Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente Veldhoven

Vergelijkbare documenten
Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente Maastricht

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente Kerkrade

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeenten Boxtel, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode & Vught

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeentes Bergeijk, Bladel, Cranendonck, Eersel, Heeze-Leende, Oirschot, Reusel-De Mierden en Valkenswaard

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente Heerlen

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente Etten-Leur

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente Tilburg

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente Helmond

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeenten Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk en Waalwijk

-diensten. licht van de crisis valt dat niet altijd mee. Juist nu kan het handig zijn

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Regio Heuvelland

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente s-hertogenbosch

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Tilburg

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Middelburg

10. Veel ouderen in de bijstand

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Enschede

12. Vaak een uitkering

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Veldhoven

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

De Bibliotheek; óók partner in het sociale domein

Doelgroepenanalyse Rotterdam Oude Noorden

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Achtse Molen telde op 1 januari inwoners, waarvan mannen en vrouwen. Jaar Achtse Molen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

PIAAC: Kernvaardigheden voor Werk en Leven Resultaten van de Nederlandse survey Willem Houtkoop

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Amersfoort

Inkomenstatistiek Westfriesland

Kinderopvang. Selectie van een aantal Arnhemse cijfers uit het rapport van het CBS. 15 maart 2015 Onderzoek & Statistiek

Bedrijvigheid en Werkgelegenheid in Zuidoost-Brabant

Inkomenstatistiek Westfriesland

Conclusie. Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede. Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA)

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Duurzaamheid gemeenten doorgelicht

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Maastricht

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, september 2012

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Digitale grenzen en mogelijkheden van laaggeletterden en laagopgeleiden

De analyse van stadsdeel Noord is opgebouwd uit een drietal componenten:

Gemeentes vergeleken

Bijlagen bij hoofdstuk 6 Arbeid en inkomen

Migrantenouderen in cijfers

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Kinderopvang per wijk in Den Bosch, Nicol Sluiter en Anouk de Rijk

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Sociale woningvoorraad en doelgroep in Zuidoost-Brabant

FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inschatting van het risico op laaggeletterdheid per wijk Laaggeletterdheid in Gouda

De positie van etnische minderheden in cijfers

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

Sociaal kwetsbare burgers in Eersel. Antje Eugster Onderzoeksfunctionaris

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7

2. De niet-westerse derde generatie

Quick Scan buurten Hoogezand-Sappemeer April Subtitel

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

DE LOKROEP VAN TE DURE KOOP

Werkloosheid 50-plussers

Maatschappelijke zorg

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Sociale samenhang in Groningen

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Migratieachtergrond van werkzoekenden naar regio, beroep en opleidingsniveau, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, februari 2014

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008

Buurtprofiel: Wittevrouwenveld hoofdstuk 3

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht

8. Werken en werkloos zijn

Meerdere keren zonder werk

Transcriptie:

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen Gemeente Veldhoven November 2015

Colofon In opdracht van: de Bibliotheek Veldhoven Uitvoering en rapportage: Ilse Lodewijks & Arabella Broers, Adviseurs Onderzoek i.s.m. Marjan Middelkoop, Adviseur beleidsontwikkeling Postbus 90114 5000 LA Tilburg T 013 46 56 700 Statenlaan 4 5042 RX Tilburg I www.cubiss.nl 2

Samenvatting Meedoen in de maatschappij is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Gemeenten, bibliotheken en andere maatschappelijke organisaties hebben een belangrijke rol in de ondersteuning en begeleiding van inwoners die het niet op eigen kracht redden. Maar hoe is deze groep samengesteld? In welke wijken wonen zij? En hoe kan de bibliotheek en andere maatschappelijke organisaties hen het beste ondersteunen? Om vast te stellen om welke kwetsbare groepen het gaat en welke omvang deze hebben, heeft Cubiss een meta-analyse uitgevoerd binnen de gemeente Veldhoven. Hiervoor is gebruik gemaakt van gegevens uit verschillende databronnen die samenhangen met het feit of iemand zich in een kwetsbare positie bevindt. In deze rapportage wordt onder kwetsbare groepen verstaan: groepen mensen, woonachtig in de gemeente Veldhoven, die in een (potentieel) kwetsbare positie verkeren. Een kwetsbare inwoner is een persoon die niet zelfredzaam is en daardoor niet in staat tot maatschappelijke participatie. In dit rapport wordt naar drie typen kwetsbare groepen gekeken: laaggeletterden, maatschappelijke kwetsbaren en jonge, potentieel kwetsbare kinderen. Geletterdheid is het gebruiken van gedrukte en geschreven informatie om te functioneren in de maatschappij, om de eigen doelen te bereiken en om de eigen kennis en mogelijkheden te ontwikkelen. De mate van geletterdheid wordt weergegeven in vijf niveaus (Fouarge, D., Houtkoop, W. & Van der Velden, R., 2011). Laaggeletterd betekent doorgaans dat mensen op het laagste niveau zitten. Het percentage laaggeletterden in de gemeente Veldhoven ligt op circa 3,5 procent. Dit percentage is minder schrijnend dan het Brabantse gemiddelde (10,3%), maar het gaat naar schatting wel om tussen de 1.000 en 1.500 laaggeletterden in de leeftijdscategorie 16 tot 65 jaar. Daarnaast is minimaal 21,5 procent van de 65-plussers laaggeletterd (minimaal 1.800 laaggeletterde 65-plussers). Deze mensen beschikken over onvoldoende vaardigheid om te kunnen omgaan met de lees- en schrijftaken in het dagelijks leven en op het werk. Ze hebben niet het niveau dat nodig is om in de kenniseconomie en de moderne westerse samenleving adequaat te functioneren. Naast laaggeletterden is bekeken in welke mate de gemeente Veldhoven te maken heeft met maatschappelijke kwetsbare volwassenen en jonge, potentiele kwetsbare kinderen. Een persoon is maatschappelijk kwetsbaar als hij of zij in een kwetsbare situatie verkeert of dreigt te raken doordat deze persoon door verschillende problemen of oorzaken geconfronteerd wordt met achterstand en/of sociaal isolement. Wijken met kleine kans op kwetsbare inwoners In Zandoerle, de Kelen, maar ook in verspreide huizen rond Scherpenering, Landsaard en Zittard is de kans op kwetsbare inwoners (zeer) klein. In al deze wijken (in verhouding tot de andere wijken) is zowel een kleine kans op laaggeletterdheid als een kleine kans op maatschappelijke kwetsbaarheid. Wijken met gemiddelde kans op kwetsbare inwoners In Oerle, Veldhoven-dorp, De Polders, Zeelst, Heikant-Oost en Heikant-West is een gemiddelde kans op kwetsbare inwoners (zowel laaggeletterd als maatschappelijk kwetsbaar). Dit geldt ook voor verspreide huizen rondom, Groote Aard en Vliet, ten zuiden van de E3-weg. 3

Wijken met grote kans op kwetsbare inwoners De wijken t Look, Zonderwijk, Cobbeek/Centrum, d Ekker en Meerveldhoven kunnen als potentieel kwetsbaar worden aangemerkt, hier is een (zeer) grote kans op inwoners die zowel laaggeletterd als maatschappelijk kwetsbaar zijn. Jonge, potentieel kwetsbare kinderen Uit onderzoek blijkt dat als een kind opgroeit in een gezinsomgeving die niet stimulerend en bevorderlijk is om te leren lezen en schrijven, het risico verhoogt dat de kinderen later zelf laaggeletterd zullen worden. Deze houding beïnvloedt de opvoeding die ze aan hun kinderen zullen geven. (Fouarge et. al, 2011). Dit benadrukt het belang om jonge potentieel kwetsbare kinderen al vroeg in beeld te hebben en er vroegtijdig op in te grijpen. Hoe ouder het kind, hoe moeilijker de problemen op school ten gevolge van leerachterstand immers kunnen worden verholpen. Een preventieve strategie lijkt het meest aangewezen. In 2014 kwamen 74 peuters (circa 3,5%) in Veldhoven in aanmerking voor voorschoolse educatie als compensatie voor te weinig ontwikkelingsgerichte stimulering thuis. BoekStart is een programma dat het lezen met heel jonge kinderen wil bevorderen. Landelijke cijfers laten zien dat 33 procent van de ouders van baby s gebruik maakt van BoekStart. In Veldhoven ligt dit percentage op 37. 4

Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1. Inleiding... 6 1.1 Aanleiding en doel... 6 1.2 Kwetsbare groepen... 7 1.3 Methodiek... 9 1.4 Inhoud van het rapport... 10 2. Laaggeletterdheid & maatschappelijke kwetsbaarheid... 11 2.1 Inleiding... 11 2.2 Laaggeletterdheid... 12 2.3 Maatschappelijke kwetsbaarheid... 14 3. Indicatoren... 16 3.1 Laaggeletterden... 16 3.1.1 Geslacht... 16 3.1.2 Opleidingsniveau... 17 3.1.3 Leeftijd... 18 3.1.4 Etniciteit... 20 3.1.5 Participatie op de arbeidsmarkt... 23 3.2 Maatschappelijke kwetsbaren... 25 3.2.1 Financiële situatie: inkomen en type woning... 25 3.2.2 Sociale situatie: leefbaarheid buurt, sociale cohesie en eenzaamheid... 30 3.2.3 Gezondheid... 36 3.3 Jonge, potentieel kwetsbare kinderen... 39 3.3.1 Voor- en vroegschoolse educatie... 39 3.3.2 BoekStart... 40 4. Conclusies... 41 4.1 Wijken met kleine kans op kwetsbare volwassen inwoners... 41 4.2 Wijken met gemiddelde kans op kwetsbare volwassen inwoners... 41 4.3 Wijken met grote kans op kwetsbare volwassen inwoners... 42 4.4 Jonge potentieel kwetsbare kinderen... 42 Geraadpleegde literatuur en bronnen... 43 5

1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Meedoen in de maatschappij is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Gemeenten, bibliotheken en andere maatschappelijke organisaties hebben een belangrijke rol in de ondersteuning en begeleiding van inwoners die het niet op eigen kracht redden. Maar hoe is deze groep samengesteld? In welke wijken wonen zij? En hoe kan de bibliotheek en andere maatschappelijke organisaties hen het beste ondersteunen? Om vast te stellen om welke kwetsbare groepen het gaat en welke omvang deze hebben, heeft Cubiss een meta-analyse uitgevoerd binnen de gemeente Veldhoven. Hiervoor is gebruik gemaakt van gegevens uit verschillende databronnen die samenhangen met het feit of iemand zich in een kwetsbare positie bevindt. De hoofdvraag van het onderzoek luidt als volgt: In welke mate heeft de gemeente Veldhoven te maken met kwetsbare groepen en hoe ziet de situatie er per wijk uit? Met de resultaten van dit onderzoek kan de bibliotheek Veldhoven probleemgroepen definiëren. Ook kan de gemeente worden geïnformeerd en bewust gemaakt worden van de omvang van het probleem. De genomen foto biedt input voor de te vervullen rol en de te bewandelen strategie van de bibliotheek ten aanzien van kwetsbare groepen. Daarnaast biedt het kerngegevens die zeer relevant zijn in mogelijke gesprekken met samenwerkingspartners in het werkgebied. Voor gemeente Veldhoven hanteren we de volgende wijkindeling (zie volgende pagina). Deze wijkindeling is tot stand gekomen in overleg met Bibliotheek Veldhoven. 6

Figuur 1.1.1 Wijkindeling gemeente Veldhoven 1.2 Kwetsbare groepen In deze rapportage wordt onder kwetsbare groepen verstaan: groepen mensen, woonachtig in de gemeente Veldhoven, die in een (potentieel) kwetsbare positie verkeren. Een kwetsbare inwoner is een persoon die niet zelfredzaam is en daardoor niet in staat tot maatschappelijke participatie. Niet zelfredzaam is iemand wanneer deze niet zelfstandig (niet op eigen kracht) of niet met behulp van zijn omgeving (eigen sociale netwerk) actief kan meedoen in de samenleving of onvoldoende draagkracht heeft om de daarvoor benodigde voorziening(en) aan te schaffen. Kernbegrip in deze definitie is "zelfredzaamheid" (het lichamelijke, verstandelijke, geestelijke of financiële vermogen om voorzieningen te treffen dan wel te laten treffen die deelname aan het normale maatschappelijke verkeer mogelijk maken) 1. In dit rapport wordt naar drie typen kwetsbare groepen gekeken: laaggeletterden, maatschappelijke kwetsbaren en jonge, potentieel kwetsbare kinderen. 1 WMO voorzieningenbeleid 7

Laaggeletterdheid Geletterdheid is het gebruiken van gedrukte en geschreven informatie om te functioneren in de maatschappij, om de eigen doelen te bereiken en om de eigen kennis en mogelijkheden te ontwikkelen. De mate van geletterdheid wordt weergegeven in een aantal niveaus. Laaggeletterd betekent doorgaans dat mensen op het laagste of één na laagste niveau zitten (Fouarge, D., Houtkoop, W. & Van der Velden, R., 2011). Op dit niveau beschikken mensen over een elementair basisvocabulaire, en kunnen eenvoudige informatie uit korte zinnen en teksten halen. De meeste laaggeletterden zijn zeker geen analfabeten. Slechts een kleine groep, ongeveer 2,5%, kan niet of nauwelijks (technisch) lezen en schrijven. Een veel grotere groep heeft pas moeite met lezen en schrijven als de teksten ingewikkelder worden, bijvoorbeeld als ze informatie uit een tekst moeten afleiden die er niet letterlijk in staat. De meeste laaggeletterden hebben meer moeite met schrijven dan met lezen. Op de schaal van 0 tot 500 scoren zeer laaggeletterden onder de 176 punten en laaggeletterden tussen de 176 en 225 punten. Zeer laaggeletterde volwassenen kunnen korte teksten over bekende onderwerpen lezen en één stukje informatie vinden dat dezelfde vorm heeft als de taak of vraag (Buisman & Houtkoop, 2014). Er wordt alleen om een elementaire woordenschat gevraagd. Laaggeletterde volwassenen kunnen korte papieren of digitale teksten lezen om één stukje informatie te vinden dat identiek is aan de taak of vraag. Volwassenen op dit niveau kunnen simpele formulieren invullen, beschikken over een elementaire woordenschat, begrijpen de betekenis van zinnen en kunnen eenvoudige teksten lezen. Op het volgende niveau (niveau 2, schaalwaarde 226 tot en met 275) kunnen volwassenen twee of meer stukjes informatie integreren. Ze kunnen informatie vergelijken, contrasteren of erover reflecteren en ze kunnen eenvoudige gevolgtrekkingen maken. Ook kunnen ze binnen digitale teksten navigeren om op verschillende plekken in een tekst informatie te zoeken en te vinden (Buisman & Houtkoop, 2014). Op dit niveau lopen veel volwassenen echter een risico als de vaardigheidseisen thuis, op het werk of in de samenleving veranderen. Op dit niveau wordt dan ook gesproken van een latent probleem (Bohnenn, E., Ceulemans, C., Van de Guchte, C., Kurvers, J. & Van Tendeloo, T., 2004). Er bestaat een grote kans bij personen op niveau 2, dat als ze hun vaardigheden niet onderhouden, ze op latere leeftijd terugvallen naar niveau 1. Het volgende niveau, niveau 3 wordt beschouwd als het geletterdheidsniveau dat nodig is om in de kenniseconomie en de moderne westerse samenleving adequaat te functioneren. Uit recent onderzoek blijkt dat in Nederland 1,3 miljoen laaggeletterden (niveau 1) wonen. Dit betekent dat 12 procent van de volwassen bevolking op het laagste niveau van taalvaardigheid functioneert (PIAAC, 2013). Qua absolute aantallen bevinden de grootste groepen laaggeletterden zich onder oudere autochtonen (45-plus) met een middelbaar opleidingsniveau. Daarnaast vormen 120.000 autochtone en 108.000 allochtone niet-werkende laagopgeleiden twee relatief grote groepen van laaggeletterden. De individuele gevolgen voor laaggeletterden kunnen leiden tot een sociaal isolement. Zij worden onzeker, durven niet buiten hun vertrouwde kring te opereren, te solliciteren, zich niet duidelijk uit te spreken of actief te participeren in groepsactiviteiten. Laaggeletterdheid is daarmee een bron van sociale, culturele en politieke uitsluiting voor het individu. Laaggeletterden participeren vaak beperkt in het maatschappelijk leven. Uit Brits onderzoek blijkt dat laaggeletterden nauwelijks deelnemen aan gemeenschappelijke activiteiten in buurten, scholen, bewonersgroepen of politieke partijen. Laaggeletterdheid heeft ook gevolgen voor de economie. Door ontwikkelingen als toenemende digitalisering, maar ook grotere behoefte aan kennis worden steeds hogere en andere eisen gesteld aan mensen om deel te nemen aan de kenniseconomie. De kenniseconomie vraagt om werknemers die mondeling en schriftelijk goed kunnen communiceren. Geletterde en goed opgeleide werknemers 8

