Vox Nuance 16 Gebruikershandleiding standaardtoestellen
Inhoud 1 Algemeen.............................. 3 1.1 Inleiding................................ 3 1.2 Over de handleiding....................... 3 2 Telefoneren............................. 4 2.1 Nummers kiezen, intern..................... 4 2.2 Nummers kiezen, extern.................... 4 2.3 Oproepen beantwoorden.................... 4 3 Tijdens het gesprek........................ 6 3.1 Doorverbinden........................... 6 3.2 Wachtstand............................. 7 3.3 Extern gesprek parkeren.................... 7 3.4 Ruggespraak............................ 7 3.5 Wisselgesprek........................... 8 3.6 Conferentie............................. 8 3.7 Tweede gesprek beantwoorden............... 8 3.8 Tweede gesprek opzetten.................... 9 4 Extra mogelijkheden....................... 10 4.1 Intercom/oproep.......................... 10 4.2 Nummerherhaling......................... 10 4.3 Automatisch terugbellen bij bezet.............. 11 4.4 Automatisch terugbellen bij geen antwoord....... 11 4.5 Verkort-kiezen-nummers.................... 11 4.6 Opschakelen bij een bezet toestel.............. 11 4.7 Bericht achterlaten........................ 12 4.8 Terugbelbericht achterlaten.................. 12 4.9 Doorschakelen........................... 12 4.10 Volgstand............................... 13 4.11 Niet storen.............................. 14 4.12 Toestelslot.............................. 14 4.13 Ruimtebewaking.......................... 14
4.14 Alarmoproep............................ 15 4.15 Deurtelefoonoproep....................... 15 4.16 Interne paging-oproep...................... 15 5 Programmeren.......................... 17 5.1 Individuele verkort-kiezen-nummers programmeren. 17 5.2 Paswoord wijzigen........................ 17 6 De Vox Nuance achter een PABX-bedrijfscentrale... 18 6.1 Nummers kiezen, extern.................... 18 6.2 Toestelnummers van de PABX-centrale kiezen..... 18 6.3 Doorverbinden naar een toestel op de PABX-centrale 18 6.4 Ruggespraak en wisselgesprek................ 18
1 Algemeen 1.1 Inleiding De Vox Nuance is een bedrijfstelefooncentrale voor maximaal 4 netlijnen en 12 systeemgebonden of analoge toestellen. Op de Vox Nuance kunt u verschillende soorten toestellen aansluiten, namelijk systeemgebonden toestellen met functietoetsen (a271 en a272), of standaardtoestellen zoals uw toestel. Uw toestel heeft net als de systeemgebonden toestellen de beschikking over veel functies van de Vox Nuance. In het Faciliteitenhandboek van de Vox Nuance vindt u een gedetailleerde beschrijving van deze functies. 1.2 Over de handleiding Lees deze handleiding goed door voordat u het toestel in gebruik neemt. De instructies in deze handleiding worden gegeven in stappen, genummerd 1, 2, 3, enz. Het teken > geeft aan wat er gebeurt als u de instructie uitvoert. 3
2 Telefoneren 2.1 Nummers kiezen, intern Intern bellen 2 Kies het gewenste interne nummer. Groepen bellen 2 Kies het groepsnummer (30-35). Bedieningstoestel bellen 2 Druk op 9 voor het bedieningstoestel. 2.2 Nummers kiezen, extern 2 Druk op 0 voor een vrije netlijn. Of : 1 Toets een netlijnnummer in voor een specifieke netlijn (81-84). 2 Kies het gewenste telefoonnummer. 2.3 Oproepen beantwoorden Als er een oproep binnenkomt, kunt u aan het belsignaal horen of het een interne of een externe oproep is. Bij een externe oproep hoort u 1 keer een lang belsignaal, bij een interne oproep hoort u 2 keer een kort belsignaal. 4
