VOORSTEL DAGELIJKS BESTUUR RECREATIESCHAP MIDDEN-DELFLAND

Vergelijkbare documenten
Raadspresentatie Organisatie van beheer en ontwikkeling Recreatieschap Midden Delfland

Geachte heer/ mevrouw,

VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR RECREATIESCHAP MIDDEN-DELFLAND

Toekomst beheer buitenstedelijk groen. Commissie presentaties 3 februari 2016

Memo. DB Dobbeplas. Plan van Aanpak onderzoek naar mogelijke liquidatie van het natuur- en recreatieschap Dobbeplas

Gedeputeerde Staten. Provinciale Staten van Zuid-Holland. Uittreding uit de natuur- en recreatieschappen en stand van zaken afbouw GZH.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.L. Koning (PvdA) en H. van Dieren (CU/SGP) (d.d. 4 maart 2015) Nummer 3024

Toekomst recreatieschap Voorne-Putten Rozenburg (VPR)

Keuze voor het bestuursmodel Stichting Jeugdgezondheidszorg Zuid Holland West

Scenario s recreatieschappen en scenario s voor de GZH

februari 2012 De volgende vormen van verbonden partijen kunnen worden onderscheiden.

10 september 2018 Documentnummer: , MoB Nummer 39/2018 Dossiernummer : K3875

GS brief aan Provinciale Staten

Samen aan de IJssel Inleiding

Toekomstige vormgeving IWGM/Intos

Intergemeentelijke samenwerking:wat heeft de raad te zeggen?

Onderwerp: wijzigen van de Gemeenschappelijke Regeling Afvalschap IJmond Zaanstreek

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr. 4

Onderwerp Samengaan gemeenschappelijke regelingen Het Twiske en Landschap Waterland

CONCEPT. Notitie. 1 Inleiding

A. De opheffing en de liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING AVRI

CONCEPT-VOORSTEL AAN DE RAAD: Raadsvergadering d.d. 19 dec 2017 NR.: RI

HOOFDLIJNEN OVEREENKOMST. UITTREDING gemeente Rotterdam uit het. Natuur en Recreatieschap IJsselmonde (NRIJ)

Raadsvergadering. Opheffing gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland 2005 met bijbehorend Liquidatieactieplan.

Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten

In de volgende paragrafen volgt een nadere uiteenzetting van tijdstippen en besluiten,.

Gemeenteraad Aanbieden via de Griffie aan commissie en raad

Provinciale Staten van Noord-Holland

Parafering besluit PFO Woo Conform Aangeboden D&H H - Geparafeerd door: Bosker, M.H.

Regionaal samenwerken

A. De opheffing en de liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.

Natuur- en recreatieschap Dobbeplas

Evaluatie samenwerkingsovereenkomst voor Recreatieschap IJsselmonde, Staatsbosbeheer en Provincie Zuid-Holland

Onderwerp : Wijziging gemeenschappelijke regeling Afvalschap IJmond Zaanstreek(GR AIJZ).

Voorstel raad en raadsbesluit

Bijlage bij Raadsvoorstel Crailo. Optional client logo (Smaller than Deloitte logo)

Uitwerking PPS constructie

Afbouw DVO Rottemeren, samenvattend overzicht, toelichting en kostenberekening

11 mei april 2017 R BIRB/2017/2575

Beleidsnota verbonden partijen

2. Fase trechter Besluitvormende fase 3. Inleiding / aanleiding

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.

: : : dhr. C.L. Jonkers : dhr. H. Teeuwen

15 november 2017 voorstel tot oprichting van een coöperatie

Toelichting Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Rottemeren

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 6 mei 2015

Datum Agendapunt Documentnummer. 28 juni 2016 R09S009/z

Omgevingswet: Van afstemmen, via samenwerking tot gezamenlijke besluiten

Raadsvoorstel Agendanr. :

De gemeenteraad stelt een plan vast voor preventie en jeugdhulp (art. 2.2 Voorstel Jeugdwet (hierna: Jw)).

Bijlage 2 Bedrijfsplan GovUnited. [Separaat bijgevoegd]

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR

Oplegger colleges, burgemeesters en gemeenteraden van deelnemers inzake toetreding gemeente De Ronde Venen tot recreatieschap Stichtse Groenlanden

B&W-Aanbiedingsformulier

VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR RECREATIESCHAP ROTTEMEREN

BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN 15 SEPTEMBER Besluitenlijst van de vergadering 8 september 2015 vastgesteld.

Statenvoorstel. Toetreding tot Coöperatie Samenwerkingsverband Decentrale Openbaar Vervoer Autoriteiten U.A.

CONCEPT. Centrumregeling ambtelijke samenwerking. Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft de Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer

Registratienr. 2011/1293-BO agendapunt nr. R-4.

VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR RECREATIESCHAP ROTTEMEREN

Advies aan Dagelijks Bestuur

Ingekomen stukken. In bijgevoegde brief van de provincie Zuid-Holland is het (financieel) kader voor 2015 als uitgangspunt meegegeven

Notitie uitwerking governance HWH 2.0

Protocol verbonden partijen provincie Groningen

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

themabijeenkomst Basismobiliteit 8 juni 2015

gemeente Eindhoven Sinds de behandeling in het kabinet wordt de term Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) gehanteerd.

Samenwerking afdelingen belastingen HHD en HHSK

P. Verhoeven raad

Regiovisie Bergen-Gennep-Mook en Middelaar

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Oldenzaal en Hengelo (hierna gezamenlijk te noemen: deelnemende gemeenten) ;

Informatiebijeenkomst BIM/BZW 7 juli Voortgang uitwerking governance Havenschap Moerdijk

en notarissen & Droogleever Pels Rijeken Fortu ij n advocaten Stuurgroep Governance Havenschap Moerdijk t.a.v. de voorzitter, de heer L.W.L.