zijn productiever, en meer productiviteit betekent een hogere economische groei. Vrijwel in alle banen moeten mensen zich bijscholen, ook laagopgeleide medewerkers. Omdat bijscholing voor laaggeletterden vaak te moeilijk is en zij cursussen dus ook liever vermijden, lopen zij een hoger risico om uiteindelijk ontslag te krijgen. (Vos, De Vries (St. Lezen & Schrijven) & Duvekot, 2007). Uit een onlangs verschenen onderzoek van het ECBO 2 blijkt eveneens dat laaggeletterden drie keer meer kans hebben om onvoldoende digitaal vaardig te zijn (Baay, Buisman & Houtkoop, 2015). Laaggeletterden beschikken over minder functionele taalvaardigheden de vaardigheid om informatie te kunnen lezen, begrijpen en gebruiken en dit is een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van digitale vaardigheden. Maatschappelijke kwetsbaarheid Een persoon is maatschappelijke kwetsbaar als hij of zij in een kwetsbare situatie verkeert of dreigt te raken doordat deze persoon door verschillende problemen of oorzaken geconfronteerd wordt met achterstand en/of sociaal isolement. Factoren die doorgaans in verband worden gebracht met maatschappelijke kwetsbare groepen zijn de financiële situatie (inkomen en type woning), sociale situatie (leefbaarheid buurt, sociale cohesie en eenzaamheid) en de mate van gezondheid. Jonge, potentieel kwetsbare kinderen Bij lees- en schrijfvaardigheid speelt de familiaire context een fundamentele rol. De houding van de ouders tegenover lezen en schrijven zal een grote impact hebben op de latere ontwikkeling van het kind op dit domein. Uit onderzoek blijkt dat als een kind opgroeit in een gezinsomgeving die niet stimulerend en bevorderlijk is om te leren lezen en schrijven, het risico verhoogt dat de kinderen later zelf laaggeletterd zullen worden. Deze houding beïnvloedt de opvoeding die ze aan hun kinderen zullen geven (Fouarge et. al, 2011). Dit benadrukt het belang om jonge potentieel kwetsbare kinderen al vroeg in beeld te hebben en er vroegtijdig op in te grijpen. Hoe ouder het kind, hoe moeilijker de problemen op school ten gevolge van leerachterstand immers kunnen worden verholpen. Een preventieve strategie lijkt het meest aangewezen. 1.3 Methodiek Om in kaart te brengen in welke mate de gemeente Veldhoven te maken heeft met de drie kwetsbare groepen, is middels deskresearch een aantal indicatoren en bijbehorende waarden verzameld die samenhangen met het feit of iemand zich in een kwetsbare positie bevindt. De voorwaarden waaraan een indicator moet voldoen zijn als volgt: Van een betrouwbare bron afkomstig zijn Op het juiste niveau (wijk-niveau) beschikbaar zijn Recentelijk onderzocht zijn. In tabel 1.3.1 op de volgende pagina zijn de indicatoren voor laaggeletterden, maatschappelijke kwetsbaren en jonge potentieel kwetsbare kinderen gedefinieerd. 2 Landelijke Expertisecentrum Beroepsonderwijs 9

Tabel 1.3.1 Dimensies en indicatoren Dimensie Laaggeletterden Maatschappelijke kwetsbaren Jonge potentieel kwetsbare jarigen Indicator % vrouwen % 45-plussers % laag opgeleiden % allochtonen (zowel Westerse als niet-westerse allochtonen) % inwoners dat niet participeert op de arbeidsmarkt (excl. AOW ers) Financiële situatie: % huishoudens met laag inkomen Financiële situatie: % huurwoningen in handen van wooncorporatie Sociale situatie: score voor de sociale cohesie in de wijk Sociale situatie: score voor de veiligheid in de wijk overdag, avond en nacht Sociale situatie: % (zeer) eenzame inwoners Sociale situatie: % inwoners dat niet genoeg mensen heeft op wie kan worden teruggevallen in geval van narigheid Gezondheid: % inwoners dat eigen gezondheid als gaat wel tot zeer slecht ervaart Gezondheid: % inwoners dat vanwege de gezondheid niet de dingen kan doen die men zou willen doen % kinderen dat in aanmerking komt voor voorschoolse educatie 1.4 Inhoud van het rapport De rapportage bestaat uit twee delen. Het eerste deel geeft een totaaloverzicht van de kans op kwetsbare inwoners in de gemeente. Aan de hand van de opgenomen figuren is in één oogopslag te zien wat de kans op taalachterstanden/ laaggeletterdheid en maatschappelijke kwetsbaarheid is in de verschillende wijken. In het tweede deel wordt ingezoomd op de verschillende indicatoren. Aan de hand van figuren en tabellen wordt aangegeven hoe een wijk scoort t.o.v. Noord-Brabant en Nederland. 10

2. Laaggeletterdheid & maatschappelijke kwetsbaarheid 2.1 Inleiding In dit eerst gedeelte wordt een totaaloverzicht van de kans op kwetsbare volwassen inwoners in de gemeente Veldhoven gepresenteerd. Aan de hand van een vaste waarde-indeling wordt de kans op zowel laaggeletterdheid als maatschappelijke kwetsbaarheid in figuren weergegeven. De waarde van deze dimensies is gebaseerd op de onderliggende indicatoren. Aan de hand van zogenaamde z- scores (om waarden te standaardiseren) is per indicator berekend in hoeverre de wijken afwijken van het gemiddelde voor de gemeente Veldhoven. Per type kwetsbaren zijn deze afwijkingen bij elkaar opgeteld. Voordat de resultaten worden gepresenteerd, is allereerst in de tabel hieronder te zien hoeveel inwoners iedere wijk heeft. Veldhoven telt 44.155 inwoners en heeft een oppervlakte van 31,92 km². Tabel 2.1 Aantal inwoners per wijk (2014) Beroepsbevolking (15 tot 65 jaar) Aantal inwoners (totaal) Zuid 3547 5.655 Veldhoven-dorp 3.424 5.435 Verspreide huizen ten zuiden van de E3-weg 123 220 Oost 4591 7.630 Meerveldhoven 1.305 2.330 Zeelst 3.286 5.300 Midden 9.174 14.510 D Ekker 2.437 4.130 Zonderwijk 2.062 3.380 t Look 1.742 2.810 Cobbeek en Centrum 2.933 4.190 Noord 9.223 13.170 Heikant-West 2.953 3.990 Heikant-Noord 1.831 2.615 De Kelen 2.632 3.815 De Polders 1.760 2.750 West 2.152 3.155 Oerle 1.261 1.855 Zandoerle 70 100 Verspreide huizen Zittard 151 210 Verspreide huizen Groote Aard en Vliet 134 200 Verspreide huizen Scherpenering en Landsaard 545 790 Totaal Veldhoven 28.701 44.155 Bron: CBS Statline 11

