Hogeschool Rotterdam. Instituut voor Engineering en Applied Science. Opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek.



Vergelijkbare documenten
Legenda KG Kennisgestuurde leerlijn PG Praktijkgestuurde leerlijn SG Studentgestuurde leerlijn

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Informatie werkplekleren

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus Crebonr.

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus 2013.

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

De planning is realistisch, efficiënt en afdoende afgestemd met de betrokkenen.

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

VERTROUWELIJK. Rapport 360 -feedback Voorbeeldrapport

Eindbeoordeling Stage 1 Code: ST1

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Stagewijzer. Stagiairs

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

Instructie Werkbegeleiders opleiding HBOV Henk Chevalking

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

BPV. Profiel praktijkopleider. Norm. Toelichting. Aanpak. Prestatie

WORKSHOP 2W8. Rubric: To the stars and beyond!

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0125

Verrijking leervaardigheden

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1 en 2)

Proeve van bekwaamheid (leerbedrijf) Examenproject (gesimuleerde beroepsomgeving)

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Competenties. Overzicht

JUVE JUVE1AR (Juridische Vaardigheden) JUVE1AP (Praktijkvaardigheden) JUVE1AM (Mediatheektraining)

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Instituut voor Gezondheidszorg

Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS)

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Programma van toetsing

Leertaak Restaurant. Leertaak restaurant 4.1 Situatie:

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

Specialisatie Microbiologie (Mi) in het nieuwe curriculum. Master Moleculaire Diagnostiek

Studiehandleiding. Studieloopbaancoaching. Medische diagnostiek: differentiatie klinische chemie

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk oriëntatie

Competentieprofiel Werkbegeleider

Leerlijn van de competentie Binnen een welomschreven

Eindbeoordeling Stage 1 Code: ST1

De Gespecialiseerde Professional

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Taal, Media en Communicatie

Inhoud en competenties leer-werkboeken

DEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL EN COMPETENTIEPROFIEL

Eindbeoordeling Stage 1. Code: ST1

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen en beleidsprocessen.

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Rapport Kwaliteit- & Projectmanagement 360. Test Kandidaat

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Beoordelingsformulieren BPV

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Beoordelingsformulier beroepspraktijkvorming

Keuzedeel mbo. Lean en creatief. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0512

Planning en Evaluatie gespreksverslagen

Werken als specialist in de mode

Opleiding Chemische Presentatie titel Technologie

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

BACHELOR RECHTSGELEERDHEID AFSTUDEERRICHTING JURIDISCHE BESTUURSKUNDE. Bestuurskundig onderzoeksproject

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

DEFINITIES COMPETENTIES

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

De 6 Friesland College-competenties.

Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V.

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer. Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer

stichting Opvoeden.nl

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

1 Inleiding 2 Het competentieprofiel voor de OR binnen LNV 3 Omschrijving van de competenties; definities en gedragsindicatoren

Werken als productvormgever

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum:

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk verdieping en integratie

Model Praktijkbeoordelaar

Rapport Sales 360. Test Kandidaat

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

Stagegids derdejaars stage

Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties

Logistiek medewerker. Persoonlijke effectiviteit: 2. Accuratesse

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Verdieping doelgroepen

Sport, Gezondheid en Management. Cursusjaar 2015/2016. Stage jaar 2. Feedback en beoordeling werkveldbegeleider

KEUZEDEEL VOORBEREIDING HBO

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Functieprofiel: Instructeur Functiecode: 0105

VSO Leerlijnen Voorbereiding op dagbesteding & arbeid (Leren leren)

Transcriptie:

Hogeschool Rotterdam Instituut voor Engineering en Applied Science Opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Informatiegids duale differentiatie medische diagnostiek klinische chemie medische microbiologie September 2013

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 1. Inleiding 4 1.1. Algemeen 4 1.2. Het duale karakter van de differentiatie 4 1.3. Het ontstaan van de duale differentiatie medische diagnostiek 5 2. De structuur van de differentiatie 6 3. Competenties 7 4. Organisatorische aspecten van de studie 9 4.1. Het vinden van een plaats 9 4.2. De contracten 9 4.3. Begineisen 9 4.4. Start van de duale differentiatie 10 4.5. Tussentijds beëindigen van de differentiatie 10 5. Begeleiding 11 5.1. Op werk 11 5.2. Op school 12 6. Beoordelingen 13 7. Overige informatie 14 7.1. Personen en diensten op school 14 7.2. Vaccinaties 15 7.3. Ongewenste intimiteiten 15 8. Rooster Klinische Chemie 2013/2014/2015 16 9. Rooster Medische Microbiologie 2013/2014/2015 18 Bijlage 1 Werkindeling bij duale differentiatie klinische chemie 22 Bijlage 2 Werkindeling bij de duale differentiatie medische microbiologie 29 Bijlage 3 Competentiebeschrijvingen volgens DAS 36 Bijlage 4 Beoordelingscriteria werkplek 39 Bijlage 5 Toelichting beoordelingscriteria 42 3

1. Inleiding 1.1. Algemeen Voor u ligt informatie over de duale differentiatie diagnostiek van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BML). Studenten die de differentiatie diagnostiek kiezen kunnen zich specialiseren in de richtingen klinische chemie en medische microbiologie. Deze specialisaties bereiden de student voornamelijk voor op een functie van laboratoriummedewerker in een diagnostisch laboratorium van een ziekenhuis of instelling. Studenten kunnen ook andere functies gaan bekleden. Deze opleiding en de specialisaties daarvan worden verzorgd door een organisatorische eenheid van de Hogeschool Rotterdam, het cluster EAS: Engineering & Applied Science De Hogeschool Rotterdam heeft een eigen onderwijsmodel ontwikkeld, waarin denken en doen centraal staan, de opleiding vanuit de praktijk gestuurd wordt en daarmee gericht is op het ontwikkelen van competenties. Deze duale differentiatie medische diagnostiek past geheel in deze filosofie. 1.2. Het duale karakter van de differentiatie Een duale differentiatie combineert werken en leren. Uit didactisch oogpunt is dit een ideale situatie voor een student. In het verleden zijn er vele vormen van duale opleidingen geweest, het meest bekende is het meester/gezel systeem. In de huidige tijd bestaan modernere vormen van duale leerroutes, die in de praktijk op verschillende wijze worden vormgegeven. Voor de differentiatie medische diagnostiek is gekozen voor de vormgeving waarin een student twee jaar opleiding op de hogeschool krijgt en twee jaar het feitelijke duale traject volgt. Vanwege het complexe karakter van het beroep moet een student eerst basiskennis en basisvaardigheden hebben, voordat hij/zij op een beginnend niveau kan functioneren in het beroep. In het tweede deel van de opleiding gaat de student voor het grootste deel van de tijd werken en volgt hij/zij nog maar een klein gedeelte van de tijd, lessen op de 4

