Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies

Vergelijkbare documenten
Rapportage Wmo onderzoek Communicatie

Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015)

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Het vertrouwen in Woonwaard

Ouders op (be)zoek. Feedback van ouders op de online aangeboden informatie van Opvoeden.nl. december door: in opdracht van:

OBS Wemeldinge Stichting Facetscholen - Kapelle. Oudertevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, november 2014

Over het kastje en de muur

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Klanttevredenheidsonderzoek

Klanttevredenheidsonderzoek

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid

Klanttevredenheidsonderzoek

Schakelprogramma s. Brug of kloof tussen bachelor en master? Dit is een uitgave van het ASVA onderzoeksbureau

Internetpanel over de lokale media

De dienstverlening van SURFnet Onderzoek onder aangesloten instellingen. - Eindrapportage -

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

vragenlijst ouders Uitslagen Vragenlijst CBS De Bernebrêge

Wageningen University (2012)

Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra. Vervolgmeting. Rapportage Julius Gezondheidscentrum Parkwijk

Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2018

Klanttevredenheidsonderzoek website

Samenvatting OTO maart 2015 Bohemen Kijkduin.

ROSA Relatie Onderzoek Samenwerkingsformules Autobedrijven

Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond

Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013

Internetpanel Dienst Regelingen

Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra. Samenvatting Gezondheidscentra Medi-Mere

E-learning ontwikkelingen onderzocht

Onderzoek: Studiekeuze

Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra. Samenvatting Medimere

Onderzoeksrapport. Commissie bachelor-master. Robel Michael

V e r k l a r i n g t e r m e n e n b e g r i p p e n

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007

nee -> einde vragenlijst nee -> einde vragenlijst % ja % v01 0 0% %

BS De Diedeldoorn Emmen. Oudertevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, juni 2014

(Nog) beter op weg over water!? Klanttevredenheidsonderzoek 2014

Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra. Samenvatting Medi-Mere Poort

Gebruikerstevredenheidsonderzoek P-Direkt (1e kwartaal-2018) 0

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014

Rapport Incassotraject van Vitens Beleving en waardering van klanten

Samenvatting. BS Alexanderschool/ Denekamp. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

CBS De Vaart Hoogersmilde. Oudertevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, juli 2016

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015

Check Je Kamer Rapportage 2014

KUNSTENDAG VOOR KINDEREN 2013 : ENQUÊTE

Werkbelevingsonderzoek 2013

Verzamelen gegevens: december 2013

Klanttevredenheidsonderzoek. Particulier 2012, Zorg

Samenvatting 2012/2013

Klanttevredenheidsonderzoek

Gebruikerstevredenheid P-Direkt

Gebruikerstevredenheid P-Direkt Wie hebben de enquête ingevuld? Een 7,0 in het tweede kwartaal van 2017

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

OBS De Wending Roosendaal. Oudertevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, april 2014

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra. Samenvatting Gezondheidscentrum Krimpen

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Uitkomsten burgerpanel

Samenvatting. BS De Antoniusschool. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Antoniusschool

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN

ENQUÊTE: toetsing op maat

Uitslag enquête Verbetering digitale aanbod Nieuws in de klas

Klanttevredenheid Gemeentewinkel Zwijndrecht 2014

2013, peiling 4 december 2013

Enquête Dienstverlening in het stadhuis

V e r k l a r i n g t e r m e n e n b e g r i p p e n

Klanttevredenheidsonderzoek

Onderzoek De keuzes in een keuzemenu

Inhoud Voorwoord Steekproefsamenstelling Resultaten Conclusies

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken

S a m e n v a t t i n g

S a m e n v a t t i n g p e i l i n g l e e r l i n g t e v r e d e n h e i d

Onderzoek naar patiënttevredenheid

Nicolaas Beetsschool Heemstede. Oudertevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, december 2014

Samenvatting. BS Het Kompas/ Ijmuiden. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Het Kompas