De wijken die beschreven staan onder de noemer verspreide huizen worden niet op detailniveau meegenomen in de conclusies, omdat ze voor het grootste gedeelte geen woonbuurten zijn. Ze worden wel in hoofdstuk 3 gepresenteerd, maar voorzichtigheid in de interpretatie is aan te bevelen. Gezien de kleine aantallen, kan het mogelijk een vertekend beeld geven. 2.2 Laaggeletterdheid In figuur 2.2.1 op de volgende pagina is in één oogopslag te zien in welke mate er kans is op laaggeletterden in de verschillende wijken van Veldhoven. 2 6 9 1 4 3 5 7 10 0 12 8 11 0 13 14 4 15 16 17 Wijken 1. Verspreide huizen Groote Aard en Vliet 10. t Look 2. Verspreide huizen Scherpenering en Landsaard 11. Cobbeek/Centrum 3. Oerle 12. Zonderwijk 4. Zandoerle 13. D Ekker 5. Verspreide huizen Zittard 14. Zeelst 6. De Kelen 15. Meerveldhoven 7. Heikant-Oost 16. Veldhoven (dorp) 8. Heikant-West 17. Verspreide huizen ten zuiden van de E3-weg 9. De Polders Figuur 2.2.1 De kans op laaggeletterde inwoners in Veldhoven, per wijk 12

De wijken in het midden en oosten van Veldhoven, maar ook de wijk Oerle, kunnen als meest kwetsbaar worden aangemerkt. Met name in Oerle, Zonderwijk en D Ekker is een relatief grote kans op taalachterstanden/laaggeletterdheid. Naar alle waarschijnlijkheid wordt dit veroorzaakt door een hoog percentage vrouwen, veel 45-plussers en allochtonen, en relatief veel inwoners die niet kunnen participeren op de arbeidsmarkt (hierover in hoofdstuk 3 meer). t Look, Cobbeek/Centrum, Zeelst en Meerveldhoven hebben een iets minder grote kans, maar ook hier is de kans op laaggeletterde inwoners bovengemiddeld groot. De kans op laaggeletterde inwoners Zandoerle, Veldhoven, De Kelen en Heikant-Oost is relatief klein, in verspreide huizen rondom Groote Aard en Vliet, Scherpenering en Landsaard en Zittard zelfs zeer klein. Voor een uitgebreidere toelichting op de indicatoren verwijzen we naar hoofdstuk 3. 13

2.3 Maatschappelijke kwetsbaarheid Een persoon is maatschappelijke kwetsbaar als hij of zij in een kwetsbare situatie verkeert of dreigt te raken doordat deze persoon door verschillende problemen of oorzaken geconfronteerd wordt met achterstand en/of sociaal isolement. Indicatoren voor maatschappelijke kwetsbaarheid zijn de financiële en sociale situatie van een inwoner en de mate van gezondheid. In figuur 2.3.1 is te zien in welke mate de verschillende wijken van Veldhoven te maken hebben met maatschappelijke kwetsbare groepen. 2 6 9 3 8 7 14 1 10 11 4 5 12 13 15 16 17 Wijken 1. Verspreide huizen Groote Aard en Vliet 10. t Look 2. Verspreide huizen Scherpenering en Landsaard 11. Cobbeek/Centrum 3. Oerle 12. Zonderwijk 4. Zandoerle 13. D Ekker 5. Verspreide huizen Zittard 14. Zeelst 6. De Kelen 15. Meerveldhoven 7. Heikant-Oost 16. Veldhoven (dorp) 8. Heikant-West 17. Verspreide huizen ten zuiden van de E3-weg 9. De Polders Figuur 2.3.1 De kans op maatschappelijke kwetsbare inwoners in Veldhoven, per wijk 14

Cobbeek/Centrum, Zonderwijk en Meerveldhoven hebben een relatief hoog aantal maatschappelijk kwetsbare inwoners. Ook in De Polders, t Look, D Ekker en Veldhoven is de kans op inwoners die in een kwetsbare situatie verkeren of dreigen te raken doordat zij geconfronteerd worden met achterstand en/of sociaal isolement relatief groot. Wijken met een gemiddelde kans op maatschappelijke kwetsbare inwoners zijn de verspreide huizen rondom Groote Aard en Vliet, Heikant-Oost en Zeelst. In de overige wijken van Veldhoven is de kans op maatschappelijke kwetsbaarheid een stuk kleiner. Deze wijken kennen relatief weinig mensen met een laag inkomen, weinig (sociale) huur en de sociale situatie in deze wijken is goed. 15

3. Indicatoren In dit hoofdstuk wordt een uitgebreidere toelichting gegeven op de diverse indicatoren. Zo komt o.a. op welke bronnen de indicatoren gebaseerd zijn, hoe ze zijn gemeten en wat de indicatoren dus precies vertellen. Ook worden de exacte percentages c.q. aantallen gepresenteerd per wijk. In dit hoofdstuk wordt tevens aan de hand van tabellen en figuren geïllustreerd hoe (een wijk in) Veldhoven scoort t.o.v. de andere wijken, en t.o.v. Noord-Brabant en Nederland als totaal. Indien een wijk bovengemiddeld slecht (afhankelijk van de indicator boven of onder het gemiddelde voor Noord- Brabant) scoort, is dit aangegeven met een grijze arcering. 3.1 Laaggeletterden Zoals in de inleiding is beschreven blijkt uit onderzoek dat het profiel van laaggeletterden in vergelijking met niet-laaggeletterden relatief vaker bestaat uit vrouwen, laaggeschoolden (lager onderwijs of vbo), ouderen (55-plussers), allochtonen uit de eerste generatie (met de kanttekening dat 65% van de laaggeletterden autochtoon is) en mensen die niet participeren op de arbeidsmarkt (Fouarge et. al, 2011). Deze onderdelen vormen dan ook de indicatoren voor laaggeletterdheid: Geslacht Opleidingsniveau Leeftijd Etniciteit Participatie op de arbeidsmarkt 3.1.1 Geslacht Nederland valt op als een van de landen waar de achterstand van vrouwen op mannen voor taalvaardigheid relatief groot is. Zo blijkt uit het PIAAC-onderzoek van 2012 dat 12,7 procent van de vrouwen laaggeletterd is tegenover 11,2 procent van de mannen. De verschillen tussen mannen en vrouwen worden groter naarmate de leeftijd stijgt. Zo scoren onder 45-plussers de mannen significant beter op taalvaardigheid dan vrouwen, terwijl onder 18-45 jarigen geen significant verschil bestaat tussen mannen en vrouwen. De taalvoorsprong van mannen is sinds 1994 en vooral sinds 2007 gegroeid (PIAAC, 2013). In figuur 3.1.1 op de volgende pagina is de man-vrouw verdeling weergegeven. Zoals te zien wonen in de gemeente Veldhoven nagenoeg even veel vrouwen als mannen. Dit is vergelijkbaar met Noord- Brabant. In een aantal wijken is wel een duidelijk(er) verschil zichtbaar in de verhouding man-vrouw. Zo wonen er in de verspreide huizen rondom Zittard en Groote Aard en Vliet gemiddeld meer mannen dan vrouwen. In Meerveldhoven en d Ekker zien we daarentegen iets meer vrouwen. 16

Veldhoven Verspr.h. ten zuiden van de E3-weg 50,0 50,0 50,0 50,0 Zeelst Meerveldhoven 50,2 48,2 49,8 51,8 Cobbeek en Centrum 't Look Zonderwijk D'Ekker 49,9 49,9 49,3 48,7 50,1 50,1 50,7 51,3 De Polders De Kelen Heikant-Oost Heikant-West 49,4 49,3 49,5 51,4 50,6 50,7 50,5 48,6 Verspr.h. Scherpenering en Landsaard Verspreide huizen Groote Aard en Vliet Verspreide huizen Zittard Zandoerle Oerle 50,0 55,0 56,1 50,0 51,6 50,0 45,0 43,9 50,0 48,4 Veldhoven totaal 49,8 50,2 Noord-Brabant 50,0 50,0 Nederland 49,5 50,5 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Mannen Vrouwen Figuur 3.1.1 Bevolking per wijk naar geslacht (%) (2014) Bron: CBS Statline 3.1.2 Opleidingsniveau Uit onderzoek blijkt dat opleidingsniveau samenhangt met laaggeletterdheid. Een opleiding draagt in positieve zin bij aan geletterdheid. Mensen die laagopgeleid zijn hebben vaker een taalachterstand dan mensen die hoogopgeleid zijn. Ruim 4 op de 10 mensen die maximaal de lagere school hebben afgerond, zijn laaggeletterd (PIAAC, 2013). In de gezondheidsmonitor 2012-2013 van de GGD is aan bewoners gevraagd wat hun hoogst genoten opleiding is die met een diploma is afgerond. Gemeentebreed bekeken heeft 3 procent van de 19-64 jarige Veldhovenaren geen of een lage opleiding genoten en 25 procent mavo of LBO (zie figuur 3.1.2a). In overeenstemming met de regio Zuidoost Brabant 3 heeft 36 procent van de Veldhovenaren een HBO- of WO-opleiding genoten. Van de afzonderlijke wijken zijn helaas geen gegevens over het opleidingsniveau beschikbaar. 3 De regio Zuidoost Brabant bestaat uit de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Geldrop-Mierlo, Eindhoven, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre 17