hogeschool voor het aanbrengen van kennis en de begeleiding van het leren. Op het werk zal de student ook een gedeelte van de tijd nodig hebben om kennis, vaardigheden en attitudes te verwerven. 1.3. Het ontstaan van de duale differentiatie medische diagnostiek Bij de diagnostische laboratoria in zowel academische als perifere ziekenhuizen nam de vraag naar HBO-medewerkers in de klinische chemie en de medische microbiologie toe. In de jaren rond de eeuwwisseling zijn er weinig nieuwe afgestudeerden op de arbeidsmarkt gekomen, maar door fusies van werkplekken en automatisering van het werk waren vraag en aanbod redelijk op elkaar afgestemd. Laboratoria gaven echter aan dat zij vreesden niet voldoende werknemers te kunnen krijgen in de toekomst. Door de afdeling medische microbiologie van het Erasmus Medisch Centrum is het cluster HLO&CT, dat destijds de opleiding tot laboratorium medewerker verzorgde, verzocht een duale differentiatie medische microbiologie op te zetten. De gedachte hierachter is dat meer studenten zullen kiezen voor deze opleidingsvorm en dat de werknemers eerder op de markt beschikbaar zijn. Na een marktanalyse van ziekenhuislaboratoria met medische microbiologie en/of klinische chemie, heeft het HLO&CT besloten van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, de differentiatie diagnostiek die alleen uit de specialisaties klinische chemie en medische microbiologie bestaat, om te vormen tot een duale differentiatie. De differentiatie kreeg gestalte in het jaar 2004 qua inhoud en organisatie. Hiervoor werd met vertegenwoordigers uit de laboratoria in de regio Rotterdam/Rijnmond en de regio Den Haag samengewerkt. 5

2. De structuur van de differentiatie Voor de beschrijving van het basisdeel, de eerste twee jaar van de opleiding, wordt verwezen naar het opleidingsspecifieke deel van de Hogeschoolgids van instituut EAS. Hierin is beschreven welke leseenheden / modules studenten hebben gevolgd. In bijlage 1en 2 staan de beschrijving van het duale deel van de opleiding voor de specialisatie klinische chemie en medische microbiologie, uitgesplitst per semester. Aangegeven staat een indeling van de tijd: hoeveel dagen een student per week doorbrengt op het werk en hoeveel dagen op de hogeschool. Per semester is dit verschillend. Het geheel geeft een overzicht over de twee jaar van de duale differentiatie. Een specificatie hiervan voor een bepaald cursusjaar wordt gegeven in het hoofdstuk Rooster. Verder staat aangegeven welke inhoud aan bod komt. Van het werk staat aangegeven wat er gaat gebeuren. Verder staat aangegeven welke leseenheid op het werk gedaan moet worden en welke leseenheden op de hogeschool worden gegeven. Een specificatie hiervan is te vinden in de aparte boekjes kadervakomschrijvingen. 6

3. Competenties Een competentie is het geheel van kennis, vaardigheden en attituden die nodig zijn om een functie uit te oefenen. Vroeger werd aangenomen dat men door vakkennis en handvaardigheid met experimenteren voldoende gekwalificeerd was om het werk als laboratoriummedewerker te kunnen doen. Het aantal mensen dat met deze opleiding nu de laboratoria bevolkt bewijst de juistheid van deze opstelling. Toch wordt in de duale differentiatie een poging gedaan de benodigde competenties ook expliciet te benoemen en te toetsen. Dit wordt gedaan in navolging van ideeën die gehanteerd worden door personeelsfunctionarissen die beoordelingsgesprekken met de medewerkers voeren. Voor het functioneren blijken niet alleen kennis en handvaardigheid belangrijk te zijn, maar ook andere kwaliteiten als collegialiteit, flexibiliteit, mate van initiatief nemen, vermogen tot zelfreflectie etc. Deze eigenschappen zijn vertaald naar gedrags-indicatoren. Daarmee is een competentie dan ook toetsbaar. Een beginnend medewerker heeft een lager competentieniveau dan een ervaren medewerker. Goede gedragsindicatoren geven dit niveau-verschil aan. Zij geven ook het verschil aan tussen MBO- HBO- en universiteitsopgeleiden. Er worden in het onderwijs meerdere soorten beschrijvingen van competenties gehanteerd. Voor de duale differentiatie wordt de beschrijving gebruikt die in het landelijk overleg van HBO-scholen (DAS) voor laboratoriummedewerkers is opgesteld, met de hierbij behorende gedragsindicatoren opgesteld door de opleiding Biologie en Medisch Laboratorium Onderzoek van de Hogeschool Rotterdam. Zie hiervoor bijlage 3. Er wordt uitgegaan van het idee dat een medewerker in zijn functie meerdere rollen kan hebben. Maar hij kan ook een andere baan nemen en daarmee een andere rol aannemen. Met een laboratoriumopleiding kan iemand op een laboratorium experimenteel werk gaan doen, maar ook in de organisatie gaan werken, verkoper worden bij een chemicaliënfirma of ziekenhuishygiënist worden. In deze functies heeft de laboratoriummedewerker verschillende rollen. Voor de duale differentiatie zijn rollen beschreven waarvoor deze daadwerkelijk wil opleiden. Bijvoorbeeld de rol van 7

experimenteerder of die van onderzoeker. Bij deze rollen zijn niveaus beschreven en bij deze niveaus weer de gedragsindicatoren. In bijlage 3 staan deze rollen en de bijbehorende niveaus waarvoor de laboratoriumopleiding wil opleiden. Met het beschrijven van de rollen, de niveaus en de gedragsindicatoren, wordt geprobeerd de student meer bewust te maken van datgene dat nodig is om een goede medewerker te worden, zodat hij daarmee beter en gemotiveerder de studie kan doorlopen en daarmee ook beter functioneert op het werk. 8

4. Organisatorische aspecten van de studie 4.1. Het vinden van een plaats Met de ziekenhuizen is de volgende procedure afgesproken. De hogeschool maakt een lijst met ziekenhuizen die meedoen aan het duale traject en waarmee derhalve contracten zijn afgesloten. In het semester voorafgaand aan het begin van het duale tweede deel van de differentiatie, spreken studenten hun voorkeur uit, en moeten met goedkeuring van de hogeschool, solliciteren bij het laboratorium. Beide partijen hebben het recht ja of nee te zeggen. Met wederzijds goedvinden wordt een werk-/stageverband aangegaan in het duale traject. 4.2. De contracten Voor voortzetting van de studie in het duale traject moet een tripartite overeenkomst worden gesloten. Dit is een contract tussen de drie partijen: student, werkgever en hogeschool. Dit contract regelt formeel de juridische aspecten van de duale differentiatie. Deze tripartite overeenkomst wijst naar twee onderliggende contracten. Deze zijn: de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en student/werknemer; de leerovereenkomst tussen student en hogeschool. 4.3. Begineisen Om daadwerkelijk deel aan het duale traject te kunnen nemen moet de student in het eerste deel van de opleiding voldoende studiepunten hebben behaald. Dezelfde norm wordt gehanteerd als voor het begin van de stageperiode. Dit houdt in dat de student: * de propedeuse moet hebben gehaald * uit het tweede jaar maximaal 15 ECTS-punten achterstand mag hebben * alle practica zijn afgerond. 9

