VERLEIDEN OF BESTRIJDEN? JAARREDE 1 April 2015 Barbara visser Toen ik vorig jaar april de vraag kreeg of ik voorzitter van de Akademie van Kunsten wilde worden, en binnen twee uur antwoord op die vraag moest geven, zei ik ruim binnen de tijd, en zonder reserves, ja. Ik wist perfect waar ik aan begon, want er was namelijk nog niets, en dat is een overzichtelijk uitgangspunt: je weet precies waar je aan toe bent. Een ander groot voordeel is dat er nog geen beren op de weg lopen. In plaats van meteen een wolkenkrabber in de steigers te zetten, hebben Francine Houben, Gijs Scholten van Aschat, Johan Simons en ikzelf er als bestuur voor gekozen om eerst het terrein te verkennen, en te beginnen bij het leggen van een fundament. Een fundamentele en goed geïnformeerde werkwijze is ons uitgangspunt. Eerst de basis, en dan pas de trappen en de lift. Dat deden en doen we door met veel verschillende mensen uit kunst, cultuur en politiek in gesprek en debat te gaan, en door symposia en bijeenkomsten te organiseren waar kennis en ideeën worden uitgewisseld over de belangrijkste onderwerpen waar wij ons op richten. Eén van die onderwerpen is de rol die kunst kan spelen in het onderwijs. Het afgelopen jaar hebben we onder meer meegewerkt aan de binnenkort te verschijnen publicatie Art Education Beyond Art 1, waarbij we hebben geschreven over wat we vanuit onze eigen discipine belangrijk vinden om leerlingen van nu mee te geven voor de toekomst. Arnon Grunberg pleit daarin voor het ongebreideld spelen, Ramsey Nasr toont het belang van schijnbaar weinig nuttige vakken als Grieks en Latijn, Charlotte Mutsaers vindt dat goed nederlands spreken en schrijven onontbeerlijk is, en Aernout Mik en ikzelf houden
in onze tekst een pleidooi voor het kritisch denken in relatie tot de beeldcultuur. Een tweede voorbeeld, dat een idee geeft van de publieke discussie die we willen stimuleren was het debat getiteld: It s Very Political! over engagement in de kunst. Naar aanleiding van een discussie in de kranten organiseerden wij dit, samen met Platform Beeldende Kunst, om verschillende posities samen te brengen. Binnen een paar uur hadden we bijna tweehonderd aanmeldingen van mensen om hierover mee te praten, en dat waren lang niet allemaal specialisten. Dit toont het verlangen van het publiek, van u, om het live met elkaar over fundamentele zaken te hebben. Eén opmerking die mij trof refereerde aan de bezuinigingen op geesteswetenschappen. De crux van dat verhaal was: we missen nu al de taal om het belang van artistiek en intellectueel engagement te kunnen beschrijven. Het is belangrijk om die taal blijven ontwikkelen, onder andere door een vakgebied als filosofie. Wij als Akademie van Kunsten zoeken niet naar een taal die de kunsten legitimeert, maar naar een die de kunsten context geeft, die de verbinding met de toeschouwer legt. Dit waren slechts twee voorbeelden, van wat we doen. Een overzicht van alles dat wij gedaan hebben en van plan zijn staat op de website van de Akademie van Kunsten en na de bijeenkomst is een opzet voor de toekomst in gedrukte vorm te krijgen. ------- Toch zijn het niet de feiten waarover ik het vandaag wil hebben. Voor de kale feiten alleen moet je niet bij de kunsten zijn. Visie en verbeeldingskracht zijn op dit moment belangrijk. De titel van onze agenda luidt: De verbeelding en de macht. In de Nederlandse cultuur is weinig plaats voor verbeelding. En eerlijk is eerlijk, dat is óók cultuur, dat hoort tot op zekere hoogte bij ons. Maar naast feiten, cijfers en harde bewijzen hebben we