Veldhoven 3 25 36 36 Regio Zuidoost-Brabant 4 24 36 36 Nederland 5 24 36 34 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Laag (geen opleiding/lager onderwijs) Midden 2 (HAVO/VWO/MBO) Midden 1 (MAVO/LBO) Hoog (HBO/WO) Figuur 3.1.2a Opleidingsniveau 19-64 jarige inwoners per wijk (%) (2012/2013) Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen 2012-2013 In onderstaande figuur is het opleidingsniveau van 65-plussers weergegeven. Veldhoven 14 43 21 21 Regio Zuidoost-Brabant 17 46 18 18 Nederland 18 46 18 18 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Laag (geen opleiding/lager onderwijs) Midden 2 (HAVO/VWO/MBO) Midden 1 (MAVO/LBO) Hoog (HBO/WO) Figuur 3.1.2b Opleidingsniveau 65-plussers per wijk (%) (2012/2013) Bron: Gezondheidsmonitor Ouderen 2012-2013 Veertien procent van de 65-plussers in gemeente Veldhoven heeft geen of een lage opleiding genoten en 43 procent mavo of LBO. In vergelijking tot de regio Zuidoost Brabant en Nederland zijn de 65- plussers in Veldhoven gemiddeld ietsje hoger opgeleid (21% versus 18%). Ook hier zijn geen gegevens op wijkniveau beschikbaar. 3.1.3 Leeftijd Uit verschillende onderzoeken blijkt dat leeftijd correleert met het niveau van laaggeletterdheid. Waar 5 procent van de 16-24 jarigen in Nederland laaggeletterd is, ligt dit percentage onder de 45-54 jarigen op de 14,1 procent en onder de 55-64 jarigen zelfs op 21,5 procent (Buisman & Houtkoop, 18

2014). Dat betekent echter niet dat laaggeletterdheid alleen bij ouderen voorkomt. Juist onder (middelbaar en hoogopgeleide) jongeren in de leeftijd van 16-34 jaar is een langzame achteruitgang van geletterdheid waar te nemen (Fouarge, et. al, 2011). Figuur 3.1.3 en tabel 3.1.4 op de volgende pagina geven de leeftijdsverdeling weer van de inwoners van Veldhoven. Figuur 3.1.3 laat het percentage inwoners zien van 45 jaar en ouder. In tabel 3.1.4 is de gehele verdeling weergegeven. Veldhoven Verspr.h. ten zuiden van de E3-weg 47 53 Zeelst Meerveldhoven 57 59 Cobbeek en Centrum 't Look Zonderwijk D'Ekker 48 48 48 54 De Polders De Kelen Heikant-Oost Heikant-West 39 42 47 50 Verspr.h. Scherpenering en Landsaard Verspreide huizen Groote Aard en Vliet Verspreide huizen Zittard Zandoerle Oerle 22 53 59 58 60 Veldhoven totaal Noord-Brabant Nederland 45 47 49 Figuur 3.1.3 Percentage 45-plussers per wijk (2014) Bron: CBS Statline 0 10 20 30 40 50 60 70 In gemeente Veldhoven is 49 procent van de inwoners 45 jaar of ouder. De verschillen tussen de wijken zijn erg groot. Zeelst, Meerhoven, Oerle en verspreide huizen rondom Zandoerle en Groote Aard en Vliet worden gekenmerkt door een oudere populatie. In De Kelen, Heikant-West en verspreide huizen rondom Scherpenering en Landsaard zijn de percentages 45-plussers een stuk lager. 19

Tabel 3.1.4 Leeftijdsgroepen per wijk (%) (2014) 0 tot 15 jaar 15 tot 25 25 tot 45 45 tot 65 jaar jaar jaar Veldhoven 18 11 24 28 19 65 jaar of ouder Verspr.h. ten zuiden van de E3-weg 20 10 16 30 23 Meerveldhoven 13 9 20 27 30 Zeelst 13 10 19 33 26 D'Ekker 13 9 24 26 28 Zonderwijk 17 11 25 25 23 't Look 16 12 23 27 21 Cobbeek en Centrum 13 11 28 31 17 Heikant-West 18 13 26 35 7 Heikant-Oost 18 12 24 34 13 De Kelen 20 11 30 28 11 De Polders 17 11 22 31 19 Oerle 12 15 13 40 20 Zandoerle 9 20 14 36 22 Verspreide huizen Zittard 13 16 18 38 15 Verspreide huizen Groote Aard en Vliet Verspr.h. Scherpenering en Landsaard 12 14 16 37 22 28 7 43 19 3 Veldhoven totaal 16 11 24 30 19 Noord-Brabant 16 12 25 29 18 Nederland 17 12 26 28 17 Bron: CBS Statline 3.1.4 Etniciteit Uit onderzoek blijkt dat het profiel van laaggeletterden in vergelijking met niet-laaggeletterden relatief vaak bestaat uit allochtonen. De etniciteit van een persoon wordt bepaald door het geboorteland van de persoon of, als de persoon in Nederland is geboren, door het geboorteland van de moeder of de vader. Binnen de groep allochtonen zijn eerste generatie allochtonen vaker laaggeletterd dan tweede generatie allochtonen. Zo is 37 procent van de eerste generatie allochtonen laaggeletterd, terwijl er onder de tweede generatie allochtonen nauwelijks meer sprake is van een oververtegenwoordiging van laaggeletterden (PIAAC, 2013). Daarnaast is een duidelijk onderscheid in laaggeletterdheid zichtbaar tussen westerse en niet-westerse allochtonen. Onder westerse allochtonen is 19 procent laaggeletterd terwijl dit percentage onder niet-westerse allochtonen op 46 procent ligt. 20

Figuur 3.1.5 geeft de verhouding weer tussen autochtonen en westerse en niet-westerse allochtonen (zowel eerste als tweede generatie allochtonen) per wijk 4. Helaas zijn er geen gegevens voorhanden van enkel eerste generatie allochtonen. Veldhoven Verspr.h. ten zuiden van de E3-weg 87 89 10 9 3 2 Meerveldhoven Zeelst 85 88 10 9 5 3 Cobbeek en Centrum 't Look Zonderwijk D'Ekker De Polders De Kelen Heikant-Oost Heikant-West Verspr.h. Scherpenering en Landsaard Verspreide huizen Groote Aard en Vliet Verspreide huizen Zittard Zandoerle Oerle 81 81 81 84 86 86 84 86 89 93 82 96 91 12 10 9 10 10 10 10 9 7 9 10 6 4 4 6 5 6 5 7 0 17 1 40 7 2 Veldhoven totaal Noord-Brabant Nederland Figuur 3.1.5 Percentage allochtonen/autochtonen per wijk (2014) Bron: CBS Statline 85 83 79 10 9 10 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen 12 5 8 In Noord-Brabant is 17 procent van de inwoners van allochtone afkomst, in Nederland 22 procent. In Veldhoven ligt dit percentage op 15 procent. Daarvan is 10 procent een westerse allochtoon en 5 procent een niet-westerse allochtoon 5. Tussen de wijken onderling zijn echter enige verschillen zichtbaar. Zo is 17 procent van de inwoners uit verspreide huizen rondom Zittard een westerse allochtoon. De meeste niet-westerse allochtonen wonen in t Look (9%) en Zonderwijk (10%). 4 Het CBS onderscheidt twee groepen: allochtonen en vreemdelingen. Allochtonen hebben een Nederlands (of dubbel) paspoort. Onder vreemdelingen vallen asielzoekers, asielmigranten en vluchtelingen 4. In het cijferoverzicht zijn dus niet de vluchtelingen meegenomen. 5 Allochtonen worden onderverdeeld in westers en niet-westers op grond van hun geboorteland. Tot de categorie 'niet-westers' behoren allochtonen uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië met uitzondering van Indonesië en Japan. Op grond van hun sociaal-economische en -culturele positie worden allochtonen uit deze twee landen tot de westerse allochtonen gerekend. Tot de categorie 'Westerse allochtonen behoren allochtonen uit Europa, Noord-Amerika, Oceanië, Indonesië en Japan. 21