4.4. Start van de duale differentiatie Het duale deel van de opleiding start in september. Tussentijdse start is om organisatorische redenen niet mogelijk. 4.5. Tussentijds beëindigen van de differentiatie Bij tussentijds beëindigen van het contract zijn er nog een aantal verplichtingen. In goed overleg tussen de drie partijen wordt gezocht naar de beste oplossing ten behoeve van de student. Beëindiging vindt plaats met inachtneming van de vastgestelde opzegtermijn. Als beëindiging plaatsvindt in het eerste semester, moet onderzocht worden of het werk omgezet kan worden in stage, opdat de student de studie in een andere richting kan voortzetten. 10

5. Begeleiding Voor een goede gang van zaken wordt de student twee begeleiders toegewezen, één op het werk en één van BML, die regelmatig contact hebben met de student en met elkaar. 5.1. Op werk De begeleider op het werk heeft de volgende taken Introduceert de student/werknemer op de werkplek Plant en organiseert de activiteiten voor de duale periode volgens werkindeling Beoordeelt de student op het afgeleverde werk en op verworven competenties Bespreekt met de student de beoordelingen op afgesproken tijdstippen Begeleidt de student bij de uitvoering van de opdrachten vanuit werk en school Heeft een bijdrage aan de beoordeling van deze opdrachten Begeleidt de student bij mondelinge en schriftelijke vormen van rapportage Voert regelmatig overleg met de begeleider van school Helpt mee met de kwaliteitsborging van de opleiding Checkt of theorie van de opleiding aansluit bij de werksituatie en omgekeerd Motiveert en stimuleert de student Creëert een uitdagende werksfeer Laat de student evenwicht vinden tussen begeleiding en initiatief nemen Ziet toe op de systematische aanpak van de opdrachten Signaleert problemen Biedt hulp bij kennismanco s 11

5.2. Op school De begeleiding op school vindt plaats in het kader van studieloopbaancoaching. De begeleider / stagecoördinator heeft de volgende taken: Houdt contact met ziekenhuislaboratoria om zorg te dragen voor voldoende plaatsen Geeft voorlichting over de te volgen procedure voor het vinden van een duale werkplek en geeft toestemming voor het begin van de sollicitatieprocedure Zorgt voor voorlichting van begeleiders op de werkplek Houdt in het kader van de studieloopbaan coaching intervisiegesprekken halverwege het eerste semester en verder aan het eind van elk semester. Bespreekt met de begeleider op het werk en met de student de beoordeling op het werk na elk semester en is verantwoordelijk voor het toekennen van de studiepunten Signaleert problemen en zoekt oplossingen in het belang van de student Houdt contact met de begeleider op het werk Is contactpersoon voor docenten in het duale traject Beoordeelt de eindcompetenties die aangegeven staan bij studieloopbaancoaching (zie kadervakomschrijvingen) Helpt mee met de kwaliteitsmanagement van de opleiding Checkt of theorie van de opleiding aansluit op de werksituatie en omgekeerd Motiveert en stimuleert de student Laat student evenwicht vinden tussen begeleiding en initiatief nemen Gedetailleerde informatie over de studieloopbaancoaching is te vinden in de modulewijzer SLC36/46. 12

6. Beoordelingen Tijdens de opleiding volgt de student leseenheden (cursussen) waarvan de opgedane kennis en vaardigheden getoetst worden met een schriftelijk tentamen of door beoordeling van de in de modulewijzer aangegeven producten, bv. beoordeling van een verslag, presentatie of opdracht. De toetsing vindt plaats door de docent. Na voldoende beoordeling worden de ECTS-punten toegekend. De volgende cursussen worden op een andere wijze getoetst: - het praktisch werk Het werk wordt op het laboratorium beoordeeld door de begeleider volgens het systeem dat op dit laboratorium gebruikt wordt. Beoordeling vindt plaats gedurende het werk en besproken aan het eind van elke onderwijsperiode. - de afstudeeropdracht Beoordeling vindt plaats zoals beschreven is in het afstudeerboekje. Bij de afstudeerpresentatie wordt een eindbeoordeling gegeven over de competenties onderzoeken (niveau II) en experimenteren (niveau III). - de studieloopbaancoaching Tijdens de studieloopbaancoaching vindt de eindbeoordeling plaats op de overige competenties. ECTS-studiepunten worden toegekend als aangetoond is dat de beschreven competenties zijn behaald. De methode van toetsing wordt beschreven in de modulewijzer van de studieloopbaancoaching. 13

7. Overige informatie 7.1. Personen en diensten op school Klinische chemie: Stagecoördinator/studieloopbaancoach: Mw. M.H.A. van der Wardt Kester 010 794 4876 m.h.a.van.der.wardt-kester@hr.nl Studieloopbaancoach: Dhr. R. Bax 010 794 5487 r.bax@hr.nl Medische microbiologie: Stagecoördinator/studieloopbaancoach: Mw. G. van Etten- Hasman 010 794 4875 g.hasman@hr.nl Studieloopbaancoach: Dhr. J.F. de Jong 010 794 4875 j.f.de.jong@hr.nl Decanen: Dhr. H.G. de Klerk Mw. S.I. Huijbregts 010 2794 4844 010 794 4982 H.G.de.Klerk@hr.nl S.I.Huijbregts@hr.nl Mw. M.E. Brasser Mw. K. Hogenelst 010 794 4845 010 7944362 M.E.Brasser@hr.nl K.Hogenelst@hr.nl Directeur opleidingen: Mw O. de Jager - Bes 010 794 4872 o.l.m.de.jager-bes@hr.nl Bedrijfsbureau: 010 794 4870 Secretariaat.EAS@hr.nl Bezoekadres: G.J. de Jonghweg 4-6 3015 GG Rotterdam Postadres: Postbus 25035 3001 HA Rotterdam 14

7.2. Vaccinaties Voor het volgen van de duale differentiatie is de vaccinatie tegen hepatitis B verplicht. De vaccinatie vindt plaats in het tweede jaar van de opleiding. Wie niet gevaccineerd is, moet rekening houden met het feit dat een volledig vaccinatieschema 8 maanden vergt. 7.3. Ongewenste intimiteiten De Hogeschool Rotterdam heeft een beleid dat er op gericht is een sfeer te creëren waarin ongewenste intimiteiten geen kans krijgen. In dit kader is een speciale brochure verkrijgbaar die kan worden aangevraagd bij de decanen. Meer informatie over vertrouwenspersonen is te vinden op de website van de hogeschool. Tevens is er een klachtenregeling ongewenste intimiteiten. Schriftelijke informatie is te vinden in de mediatheek, bij de decanen of bij de vertrouwenspersonen. 15