Toelichting op inhoudelijke tekstwijzigingen van de ontwerp-gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant.

Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer

RAADSVOORSTEL. Aan de Raad van de gemeente Hattem, Inhoud Onderwerp. : Nieuwe governance-structuur Openbaar Onderwijs Zwolle Indiener

VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR GROENALLIANTIE MIDDEN HOLLAND EN OMSTREKEN

Afbouw DVO Dobbeplas, samenvattend overzicht, toelichting en kostenberekening

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland e.o.;

1 De plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is gepland op 12 maart Artikel 1.2 Wet Gemeenschappelijke Regelingen

IJsselmonde. Versie t.b.v. besluitvorming DB 17/11. Overeenkomst t.b.v. financiering recreatiebeheer Natuur- en recreatieschap IJsselmonde

Intentieovereenkomst samenwerking gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a.

Onderwerp : Wijziging van de gemeenschappelijke regeling Ability in de Gemeenschappelijke regeling Participatie Noord-Groningen

Notitie. Inzet Sliedrecht voor toekomst Drechtstedensamenwerking v

REGIO RIJK VAN NIJMEGEN

Juridische vorm samenvoeging Hoogeveen De Wolden Van: Werkgroep Juridische zaken

Besluit voortzetting jeugdbeschermingstafel samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Regionaal belang. Datum: Adviserend. Datum: Informerend

De gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Zuidwestelijke Delta wordt als volgt gewijzigd:

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp:

Bijlage 2: Overzicht meest gestelde vragen en antwoorden over voorgenomen uitbreiding belang VRR in coöperatie AZRR U.A.

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Promen

Besluit alleenrecht voor de uitvoering van werkzaamheden op het gebied van de recreatieve routes en paden

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad

et door het AB vastgestelde Plan van Aanpak Is opdracht gegeven de volgende mogelijkheden te onderzoeken:

B. Stuurgroep Vervoerregio, 18 september 2014

Raadsvoorstel. Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Projectbureau Herstructurering Glastuinbouw en Paddenstoelenteelt Bommelerwaard

Voorstel raad en raadsbesluit Programma

Deelsessie Regionaal inkoopbureau

Transcriptie:

DB DATUM VERGADERING 13 november 2014 VOORSTEL DAGELIJKS BESTUUR RECREATIESCHAP MIDDEN-DELFLAND Onderwerp : Oplossing aanbestedingsvraagstuk Kenmerk : Bijlagen : -1- Overzicht dienstverlening GZH (taken, activiteiten en formatie) -2- Notitie Verkenning rechtsvormen Groenservice Zuid-Holland, opgesteld door gezamenlijke werkgroep PZH-medewerkers en vertegenwoordigers van gemeenten -3- Memo Pels Rijcken Droogleever Fortuijn 23-6-2014 omvorming GZH met bijlagen (beschrijving rechtsvormen) -4- Afbouw DVO, samenvattend overzicht, toelichting en Kostenberekening -5- Samenvatting bestuurlijke dialoog dd 26 september 2014. -6- Nazending via Delft(?): schriftelijke argumentatie standpunt gemeenten Besluitdatum : Voorbereid door : Provincie Zuid-Holland (contactpersoon Rob Feddema) 1. ONTWERP-BESLUIT 1. Kennis genomen van: - het overzicht huidige taken, activiteiten en formatie van de GZH t.b.v. Midden-Delfland (MD); - de door de gezamenlijke ambtelijke werkgroep opgestelde notitie Verkenning rechtsvormen GZH ; - de door Pels Rijcken opgestelde notitie omvorming GZH met bijlagen; - de notitie Afbouw DVO met GZH ; 2. Kennis genomen van het voornemen van GS om de GZH te verzelfstandigen in de vorm van een stichting (privaatrechtelijk) of een bedrijfsvoeringsorganisatie (publiekrechtelijk). 3. Vastgesteld dat, los van de bestuurlijke wens van GS tot verzelfstandiging van de GZH en de ontwikkelingen binnen het brede recreatieveld, de huidige inzichten en ontwikkelingen in wet- en regelgeving binnen het aanbestedingsrecht op korte termijn nopen tot herbezinning op de wijze waarop de dienstverlening door GZH richting recreatieschap juridisch is vormgegeven. 4. Variant 4.1 Variant 4.2 Voornemen uitgesproken om: Voornemen uitgesproken om: - ook in de toekomst dienstverlening door GZH te - ook in de toekomst dienstverlening door GZH te laten plaats vinden binnen de volgende kaders: laten plaats vinden binnen de volgende kaders: - op juridisch verantwoorde wijze (quasi- - op juridisch verantwoorde wijze (quasiinhouse-aanbesteding); en inhouse-aanbesteding); en - flexibiliteit in de toekomst op het vlak van - flexibiliteit in de toekomst op het vlak van (onder meer) aard en omvang van de (onder meer) aard en omvang van de 1