In tabel 3.1.6 is de etniciteit van de inwoners, en dan de niet-westerse allochtonen, nader bekeken. Hier is aangegeven welk percentage van Surinaamse, Antilliaanse/Arubaanse, Turkse of Marokkaanse afkomst is of onder de categorie overig valt. De personen die in onderstaande tabel als allochtoon worden aangemerkt, zijn zowel eerste- als tweedegeneratie allochtonen. Uit deze tabel valt op dat de niet-westerse allochtonen in Veldhoven (voornamelijk) uit Marokko, Suriname en overige niet-westerse landen afkomstig zijn. Tabel 3.1.6 Percentage allochtonen per wijk, uitgedrukt in procenten van het totaal aantal inwoners (2014) Autochtonen Westerse allochton -en Marokko NL Antillen + Aruba Suriname Turkije Overig nietwesters Veldhoven 87 10 0 0 0 0 2 Verspr.h. ten zuiden van de E3-weg 89 9 * * * * * Zeelst 87 10 1 0 0 0 4 Meerveldhoven 85 10 0 0 0 0 2 D'Ekker 84 10 1 0 1 0 4 Zonderwijk 81 9 3 1 1 0 5 't Look 81 10 1 1 1 1 7 Cobbeek en Centrum 81 12 0 1 1 0 5 Heikant-West 86 9 0 0 1 0 4 Heikant-Oost 84 10 0 1 0 0 5 De Kelen 86 10 0 0 1 0 3 De Polders 86 10 0 0 0 0 3 Oerle 91 7 0 0 0 0 1 Zandoerle 96 4 * * * * * Verspreide huizen Zittard Verspreide huizen Groote Aard en Vliet Verspr.h. Scherpenering en Landsaard 82 17 * * * * * 93 7 * * * * * 89 6 1 0 2 0 3 Veldhoven totaal 85 10 1 0 1 0 3 Noord-Brabant 83 9 2 1 1 2 3 Nederland 79 10 2 1 2 2 4 * gegevens ontbreken Bron: CBS Statline 22

3.1.5 Participatie op de arbeidsmarkt Een voldoende vaardigheidsniveau is belangrijk om volwaardig op de arbeidsmarkt te kunnen participeren. Daarnaast gaat het niveau van vaardigheden sneller achteruit als men er gedurende langere tijd geen aanspraak op doet. Laaggeletterden zijn dan ook sterk oververtegenwoordigd onder langdurig werklozen en personen die buiten de beroepsbevolking vallen (o.a. arbeidsongeschikten en gepensioneerden) (Buisman & Houtkoop, 2014). In tabel 3.1.7 op de volgende pagina is per wijk weergegeven welk deel van de beroepsbevolking een bijstandsuitkering ontvangt en welk deel een AO- en WW-uitkering. Algemene bijstandsuitkeringen omvatten uitkeringen in het kader van de algemene bijstandswet (ABW), de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ). AO-uitkeringen is een verzamelterm voor uitkeringen in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de regeling Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). Tabel 3.1.7 Bijstandsgerechtigden, arbeidsongeschikten en werklozen per wijk, uitgedrukt in procenten van het totaal aantal 15-65 jarige inwoners (2014) % Bijstand % AO % WW Veldhoven 1,5 4,4 3,2 Verspr.h. ten zuiden van de E3-weg * 8,1 8,1 Meerveldhoven 2,3 6,1 3,8 Zeelst 0,6 10,7 4,3 D'Ekker 2,5 8,2 3,7 Zonderwijk 4,8 8,2 4,4 't Look 2,9 6,9 4,0 Cobbeek en Centrum 3,4 7,8 3,4 Heikant-West 1,4 6,1 4,4 Heikant-Oost 1,1 4,9 3,8 De Kelen 2,3 6,1 3,8 De Polders 1,7 5,1 3,4 Oerle 0,0 19,8 1,6 Zandoerle * 0,0 * Verspreide huizen Zittard 0,0 6,6 0,0 Verspreide huizen Groote Aard en Vliet * 7,5 7,5 Verspr.h. Scherpenering en Landsaard 1,8 5,5 3,7 Veldhoven totaal 2,0 7,3 3,7 Noord-Brabant 2,2 7,1 4,1 Nederland 2,9 7,2 4,0 * gegevens ontbreken Bron: CBS Statline 23

In 2014 ontving 2,2 procent van de beroepsbevolking in Noord-Brabant een bijstandsuitkering. In Veldhoven ligt dit percentage op 2,0. Zonderwijk en Cobbeek/Centrum springen er in negatieve zin uit: respectievelijk 4,8 en 3,4 procent van de beroepsbevolking in deze wijk ontvangt een bijstandsuitkering. Oerle en (verspreide huizen rond) Zittard springen er in positieve zin uit: daar is niemand met een bijstandsuitkering geregistreerd. Het aantal arbeidsongeschikten in Veldhoven ligt op 7,3 procent. De arbeidsongeschikten wonen met name in Zeelst (10,2%) en Oerle (19,5%). Deze percentages vallen zeer waarschijnlijk te verklaren vanuit de aanwezigheid van zorginstellingen waar verstandelijk gehandicapten woonachtig zijn. De wijken Veldhoven, Heikant-Oost en Zandoerle hebben de minste arbeidsongeschikten onder hun beroepsbevolking. In 2014 ontving 3,7 procent van de Veldhovenaren tussen de 15 en 65 jaar een WW-uitkering. Dit ligt ietsje lager dan het Brabantse (4,1%) en landelijke gemiddelde (4,0%). In Oerle (1,6%), Zittard (0,0%) en in mindere mate ook de wijk Veldhoven (3,2%) wonen de minste WW-uitkeringsgerechtigden. Rondom Groote Aard en Vliet (7,5%) en verspreide huizen ten zuiden van de E3-weg (8,1%) wonen daarentegen weer relatief veel personen met een WW-uitkering. 24

3.2 Maatschappelijke kwetsbaren Maatschappelijk kwetsbare groepen worden doorgaans in verband gebracht met de volgende factoren: financiële situatie (inkomen en type woning), sociale situatie (leefbaarheid buurt, sociale cohesie en eenzaamheid) en de mate van gezondheid. 3.2.1 Financiële situatie: inkomen en type woning Twee indicatoren die de financiële situatie van een inwoner kunnen meten zijn het besteedbaar inkomen en of men in een huur- of koophuis woont. Inkomen Wat is het gemiddeld inkomen per inwoner en per inkomensontvanger in de verschillende wijken van Veldhoven? Het persoonlijk (bruto) inkomen van mensen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag). Het persoonlijk inkomen per inwoner is het totaal van alle persoonlijke inkomens gedeeld door het totaal aantal inwoners. Het persoonlijk inkomen per inwoner is gebaseerd op de totale bevolking (dus ook inclusief kinderen en huismannen/-vrouwen). Het persoonlijk inkomen per inkomensontvanger is het gemiddelde persoonlijk inkomen van enkel personen met inkomen (52 weken). De inkomens in gemeente Veldhoven zijn hoger dan gemiddeld in Noord-Brabant en Nederland (zie tabel 3.2.1). Dit geldt zowel voor het gemiddelde inkomen per inkomensontvanger als het gemiddelde inkomen per inwoner. Tabel 3.2.1 Gemiddeld persoonlijk inkomen in per wijk (2013) Persoonlijk inkomen per inkomensontvanger Persoonlijk inkomen per inwoner Veldhoven 32.500 23.800 Verspr.h. ten zuiden van de E3-weg 38.700 26.200 Meerveldhoven 28.700 22.800 Zeelst 33.500 25.700 D'Ekker 27.300 21.800 Zonderwijk 26.800 20.100 't Look 34.100 25.300 Cobbeek en Centrum 30.800 24.200 Heikant-West 33.600 24.100 Heikant-Oost 37.300 27.200 De Kelen 36.100 25.500 De Polders 38.300 28.300 Oerle 37.600 26.400 Zandoerle * 23.600 Verspreide huizen Zittard 29.400 21.900 Verspreide huizen Groote Aard en Vliet 27.900 22.900 25

