VZVB Jeugdfonds 2015 seizoen 2014 2015 opstart seizoen 2015 2016 Algemene voorwaarden Algemeen Subsidiereglement 1 VZVB Jeugdfonds 2015
ALGEMEEN SUBSIDIEREGLEMENT Artikel 1 - Krediet: Voor zover er een krediet in de begroting wordt ingeschreven, kan de VZVB een subsidie verlenen aan een bij de VZVB aangesloten sportclub, indien de sportclub erkend is (artikel 2), voldoet aan de voorwaarden opgenomen in artikel 3, en de criteria van artikel 12 zo goed mogelijk tracht na te streven. Artikel 2 - Erkenning: Een sportclub is erkend door de VZVB wanneer de sportclub een officieel stamnummer heeft en aan dit stamnummer geen bondsschulden meer zijn verbonden. Indien dit wel het geval is, kan de sportclub alsnog erkend worden als zij de bondsschulden heeft vereffend voorafgaand aan de inleverdatum van het subsidiedossier. Artikel 3 - Uitsluitingsvoorwaarden: Een sportclub kan enkel in aanmerking komen voor een subsidie indien zij aan volgende voorwaarden voldoet: De sportclub is erkend door de VZVB. De sportclubs die een volledig ingevuld en ondertekend dossier met de nodige bijlagen tijdig indienen, komen in aanmerking voor subsidies. De sportclub heeft de Nederlandse taal als voertaal binnen haar communicatie en werking. De sportclub heeft minstens één jeugdploeg, die deelneemt aan de reguliere VZVB jeugdcompetitie, ook genaamd VZVB jeugdcup, voor het seizoen 2014 2015. De sportclub heeft minstens één jeugdclub, die zal deelnemen aan de reguliere VZVB jeugdcompetitie, ook genaamd VZVB jeugdcup voor het seizoen 2015 2016. Hiervoor zal de jeugdclub aanspraak kunnen maken op een opstartsubsidie zoals beschreven in artikel 5. Artikel 4 - Kwantitatief en kwalitatief: 27,5% van het beschikbare krediet wordt voorzien voor de subsidiëring van de kwantitatieve aspecten van de jeugdwerking binnen de sportclubs. 72,5% van het beschikbare krediet wordt voorzien voor de subsidiëring van de kwalitatieve aspecten van de jeugdwerking binnen de sportclubs. Artikel 5 - Startsubsidie voor beginnende jeugdwerkingen: Sportclubs die voor het seizoen 2015-2016 starten met een jeugdwerking krijgen een startsubsidie van 300. Zij komen verder niet in aanmerking voor bijkomende subsidies via het jeugdfonds van dat jaar. Deze clubs dienen ook hun verkregen opstartsubsidie te verantwoorden via de daartoe beschreven bestedingsmogelijkheden en dit volgens de termijnen beschreven in Artikel 7. Algemeen Subsidiereglement 2 VZVB Jeugdfonds 2015
Artikel 6 - Berekening van de subsidie voor jeugdwerking: Beschikbare krediet (Startsubsidie x Aantal clubs die starten met jeugdwerking) = Resterende krediet Resterende krediet /Tot. punten behaald door sportclubs = Basisbedrag per punt Basisbedrag per punt x Aantal punten behaald door de sportclub = Subsidie per sportclub Artikel 7 - De aanvraagprocedure: De subsidies kan men verkrijgen door te voldoen aan de hierna omschreven procedure: De aanvraag tot subsidiëring wordt door de sportclubs, op eigen initiatief, op de daartoe bestemde formulieren ingediend bij de VZVB. 01/02 VZVB verstuurt de communicatie omtrent het reglement en de aanvraagformulieren van het VZVB jeugdfonds naar alle aangesloten clubs. 01/03 tot 01/06 De clubs bezorgen de ingevulde subsidie aanvraag aan de VZVB Wilselsesteenweg 307 3010 Kessel-Lo Elke sportclub waarvan de subsidieaanvraag laattijdig wordt ontvangen, zal geen aanspraak kunnen maken op de subsidie van het betrokken werkingsjaar. 01/08 Bekendmaking van de toegekende subsidie(s). 30/11 De club dient de facturen in die in aanmerking komen voor subsidie (zie bestedingsmogelijkheden). Let op! Er komen enkel uitgaven in aanmerking van het lopende kalenderjaar. 31/12 Uitbetaling van de subsidie aan de clubs. De subsidiëring van het huidig werkingsjaar wordt steeds bepaald op basis van de in het aanvraagdossier opgenomen gegevens van de sportclub met betrekking tot het vorige seizoen (seizoen 2014 2015), voorafgaand op de datum van indienen. Artikel 8 - Goedkeuring dossiers: De door VZVB goedgekeurde dossiers worden beloond door een uitkering van subsidies voor de kwalitatieve en kwantitatieve begeleiding van jeugdwerking op basis van de kwaliteitscriteria van het 7-puntenplan. Sportclubs die ophouden te bestaan op het ogenblik van de uitbetaling van de subsidie hebben geen recht meer op deze subsidie. De VZVB behoudt het recht om subsidies terug te vorderen indien een sportclub stopt te bestaan tijdens het lopende seizoen. Algemeen Subsidiereglement 3 VZVB Jeugdfonds 2015