Uitkomsten BPV Monitor 2017

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

HGW en Oudercommunicatie

Gebruikerstevredenheidsonderzoek P-Direkt (tweede kwartaal-2017) 1

Klantbeleving Team Inkomen en Voorzieningen 2018

In hoeverre ben jij al bezig met de keuze voor een studie na de middelbare school? (bovenbouwscholieren)

Samenvatting. BS De Meeander/ Locatie Heelweg. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) Locatie Heelweg

Samenvatting. Samenvatting. Waardering en betrokkenheid

Bewonerspanel Communicatie

Rela%e drinkwaterkwaliteit en klan.evredenheid

Samenvatting. BS Rehoboth/ Boskoop. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Rehoboth. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen?

Dat staat toch in de schoolgids goed geïnformeerd is beter betrokken

Samenvatting. BS De Fontein/ Helden. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein. Ouders vinden 'Begeleiding' op school het belangrijkst

Franciscusschool Zaltbommel. Oudertevredenheidspeiling Basisonderwijs Scholen met Succes

Samenvatting. BS Het Veenpluis/ Zevenhuizen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Het Veenpluis

Transcriptie:

Memo Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Inhoud Hoofdstuk 1: Introductie... 1 Hoofdstuk 2: Algemene uitkomsten... 1 2.1 De weg naar de studieadviseur... 1 2.2 Hulpvraag... 2 2.3 Waardering studieadviseur... 2 2.4 Taken adviseur... 3 2.5 Verwachtingen ten aanzien van de studieadviseur... 3 2.6 Verbeteringen aan contact met adviseur... 4 Hoofdstuk 3: Opvallende uitkomsten per faculteit... 5 Hoofdstuk 1: Introductie In de periode van 30 april tot en met 19 mei 2015 is aan 7.169 random geselecteerde studenten van de Universiteit van Amsterdam (UvA) gevraagd deel te nemen aan een online enquête over hun verwachtingen en ervaringen met studieadviseurs. Deze enquête is per mail verstuurd. Dit is gedaan naar aanleiding van een onderzoek van de centrale studentenraad (CSR) 12/13, waaruit bleek dat veel studenten toen ontevreden waren over studieadviseurs. Het doel van deze nieuwe enquête was om te onderzoeken hoe het contact met de studieadviseurs door studenten wordt gewaardeerd en hoe de begeleiding van studieadviseurs kan worden geoptimaliseerd. De vragenlijst werd door 999 studenten ingevuld, een responspercentage van 13,9 procent. In deze memo worden de belangrijkste uitkomsten op een rij gezet. Hoofdstuk 2: Algemene uitkomsten Iets minder dan de helft van de deelnemers aan de enquête gaf aan wel eens naar een studieadviseur te zijn geweest (42%). Van de studenten die nog niet eerder bij een studieadviseur geweest waren, geeft 27 procent aan wel van plan te zijn om een adviseur te raadplegen. Bachelorstudenten bezoeken eerder een studieadviseur dan masterstudenten (49% van de bachelorstudenten en 28% van de masterstudenten). Ouderejaars bezoeken eerder een studieadviseur dan eerstejaarsstudenten (44% ouderejaars en 37% eerstejaars). 2.1 De weg naar de studieadviseur In het onderzoek is nagegaan langs welke wegen men bij een studieadviseur terecht komt. Bovendien is onderzocht welke stappen een student eerst onderneemt, voordat hij contact zoekt met een studieadviseur. In de meeste gevallen gaat men op eigen initiatief naar de studieadviseur (60%). Veel minder vaak gaat men op advies van een tutor, begeleider (9%) of medestudent (8%) naar een studieadviseur. Om de gang naar een studieadviseur te optimaliseren zouden de bovengenoemde actoren beter ingezet kunnen worden. Zij komen namelijk regelmatig in contact met de student en zij kunnen daardoor vroegtijdig studenten doorverwijzen. Studenten zoeken vaak zelf naar een antwoord op hun vragen voordat ze naar een studieadviseur gaan. Slechts 9 procent geeft aan dit niet te doen. Het internet is het meest gebruikte middel om informatie op te zoeken (55%), gevolgd door de studiegids (15%). Andere kanalen zoals de onderwijsbalie of medestudenten worden bijna niet gebruikt. 1