dienstverlening, ontwikkelingen in beheervisies en nieuwe samenwerkingsverbanden; dienstverlening, ontwikkelingen in beheervisies en nieuwe samenwerkingsverbanden; - aan te sluiten bij de te verzelfstandigen GZH, waarbij de huidige DVO overgaat op de verzelfstandigde rechtspersoon. - de uitwerking hiervan, waaronder formulering van aard en omvang van de van GZH af te nemen diensten, uiterlijk 1 oktober 2015 nader te bepalen; - vanaf 2016 aan te sluiten bij de te verzelfstandigen GZH. 5. Voorkeur uitgesproken voor de rechtsvorm.. (stichting/bvo), en opdracht gegeven om de noodzakelijke toetredingsstukken gereed te maken en ter besluitvorming voor te leggen aan het Algemeen Bestuur. 2. ONDERWERP IN KORT BESTEK 2.1 De GZH. De GZH is onderdeel van de provinciale organisatie en levert diensten aan de natuur- en recreatieschappen op grondgebied binnen de provincie Zuid-Holland (PZH). De recreatieschappen hebben geen eigen ambtelijk apparaat. De ambtelijke ondersteuning voor de recreatieschapstaken wordt van oudsher geleverd door PZH. Daarbij is de afgelopen decennia uitgangspunt geweest dat de kosten gezamenlijk worden gedragen door (de deelnemers aan) het schap. In de jaren 90 gebeurde dat door een zogenaamde bestuurscommissie waaraan naast PZH ook alle recreatieschappen financieel en anderszins deelnamen. Die bestuurscommissie had zelfstandige bevoegdheden en verantwoordelijkheden m.b.t. het bestuur en beheer van de gzh, waaronder benoeming van personeel, aangaan van dienstverleningsovereenkomsten met de schappen, sluiten van overeenkomsten met derden, etc. Reeds toen werd gewerkt met een dienstverleningsovereenkomst (DVO) tussen elk schap en de provincie. In 1997 is de bestuurscommissie opgeheven en is de GZH als aparte dienst ondergebracht binnen de provinciale organisatie. De diensten van GZH omvatten kort samengevat de bestuursondersteuning richting de schappen en alle ambtelijke taken die het beheer van groengebieden met zich brengt (voorbereiden van het beleid, vertalen in producten en diensten, erop toe zien dat besluiten worden uitgevoerd). GZH voert zelf geen (beheer)plannen uit maar faciliteert deze, zet opdrachten in de markt en borgt de nakoming ervan. Ook zorgt GZH voor uitvoering van door de schappen opgestelde verordeningen (waaronder handhaving en toezicht). 2.2 Aanleiding tot verzelfstandiging. Sinds 2011 is aan de orde de verzelfstandiging van de GZH. Daarvoor zijn diverse aanleidingen. Vanuit PZH (politiek/bestuurlijk). PZH streeft naar vermindering van de bestuurlijke drukte én een efficiëntere organisatie van het beheer van recreatiegebieden. GS richten zich op de kerntaken van de provincie. Daarbij hoort niét dat de provincie werkzaamheden uitvoert voor anderen. Daarom is de verzelfstandiging GZH als voornemen opgenomen in het collegeprogramma van GS (hoofdlijnenprogramma 2011-2015). 2

Juridische noodzaak. Voortzetting van de huidige constructie (DVO s tussen de schappen en PZH) is juridisch niet meer toegestaan. Dat komt door ontwikkelingen in wet- en regelgeving op het vlak van het aanbestedingsrecht. De diensten die de schappen inkopen van de Provincie/GZH dienen volgens de Aanbestedingswet 2012 in beginsel openbaar aanbesteed te worden, tenzij er een beroep gedaan kan worden op een uitzonderingsgrond. Deze regels worden de komende periode nóg verder aangescherpt ivm een onlangs vastgestelde Europese Richtlijn, die binnen 2 jaar in nationale wetgeving moet zijn geïmplementeerd. Hieraan kleven naast juridische risico s (bijv. claims) ook politiek-bestuurlijke risico s. Vanuit de Intentieverklaring Vernieuwde samenwerking metropolitaan landschap Hof van Delfland. Binnen het recreatieveld en het beheer van recreatiegebieden doen zich de nodige ontwikkelingen voor, die voor deze regio samen komen in de Intentieverklaring uit december 2013 van de in Hof van Delfland samenwerkende partijen. Er is een tiental intenties uitgesproken, onderverdeeld in 4 aandachtsvelden: Inhoudelijk, Organisatorisch, Ondersteuning en Financieel. Op deze plaats worden enkele intenties nader benoemd. * Fusie van de 3 recreatieschappen. Binnen Hof van Delfland is de intentie uitgesproken om de 3 huidige recreatieschappen binnen dit gebied (naast MD dus Rottemeren en Dobbeplas) met hun huidige taken en deelnemers te laten fuseren. Doel is versterking van de bestuurlijke en strategische sturing en vergroting van de operationele slagkracht. De haalbaarheid hiervan is bestuurlijk verkend. Momenteel kan het voorstel niet op veel draagvlak rekenen. Inmiddels wordt op verzoek van het DB van Dobbeplas mogelijke liquidatie van het schap onderzocht. Na afronding daarvan wordt deze intentie opnieuw bekeken. * Twee intenties betreffen de verkenning naar nieuwe samenwerkingsverbanden. - Per 1-1-2015 wordt de Landschapstafel voor Hof van Delfland opgericht, deze vervangt de huidige Hof van Delfland Raad. Doel is het adequaat beheren en verder ontwikkelen van het Hof van Delfland, conform de wensen en behoeften vanuit het gehele metropolitane landschap. Daarbij worden nadrukkelijk ook andere partijen gevraagd om te participeren, zoals maatschappelijke organisaties en private partijen. - Daarnaast is de intentie uitgesproken om een bestuurlijke regiegroep metropolitaan groen op te richten. Daarin worden bestuurlijke afspraken gemaakt over publieke kaderstelling voor ontwikkeling, en, beheerkwaliteit en financiering van het metropolitane groen op niveau van het hele metropolitane gebied. Daarbij worden ook verbindingen gelegd met ander dossiers (zoals economie en wonen). *3* Laatste intentie die hier benoemd wordt heeft betrekking op de ondersteuning door de GZH als gezamenlijke uitvoeringsorganisatie. Hier is uitgesproken de GZH (parallel) als gezamenlijke uitvoeringsorganisatie een plek te geven in de structuur van het nieuw te vormen schap. Specifiek voor Midden-Delfland speelt nog de uittreding van het Rijk en de gevolgen daarvan voor het schap en de deelnemers. Deze intenties en ontwikkelingen kunnen in de toekomst het takenpakket van de GZH beïnvloeden. Niet uitgesloten is dat het takenpakket van de GZH qua aard verandert en/of kleiner wordt en daarmee ook de omvang van de GZH (qua bezetting/formatie). Bij de verzelfstandiging van GZH dient met deze ontwikkelingen terdege rekening te worden gehouden, doch dat zou ook bij voortzetting van de huidige context (DVO s via de provincie) het geval zijn. De juridische (aanbestedingsrechtelijke) context noodzaakt de recreatieschappen (als opdrachtgever) én PZH (als opdrachtnemer) tot het nemen van maatregelen. Dat kan niet worden uitgesteld. Immers de bestaande constructie (DVO s tussen elk schap en PZH) is juridisch niet meer geoorloofd en daarmee onrechtmatig. Wél dient bij de verzelfstandiging geborgd te worden dat de uiteindelijk te maken keuze/oplossing dusdanig flexibel is dat de hiervoor genoemde intenties en ontwikkelingen daadwerkelijk vorm kunnen krijgen. Flexibiliteit in de toekomst is dan ook randvoorwaarde bij de verdere uitwerking van de verzelfstandiging van GZH. 3