Call pick-up (interne oproep) U kunt ook oproepen beantwoorden die op een ander toestel signaleren (call pick-up). 2 Toets code 7 in. 3 Kies het nummer van het toestel waarop de oproep signaleert. Call pick-up (externe oproep) U kunt ook oproepen beantwoorden die op een ander toestel signaleren (call pick-up). 2 Toets code 7 in. 3 Kies 0. 5
3 Tijdens het gesprek 3.1 Doorverbinden U kunt interne en externe gesprekken doorverbinden naar een ander intern toestel. Doorverbinden zonder aankondiging > U bent intern of extern in gesprek. 1 Druk op R. 2 Kies het gewenste toestelnummer. 3 Leg de hoorn op de haak. Doorverbinden zonder aankondiging > U bent intern of extern in gesprek. 1 Druk op R. 2 Kies het gewenste toestelnummer. 3 Wacht op beantwoording. 4 Leg de hoorn op de haak. Doorverbinden naar een bezet toestel Als u een gesprek wilt doorverbinden naar een toestel dat bezet is, dan kunt u het gesprek automatisch achter het bestaande gesprek op het andere toestel zetten. Als het doorverbonden gesprek niet binnen een bepaalde tijd wordt beantwoord (de standaardinstelling is 19 seconden, met mogelijkheid tot verlenging), dan komt het gesprek terug op uw toestel. > U bent intern of extern in gesprek. 1 Druk op R. 2 Kies het gewenste toestelnummer. > U hoort de bezettoon. 3 Leg de hoorn op de haak. 6
Doorverbinden naar een extern telefoonnummer > U bent intern of extern in gesprek. 1 Toets code R8 in. 2 Kies het gewenste telefoonnummer. 3 Wacht op beantwoording. 4 Toets code R5 in. 5 Leg de hoorn op de haak. 3.2 Wachtstand In de wachtstand zetten > U bent intern of extern in gesprek. 1 Druk op R. Uit de wachtstand halen 1 Druk nogmaals op R. 3.3 Extern gesprek parkeren > U bent extern in gesprek. 1 Druk op R. 2 Leg de hoorn op de haak. Het gesprek is voor een tijdsduur van 3 minuten geparkeerd. Uw toestel is nu vrij voor intern en extern telefoonverkeer. Na 3 minuten komt het gesprek als oproep weer terug op uw toestel. Gesprek eerder terughalen 2 Toets code R7 in. 3 Kies uw eigen telefoonnummer. 3.4 Ruggespraak > U bent intern of extern in gesprek. 1 Druk op R. 2 Kies het gewenste toestelnummer. 7
3.5 Wisselgesprek > U bent intern of extern in gesprek. 1 Druk op R. 2 Kies het gewenste toestelnummer. Wisselen 1 Druk op R om tussen de beide gesprekken te wisselen. Gesprek verbreken 1 Druk op het haakcontact om een van de gesprekken te verbreken. 3.6 Conferentie Met de Vox Nuance is het mogelijk om met 3 partijen tegelijk te telefoneren, namelijk met 1 extern toestel en 2 interne toestellen of met 3 interne toestellen. > U bent intern of extern in gesprek. 1 Druk op R. 2 Kies de derde partij: Intern: kies het gewenste toestelnummer. Extern: druk op 8 en kies het gewenste telefoonnummer. 3 Wacht op beantwoording. 4 Druk op 5. 3.7 Tweede gesprek beantwoorden > U bent intern of extern in gesprek en u hoort een tweede oproep binnenkomen (maantoon). 1 Toets code R70 in. Wisselen 1 Intern: toets code R0 in. Extern: druk op R. Gesprek verbreken 1 Druk op het haakcontact. 8
