitstoot. Voor de sector verkeer en vervoer vormt het aantal gereden kilometers per type weg en per voertuigtype de basis voor het berekenen van het brandstofverbruik en daarmee de CO 2 -uitstoot. De benodigde gegevens komen van Alliander en de gemeentelijke dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer. Met deze partijen zijn afspraken gemaakt om de levering van de gegevens langjarig zeker te stellen. In het zogenaamde Bouwstenenrapport uit 2007 heeft de gemeente Amsterdam voor de eerste keer het energieverbruik in de stad en de daarmee samenhangende CO 2 -uitstoot over het jaar 2006 in beeld gebracht. In de CO 2 -uitstootrapportage over 2010 werden om die reden de cijfers vanaf 2006 weergegeven. De cijfers worden aangeleverd door netbeheerder Alliander. Doordat vanaf 2008 gebruik wordt gemaakt van een verbeterde methode om de verbruikscijfers te registeren, is er in deze CO 2 -uitstootrapportage voor gekozen om alleen de cijfers vanaf 2008 weer te geven. Sinds 2010 brengt de stad in het voorjaar de duurzaamheidsindex uit. Deze index geeft de ontwikkeling weer van [o.a.] CO 2 -emissie per inwoner, het particuliere energieverbruik per inwoner en het zakelijke energieverbruik per euro toegevoegde waarde. Er is in deze CO 2 -uitstootrapportage zoveel mogelijk gebruik gemaakt van dezelfde eenheden als in de duurzaamheidsindex. 5

3 CO 2 -uitstoot in Amsterdam Om de CO 2 -uitstoot te berekenen gebruikt de gemeente gegevens over het gebruik van aardgas en elektriciteit van netwerkbeheerder Alliander. Alliander maakt daarbij onderscheid naar particuliere en zakelijke klanten. Jaarlijks verbetert Alliander de verdeling van de aansluitingen over particuliere en zakelijke gebruikers, niet alleen over het huidig jaar maar ook over de afgelopen jaren tot 2008. Dit is de reden dat de totale cijfers in deze CO 2 -uitstootrapportage niet exact gelijk zijn aan de cijfers in de CO 2 - uitstootrapportage van 2010. 3.1 Relatieve CO 2 -uitstoot in cijfers In de CO 2 -uitstootrapportage van 2010 werd al geconcludeerd dat het in een groeiende stad als Amsterdam belangrijk is om naar de relatieve uitstootcijfers te kijken en niet alleen naar de absolute CO 2 -uitstootcijfers. Om de relatieve uitstoot per woning uit te rekenen is de totale particuliere CO 2 -uitstoot gedeeld door het aantal woningen. Om de relatieve zakelijke uitstoot te berekenen is de totale zakelijke CO 2 -uitstoot gedeeld door de totale productie in de stad Amsterdam (de toegevoegde waarde 1 ). De gebruikte cijfers, die de groei van de stad tonen, zijn in de tabel hieronder te vinden. Jaar Aantal woningen Toegevoegde waarde (miljoen euro) Aantal inwoners 2008 389.230 37.844 747.290 2009 392.658 37.352 756.347 2010 394.468 38.361 767.773 2011 395.875 38.706 780.559 In 2011 is net als in 2010 zowel de toegevoegde waarde als het aantal inwoners toegenomen. De totale CO 2 -uitstoot van particulieren is echter gedaald ondanks een toename van het aantal woningen en inwoners, doordat de trend van een dalende relatieve CO 2 -uitstoot is doorgezet. Bij de zakelijke uitstoot is echter juist zowel de toegevoegde waarde als de uitstoot per toegevoegde waarde gegroeid. Delen we de totale uitstoot van de stad door het totaal aantal inwoners, dan zien we een licht dalende trend. In de onderstaande grafiek zijn de relatieve cijfers van de afgelopen jaren grafisch weergegeven. 1 De productie is uitgedrukt in de toegevoegde waarde, het Bruto Regionaal Product (zie ook expertbijlage) 6