2.3 Ambtelijke uitwerking. Na de nodige voorbereidende acties en besprekingen is in het najaar van 2013 in de DB s van de recreatieschappen gesproken over de dienstverlening door Provincie/GZH aan de schappen. Op basis daarvan is een plan van aanpak aangeboden aan de schappen met de te ondernemen acties en een planning. Doel is alle recreatieschappen een eigen oordeel te laten vormen over de problematiek en de wijze waarop hieraan het beste kan worden tegemoet gekomen en daarover een besluit te nemen. De afgelopen periode is hard gewerkt om de problematiek in kaart te brengen en mogelijke oplossingsrichtingen en alternatieven. De resultaten worden nu aan alle schapsbesturen voorgelegd voor standpuntbepaling en verdere traject. * Er is, op basis van de begroting van elk schap een overzicht gemaakt van huidige taken, activiteiten en daarmee gemoeide formatie van de GZH (bijlage 1). * Op grond van de bestuurlijke afspraken najaar 2013 heeft een ambtelijke werkgroep zich gebogen over de problematiek. In die werkgroep zaten vertegenwoordigers van een aantal gemeenten en PZH. De werkgroep heeft een notitie uitgebracht Verkenning rechtsvormen GZH waarin alle deelnemers zich konden vinden. Deze memo gaat hierbij (bijlage 2). * Op verzoek van PZH is ook gekeken naar de verdere uitwerking van mogelijke rechtsvormen. Daartoe heeft advocatenkantoor Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn een memo opgesteld, waarin 5 rechtsvormen nader met elkaar worden vergeleken (bijlage 3). Uitgegaan wordt van continuering van de dienstverlening door GZH voor de recreatieschappen, waarbij door het creëren van een voldoende vorm van toezicht door de recreatieschappen op de verzelfstandigde GZH de juridische houdbaarheid wordt verzekerd (quasiinhouse-aanbesteding). * Een gezamenlijke werkgroep heeft in kaart gebracht wat de kosten zouden zijn van het (geheel of gedeeltelijk) beëindigen van de dienstverlening door GZH (feitelijk dus opzeggen van de DVO s). Het gaat hier om een complexe materie. De kosten zijn niet zonder meer vooraf vast te stellen. Daarom is een notitie opgesteld met daarin de uitgangspunten voor de wijze waarop deze kunnen worden berekend. Daarom is een notitie opgesteld met daarin de uitgangspunten voor de wijze waarop deze kunnen worden berekend (zie verder bijlage 4). 2.4 Alternatieven voor verzelfstandiging. Verzelfstandiging van GZH is niet de enige optie. Er zijn diverse scenario s om als schap met de aanbestedingsrechtelijke context om te gaan, nl: -1- opzeggen/niet verlengen van de DVO; -2- als schap zelf het benodigde personeel van de GZH in dienst nemen; -3- de aanbestedingsrechtelijke risico s negeren. Ad -1- Het eerste alternatief, het beëindigen van de dienstverleningsovereenkomsten door de schappen, houdt in dat de schappen géén diensten meer afnemen van PZH/GZH. De DVO s bieden daarvoor de ruimte door een afbouwmogelijkheid van 20% per jaar en de daarbij horende financiële afwikkeling. De kosten kunnen hoog zijn doordat alle schapsdeelnemers gezamenlijk de kosten delen van de personele inzet van GZH-medewerkers. Uitgaande van een aantal aannames en gemiddelden worden die kosten geschat op circa 1.370.00,-- in het eerste jaar van afbouw, in 9 jaar aflopend tot ongeveer 110.000,-- in het laatste jaar van afbouw (zie de hiervoor genoemde bijlage 4). Consequentie van deze keuze is verder dat het schap zelf de betreffende diensten zal dienen aan te besteden/onder te brengen bij andere partijen. Daarvoor heeft zij echter binnen de huidige context geen eigen mogelijkheden (personeel/mankracht). 4