Artikel 9 - Algemeen: De Raad van Bestuur van de Vlaamse Zaalvoetbalbond beslist soeverein over de interpretatie van het reglement. Tegen deze beslissing is geen beroep mogelijk. Artikel 10 - Doel subsidie: De sportclubs dienen zich eraan te houden de toegekende subsidie enkel en alleen te gebruiken voor de uitwerking van de jeugdwerking. Indien dit niet het geval is, kan de VZVB artikel 11 van dit reglement toepassen. Artikel 11 - Bestedingsmogelijkheden: De sportclubs die een subsidie wordt toegekend kan deze enkel besteden aan een aantal bestedingsmogelijkheden die de kwaliteit van de jeugdwerking verbeteren en die in een nominatieve lijst zijn opgenomen (zie bijlage). Artikel 12 - Controle: De VZVB behoudt zich het recht voor de gegeven informatie en bewijsstukken te verifiëren. Indien blijkt dat de aangifte niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, de subsidie niet gebruikt wordt voor de jeugdwerking of wanneer de VZVB geen toelating krijgt tot de nodige controle, komt desbetreffende sportclub voor het betrokken jaar niet meer in aanmerking voor subsidie. Alsook behoudt de VZVB het recht om een reeds toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk in te trekken of de desbetreffende sportclub te verplichten om een terugstorting te doen van de reeds ontvangen subsidies (geheel of gedeeltelijk). Artikel 13 - Criteria + puntenverdeling: Aantal jeugdsleden & jeugdploegen 20ptn Promotie evenementen 35ptn Jeugdbeleid 40ptn Aantal gediplomeerde trainers 35ptn Aantal trainingsuren 30ptn Volgen van bijscholingen 20ptn Ethisch Verantwoord Sporten 20ptn Algemeen Subsidiereglement 4 VZVB Jeugdfonds 2015
Artikel 14 - Kwaliteitslabels: Een club die een minimum aantal punten en criteria haalt, komt in aanmerking voor het bronzen, zilveren en gouden VZVB jeugdlabel. Bronzen jeugdlabel Zilveren jeugdlabel Gouden jeugdlabel Minimum 140/200 punten Minimum 160/200 punten Minimum 180/200 punten Scoren op minimum 4 criteria Scoren op minimum 5 criteria Scoren op minimum 6 criteria Minimum 10 jeugdspelers Minimum 25 jeugdspelers Minimum 50 jeugdspelers Minimum 1 jeugdploeg in competitie Minimum 30 trainingsuren/seizoen 1 jeugdtrainer met minimum Initiator diploma Minimum 2 jeugdploegen in competitie Minimum 50 trainingsuren/seizoen Jeugdcoördinator met minimum trainer B diploma Minimum 3 jeugdploegen in competitie Minimum 100 trainingsuren/seizoen 1 jeugdcoördinator met trainer B diploma, 1 jeugdtrainer met initiator diploma Artikel 15 - Inwerkingtreding: Dit reglement treedt in werking vanaf 01/01/2015. Het subsidiereglement en puntenstelsel zijn jaarlijks voor wijzigingen vatbaar. Algemeen Subsidiereglement 5 VZVB Jeugdfonds 2015
Bijlage - Bestedingsmogelijkheden De sportclub die een subsidie wordt toegekend kan deze enkel besteden aan een aantal bestedingsmogelijkheden die de kwaliteit van de jeugdwerking verbeteren. De toegekende subsidie moet met andere woorden gerechtvaardigd worden met effectieve uitgaven, door de club verricht. Let op! Er komen enkel uitgaven in aanmerking van het huidige kalenderjaar. 1. Huur (sport)infrastructuur voor de jeugdwerking a. Trainingen b. Wedstrijden c. Sportpromotionele evenementen voor de jeugd 2. Effectieve verplaatsingsonkosten voor: a. Trainers b. Jeugdbegeleiders c. Scheidsrechters 3. Aankoop/huur materiaal voor de jeugdwerking a. Klein sportmateriaal (Kegels, potjes, afbakenlinten, mini-doeltjes, ballen, loopladders, ballenzakken, hesjes,...) b. Groot sportmateriaal (doelen, afbakenpanelen, boardings, ) c. Didactisch materiaal i. sportdocumentatie (boeken, fiches, video, dvd,..) ii. materiaal voor video-analyse iii. abonnement tot online/offline trainersdatabanken en trainersplatformen d. Verzorgingsmateriaal /EHBO materiaal. 4. Aankoop sportuitrusting voor de jeugdwerking: kledij, schoenen (voor zover deze gratis ter beschikking gesteld worden van de jeugdspelers) 5. Kosten voor informatie en promotiemateriaal ten bate van de jeugdwerking 6. Jeugdgerelateerde drukwerken 7. Erkende cursussen en bijscholingen a. Inschrijvingsgelden b. Lesgeverskosten voor verloning docenten/sprekers bijscholingen in eigen organisatie 8. Verloning van jeugdmedewerkers a. Vaste jeugdtrainers, jeugdsportcoördinator (vrijwilligersvergoedingen of bankuitreksels worden niet aanvaard, enkel facturen of onkostennota s) Algemeen Subsidiereglement 6 VZVB Jeugdfonds 2015