8. Rooster Klinische chemie, start in september 2013-2014 Weeknr Data Gebeurtenissen school werk 2013 36 02/09 06/09 start werk: maandag dinsdag t/m vrijdag introductie lab 37 09/09 13/09 werk op verdeelunit maandag dinsdag t/m vrijdag 38 16/09 20/09 werk op de prikpoli maandag dinsdag t/m vrijdag 39 23/09 27/09 werk op hematologie maandag dinsdag t/m vrijdag 40 30/09 04/10 werk op hematologie maandag dinsdag t/m vrijdag 41 07/10 11/10 werk op hematologie maandag dinsdag t/m vrijdag 42 14/10 18/10 werk op hematologie maandag dinsdag t/m vrijdag 43 21/10 25/10 werk op hematologie herfstvakantie dinsdag t/m vrijdag 44 28/10 01/11 werk op hematologie maandag dinsdag t/m vrijdag 45 04/11 08/11 werk op hematologie maandag dinsdag t/m vrijdag 46 11/11 15/11 beoordeling maandag dinsdag t/m vrijdag hematologie 47 18/11 22/11 start 2 e OWP maandag dinsdag t/m vrijdag start chemie/urinelab 48 25/11 29/11 werk op chemielab maandag dinsdag t/m vrijdag 49 02/12 06/12 werk op chemielab maandag dinsdag t/m vrijdag 50 09/12 13/12 werk op chemielab maandag dinsdag t/m vrijdag 51 16/12 20/12 werk op chemielab maandag dinsdag t/m vrijdag 52 23/12 27/12 werk op chemielab kerstvakantie dinsdag t/m vrijdag 2014 1 30/12 03/01 werk op chemielab kerstvakantie dinsdag t/m vrijdag 2 06/01-10/01 werk op chemielab maandag dinsdag t/m vrijdag 3 13/01 17/01 werk op chemielab maandag dinsdag t/m vrijdag 4 20/01 24/01 werk op chemielab maandag dinsdag t/m vrijdag 5 27/01 31/01 beoordeling chemie maandag dinsdag t/m vrijdag 6 03/02 07/02 inhaalweek maandag dinsdag t/m vrijdag 7 10/02 14/02 start 3 e OWP maandag dinsdag woensdag - vrijdag bijzondere chemie 8 17/02 21/02 bijzondere chemie voorjaarsvakantie woensdag - vrijdag 9 24/02 28/02 bijzondere chemie maandag dinsdag woensdag - vrijdag 10 03/03 07/03 bijzondere chemie maandag dinsdag woensdag - vrijdag 11 10/03 14/03 bijzondere chemie maandag dinsdag woensdag - vrijdag 12 17/03 21/03 bijzondere chemie maandag dinsdag woensdag - vrijdag 13 24/03 28/03 bijzondere chemie maandag dinsdag woensdag - vrijdag 14 31/03 04/04 bijzondere chemie maandag dinsdag woensdag - vrijdag 15 07/04 11/04 bijzondere chemie maandag dinsdag woensdag - vrijdag 16 14/04-18/04 beoordeling bijzondere maandag dinsdag woensdag - vrijdag chemie 17 21/04 25/04 inhaal Pasen dinsdag woensdag- vrijdag 18 28/04 02/05 hematologie meivakantie woensdag - vrijdag 19 05/05 09/05 start OWP4 maandag dinsdag woensdag - vrijdag hematologie 20 12/05 16/05 hematologie maandag dinsdag woensdag - vrijdag 21 19/05 23/05 hematologie maandag dinsdag woensdag - vrijdag 22 26/05 30/05 hematologie maandag dinsdag woensdag - vrijdag 16

Weeknr Data Gebeurtenissen school werk 23 02/05 06/06 hematologie maandag dinsdag woensdag - vrijdag 24 09/06 13/06 hematologie Pinksteren dinsdag woensdag - vrijdag 25 16/06 20/06 hematologie maandag dinsdag woensdag - vrijdag 26 23/06 27/06 hematologie maandag dinsdag woensdag - vrijdag 27 30/06 04/07 beoordeling maandag dinsdag woensdag - vrijdag hematologie 28 07/07 11/07 inhaal afronding jaar woensdag - vrijdag 29 14/07 18/07 inhaal afronding jaar woensdag - vrijdag 30 21/07 25/07 inhaal afronding jaar woensdag - vrijdag 31-35 28/07 29/08 werk zomervakantie woensdag - vrijdag 36 01/09 05/09 start 1 e OWP 2 e leerjaar maandag dinsdag woensdag - vrijdag Rooster Klinische Chemie 2014-2015, 2 e duale leerjaar *) *) Het rooster vanaf september 2014 is op het moment van drukken van de informatiegids nog niet beschikbaar. Daarom zijn wijzigingen voorbehouden. Weeknr Gebeurtenis school werk 36 t/m 46 Hematologie, maandag dinsdag woensdag t/m vrijdag diffen 47 t/m Werk op maandag dinsdag woensdag t/m vrijdag 6/2015 chemielab 7 t/m 29 Afstuderen incidenteel maandag t/m vrijdag 17

9. Rooster Medische Microbiologie 2013/2014/2015 Stage semester 5 (= 1 e semester op het laboratorium): Weeknr start sept 2013 Activiteiten laboratorium Activiteiten school Werkdagen / week 36 start OWP1 maandag di t/m vrij introductieweek op het werk 37 introductie op het maandag di t m vrij werk, start klinische materialen 38 t/m 42 klinische materialen maandag di t/m vrij 43 kweken klinische niet: herfst di t m vrij materialen vakantie 44 kweken klinische maandag di t m vrij materialen 45 en 46 kweken klinische tentamens di t/m vrij materialen 47 t/m 51 start OWP2 maandag di t m vrij kweken klinische materialen 52, 1 kweken klinische niet: di t/m vrij materialen kerstvakantie 2 t/m 4 kweken klinische maandag di t m vrij materialen 5 en 6 kweken klinische tentamens di t m vrij materialen Totaal 20 weken 23 werkweken 18