NB: De diensten kunnen niét worden ondergebracht bij de andere deelnemers, aangezien daar dezelfde aanbestedingsrechtelijke barrière geldt. Dit alternatief gaat verder ten koste van de werkgelegenheid van alle GZH-medewerkers. Ad -2- Het opsplitsen van GZH in delen die ondergebracht worden in de diverse GR-en van de schappen, is wel een oplossing voor de aanbestedingsproblematiek. Tegelijk leidt het echter tot versnippering van taken, verlies van deskundigheid en toegenomen kwetsbaarheid door de geringe omvang van de afzonderlijke delen (zie bijlage 1). Vanuit die optiek is dit alternatief weinig aantrekkelijk. Ook vereist dit bestuurlijk draagvlak om recreatieschappen eigen personeel in dienst te laten nemen. Ad -3- Het derde alternatief, het negeren van de aanbestedings-onrechtmatigheid is geen reële optie. Het brengt juridische en financiële risico s met zich mee, maar zéker ook politiek-bestuurlijke en publicitaire risico s. De gezamenlijke werkgroep (zie bijlage 2) bevestigt dat. Die risico s gelden voor zowel PZH (als opdrachtnemer) als voor de recreatieschappen én haar deelnemers. De risico s worden, mede in het licht van de steeds verder aantrekkende aanbestedingswetgeving, de komende periode manifester als gevolg van de recent vastgestelde Europese richtlijn. Bevindingen bestuurlijke dialoog mbt oplossen aanbestedingsvraagstuk door participatie in G.Z-H In september 2014 heeft de provinice Zuid-Holland bestuurlijke dialogen gevoerd met de (natuur- en) recreatieschappen. De bevindingen hiervan zijn hierna toegelicht. Twee schappen hebben aangegeven in de verzelfstandigde GZH te willen stappen, de Groenalliantie Midden-Holland en de Zuidwestelijke Delta (in meerderheid), de laatste met een sterke voorkeur voor een stichting. Twee schappen hebben nog geen standpunt, IJsselmonde en Rottemeren. Voorne-Putten-Rozenburg heeft schriftelijk aangegeven (nu) niet in te willen stappen, omdat zij eerst de toekomst van de governance en het dienstenpakket fundamenteel wil bespreken. Midden-Delfland wil eerst een totaaloplossing uitdenken en nu niet instappen in G.Z-H. Ten slotte hebben twee kleine schappen, het Koepelschap en de Dobbeplas, een opdracht tot onderzoek naar de mogelijkheden en consequenties van liquidatie van het schap verleend. Overigens heeft geen schap aangegeven de dienstverlening van G.Z-H te willen stopzetten. 2.5 Uitwerking verzelfstandiging GZH, 5 rechtsvormen vergeleken. Diverse mogelijke rechtsvormen voor de GZH zijn geanalyseerd op voor- en nadelen (zie de al genoemde bijlage 3). Vijf rechtsvormen zijn vergeleken: 2 in de publiekrechtelijke sfeer: de gemeenschappelijke regeling (GR) met openbaar lichaam en de bedrijfsvoeringsorganisatie (BVO). Die laatste is een nieuwe lichte vorm van de GR die beoogt per 1 januari 2015 mogelijk te worden (het wetsvoorstel is deze zomer aangenomen door de Eerste kamer, maar moet nog in werking treden). Daarnaast zijn als privaatrechtelijke varianten de stichting, een coöperatie (bijzondere vorm van een vereniging) en de BV (en indirect dan ook de NV) beschouwd. Met als randvoorwaarde effectieve reparatie van de aanbestedingsrechtelijke problematiek kunnen bij de keuze van de rechtsvorm diverse criteria worden gehanteerd. Belangrijkste zijn: - bestuurlijke slagkracht en efficiency staan voorop. Het gaat om effectieve inzet van bestuurders passend bij het karakter van een uitvoeringsorganisatie. - levensvatbaarheid/toekomstbestendigheid van verzelfstandigde organisatie zo groot mogelijk (bijv. door mogelijkheid tot werken voor derden); - opstartsnelheid; - wijze van toetreding/uittreding zo eenvoudig mogelijk; - laatste overweging is dat sommige rechtsvormen naar hun aard een winstoogmerk hebben, wat zich minder verdraagt met uitvoering van een publieke taak. Hieronder een korte beschouwing van de 5 vergeleken rechtsvormen aan de hand van deze criteria. 5