2.2 Hulpvraag Studenten komen met veel verschillende vragen bij hun studieadviseur. De meeste vragen gaan over de invulling van het studieplan, gevolgd door vragen over persoonlijke omstandigheden en studievertraging. Respondenten konden meerdere antwoorden aankruisen. Het getoonde percentage in onderstaande grafiek is het percentage van de respondenten dat aangaf met die hulpvraag bij een studieadviseur te zijn geweest. 2.3 Waardering studieadviseur In de enquête zijn twee stellingen voorgelegd om inzicht te krijgen in de ervaring met en de waardering van de studieadviseur. Deelnemers konden op een 5-puntsschaal aangeven in hoeverre ze het eens of oneens waren met de stelling, waarbij 1 staat voor helemaal mee oneens en 5 voor helemaal mee eens. Daarnaast konden de respondenten een rapportcijfer geven over hoe zij de omgang met een studieadviseur beoordeelden Hierbij kreeg de studieadviseur een gemiddeld rapportcijfer van een 7.2 1. 1 De grafiek hiervan is te vinden in hoofdstuk 3 (gemiddeld rapportcijfer studieadviseur per faculteit). 2

2.4 Taken adviseur Verder is gevraagd wat studenten zien als taken van een studieadviseur. Studenten konden hierop een open antwoord gegeven. De open antwoorden zijn hierna gecodeerd. Sommige respondenten gaven een algemene beschrijving van de taak, zoals bemiddelen of ondersteunen, zonder specificatie. Deze antwoorden worden in onderstaande grafiek aangeduid met (Algemeen). Andere respondenten gaven juist een uitgebreide beschrijvingen van wat zij zien als taak van de studieadviseur. Elk antwoord kon in meerdere categorieën ingedeeld worden. Het meest wordt informatie over of hulp bij het plannen van de studie genoemd. Opvallend is dat relatief veel respondenten de taak van een adviseur enkel globaal beschrijven in termen van: ondersteuning bij problemen in de studie en het helpen en ondersteunen van studenten. Dit zou kunnen komen doordat studenten niet specifiek weten wat een studieadviseur doet. 2.5 Verwachtingen ten aanzien van de studieadviseur Deelnemers aan het onderzoek werd ook gevraagd wat ze belangrijk vinden bij het contact met de studieadviseur. Hierbij kon een open antwoord worden gegeven, deze antwoorden zijn gecategoriseerd. 3

Het belangrijkste bij het contact vinden studenten een persoonlijke benadering. Daarnaast wordt de kwaliteit van het advies en mogelijk daarmee samenhangende kennis van de adviseur belangrijk gevonden. Ook bereikbaarheid, snelheid en servicegerichtheid werden vaak genoemd. 2.6 Verbeteringen aan contact met adviseur Tot slot werd aan de respondenten gevraagd wat er beter zou kunnen aan het contact met de studieadviseur. Ook hier zijn de open antwoorden gecodeerd. Hierbij is opvallend dat een groot aantal respondenten aangeeft dat er niets verbeterd hoeft te worden aan het contact met de studieadviseur. Uit de verbetersuggesties komt naar voren, dat vooral de kwaliteit van de informatie en de daarmee samenhangende kennis van de adviseur ruimte biedt voor verbetering. Verder is er teleurstelling uitgesproken over het feit dat de adviseur weinig parate kennis had, veel moest opzoeken of informatie gaf die achteraf niet bleek te kloppen. Daarnaast hadden veel studenten het idee dat de adviseur niet het belang van de studenten voorop zette, maar eerder het belang van de universiteit. 4