Stage semester 6 (= 2 e semester op het laboratorium) Weeknr Activiteiten laboratorium Activiteiten school Werkdagen / week 7 start OWP3: ma en di wo t/m vrij faeces 8 faeces niet: voorjaarsvakantie wo t/m vrij 9 t/m11 faeces ma en di wo t/m vrij 12 t/m 15 serologie ma en di wo t/m vrij 16 serologie tentamens Wo, do en vrij (= goede vrijdag) 17 serologie ma: pasen wo t/m vrij di: tentamens 18 serologie en andere Ma en di: wo t/m vrij onderwerpen 19 start OWP4: moleculaire diagnostiek 20 en 21 moleculaire diagnostiek en andere onderwerpen 22 moleculaire diagnostiek en andere onderwerpen 23 moleculaire diagnostiek en andere onderwerpen meivakantie ma: bevrijdingsdag di: school ma en di wo t/m vrij wo t/m vrij ma en di wo, do (= hemelvaartsdag) en vrij ma en di wo t/m vrij 24 Eigen project ma (= 2e pinksterdag) wo t/m vrij en di 25 en 26 Eigen project ma en di wo t/m vrij 27 en 28 Eigen project tentamens Wo t/m vrij 29 t/m 35 Werk op het laboratorium Niet (hertentamens) 3 dagen of volgens afspraak Totaal 20 weken 29 weken 19

Stage semester 7)* (= 3 e semester op het laboratorium) )*Het rooster vanaf september 2014 is op het moment van drukken van de informatiegids nog niet beschikbaar en daarom zijn wijzigingen voorbehouden Weeknr)* Activiteiten laboratorium Activiteiten school Werkdagen/ week 36 t/m 42 start OWP1: kweken klinische materialen; parasitologie 43 kweken klinische materialen;parasitologie 44 kweken klinische materialen;parasitologie 45 en 46 kweken klinische materialen;parasitologie 47 t m 51 start OWP2: herhaling kweken klinische materialen 52 en 1 herhaling kweken klinische materialen ma en di niet: herfstvakantie ma en di tentamens ma en di niet: kerstvakantie wo t/m vrij wo t/m vrij wo t/m vrij wo t/m vrij wo t/m vrij wo t/m vrij of in overleg 2 t/m 4 herhaling kweken ma en di wo t/m vrij klinische materialen 5 en 6 herhaling kweken tentamens wo t/m vrij klinische materialen Totaal 20 weken 23 weken 20

Afstuderen voor medische microbiologie)* )*Het rooster vanaf september 2014 is op het moment van drukken van de informatiegids nog niet beschikbaar en daarom zijn wijzigingen voorbehouden Weeknr)* activiteiten 41 en 42 Excel-bestand met afstudeerplaatsen klaar/ informatie 43 en 44 Studenten geven hun voorkeur (2) Introductie aan 45 en 46 Toewijzing afstudeerplaatsen door afstudeercoördinator Uitwerking van de sollicitatiebrief 47 en 48 START sollicitatieperiode Bijstellen sollicitatiebrief 48 en 51 Bezoek aan afstudeerplaats; maken Bijeenkomst van afspraken m.b.t. afstudeerperiode en afstudeeropdracht 52 t/m 1 2 t/m 6 Opstellen van concept afstudeerwerkplan Start semester 8 (febr. 2015) 1 e week OWP3 START AFSTUDEERPERIODE 5 dagen per week afstudeeropdracht gedurende OWP3 en 4, incidenteel op school 8 en 9 Student bespreekt afstudeerwerkplan met afstudeerbegeleider 11 en 12 1 e intervisie bijeenkomst op school; o.a. het afstudeerwerkplan bespreken 13-15 Bezoek afstudeerdocent aan bedrijf 16 t/m 18 19 2 e terugkomactiviteit met kleine presentatie van afstudeeropdracht; voorbereiding afstudeerzitting 21 of 22 Inleveren concept afstudeerverslag 24 of 25 Inleveren afstudeerverslagen ( 3 stuks) proefpresentatie op school 26 of 27 Presentatie en verdediging van de afstudeeropdracht. Vaststellen beoordeling AFS11; zie beoordelingsformulieren (bijlage 4 en5) Bijeenkomst voor proefpresentaties 21

Bijlage 1 Werkindeling bij duale differentiatie klinische chemie Werk op het laboratorium start in het eerste semester van het derde studiejaar. 5 e semester: 20 ECTS Werk op laboratorium 4 dagen per week op laboratorium 3 ECTS Studie op het werk 8 ECTS Studie op hogeschool 1 dag per week op hogeschool Werk op lab Studie op lab Studie op school 2 weken 2 weken 6 weken 8 weken 2 weken Introductie Prikken Hematologie: Standaard bepalingen Organisatie Verdeelunit Monsterontvangst Studieloopbaancoaching (SLC) Hematologie Immunologie SLC Chemie: Urinelab Standaardbepalingen bloedgassen Beschrijving organisatie v.h. lab en ziekenhuis SLC Chemische, fysische en biologische achtergronden van bepalingen Chemische, fysische en biologische achtergronden van bepalingen SLC Hematologie Hematologie Tentamens Klinische chemie SLC Uitloop beoordeling inhalen opnieuw tentamens

Studie op school ECTS Uren Omschrijving 1 28 Studieloopbaancoaching SLC36 2 56 Hematologie CHA15 2 56 Klinische chemie CKA15 3 84 Immunologie IMM12 Studie op lab ECTS uren Omschrijving 1 28 Studieloopbaancoaching SLC36 1 28 Achtergrond hem. bepalingen CHA15 1 28 Achtergrond chem. Bepalingen CKA15 20 560 Hematologie Klinische Chemie HKW15 23

6 e semester: 12 ECTS Werk op laboratorium 3 dagen per week op het laboratorium 3 ECTS Studie op het werk 14 ECTS Studie op hogeschool 2 dagen per week op hogeschool Werk op lab Studie op lab 8 weken 2 weken 8 weken 2 weken Chemie en bijzondere Inhalen Hematologie: Inhalen bepalingen: Immuunhematologie Beoordelen Serumelectroforese Bloedtransfusies ELISA s Algemeen diffen hormonen Organisatie en Management SLC Studie op school Moleculaire biologie theorie Immunologie praktijk Klinische chemie Organisatie en Management Tentamen Moleculaire biologie praktijk Celbiologie Tentamens 24

Studie op school ECTS uren Omschrijving en code 2 56 Moleculaire biologie: MBD11 2 56 Klinische chemie: CKA25 3 84 Immunologie praktijk: IMP11 3 84 Celbiologie: CEL11 4 112 Moleculaire biologie praktijk PRP11 Studie op werk ECTS Uren Omschrijving en code 1 28 Management en organisatie: OMA15 1 28 Achtergrond chem. bepalingen CKA15 1 28 Studieloopbaancoaching: SLC36 Werk op het lab ECTS Uren Omschrijving 12 336 Klinische chemie: HKW25 25

7 e semester 15 ECTS Werk op laboratorium 3 dagen per week op het werk 3 ECTS Studie op het werk 12 ECTS Studie op hogeschool 2 dagen per week op hogeschool Werk op lab Studie op lab Studie op school 8 weken 2 weken 8 weken 2 weken Hematologie en bijzondere Chemie en bijzondere bepalingen: HPLC, beoordelen bepalingen: Moleculaire Diagnostiek Bijzondere stolling Diffen Kwaliteitsborging Validatie SLC Financieel management Topics Bloed- en beenmergmorfologie Tentamen Validatieproject Malaria Theorie en Praktijk Biostatistiek SLC Tentamens 26