* De GR mét openbaar lichaam: Gezien de beperkte reikwijdte van de bestuurlijke beslissingen die moeten worden genomen t.a.v. GZH als uitvoeringsorganisatie, lijkt dit een onnodig zware constructie. Beleidsbeslissingen worden immers in de schapsbesturen genomen en niet binnen GZH. De wijze waarop het bestuur van een GR dwingend vorm gegeven moet worden (waarbij uitsluitend bestuurders van de deelnemers verplicht in het bestuur van de GR zitting hebben) is daarmee niet in overeenstemming. * De BVO. Dit is een nieuwe vorm van een Gemeenschappelijke Regeling die zeer waarschijnlijk per 1-1- 2015 mogelijk wordt (het wetsontwerp is inmiddels door de 1 e Kamer aanvaard maar moet nog in werking treden). De BVO is met name bedoeld voor de lichtere gevallen waarbij geen beleidsmatige bevoegdheden worden overgedragen. De regeling van bestuur is daarom iets eenvoudiger dan die van de GR met openbaar lichaam. Dat komt de bestuurlijke slagkracht ten goede. Oprichting kan door de provincie en tenminste één recreatieschap. Andere schappen kunnen daarna aansluiten bij de eenmaal opgerichte BVO. Toe- en uittreding door een recreatieschap vergt besluitvorming door alle deelnemers aan het schap. Dat is alleen anders indien de GR van het schap zelf uitdrukkelijk de bevoegdheid regelt van het schap om deel te nemen aan een andere GR. Dat is echter bij MD niet het geval. * De Stichting. Oprichting ervan kan door één of meerdere partijen, waarna andere deelnemers kunnen aansluiten. Het vermogen van de GZH zou in dit geval gevormd worden door de deelnemersbijdragen die nu via de DVO s aan GZH worden verstrekt. Een stichting kent géén winstoogmerk. De regeling van bestuur is met grote mate van vrijheid vorm te geven, evenals de wijze van toe- en uittreding. Dat vergroot de slagkracht. * De coöperatie: Dit is een bijzondere vorm van vereniging. De overheidscoöperatie is gericht op materieel voordeel van haar leden. De leden zijn tevens afnemers van de coöperatie. Winstuitkering is toegestaan. Er worden vrij dwingende bevoegdheden toegekend aan de algemene vergadering. Het bestuur is geleed en minder eenvoudig vorm te geven, de bestuurlijke slagkracht is daardoor beperkt. De wet voorziet niet in een statutair voorgeschreven mogelijkheid tot informatieverstrekking aan bestuursorganen. * De BV (en NV): Belangrijk aspect is dat deze altijd winstoogmerk heeft. Dit wordt (vooralsnog) niet beoogd met de verzelfstandiging. Daarnaast is uittreden van deelnemers op voorhand niet zeker. De uittredende partij zal immers, binnen de randvoorwaarden die de statuten voorschrijven, een gegadigde moeten vinden voor overname van haar aandelen. Voorgaande overwegingen zijn samengevat in onderstaand schema, waarin per criterium wordt aangegeven of de betreffende rechtsvorm t.o.v. de andere rechtsvormen positief (+), negatief (-) of neutraal (0) scoort. Aard rechtsvorm Publiekrechtelijk Privaatrechtelijk Overweging GR BVO Stichting Coöperatie BV Bestuurlijke slagkracht en efficiency - + + - + Levensvatbaarheid/toekomstbestendigheid 0 0 + + + Opstartsnelheid - - + + + Eenvoudige wijze van toe-/uittreding 0 1 0¹ +/0 2 0 - Geen winstoogmerk + + + - - 1 Mits de GR van het schap voorziet in de bevoegdheid tot aangaan van/deelnemen in een GR (bij GMH en ZWD het geval) 2 Recreatieschappen kunnen thans op eigen gezag toetreden tot een stichting indien de GR dat toestaat. Vanaf de datum waarop het Wetsontwerp wijziging WGR dat de BVO mogelijk maakt in werking treedt (naar verwachting per 1-1-2015), dienen de deelnemers aan een GR een deelname-besluit aan een stichting vooraf voor te leggen aan hun deelnemers. 6

Uit het voorgaande blijkt dat voor wat betreft de publiekrechtelijke vorm de BVO als meest geschikte rechtsvorm naar voren komt. Bij de privaatrechtelijke rechtsvorm is de stichting het meest geschikte alternatief. Van alle 5 rechtsvormen lijkt de stichting het best passend bij de doelen. 2.6 Keuze uit Stichting en BVO. GS hebben op 8 juli 2014 de hiervoor geschetste problematiek besproken, mede vanuit hun eigen ambitie om de GZH te verzelfstandigen. De voorkeur van GS gaat uit naar verzelfstandiging van de GZH, waaraan de schappen toetreden en als schap een rechtstreekse toezichtsrelatie aangaan met de verzelfstandigde GZH. Op deze manier kunnen de recreatieschappen op juridische correcte wijze hun diensten blijven afnemen van de GZH zonder aanbestedingsplichtig te zijn. Dit blijkt juridisch goed vorm gegeven te kunnen worden. Samenwerking tussen overheden komt bij voorkeur tot stand d.m.v. publiekrechtelijke (rechts)vormen. Dit is echter niet verplicht. Afhankelijk van de concrete omstandigheden kan de conclusie zijn dat een privaatrechtelijke vorm de voorkeur heeft. Democratische controle is daarbij een belangrijke afweging. De GZH is nadrukkelijk een uitvoeringsorganisatie. Besluiten over beleid, beheer en financiën van natuur- en recreatiegebieden worden door de schappen zelf genomen, die democratisch gelegitimeerd zijn en als zodanig worden gecontroleerd. Bij de (beleidsarme) uitvoeringsorganisatie hoeft dat niet nogmaals te gebeuren. Daarmee wordt ook de privaatrechtelijke rechtsvorm voor de verzelfstandigde GZH een reële mogelijkheid. Alles overwegende hebben GS besloten over te gaan tot het verder laten onderzoeken van zowel de stichting als de bedrijfsvoeringsorganisatie als meest kansrijke rechtsvormen voor de GZH en de keuze daarover aan alle recreatieschappen voor te leggen. In onderstaand overzicht worden Stichting en BVO nader belicht en wordt ingegaan op elementen van en verschillen tussen beide vormen. Aspect Rechtsvorm Start- en ontwikkelflexibiliteit Eenzijdige start mogelijk? Start op korte termijn mogelijk? Later instappen door anderen dan PZH mogelijk? Mogelijkheid tot doorontwikkeling in de toekomst Contractuele aspecten Bedrijfsvoeringsorganisatie (BVO) Nee. Met start moet gewacht worden tot tenminste één schap hiermee instemt. Het wetsvoorstel BVO is door de Eerste Kamer aangenomen maar moet nog in werking treden (naar verwachting 1-1-2015). Ja, wijziging regeling nodig. Weinig. De BVO is een publiekrechtelijk lichaam dat (uitsluitend) diensten verleend aan de deelnemers. Stichting Ja. Ja. Ja, d.m.v. zitting in bestuur of Raad van Toezicht (RvT). Is te regelen in de oprichtingsakte. Veel. De stichting kan vanaf het begin in beperkte mate voor derden werken. Ook kan hij op een later moment worden omgevormd tot bijvoorbeeld een BV of NV. 7