Tabel 3.2.1 Gemiddeld persoonlijk inkomen in per wijk (2013) - vervolg Persoonlijk inkomen per inkomensontvanger Persoonlijk inkomen per inwoner Verspr.h. Scherpenering en Landsaard 42.100 27.500 Veldhoven totaal 32.700 24.500 Noord-Brabant 31.000 22.700 Nederland 31.700 22.900 * gegevens ontbreken Bron: CBS Statline In d Ekker en Zonderwijk liggen de gemiddelde inkomens (zowel per inkomensontvanger als inwoner) relatief laag. In Oerle en verspreide huizen rondom Scherpenering en Landsaard ligt het inkomen per inkomensontvanger relatief hoog. Naast het gemiddelde inkomen is het ook interessant om te kijken naar het percentage huishoudens in een wijk dat leeft van een laag inkomen. In figuur 3.2.2 is het percentage huishoudens te zien met een laag besteedbaar huishoudensinkomen. Alle particuliere huishoudens in Nederland (excl. studenten) zijn door het Centraal Bureau voor de Statistiek gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. In totaal zijn er 3 groepen gemaakt. Tot de groep huishoudens laag inkomen hoort 40 procent van de Nederlandse huishoudens. Zij hebben een besteedbaar inkomen van maximaal 25.100 euro. 26

Veldhoven 31 Zeelst Meerveldhoven 29 43 Cobbeek en Centrum 't Look Zonderwijk D'Ekker 30 43 43 42 De Polders De Kelen Heikant-Oost Heikant-West 19 23 25 32 Verspr.h. Scherpenering en Landsaard Oerle 19 24 Veldhoven totaal Nederland 33 40 0 10 20 30 40 50 Figuur 3.2.2 Percentage huishoudens met een laag inkomen, uitgesplitst per wijk (%) (2013) * Gegevens provincie Noord-Brabant als totaal ontbreken. Enkele wijken onbekend bij CBS. Bron: CBS Statline De gegevens in figuur 3.2.2. laten zien dat een derde Veldhovense huishoudens moeten leven van een laag besteedbaar inkomen, in vergelijking tot heel Nederland. Waar in Nederland 40 procent van de huishoudens moet rondkomen van een inkomen van maximaal 25.100 euro, ligt dit percentage in Veldhoven op 33 procent. Een vergelijking tussen de wijken onderling laat zien dat Meerveldhoven, Cobbeek/Centrum, Zonderwijk en d Ekker relatief veel huishoudens kennen met een laag inkomen. Type woning In figuur 3.2.3 en tabel 3.2.4 is het aantal huurwoningen in handen van woningcorporaties per wijk weergegeven, met in tabel 3.2.4 een nadere specificering van de verdeling huur- en koopwoningen. 27

Veldhoven 11 Zeelst Meerveldhoven 14 39 Cobbeek en Centrum 't Look Zonderwijk D'Ekker 30 38 41 52 De Polders De Kelen Heikant-Oost Heikant-West 4 16 20 26 Verspr.h. Scherpenering en Landsaard Verspreide huizen Zittard Oerle 2 5 12 Veldhoven totaal Nederland 25 31 0 10 20 30 40 50 60 Figuur 3.2.3 Percentages woningen in handen van wooncorporaties per wijk (2013) * Gegevens van de provincie Noord-Brabant als totaal ontbreken. Enkele wijken onbekend bij CBS. Bron: CBS Statline De gegevens laten zien dat in gemeente Veldhoven 25 procent van de woningen in handen is van wooncorporaties. In heel Nederland ligt dit percentage op 31. Met name in Meerveldhoven (39%) en Cobbeek/Centrum (38%) is een groot deel van de woningen in het bezit van een wooncorporatie. In Zonderwijk is zelfs meer dan de helft van de woningen eigendom van een woningcorporatie. 28

Tabel 3.2.4 Koop / huur per wijk (%) (2013) Koopwoningen Huurwoningen Huurwoningen In bezit woningcorporatie In bezit overige verhuurders Eigendom onbekend Veldhoven 78 21 11 11 1 Verspr.h. ten zuiden van de E3-weg 73 26 * 26 1 Meerveldhoven 54 46 39 7 0 Zeelst 79 21 14 7 0 D'Ekker 50 50 41 8 1 Zonderwijk 44 56 52 4 0 't Look 61 39 30 9 * Cobbeek en Centrum 55 45 38 7 0 Heikant-West 72 28 20 8 * Heikant-Oost 68 32 4 27 * De Kelen 79 21 16 5 * De Polders 69 31 26 5 0 Oerle 79 21 5 16 0 Zandoerle 89 11 * 11 * Verspreide huizen Zittard 66 32 2 30 2 Verspreide huizen Groote Aard en Vliet 81 16 * 16 3 Verspr.h. Scherpenering en Landsaard 84 15 12 4 1 Veldhoven 66 34 25 9 0 Noord-Brabant 61 39 * * 0 Nederland 56 43 31 12 1 * Gegevens ontbreken Bron: CBS Statline 29

3.2.2 Sociale situatie: leefbaarheid buurt, sociale cohesie en eenzaamheid Naast de financiële situatie is de sociale situatie eveneens van invloed op de kans dat een persoon in een kwetsbare situatie verkeert of dreigt te raken. Indicatoren die de sociale situatie van een inwoner kunnen meten zijn de kwaliteit van de woonomgeving en de mate van ervaren eenzaamheid door een inwoner. Kwaliteit woonomgeving: veiligheid en sociale cohesie Iedere twee jaar brengt Oostveen Beleidsonderzoek en Advies een Wijkatlas uit voor de gemeente Veldhoven. Deze Wijkatlas is gebaseerd op gegevens uit een bewonersenquête en cijfers uit registraties. Thema s als leefbaarheid, veiligheid en sociale cohesie komen uitgebreid aan bod in deze rapporten. In deze paragraaf is gebruik gemaakt van deze gegevens. Leefbaarheid In tabel 3.2.5. is per wijk weergegeven hoe de leefbaarheid wordt gewaardeerd (0 = zeer slecht, 10 = zeer goed). Veldhovenaren geven gemiddeld een 7,5 voor de leefbaarheid. De wijken in West en Zuid scoren gemiddeld ietsje hoger (7,7) en de wijken in Midden gemiddeld ietsje lager (7,3). Tabel 3.2.5. Rapportcijfer leefbaarheid per wijk (2014) Rapportcijfer leefbaarheid Zuid 7,7 Veldhoven-dorp 7,7 Verspr.h. ten zuiden van de E3-weg 7,7 Oost 7,5 Meerveldhoven 7,3 Zeelst 7,6 Midden 7,3 d'ekker 7,5 Zonderwijk 7,1 't Look 7,4 Cobbeek/Centrum 7,3 Cobbeek 7,3 Centrum 7,3 Noord 7,5 Heikant/De Kelen 7,5 Heikant West 7,5 Heikant Oost 7,5 De Kelen 7,4 De Polders 7,6 West 7,7 Oerle e.o. 7,7 Oerle 7,7 Zandoerle 8 Verspreide huizen 7,7 Veldhoven totaal 7,5 Bron: Wijkatlas Veldhoven 2014 (Oostveen Beleidsonderzoek en Advies, 2014) 30