Studie op school ECTS Uren Omschrijving en code 2 56 Biostatistiek: BBIS1 2 56 Bloed- en beenmergmorfologie: BMO15 3 84 Project validatie: PAV15 1 28 Malaria Theorie en Praktijk: MTP15 1 28 Topics: TOP25 2 56 Studieloopbaancoaching: SLC46 Studie op werk ECTS Uren Omschrijving en code 1 28 Financieel management FMA15 1 28 Validatie project: PAV15 Werk op het lab ECTS Uren Omschrijving en code 16 448 Hematologie Klinische chemie: HKW35 27

8 e semester: 30 ECTS Afstudeeropdracht op laboratorium 5 dagen per week 1 ECTS Studie op Hogeschool Incidenteel een dagdeel naar school Werk op lab Studie op lab Studie op school 8 weken 2 weken 8 weken 2 weken afstudeeropdracht Beoordelen afronding SLC presentatie SLC Tentamen SLC presentatie ECTS Omschrijving en code 30 Afstudeeropdracht: AFS11 1 Studieloopbaancoaching: SLC46 28

Bijlage 2 Werkindeling bij de duale differentiatie medische microbiologie Werken op het laboratorium start in semester 5 (= onderwijsperiode 1 en 2) van het 3 e studiejaar 5 e semester (week 36 t/m week 46))*** 20 ECTS Werk op laboratorium 4 dagen per week op laboratorium 3 ECTS Studie op werk 6 ECTS Studie op school 1 dag per week op school )*** 1 week 5 weken 5 weken 5 weken 4 weken Werk op lab Introductie en kennismaken Administratie Voedingsbodemkeuken. Event. blokpracticum urinekweken Urine bloedkweken Liquor Sputum Pussen Punctaten Uitstrijkjes Diverse materialen Studie op lab Studie op school SLC36)* MMA16: achtergronden bepalingen SLC36)* hierin zit de cursus onderhandelen en conflicthanteren)** CAM16: Introductie casus MMA16: start met presenteren SLC36)* MMA16: achtergronden bepalingen SLC36)* CAM16: Casus urine, bloed, lymfe Bouw bacteriën, microscopie MMA16: presenteren urinekweek, bloedkweek SLC36)* MMA16: achtergronden bepalingen SLC36)*: inleveren competentie opdrachten CAM16: casus liquor, respiratoir,groeidynamica, stofwisseling, desinfectie, sterilisatie MMA16: urinekweek, bloedkweek SLC36)* MMA16: achtergronden bepalingen SLC36)*: inleveren competentiepdrachten CAM16: Casus huid, wondinfecties, antibiotica MMA16: presenteren liquor, sputum presenteren pussen/ punctaten FMA15: financiëel management SLC36)* MMA16: achtergronden bepalingen SLC36)*: inleveren competentieopdrachten CAM16: exsudaten en wonden, infecties van zachte weefsels MMA16: presenteren liquor, sputum FMA15: financiëel management In laatste 2 weken van OWP2: Tentamen CAM16 Beoordeling MMW15 )* SLC36 competentie experimenteren, naast andere competentieopdrachten; )** wordt in OWP 1 of 2 aangeboden; )*** uitloop mogelijk door schoolvakanties 29

Studie op school Studie op laboratorium Werk op laboratorium ECTS: 1 ECTS is 28 uren ECTS: 1 ECTS is 28 uren ECTS: 1 ECTS is 28 uren 1 ECTS studieloopbaan coaching SLC36 (= 1 ECTS studieloopbaancoaching 20 ECTS medische microbiologie MMW15 inclusief cursus onderhandelen en conflicthanteren) 4 ECTS casus CAM16 1 ECTS achtergronden bepalingen MMA16 FMA15 SLC36 1 ECTS achtergronden bepalingen MMA16 1 ECTS FMA15: opdrachten op het laboratorium Totaal: 6 ECTS 3 ECTS 20 ECTS 30

6e semester = Onderwijsperiode 3 en 4, (week 7 t/m week 35) )** 15 ECTS Werk op laboratorium 3 dagen per week op laboratorium 3 ECTS Studie op werkplek 13 ECTS Studie op school 1-2 dagen op school )** 5 weken 3 + 2 weken 5 weken 3 + 2 weken Lab. werk Faeces Serologie Moleculaire eigen project )* Diagnostiek Studie op lab MMA16: achtergronden bepalingen SLC36 OMA15 opdracht MMA16: achtergronden bepalingen SLC36 OMA15 opdracht MMA16: achtergronden bepalingen SLC36 MMA16: achtergronden bepalingen SLC36 Studie op school OMA15 CAM26: Casuïstiek maag-darm infecties MBD11: moleculaire biologie voor diagnostiek MMA16: presenteren pussen/ punctaten OMA15 CAM26: Casuïstiek SOA s MBD11: moleculaire biologie voor diagnostiek MMA16: presenteren pussen/ punctaten In laatste 2 weken OWP3: tentamen MBD11 CAM26:Casuïstiek mycologie Celbiologie CEL11 PRP11: project/ praktijk MMA16: presenteren moleculair diagnostische technieken SLC46)* inleveren verslag eigen opdracht, in OWP1/2 van semester 7; )** uitloop mogelijk door schoolvakanties CAM26: Casuïstiek mycologie Celbiologie CEL11 PRP11: project/ praktijk MMA16: presenteren moleculair diagnostische technieken In laatste 2 weken OWP4 tentamens: CAM26 en CEL11 Beoordeling MMW25 31

Studie op school Studie op het laboratorium Werk op het laboratorium ECTS: 1 ECTS is 28 uren ECTS: 1 ECTS is 28 uren ECTS: 1 ECTS is 28 uren 3 ECTS Celbiologie CEL11 1 ECTS studieloopbaancoaching 15 ECTS medische microbiologie MMW25 3 ECTS casus CAM26 2 ECTS theorie moleculaire biologie MBD11 4 ECTS practicum moleculaire biologie PRP11 1 ECTS achtergronden bepalingen MMA16 OMA15: Organisatie & Management SLC36 1 ECTS achtergronden bepalingen MMA16 1 ECTS OMA15 opdracht op laboratorium Totaal: 13 ECTS 3 ECTS 15 ECTS 32