3.8 Tweede gesprek opzetten > U bent intern of extern in gesprek. 1 Toets code R8 in. 2 Kies het gewenste telefoonnummer. Gesprek verbreken 1 Druk op het haakcontact. 9
4 Extra mogelijkheden 4.1 Intercom/omroep Intercom naar 1 toestel 2 Toets code 77 in. 3 Kies het gewenste toestelnummer. Intercom naar alle toestellen 2 Toets code 77 in. 3 Druk op 0. Intercom naar een groep toestellen 2 Toets code 77 in. 3 Kies het groepsnummer (30-35). Intercom naar een externe omroepinstallatie 2 Toets code 77 in. 3 Kies de omroepcode (vraag uw systeemmanager). Intercom tijdens een extern gesprek 1 Druk op R. 2 Toets code 77 in. 3 Kies het toestelnummer, het groepsnummer of 0. 4.2 Laatstgekozen telefoonnummer herhalen Het laatstgekozen telefoonnummer wordt automatisch opgeslagen. U kunt dit nummer bellen met één druk op de toets. 2 Druk op 5. 10
4.3 Automatisch terugbellen bij bezet > U hebt een intern toestelnummer gekozen en u hoort de bezettoon. 1 Druk op 5. 2 Leg de hoorn op de haak. 4.4 Automatisch terugbellen bij geen antwoord > U hebt een intern telefoonnummer gekozen en u krijgt geen gehoor. 1 Druk op 5. 2 Leg de hoorn op de haak. 4.5 Verkort kiezen 2 Kies een verkort-kiezen-code (600-609) (individuele verkort-kiezen-nummers op eigen toestel). Of: 2 Kies een verkort-kiezen-code (600-609) (algemene verkort-kiezen-nummers in het systeem). Zie voor het programmeren van verkort-kiezen-nummers paragraaf 5.1, Individuele verkort-kiezen-nummers programmeren. 4.6 Opschakelen bij een bezet toestel > U hebt een intern toestelnummer gekozen en u hoort de bezettoon. 1 Druk op 8 om in het gesprek in te breken. > Het andere toestel krijgt een maantoon. 2 Druk nogmaals op 8. > Het andere toestel krijgt nog een maantoon. 3 Druk nogmaals op 8. 11
4.7 Bericht achterlaten Met behulp van een code kunt u een bericht achterlaten op uw toestel. Als een intern systeemgebonden toestel met display uw nummer kiest, verschijnt het bericht in dat display. 2 Druk op?. 3 Toets code 82 in. 4 Toets een code in voor het gewenste bericht. U kunt kiezen uit: 1 Afwezig. 2 Met vakantie. 3 Verlof. 4 In vergadering. 5 Leg de hoorn op de haak. Bericht wissen 2 Druk op?. 3 Toets code 82 in. 4 Druk op 0. 5 Leg de hoorn op de haak. 4.8 Terugbelbericht achterlaten Als u een systeemtoestel belt dat bezet is of niet opneemt, kunt u een terugbelbericht achterlaten. Het terugbelbericht verschijnt in het display van het systeemtoestel. 2 Druk op 6. 3 Leg de hoorn op de haak. 4.9 Doorschakelen U hebt de volgende doorschakelmogelijkheden: 0 Altijd doorschakelen. 1 Doorschakelen bij geen antwoord (vertraagd doorschakelen). 2 Doorschakelen bij bezet. 12
2 Druk op?. 3 Kies het toestelnummer waarnaar u wilt doorschakelen. 4 Kies de gewenste code (0, 1 of 2). 5 Leg de hoorn op de haak. > Als u de hoorn opneemt, hoort u een onderbroken kiestoon. Doorschakelen uitschakelen 2 Druk op?. 3 Kies uw eigen toestelnummer. Let op! Met deze functie schakelt u ook niet storen en volgstand uit. 4.10 Volgstand Volgstand is een doorschakelfunctie die u vanaf het bestemmingstoestel activeert. 2 Druk op?. 3 Kies uw eigen toestelnummer. 4 Druk op 3. 5 Toets uw password in (standaardinstelling 000). 5 Leg de hoorn op de haak. Volgstand uitschakelen Schakel volgstand uit vanaf uw eigen toestel. 2 Druk op?. 3 Kies uw eigen toestelnummer. Let op! Met deze functie schakelt u ook niet storen en volgstand uit. 13