Hoofdstuk 3: Opvallende uitkomsten per faculteit In dit hoofdstuk worden de belangrijkste bevindingen per faculteit belicht. Hierbij moet worden opgemerkt dat er zo weinig respondenten waren van de faculteiten AUC en FdT, dat dit mogelijk een vertekend beeld geeft. Deze faculteiten worden dan ook verder niet besproken, maar zij worden wel benoemd in de tabellen ter kennisneming. Verder worden alleen de belangrijkste verschillen tussen faculteiten benadrukt. Overlappende uitkomsten worden niet uitdrukkelijk benoemd. Hieronder een overzicht van hoeveel studenten per faculteit een studieadviseur bezocht hebben en met welk rapportcijfer ze het contact met de studieadviseur beoordelen. Opvalt is dat bij de FdR relatief gezien niet veel studenten gebruik maken van een studieadviseur. De opkomst ligt hier gemiddeld 10% lager dan bij andere faculteiten. Geen van de faculteiten scoort een onvoldoende bij de vraag hoe studenten het contact met de studieadviseur beoordelen. De enige faculteit die onder de 7 scoort en hierbij ruim een halve punt onder het gemiddelde zit is de FdG. 5

Hieronder is een tabel waarin te zien is in hoeverre de omgang met een studieadviseur als prettig ervaren wordt. De FEB, FGw en FMG scoren hier het hoogst (AUC en FdT niet meegerekend). Ruim 70 procent van deze faculteiten is het (helemaal) eens met de stelling. Bij de faculteiten FdG en FdR ligt dit percentage ruim 10 procent lager met net iets over de 60 procent. Zoals in hoofdstuk 2.1 te lezen is, zoeken studenten vaak eerst zelf naar een antwoord op hun vraag voordat ze naar een studieadviseur gaan. Meestal gebruikt men hiervoor het internet. Toch zijn hierin opvallende verschillen per faculteit. Zo maken de FdR en de FEB het meest gebruik van een website, terwijl de FGw, FMG en FdG juist meer gebruik maken van een studiegids. De onderwijsbalie of medestudent worden in dit opzicht bijna niet gebruikt bij het vinden van informatie. Er zijn opvallende verschillen te zien binnen welke termijn studenten geholpen worden wanneer ze de hulp van een studieadviseur inschakelen. Zo worden studenten bij de FGw en FMG vaak binnen een week geholpen. Bij de FGw en FMG ligt het percentage studenten dat binnen een week geholpen worden rond de 70 procent en bij de FdR zelfs rond de 80 procent. Dit is een schril contrast met de FEB en de FdG, waar het percentage rond de 50 procent ligt. 6

Zoals al eerder genoemd gaan de meeste studenten op eigen initiatief naar de studieadviseur, met een gemiddeld percentage van rond de 60 procent. Hierbij valt op dat de FGw hier ver onder ligt. Hier gaat nog geen 50 procent van de studenten op eigen initiatief naar de studieadviseur. Ook valt op dat studenten bij de FdR en in iets mindere mate bij de FdG, relatief vaak worden doorverwezen door de onderwijsbalie. Bij de FGw en FMG zie je dat tutors en begeleiders vaak studenten doorverwijzen naar een studieadviseur en bij de FEB wordt de UvA website meer gebruikt. Hoe studenten op het idee komen om een afspraak te maken met de studieadviseur verschilt dus nogal per faculteit, maar een algemene factor blijft dat studenten er veelal op eigen initiatief naartoe gaan. Ten slotte is de vraag gesteld in hoeverre een studieadviseur daadwerkelijk de vraag van een student beantwoord heeft. Uit het onderstaande tabel blijkt dat er bij de FdG en de FEB relatief gezien vaak vragen (gedeeltelijk) onbeantwoord blijven. De FGw scoort juist opvallend goed met bijna geen onbeantwoorde vragen en twee derde van de vragen die volledig beantwoord werden. 7