7e semester (= onderwijsperiode 1 en 2) 13 ECTS Werk op laboratorium 3 dagen per week op laboratorium 2 ECTS Studie op werkplek 14 ECTS Studie op school 1 2 dagen per week op school Laboratoriumwerk Studie op laboratorium Studie op school 5 weken 3 + 2weken 5 weken 3 + 2 weken Serologie of andere Serologie of andere Herhaling klinische onderwerpen bv. onderwerpen bv. materialen en serologie schimmels, virologie, schimmels, virologie, Parasitologie tbc, bijzondere tbc, bijzondere bepalingen bepalingen Achtergronden bepalingen Project BPMM3 SLC46)* CAM35: Casus virologie Project BPMM3 IMM12: immunologie theorie IMP11: immunologie praktijk Achtergronden bepalingen Project BPMM3 SLC46)* CAM35: Casus virologie Project BPMM3 IMM12: immunologie theorie IMP11: immunologie praktijk In laatste 2 weken: tentamen BPMM3, IMM12 Achtergronden bepalingen SLC46)** CAM35: Casuïstiek MTP15: malariadiagnostiek PTP15: parasitologie praktijk SLC46 Herhaling klinische materialen en serologie Parasitologie Achtergronden bepalingen SLC46)** CAM35: Casuïstiek MTP15: malariadiagnostiek PTP15: parasitologie praktijk In laatste 2 weken: tentamen CAM 35 MTP15/PTP15 (Bij onvoldoende beoordeling MMA15: theorie tentamen) Beoordeling MMW35 )* SLC46 OWP 1: competentie beheren, coördineren/leiding geven en managen/ presenteren eigen onderzoek (werken aan competentie onderzoeken niveau II); )** SLC46 OWP 2 : adviseren, verkopen /instructie geven en begeleiden 33

Studie op school Studie op werk Werk op het laboratorium ECTS: 1 ECTS is 28 uren ECTS: 1 ECTS is 28 uren ECTS: 1 ECTS is 28 uren 1 ECTS SLC46 1 ECTS SLC46 13 ECTS medische microbiologie MMW 35 2 ECTS casus CAM 35 2 ECTS project (+ arbo + ziekenhuishygiëne): BPMM3 1 ECTS malariadiagnostiek: MPT15 2 ECTS parasitologie praktijk: PTP15 3 ECTS praktijk immunologie: IMP 11 3 ECTS immunologie theorie: IMM12 1 ECTS: project BPMM3 Totaal: 14 ECTS 2 ECTS 13 ECTS 34

8 e semester 30 ECTS afstudeeropdracht op het laboratorium, 5 dagen per week)* 1ECTS SLC 46: incidentele bijeenkomst op school, gedurende 1 dagdeel/ bijeenkomst; reflectiemap, concept afstudeerverslag, proefpresentatie. Totaal: 31 ECTS Werk 19 weken)* School 1 week)* Laboratorium werk Afstudeeropdracht Beoordeling en afronding Studie op het laboratorium SLC 46)** proefpresentatie SLC 46)** Presentatie Studie op school 2 intervisie bijeenkomsten Proefpresentatie en Presentatie )* zie afstudeergids )** SLC 46 competentie onderzoeken niveau II, experimenteren niveau III, zelfsturing niveau II, 35

1 Onderzoeken 2 Experimenteren 3 Beheren / coördineren 4 Adviseren / verkopen 5 Instrueren / begeleiden 6 Leidinggeven / managen 7 Zelfsturing Bijlage 3 Competentiebeschrijvingen volgens DAS Kwalificatieniveaus van competenties aan het einde van de opleiding BML voor duale differentiatie diagnostiek Voor het beroepsprofiel van de Bachelor of Applied Science zijn zeven competenties geformuleerd met bijbehorende kwalificatieniveaus. Het opleidingsprofiel (tabel 1) is afgeleid van dit beroepsprofiel. Dit opleidingsprofiel bevat de kwalificaties die aan het einde van de differentiatie verworven moeten zijn om het beroep op starterniveau te kunnen beoefenen. In het hier beschreven opleidingsprofiel worden de competenties op 4 niveaus uitgewerkt in gedragscriteria (indicatoren). Bij oplopende niveaus hoort een toenemende complexiteit en zelfstandigheid in de werksituatie. Tabel 1. Opleidingsprofiel aan de hand van competentieniveaus aan het eind van de opleiding Competenties Eindniveau van de opleiding II III II I I I II

Tabel 2. Competentiebeschrijvingen voor B&M diagnostiek (uit: opleidingsprofiel 2010) Competentie Bachelor of Applied Science 1.Onderzoeken Competentie definitie Niveau Eindcompetentie van de opleiding BML De bachelor of Applied Science niveau De Bachelor BML afgestudeerd aan doet binnen het domein Applied Science onderzoek dat ofwel bijdraagt aan de oplossing van een probleem, ofwel leidt tot een groter inzicht in een onderwerp binnen de eigen werkomgeving. 2. Experimenteren Voert experimenten uit binnen het domein Applied Science zodat aantoonbaar betrouwbare resultaten worden verkregen. 3. Beheren ontwikkelt, implementeert en onderhoudt in het domein Applied Science een (data) beheersysteem of onderdelen daarvan, zodat het systeem voldoet aan de betreffende wet- en regelgeving, kwaliteitsnormen, en de normen en waarden van de organisatie. 4. Adviseren geeft goed onderbouwde adviezen over het ontwerpen, verbeteren of toepassen van producten, processen en methoden en brengt renderende transacties tot stand met goederen of diensten de HR 2 vertaalt een aangereikt probleem in concrete vraagstellingen, kiest onder begeleiding een onderzoeksstrate gie en voert het onderzoek uit. 3 zet, met begeleiding, experimenten op en voert deze zelfstandig en systematisch uit. 2 levert een bijdrage aan één of meer beheerssystemen binnen de organisatie 1 verdiept zich in problemen en/of wensen van gebruikers. 37

binnen het domein van Applied Science. 5. Instrueren instrueert en begeleidt medewerkers en klanten bij het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden binnen het domein Applied Science. 6. Leidinggeven geeft richting en sturing aan organisatieprocessen en de daarbij betrokken medewerkers teneinde de doelen te realiseren van het organisatieonderdeel of project waaraan hij leiding geeft. 7. Zelfsturing stuurt zichzelf in zijn functioneren en in zijn ontwikkeling en zorgt dat hij qua kennis en vaardigheden op de hoogte is van de nieuwste ontwikkelingen, ook in relatie tot ethische dilemma s en maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden. 1 geeft op verzoek eigen kennis en vaardigheden door aan medewerkers, (door demonstreren en toelichten). 1 geeft assistentie en richting aan medewerkers wanneer daar om gevraagd wordt. 2 reflecteert op eigen functioneren en ontwikkeling. 38