kton Rapport 9,0 Relatieve CO2-uitstoot 2008-2011 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 particulier/ 1.000 woning zakelijk/ 100 mld toegevoegde totaal/ 1.000 inwoners 1,0 0,0 2008 2009 2010 2011 jaar Analyse: De CO 2 -emissie per inwoner die samenhangt met al het energieverbruik (elektriciteit, gas, verkeer en vervoer) binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam is licht afgenomen. Bij particulieren zet de daling van de CO 2 -uitstoot per woning zich voort. Bij zakelijke gebruikers neemt de relatieve uitstoot na een jaar van lichte afname weer toe. 3.2 Absolute CO 2 -uitstoot in cijfers Uit de cijfers blijkt dat de CO 2 -uitstoot in Amsterdam in 2011 met 0,8% is toegenomen van 5.052 kton in 2010 tot 5.094 kton CO 2 in 2011. In onderstaande tabel is de CO 2 -uitstoot per jaar, onderverdeeld naar de verschillende bronnen, weergegeven. Dit wordt nader geanalyseerd in de volgende hoofdstukken. De CO 2 -uitstoot als gevolg van verkeer en vervoer wordt berekend aan de hand van het verkeersmodel van de dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt in zakelijke of particuliere weggebruikers. Daarom staat Verkeer en vervoer apart vermeld in onderstaande tabel. Sector 2008 2009 2010 2011 Particulier 935 925 923 909 Zakelijk 3.087 3.197 3.270 3.361 Verkeer en vervoer 861 856 859 824 Totaal 4.882 4.978 5.052 5.094 Toename t.o.v. voorgaand jaar [%] 1,97 1,49 0,83 7

kton CO2 Rapport Uitgezet in een grafiek zien deze cijfers er als volgt uit: 5500 5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 2008 2009 2010 2011 jaar Verkeer en vervoer Zakelijk Particulier Analyse: De CO 2 -uitstoot van particulieren is 18% van het totaal en neemt jaarlijks een beetje af. De CO 2 -uitstoot als gevolg van Verkeer en vervoer [16%] is redelijk constant over de jaren. De daling in 2011 t.o.v. 2010 is het gevolg van een bijstelling van het kental voor de CO 2 -uitstoot per gereden kilometer door het CBS. De CO 2 -uitstoot van zakelijke energiegebruikers is 65,7% van de totale uitstoot op Amsterdams grondgebied, dit percentage neemt jaarlijks toe. Door afname van particuliere uitstoot en redelijk constante uitstoot van verkeer en vervoer, wordt het aandeel door zakelijk verbruik steeds dominanter. 8

4 Analyse elektriciteitsverbruik Om de CO 2 -uitstoot effectief te kunnen verminderen, is het belangrijk te weten hoe de totale uitstoot is opgebouwd. In dit hoofdstuk wordt daarom de CO 2 -uitstoot als gevolg van elektriciteitsgebruik verder uitgesplitst en geanalyseerd. Voor de maatregelen die al genomen zijn en die nog genomen gaan worden verwijzen we naar het jaarprogramma en jaarverslag van het Programmabureau Klimaat en Energie en het uitvoeringsprogramma 2014-2025, dat in 2013 wordt opgesteld. 4.1 Ontwikkeling van het relatieve elektriciteitsverbruik De relatieve CO 2 -uitstoot van zakelijke en particuliere verbruikers is berekend door de uitstoot ten gevolge van het elektriciteitsgebruik en het gasverbruik op te tellen. Kijken we alleen naar het elektriciteitsgebruik dan zien we een sterke toename van het zakelijke gebruik per eenheid (toegevoegde waarde), terwijl het particuliere verbruik per eenheid (per woning) licht is afgenomen 2. Elektriciteitsverbruik (1000 kwh) per eenheid 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 Zakelijk (per miljoen euro) Particulier (per 100 huishoudens) 2008 2009 2010 2011 4.2 Ontwikkeling van het elektriciteitsverbruik in kilowattuur De economische groei (toename van de toegevoegde waarde) in Amsterdam in combinatie met het toegenomen zakelijke verbruik per toegevoegde waarde leidt tot een toename van het totale zakelijke elektriciteitsverbruik in Amsterdam. Als we de cijfers voor elektriciteit in Amsterdam nader analyseren levert dat voor de periode 2008-2011 het volgende beeld op: 2 Een toename van het aantal groenestroomaansluitingen bij particulieren wordt hierin niet meegenomen 9