Dienstverleningsovereenkomst DVO gaat grotendeels op in de Gemeenschappelijke Regeling als het schap deelneemt. Anders moet DVO met PZH in stand blijven. Aanbestedingsrechtelijke kwestie schappen Diensten aan derden Bestuurlijke aspecten Bestuurlijke aansturing GZH Democratische legitimatie Is gerepareerd voor die schappen (of hun individuele deelnemers) die deelnemen. BVO mag geen diensten verlenen aan nietdeelnemers (bijvoorbeeld Staatsbosbeheer) DB- dan wel collegeleden moeten zelf deelnemen aan het bestuur van de BVO. GZH is een uitvoeringsorganisatie. Beleidsrijke besluiten worden in schappen genomen. Zeggenschap en verantwoording GZH via licht GR-regime. DVO kan van PZH over naar GZH als hierover instemming met schap bestaat. Anders moet DVO met PZH in stand blijven. Is gerepareerd voor die schappen (of hun individuele deelnemers) die deelnemen. Een stichting mag diensten aan nietdeelnemers verlenen. Om te blijven binnen de quasi-inhouseaanbestedingsmogelijkheid, zit hieraan een maximum van 20% van de totale activiteiten Flexibele inzet in RvT mogelijk, hoeven niet per se DB- dan wel collegeleden te zijn. Leden RvT kunnen meer schappen vertegenwoordigen. GZH is een uitvoerings-organisatie. Beleidsrijke besluiten worden in schappen genomen. Zeggenschap bij en verantwoording GZH aan RvT. In statuten details regelen. Rechtsvorm Publiekrechtelijk Privaatrechtelijk Fiscale en financiële aspecten BTW-compensatiefonds Financiële continuïteit Kosten verzelfstandiging Vennootschapsbelasting (VPB) Compensatiefonds kan benut Compensatiefonds kan blijven. benut blijven. Deelnemers staan garant voor Stichting kan failliet tekorten, conform een gaan. Aanvullende verdeelsleutel in de Regeling afspraken zijn mogelijk. overeen te komen. Huidige arbeidsvoorwaarden zijn gedekt door schapsbaten. Kosten opstellen GR minimaal. (Kosten inrichten eigen bedrijfsvoering zijn in reorganisatietraject voorzien). Na een voorziene wijziging van de wet op de VPB zijn markt-activiteiten VPB- Huidige arbeidsvoorwaarden zijn gedekt door schapsbaten. Kosten opstellen akte minimaal. (Kosten inrichten eigen bedrijfsvoering zijn in reorganisatietraject voorzien). markt-activiteiten zijn VPB-plichtig. 8

Personele en organisatorische aspecten Werkzekerheid en eventuele afbouw organisatie. Overgang personeel Arbeidsvoorwaarden Pensioen plichtig. Wordt bepaald door schapsbesluiten over hun begrotingen en de DVO. Een nader overeen te komen/ aanvullend Sociaal Convenant wordt van toepassing. Kan niet worden afgedwongen, moet geregeld worden in een Sociaal Convenant. Moet geregeld worden in een Sociaal Convenant. Ambtenarenstatus wordt behouden. BVO-medewerkers behouden de ABP-status. Wordt bepaald door schapsbesluiten over hun begrotingen en de DVO. Een nader overeen te komen/ aanvullend Sociaal Convenant wordt van toepassing. Kan niet worden afgedwongen, moet geregeld worden in een Sociaal Convenant. Moet geregeld worden in een Sociaal Convenant. Stichting moet eigen arbeidsvoorwaardenpakket vaststellen. Stichtingsmedewerkers kunnen de ABP-status behouden. Aanvraag bij ABP moet worden ingediend. 2.7 Resumerend, beslispunten. Aan het DB van MD wordt nu gevraagd een standpunt in te nemen t.a.v. het oplossen van de aanbestedingsrechtelijke kwestie met de GZH. De verschillende recreatieschappen bevinden zich (zie onderdeel 2.2) in een fase van oriëntatie op de toekomst, o.m. qua takenpakket van GZH. Ook speelt de vraag omtrent vergroten van de bestuurlijke slagkracht, bestuurlijke opschaling en vernieuwingen in samenwerkingsverbanden Binnen het recreatieschap Midden-Delfland wordt de noodzaak ingezien om de wijze waarop de dienstverlening aan de schappen is vorm gegeven, te veranderen vanwege de aanbestedingsrechtelijke context. Maar omdat nog niet goed is uitgekristalliseerd welke oplossingen voor de overige problematiek overeengekomen zullen worden, is er aarzeling om zich nu volledig vast te leggen. Onder andere is de vraag of MD de komende jaren dezelfde dienstverlening van de GZH zal afnemen als in de afgelopen periode het geval is geweest, mede in het licht van de uittreding van het Rijk uit het schap en de gevolgen daarvan. Variatie in takenpakket van schap en GZH in de toekomst moet mogelijk zijn om de overige ontwikkelingen te kunnen realiseren. Hiervoor bestaat breed begrip; het vraagt om voldoende flexibiliteit in de te kiezen oplossing en de inbouw van maximale ruimte voor de ontwikkelingen binnen het recreatieveld. Hieronder worden 2 varianten beschreven voor de besluitvorming over de verzelfstandiging en de deelname van MD in de verzelfstandigde GZH. Beslispunten 1-3 van beide varianten zijn gelijk: - kennis nemen van de inspanningen en resultaten van de ambtelijke werkgroepen en overige stukken (bijlagen 1-4); - kennis nemen van het voornemen van GS om de GZH te verzelfstandigen; 9