Bijlage 4 Beoordelingsformulier werkplek Naam student: st.nummer: Datum: onderwijsperiode: Beoordelingsadvies voor de praktijk. Om enerzijds een zo gelijkvormig mogelijke beoordeling te krijgen en anderzijds de resultaten van de student in de diverse bedrijven of instellingen zo goed mogelijk te kunnen vergelijken, is getracht de beoordeling van de onderscheiden punten, voor zo ver van toepassing, samen te vatten met al dan niet voldoen aan gestelde verwachtingen. Een toelichting op deze criteria is te vinden in de bijlage. De te gebruiken waarderingen zijn: A. Voldoet in het algemeen goed tot zeer goed aan de verwachtingen; heeft goede indruk gemaakt B Voldoet op veel punten aan de verwachtingen, welke gesteld mogen worden aan 3 e /4 e jaarsstudenten; een aantal onderdelen dient verbeterd te worden. C. Voldoet niet aan de verwachtingen, moet zich (sterk) verbeteren Waardering 1. Leerproces aanpassingsvermogen omgaan met feedback inzicht 2. Vakkundigheid Handvaardigheid curriculum vaardigheden tempo en handigheid Vakkennis 39

curriculum vakkennis overige ( + verworven) vakkennis 3. Raadplegen van informatiebronnen methode toepassing 4. Organiseren zelfstandigheid initiatief plannen 5. Probleemanalyse probleemherkenning probleemaanpak 6. Kwaliteit Accuratesse praktisch handelen gegevensverwerking Ethische, milieu en veiligheidsaspecten 40

7. Samenwerken Collegiaal Hiërarchisch 8. Communiceren Mondeling Schriftelijk 9. Instelling Betrokkenheid bij de werkzaamheden Werkhouding Algemene opmerkingen: Cijfer: Stagebegeleider: Stagiaire: Handtekening: Handtekening: 41

Bijlage 5 Toelichting beoordelingscriteria Enkele voorbeelden van competenties behorende bij de evaluatiecriteria 1. Leerproces: a. Aanpassingsvermogen heeft geen problemen met omschakelen van de school naar de werksituatie weet juist om te gaan met tijdsdruk en productiedruk kan naar aanleiding van verkregen resultaten de werkzaamheden bijstellen b. Omgaan met feedback accepteert feedback; geeft gemaakte fouten toe analyseert als dingen niet goed gingen concentreert zich op manieren om zaken een volgende keer beter te doen c. Inzicht heeft inzicht in eigen vaardigheden en onvaardigheden kan op grond van dit inzicht leerdoelen formuleren vindt mogelijkheden om dingen te leren en zich verder te ontwikkelen 2. Vakkundigheid: 1. Handvaardigheid a. curriculum vaardigheden beheerst de handvaardigheid die gewoonlijk in het doorlopen gedeelte van de opleiding geleerd wordt beheerst de elementaire laboratoriumvaardigheden kan de gebruikelijke standaardapparatuur bedienen b. tempo en handigheid kan voorkomende handelingen in een vlot tempo uitvoeren kan op een handige manier (bijvoorbeeld aan een opstelling) 42

sleutelen werkt gestructureerd en snel 2. Vakkennis a. curriculum vakkennis beheerst de (theoretische) vakkennis die in het doorlopen gedeelte van het programma van de opleiding zit heeft een zodanige theoretische basiskennis dat voorkomende werkzaamheden op een verantwoorde, veilige en kritische wijze kunnen worden uitgevoerd b. overige (inclusief verworven) vakkennis past huidige technische kennis en opgedane ervaring bij het stagebedrijf binnen verschillende situaties effectief toe kan de achterliggende oorzaken van praktische problemen identificeren toont (gedetailleerde) kennis met betrekking tot het uitgevoerde werk 3. Raadplegen van informatiebronnen: a. methode: verzamelt informatie uit verschillende bronnen gaat bij anderen te rade stelt relevante vragen maakt aantekeningen zoekt dingen tot op de bodem uit b. toepassing kan de verkregen informatie ordenen onderkent de samenhang in de informatie maakt onderscheid tussen hoofd en bijzaken toetst informatie op betrouwbaarheid kan de verkregen informatie vertalen naar een werkplan 43

4. Organiseren: a. Zelfstandigheid maakt ingrijpen van anderen zoveel mogelijk overbodig rapporteert zelf tijdens de uitvoering kan zelfstandig een analyse (of onderzoek) uitvoeren b. Initiatief zet de juiste middelen in om de eigen doelstellingen te realiseren evalueert na afloop of het doel gerealiseerd is controleert het bereiken van de eigen doelstelling c. Plannen maakt (in overleg) correcte tijdsplanning richt zich op het halen van deadlines gaat bij voorbereidingen gestructureerd te werk stelt prioriteiten voor eigen werk en werkt conform deze prioriteiten bepaalt wat realistisch bij de planning zorgt voor voldoende ruimte in de planning om niet voorziene problemen op te vangen checkt met regelmaat of de gemaakte afspraken zijn gevolgd past de planning aan als creatief naar oplossingen gezocht moet worden overziet de samenhang tussen te plannen en organiseren activiteiten 5. Probleemanalyse: a. Probleemherkenning onderscheidt hoofd en bijzaken maakt onderscheid tussen oorzaak en gevolg is in staat om complexe vraagstukken te herkennen en te signaleren benoemt de kern van het probleem 44

b. Probleemaanpak is in staat (mogelijke) oplossingen voor problemen voor te stellen weegt voor- en nadelen van een bepaalde oplossing af trekt de juiste conclusies op basis van beschikbare informatie speelt vlot in op het werk als onvoorziene problemen of storingen optreden 6. Kwaliteit: 1. Accuratesse a. praktisch handelen kan nauwkeurig en betrouwbaar werken pakt het werk kritisch en systematisch aan stelt (hoge) eisen aan de kwaliteit van eigen werk zoekt voortdurend naar manieren om kwaliteit te verbeteren b. gegevensverwerking werkt accuraat en controleert het werk zorgvuldig heeft aandacht voor afronden en nauwkeurigheid van de meetwaarden werkt zonodig met diagrammen, schema s en modellen 2. Ethische, milieu en veiligheidsaspecten heeft kennis van specifieke veiligheids-, milieutechnischeen hygiënische eisen bij het werk, ziet het belang van deze eisen in past deze veiligheids-, milieu- en hygiënische eisen in de praktijk toe 45

7. Samenwerken: a. Collegiaal luistert naar anderen en waardeert ieders inbreng past zich aan de belangen van het team aan en stelt zich constructief op is bereid om afgesproken taken samen aan te pakken om deze uit te voeren biedt hulp aan anderen die onder druk staan b. Hiërarchisch houdt zich aan afspraken stelt zich correct op jegens leidinggevenden 8. Communiceren: a. Mondeling kan actief luisteren; geeft samenvattingen brengt zaken duidelijk onder woorden argumenteert helder presenteert informatie gestructureerd b. Schriftelijk gebruikt correcte taal en spelling schrijft vloeiend, duidelijk en beknopt brengt structuur aan in de geschreven tekst kan de resultaten van het werk samenvatten, interpreteren en presenteren 46

9. Instelling: a. betrokkenheid bij de werkzaamheden wint informatie in die verband houdt met het werk zet zich actief in om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen op het vakgebied b. werkhouding vertoont een positieve werkhouding is niet te beroerd om (indien nodig) wat langer te werken straalt energie en enthousiasme uit 47