Amsterdamse particulieren en zakelijke consumenten gebruikten in 2011 gezamenlijk 4.780 GWh. Dit is 255 GWh (5,6%) meer dan in 2010. In 2010 was de stijging ten opzichte van het voorgaande jaar 1,4%. Onderscheid naar particulier en zakelijk energiegebruik leert dat deze stijging voor rekening komt van de zakelijke gebruikers: Het zakelijke gebruik is in 2011 met 6,8% gestegen ten opzichte van 2010. Deze toename tot 4.032 GWh is in lijn met de stijgende trend die ook in de voorgaande jaren (sinds 2006) in de Amsterdamse cijfers te zien is. Amsterdamse particulieren hebben gezamenlijk in 2011 voor het eerst iets minder elektriciteit verbruikt (-0,08%). Deze ontwikkelingen in het verbruik van elektriciteit door particulieren en zakelijke consumenten voor de jaren 2008-2011 is uitgezet in onderstaande grafiek. Elektriciteitsverbruik (miljoen kwh) 5.000 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 Zakelijk Particulier Totaal 2008 2009 2010 2011 10

5 Analyse gasverbruik 5.1 Ontwikkeling van het relatieve gasverbruik Zowel zakelijke gebruikers als particuliere gebruikers namen in 2011 minder gas af per eenheid (toegevoegde waarde of huishouden) dan in 2010. Voor particuliere afnemers is deze trend al enige jaren zichtbaar, voor zakelijke gebruikers was dit de eerste keer in de afgelopen vier jaar. 16 Gasverbruik (1000 m 3 ) per eenheid 14 12 10 8 2008 2009 2010 2011 6 4 2 0 Zakelijk (per miljoen euro) Particulier (per 10 huishoudens) 5.2 Ontwikkeling van het gasverbruik in m3 Ondanks een toename van de toegevoegde waarde en het aantal huishoudens in 2011, nam het totale gasverbruik in Amsterdam af. Het relatieve gasverbruik is dus nog sterker afgenomen dan het absolute gasverbruik. Een analyse van de absolute cijfers voor gasverbruik in Amsterdam levert voor de periode 2008-2011 het volgende beeld op: Amsterdamse particulieren en zakelijke gebruikers consumeerden in 2011 gezamenlijk 826 miljoen m 3 aardgas. Dit is 41 miljoen m 3 (4,7%) minder dan in 2010. In 2010 was er nog een toename ten opzichte van het voorgaande jaar van 1,8%; De daling is zowel zichtbaar bij particulieren als bij zakelijke verbruikers: In 2011 was het aardgasverbruik van zakelijke consumenten 521 miljoen m 3 en daarmee 6,1% afgenomen ten opzichte van het verbruik in 2010; In 2011 was het aardgasverbruik van Amsterdamse particulieren 305 miljoen m 3 en daarmee met 2,2% afgenomen ten opzichte van het verbruik in 2010. Over de periode 2008-2011 is een dalende trend waarneembaar. Deze ontwikkelingen in het verbruik van gas door particulieren en zakelijke consumenten voor de jaren 2008-2011 is uitgezet in onderstaande grafiek. 11

1.000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 Gasverbruik (miljoen m 3 ) Zakelijk Particulier Totaal 2008 2009 2010 2011 12

6 Analyse verkeer en vervoer 6.1 Ontwikkeling verkeerskilometers en relatieve uitstoot verkeer en vervoer De CO 2 -uitstoot van verkeer en vervoer verschilt per type weg en per type voertuig. Er wordt daarom zowel naar de hoeveelheid kilometers als naar de hoeveelheid uitstoot gekeken. De CO 2 -uitstoot als gevolg van verkeer en vervoer op Amsterdams grondgebied is in 2011 gedaald ten opzichte van de uitstoot in 2010 en bedroeg ca. 824 kton/jaar. Dit is het netto resultaat van een toename van de gereden verkeerskilometers dit aantal is in 2011 licht toegenomen ten opzichte van 2010- en een afname van de hoeveelheid CO 2 die vrijkomt per gereden verkeerskilometer. Met name personenauto s worden al enige jaren steeds zuiniger en schoner. Het CBS heeft daarom in 2011 de kentallen voor de CO 2 -uitstoot per gereden kilometer naar beneden bijgesteld. 3.500 3.000 Ontwikkeling van de verkeerskilometers 2006-2011 (miljoen km) 2.500 2.000 1.500 1.000 500 2006 2007 2008 2009 2010 2011 0 Binnen bebouwde kom Buiten bebouwde kom totaal 6.2 Ontwikkeling CO 2 -uitstoot door verkeer en vervoer Het totaal aantal kilometers is de uitkomst van een verkeersmodel dat wordt gehanteerd door de gemeente Amsterdam. Dit model geeft het gereden aantal kilometers per type weg en per type voertuig. In combinatie met de emissiekentallen van het CBS geeft dat onderstaande emissies. 13