- bevestiging/erkenning van de aanbestedingsrechtelijke problematiek, die tot herbezinning noopt op de huidige juridische constructie met DVO s tussen PZH en schap; Variant 1. Het schap besluit dit najaar omtrent deelname aan de verzelfstandigde GZH en de concrete invulling. - beslissing over de vraag of MD de komende jaren de dienstverlening door de te verzelfstandigde GZH wenst te continueren; en - zo ja, voorkeur kenbaar te maken voor de te kiezen rechtsvorm voor een verzelfstandigde GZH (stichting dan wel BVO) en besluiten tot deelname. In deze variant gaat de DVO bij daadwerkelijke start van de verzelfstandigde organisatie over op de nieuw gevormde rechtspersoon. Variant 2. Schap besluit dit najaar over al dan niet deelname aan de verzelfstandigde GZH, waarbij de concrete invulling in de loop van 2015 plaats vindt. - Het algemeen bestuur van MD spreekt thans (najaar 2014) de intentie uit om de dienstverlening door GZH in de toekomst te continueren en daarvoor deel te willen nemen aan de verzelfstandigde GZH. Daarbij wordt ook voorkeur geuit voor de beoogde rechtsvorm. * De uitwerking, waaronder formulering van aard en omvang van de van GZH af te nemen diensten, wordt in 2015 bepaald. * Aansluiting bij de verzelfstandigde GZH wordt dan gerealiseerd vanaf 2016. In deze variant bepaalt MD in 2015 welke taken daadwerkelijk overgaan op de nieuw gevormde rechtspersoon. Op de overige taken zijn de afbouwbepalingen van de huidige DVO van toepassing. Ook met variant 2 geeft MD voldoende helderheid aan PZH en overige schappen om tot verantwoorde verzelfstandiging van de GZH over te gaan. De keuze voor de rechtsvorm kan nog in 2014 worden gemaakt en de benodigde stappen tot concrete oprichting van de voor de verzelfstandigde GZH benodigde rechtsvorm kunnen nog dit jaar worden gezet. Dit met het uitzicht dat ook MD haar dienstverlening bij GZH zal onderbrengen. Tegelijkertijd biedt het MD meer tijd om te beslissen over aard en omvang takenpakket dat zij van de verzelfstandigde GZH zal afnemen. Daarover kan dan in 2015 worden besloten. Indien en voor zover sprake is van vermindering van taken (dienstverlening) bieden de afbouwmogelijkheden van de bestaande DVO s daarvoor ruimte. 3. VOORAFGAANDE BESLUITVORMING In het najaar van 2013 is in alle vergaderingen van de Dagelijks Besturen van de schappen die diensten afnemen van de GZH gesproken over deze dienstverlening in relatie tot de aanbestedingsrechtelijke context. Vervolgens is aan alle schappen een plan van aanpak aangeboden voor het proces om te komen tot richtinggevende besluiten en zijn de stukken, deels samen met ambtenaren van de deelnemers, verder uitgewerkt. Voorliggend voorstel komt uit dit proces voort. De bevindingen van de inmiddels gevoerde bestuurlijke dialogen in september 2014, ter voorbereiding op de besluitvorming, zijn samengevat in paragraaf 2.5. In bijlage 5 is de gevoerde dialoog met de participanten uit het schap MD samengevat. De gemeenten hebben tbv behandeling in het DB een schriftelijke argumentatie van hun standpunt toegezegd (bijlage 6). 10

4. JURIDISCHE PARAGRAAF Bij een positief besluit van het bestuur zal een definitief besluit tot toetreding worden opgesteld en aan het AB worden voorgelegd. Hiermee wordt adequaat voorzien in het oplossen van het aanbestedingsrechtelijke vraagstuk en kunnen in de toekomst ontwikkelingen binnen het recreatieveld (zoals veranderingen in takenpakket, nieuwe visies op beheer en/of samenwerking) adequaat worden vorm gegeven. V.w.b. de lopende DVO is separaat aan het bestuur een voorstel gedaan deze nog éénmaal te verlengen over 2015 (de DVO verplicht PZH daarover vóór 1 juli een voorstel te doen). Na de verzelfstandiging van de GZH zullen de rechten en verplichtingen van de DVO tussen PZH en MD overgaan op de nieuw gevormde rechtspersoon dan wel zal de bestaande DVO worden afgebouwd en een nieuwe DVO worden overeengekomen met de verzelfstandigde GZH. In het geval van keuze voor de BVO zullen die rechten en verplichtingen grotendeels in de GR zelf worden geregeld. 5. FINANCIËLE PARAGRAAF Er zijn geen financiële consequenties aan dit voornemen. Uitgaande van bestaande taak en formatie GZH (conform huidige DVO s) is deelname door het recreatieschap aan de verzelfstandigde GZH in beginsel een budgettair neutrale aangelegenheid. 6. COMMUNICATIE T.z.t. Publicatie bijgevoegd: nee 7. WIJZE VAN TOTSTANDKOMING Door alle deelnemers in de schappen is uitgebreid geparticipeerd in een ambtelijk traject waarin de aanbestedingsrechtelijke context is geanalyseerd en een vergelijking is gemaakt van de mogelijke rechtsvormen voor de GZH. Ook zijn indicatief de afbouwbepalingen van de DVO doorgerekend per schap. De uitkomsten van deze exercities vindt u in de bijlagen. Voor wat betreft de aanbestedingsrechtelijke situatie en de voor- en nadelen van de mogelijke rechtsvormen voor de GZH is uitgebreid geadviseerd door advocatenkantoor Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn. 8. VERDERE PROCEDURE Op basis van de uitkomst van de dialoog in de schappen wordt een definitief besluit aan Provinciale Staten en de AB s van de betreffende schappen voorgelegd en indien nodig ook aan de deelnemers van het (natuur- en) recreatieschap. Daadwerkelijke start van de stichting of de BVO kan naar verwachting in de loop van 2015 plaatsvinden. 11