Veiligheid In onderstaande tabel zijn de rapportcijfers voor het veiligheidsgevoel getoond. Het rapportcijfer voor het veiligheidsgevoel overdag is gemiddeld hoger dan het veiligheidsgevoel s avonds en s nachts, met gemeente brede scores van respectievelijk een 7,7 en een 6,8. Nergens wordt een onvoldoende gegeven voor het veiligheidsgevoel. Tabel 3.2.6. Rapportcijfers veiligheidsgevoel overdag en s avonds/ s nachts (2014) Rapportcijfer veiligheidsgevoel overdag Rapportcijfer veiligheidsgevoel avond en nacht Zuid 7,8 6,9 Veldhoven-dorp 7,8 6,9 Verspr.h. ten zuiden van de E3-weg 7,7 7,1 Oost 7,7 6,9 Meerveldhoven 7,7 6,8 Zeelst 7,7 6,9 Midden 7,6 6,6 d'ekker 7,7 6,9 Zonderwijk 7,5 6,3 't Look 7,6 6,6 Cobbeek/Centrum 7,6 6,5 Cobbeek 7,6 6,5 Centrum 7,7 6,5 Noord 7,8 6,6 Heikand/De Kelen 7,8 6,9 Heikant West 7,8 6,8 Heikant Oost 7,7 6,7 De Kelen 7,8 7,2 De Polders 7,7 6,9 West 7,7 6,6 Oerle e.o. 7,7 6,6 Oerle 7,8 6,8 Zandoerle 7,4 6 Verspreide huizen 7,3 6 Veldhoven totaal 7,7 6,8 Bron: Wijkatlas Veldhoven 2014 (Oostveen Beleidsonderzoek en Advies, 2014) 31

Sociale cohesie Onderstaande tabel toont scores (op een schaal van 1-10) voor de mate van sociale cohesie in de wijken. De scores op de stellingen gepresenteerd in tabel 3.2.7 liggen ten grondslag aan onderstaande tabel. Tabel 3.2.6. Scores sociale cohesie (2014) Sociale cohesie Zuid 6,9 Veldhoven 6,9 Verspreide huizen Zuid 6,5 Oost 6,5 Meerveldhoven 6,3 Zeelst 6,7 Midden 6 d'ekker 6,3 Zonderwijk 5,6 't Look 6,1 Cobbeek/Centrum 5,9 Cobbeek 6,1 Centrum 5,5 Noord 6 Heikand/De Kelen 6 Heikant West 6,1 Heikant Oost 6 De Kelen 5,9 De Polders 6 West 7,7 Oerle e.o. 7,7 Oerle 7,8 Zandoerle 7,7 Verspreide huizen 7,5 Veldhoven totaal 6,3 Bron: Wijkatlas Veldhoven 2014 (Oostveen Beleidsonderzoek en Advies, 2014) De gemeente Veldhoven scoort gemiddeld een 6,3 op sociale cohesie (zie tabel 3.2.6.). De scores op sociale cohesie per wijk verschillen van elkaar. Zo is de sociale cohesie cijfermatig bezien het laagst in Centrum (Cobbeek) (5,5), Zonderwijk (5,6) en De Kelen (5,9). De scores zijn het hoogst in de wijken in West (Oerle en omstreken). 32

Tabel 3.2.6. Stellingen sociale cohesie, percentage (zeer) eens met de stelling (2014) De mensen in deze wijk kennen elkaar nauwelijks* Ik woon in een gezellige wijk met veel saamhorigheid De mensen in deze wijk gaan prettig met elkaar om Ik voel me thuis bij deze mensen in de wijk Veldhoven + verspr. h. ten zuiden E3-weg 50 56 85 74 Meerveldhoven 39 40 78 60 Zeelst 48 56 88 73 D'Ekker 35 43 79 64 Zonderwijk 24 33 69 52 't Look 29 33 76 61 Cobbeek 41 38 78 58 Centrum 20 24 72 45 Heikant-West 34 36 77 59 Heikant-Oost 32 35 82 62 De Kelen 26 32 80 56 De Polders 28 34 81 58 Oerle e.o. (Zandoerle, verspreide huizen) 73 77 93 83 Veldhoven totaal 38 43 81 63 *In deze stelling is het (% (zeer) oneens getoond in tegenstelling tot de andere stellingen. Bron: Wijkatlas Veldhoven 2014 (Oostveen Beleidsonderzoek en Advies, 2014) Gaat men dieper in op de verschillende aspecten van sociale cohesie (tabel 3.2.7.), dan blijkt dat dat het feit dat mensen in de wijk prettig met elkaar omgaan een belangrijke factor is in het cohesiegevoel. Zeker 8 op de 10 Veldhovenaren is het (zeer) eens met de uitspraak de mensen in deze wijk gaan prettig met elkaar om. Zeker 6 op de 10 Veldhovenaren is het er (zeer) mee eens dat men zich thuis voelt bij de mensen in de wijk (Oostveen, 2014). Op wijkniveau valt op dat bewoners van de wijk Oerle en omstreken opvallend positief oordelen op de sociale cohesie aspecten. Zo ervaart 93% dat mensen in deze wijk prettig met elkaar omgaan. En waar in Oerle en omstreken 73 procent het (zeer) oneens is met de stellingen de mensen in deze wijk kennen elkaar nauwelijks, ligt dit percentage in andere wijken lager (Oostveen, 2014). Eenzaamheid Naast de kwaliteit van de woonomgeving wordt de sociale situatie van een persoon eveneens bepaald door de mate van persoonlijke contacten. Een persoon die weinig contacten heeft, kan zich eenzaam voelen. Eenzaamheid wordt gedefinieerd als het negatief ervaren verschil tussen de kwaliteit van relaties die men onderhoudt en de relaties die men voor zichzelf zou wensen. 33

Figuren 3.2.7a en 3.2.7b. gaan in op de ervaren eenzaamheid van de inwoners van gemeente Veldhoven. Deze gegevens zijn alleen op gemeente- en regioniveau beschikbaar. Eenzaamheid komt vrij veel voor (zie figuur 3.2.8a en 3.2.8b). Zo geeft meer dan een derde van de 19 tot 65-jarige inwoners van Veldhoven (37%) aan zich eenzaam te voelen (Gezondheidsmonitor, 2013). Onder de 65-plussers ligt dit percentage op 40. Dit is 5 procent lager dan het landelijke en 6 procent lager dan het regionale gemiddelde. Acht procent van alle Veldhovense volwassen die in figuur 3.2.7a. eenzaam blijken, voelt zich (zeer) ernstig eenzaam (zie figuur 3.2.7b). 19 t/m 64 jarigen 37 37 38 65 jaar en ouder 40 45 46 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Veldhoven Regio Zuidoost-Brabant Nederland Figuur 3.2.7a % inwoners dat zich eenzaam voelt (2012/2013) Bron: GGD Volwassenmonitor 19 t/m 64-jarigen 2012-213; GGD Ouderenmonitor 65+ 2012-2013 19 t/m 64 jarigen 8 8 9 65 jaar en ouder 8 9 9 0 5 10 15 20 Veldhoven Regio Zuidoost-Brabant Nederland Figuur 3.2.7b % inwoners dat zich (zeer) ernstig eenzaam voelt (2012/2013) Bron: GGD Volwassenmonitor 19 t/m 64-jarigen 2012-213; GGD Ouderenmonitor 65+ 2012-2013 Een ander aspect van eenzaamheid is het kunnen terugvallen op anderen in geval van narigheid. Acht procent van de 65-plussers in Veldhoven heeft niet genoeg mensen op wie ze kunnen terug vallen in geval van narigheid (zie figuur 3.2.8). Dit percentage is vergelijkbaar met de regio Zuidoost-Brabant (9%). Van de 19 tot 65-jarigen in Veldhoven heeft 7 procent niet genoeg mensen bij wie kan worden aangeklopt in geval van narigheid. In de gehele regio geldt dit voor 8 procent van de 19 tot 65-jarigen. 34