4.11 Niet storen 2 Toets code?0 in. 3 Leg de hoorn op de haak. > Als u de hoorn opneemt, hoort u een onderbroken kiestoon. Niet storen uitschakelen 2 Druk op? 3 Kies uw eigen toestelnummer. 4 Leg de hoorn op de haak. Let op! Met deze functie schakelt u ook niet storen en volgstand uit. 4.11 Toestelslot 2 Toets code?80 in. 3 Leg de hoorn op de haak. > Als u de hoorn opneemt, hoort u een snelle bezettoon. Toestelslot uitschakelen 2 Druk op?. 3 Toets uw password in (standaardinstelling 000). 4 Leg de hoorn op de haak. 4.13 Ruimtebewaking 2 Toets code?7 in. 3 Laat de hoorn naast het toestel liggen. Ruimtebewaking uitschakelen 1 Leg de hoorn op de haak. 14
4.14 Alarmoproep 2 Toets code?51 in. 3 Toets de gewenste tijd in, bijvoorbeeld 1430. 4 Leg de hoorn op de haak. Op de gewenste tijd krijgt u een gedurende 3 minuten een belsignaal. Als u dit belsignaal eerder wilt stoppen, kunt u de hoorn opnemen. Alarmoproep voortijdig uitschakelen 2 Toets code?50 in. 4.15 Deurtelefoonoproep Deurtelefoonoproep beantwoorden met de toestellen 1 Neem de hoorn op (u kunt nu spreken). 2 Open de deur met code 781 of 782. Deurtelefoonoproep op een centrale bel 2 Kies de deurtelefooncode (vraag uw systeemmanager). 3 Open de deur met code 781 of 782. 4.16 Interne paging-oproep Paging-oproep plaatsen 2 Toets de paging-code in (vraag uw systeemmanager). 3 Volg de instructies van de paging-installatie. 4 Sluit af met /. 5 Houd de hoorn in uw hand totdat de oproep wordt beantwoord. Als de opgeroepene niet binnen 1 minuut beantwoordt, dan wordt de paging-oproep geannuleerd. 15
16 Paging-oproep beantwoorden Een paging-oproep moet binnen 1 minuut worden beantwoord. 2 Toets code 75 in. > U hebt direct verbinding met de oproeper.
5 Programmeren 5.1 Individuele verkort-kiezen-nummers programmeren 2 Toets code?6 in. 3 Kies een verkort-kiezen-code (00-09). 4 Kies het gewenste telefoonnummer. 5 Sluit af met /. 5.2 Password wijzigen 2 Toets code?81 in. 3 Toets het oude password in. 4 Toets het nieuwe password in. 5 Toets nogmaals het nieuwe password in. 6 Leg de hoorn op de haak. 17
6 De Vox Nuance achter een PABXcentrale Als de Vox Nuance achter een andere bedrijfscentrale (PABX) is geplaatst, dan moet u een aantal functies anders instellen. 6.1 Nummers kiezen, extern 2 Druk op 0 of toets de bundelcode in (819), afhankelijk van de programmeringen die uw systeemmanager heeft uitgevoerd. 3 Druk op 0. 4 Kies het gewenste telefoonnummer. 6.2 Toestelnummers van de PABX-centrale kiezen 2 Druk op 0 of toets de bundelcode in (819), afhankelijk van de programmeringen die uw systeemmanager heeft uitgevoerd. 3 Kies het gewenste telefoonnummer. 6.3 Doorverbinden naar een toestel op de PABX-centrale 1 Toets code R6 in. 2 Kies het gewenste toestelnummer. 3 Wacht eventueel op beantwoording. 4 Leg de hoorn op de haak. 6.4 Ruggespraak en wisselgesprek 1 Toets code R6 in. 2 Kies het gewenste toestelnummer. 3 Wacht op beantwoording. Wisselen 1 Toets code R6 in om tussen gesprekken te wisselen. 18
95-2694/12-96