juist onze verbeelding nodig om te weten wie we zijn, wat we zijn en waar we ons letterlijk en figuurlijk bevinden. We hebben de zestien nieuwe leden voor vandaag uitgedaagd om met het thema verleiden of bestrijden, een kort statement te maken over hun vak. Daar gaan we zo naar luisteren, en ik roep de aanwezige wetenschappers op om hier goed op te letten. Waar het om onderzoek, nieuwsgierigheid, en creativiteit gaat, zitten kunst en wetenschap volkomen op één lijn. Maar op het vlak van verbeelding kan er iets van de kunsten geleerd worden. Waar de wetenschap vooral de verifieerbare feiten als uitgangspunt neemt, kiest de kunst voor een individueel perspectief op die feiten. De kunstenaar stelt zich vragen over wat wij eigenlijk met die feiten doen, en andersom, wat die feiten eigenlijk met óns doen. --------
De Akademie van Kunsten wil een actieve rol spelen bij het herstel van het vertrouwen tussen kunst en media, politiek en kunst, publiek en politiek, kunst en publiek. Beleidsmakers vragen aan ons wat de expert nog waard is, hoe je kwaliteit kunt definiëren. Iemand gaf me daar laatst een heel simpel antwoord op: kwaliteit is vertrouwen 2. Kunst is maatwerk en is per definitie specifiek. Zonder die kenmerken kan het geen kunst zijn. Wij willen graag in gesprek gaan over mogelijke manieren om daar zinvol mee om te gaan. Daarbij moeten we het onderscheid maken tussen nut en waarde: kunst die maatschappelijk gezien als nutteloos wordt beschouwd, hoeft daarmee nog niet waardeloos te zijn. Kunst is er, net als de filosofie, voor de reflectie op onze cultuur. Juist daarom mogen we de kunst niet uitleveren aan de marktlogica. Ondernemen is prima, maar zoals ik laatst las: kunst moet niet steeds aantrekkelijker en opvallender willen zijn, want voor je het weet is kunst alleen nog reclame voor zichzelf 3. Kunst moet daarvoor niet bijzonderder worden, maar juist gewoner. Niet in de zin van platvloerser of simpeler, maar het zou een normaal onderdeel van het leven kunnen zijn om, via de verbeelding van de kunst, je perspectief op de wereld te onderhouden, hoe groot of klein die wereld ook is. En voor veel mensen is het dat ook al. Waar het wereldwijde web ons eindeloos veel feitenkennis en het heetste nieuws brengt, kan de verbeelding ons iets vertellen over wie wij denken of hopen te zijn, waar we vandaan komen, en eventueel zelfs waar we naartoe gaan. Maar voor alles laat kunst ons iets van het heden zien, de tijd waarin we leven. Het toont het hier en nu en het hier en nu, en dat is uiteindelijk de plek waar het leven zich afspeelt. ------ Ten slotte. De verleiding bestaat om de kleur van de omgeving aan te
nemen, als je, zoals wij nu, je identiteit nog aan het vormen bent, en ondertussen bestookt wordt met vragen en verzoeken. Voor je het weet spreek je de taal van het ambtelijk bedrijf. In mijn slaap droom ik van afkortingen die gedurende de dag voorbij zijn gekomen: KNAW en AVK, OCW, BVO, WRR, NIAS, CBS, RVC, LKCH, BAO & VO, RU en RUG, en niet te vergeten de UVA. Ik vraag mij wel eens af wat het betekent dat ik inmiddels van de meeste afkortingen de betekenis ken. Nu we als Akademie één jaar oud zijn kunnen we een eigen taal ontwikkelen: eigen, maar ook verstaanbaar. Wat ik u wil meegeven voordat ik het woord geef aan de zestien nieuwe leden van de Akademie van Kunsten, is dat de kunsten niets hebben aan lijdzame acceptatie, noch aan een onverschillige afwijzing. Wij gedijen bij de liefdevolle omarming, of desnoods uw oprechte antipathie. Zolang u zich krachtig uitspreekt, kunnen wij verder bouwen. 1 Art Education Beyond Art, Barend van Heusden en Pascal Gielen, uitg. Valiz 2 uitspraak van Lex ter Braak 3 Sphie Derkzen in gesprek met Thijs Lijster, VN 29/3/2012