Emissies 2011 in kton Binnen bebouwde kom Buiten bebouwde kom Totaal Licht verkeer 348 282 631 Middelzwaar vrachtverkeer 48 37 85 Zwaar vrachtverkeer 47 33 80 Totaal (excl. bussen) 444 352 796 Bussen 28 Totaal (incl. bussen) 824 In vergelijking met voorgaande jaren levert dit het volgende beeld op: Ontwikkeling van de verkeersemissies 2006-2011 (kton) 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 Binnen bebouwde kom Buiten bebouwde kom Totaal 2006 2007 2008 2009 2010 2011 14

7 Conclusies De gemeente Amsterdam heeft zich in 2007 tot doel gesteld om de CO 2 -uitstoot te verminderen. In de huidige collegeperiode (2010-2014) moet de uitstoot gestabiliseerd zijn, en in 2025 moet de CO 2 -uitstoot met 40% gedaald zijn ten opzichte van het basisjaar 1990. De eerste stap daarbij is een afname van de relatieve uitstoot, maar daarna moet ook de absolute CO 2 -uitstoot omlaag gebracht worden. Tegelijk met deze CO 2 -rapportage is het jaarprogramma 2013 en jaarverslag 2012 gepubliceerd, waarin wordt aangegeven langs welke transitiepaden er aan de CO 2 - reductiedoelstellingen wordt gewerkt en wat er met de conclusies uit deze rapportage gedaan kan worden. Daarnaast wordt in 2013 een uitvoeringsprogramma opgesteld voor de periode 2014-2025, waarin aan de hand van verschillende scenario s wordt beschreven welke aanvullende maatregelen er de komende jaren mogelijk zijn om de energietransitie te versnellen. 7.1 Relatieve uitstoot De gemiddelde uitstoot per woning in Amsterdam is omlaag gegaan. Ook stoot verkeer en vervoer minder CO 2 uit per kilometer. Bedrijven gebruiken meer elektriciteit per euro toegevoegde waarde, waardoor ze gezamenlijk meer CO 2 uitstoten. 7.2 Absolute uitstoot De absolute jaarlijkse CO 2 -uitstoot in Amsterdam in het jaar 2011 is toegenomen ten opzichte van het jaar 2010. Dit is enkel veroorzaakt door een toename van het zakelijke elektriciteitsgebruik. Alle andere bronnen zijn zowel relatief als absoluut gedaald: De uitstoot als gevolg van verkeer en vervoer is gedaald, De uitstoot als gevolg van particulier gas- en elektriciteitsgebruik is gedaald, De uitstoot als gevolg van zakelijk gasgebruik is gedaald. De CO 2 -uitstoot als gevolg van het zakelijke elektriciteitsverbruik bedraagt ruim 47,5% van de totale Amsterdamse uitstoot. Daarmee heeft zakelijk elektriciteitsverbruik zo n grote invloed op de stedelijke CO 2 -uitstoot dat de stijging hiervan de daling van alle andere bronnen teniet doet. 7.3 Conclusie De relatieve CO 2 -uitstoot van Amsterdamse huishoudens is in 2011 afgenomen. De jaarlijkse groei van de uitstoot is de afgelopen jaren afgenomen van 1,97% in 2009 tot 0,83% in 2011. In absolute termen zien we dus dat de CO 2 -uitstoot nog steeds jaarlijks toeneemt, maar deze groei is bijna omgebogen in een daling. Door de stijging van de CO 2 -uitstoot tussen 1990 en 2011, moet de CO 2 -uitstoot na 2011 inmiddels 51,3% dalen ten opzichte van 1990. 15