Cliëntervaring jongeren en ouders met Jeugdhulp

Vergelijkbare documenten
Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Terschelling. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Menameradiel. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp Gemeente Oost Gelre Rapport September 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Harlingen. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Oost Gelre. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Voorst. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Franekeradeel. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Harderwijk. september 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Lelystad. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met Jeugdhulp. Gemeente Waadhoeke. Rapport juli 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Drechterland. Rapport Juli 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Gemeente Terschelling

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING Aanleiding onderzoek Doelgroep Steekproef en respons Referentiegroep 4

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Oude IJsselstreek

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Lelystad. Rapport Augustus 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente De Bilt. Rapport Oktober 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD

Gemeente Delft. VERMNIncto 2 3?mg Geachte leden van de raad,

Cliëntervaring Jeugd, Wmo & Werk en Inkomen 2017

Actieve informatievoorzieningc

Analyse open antwoorden cliëntervaringsonderzoek Jeugdhulp

Cliënt ervaringsonderzoek Jongeren en ouders met Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders over Jeugdhulp. Via welke ingang is de hulp geregeld?

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD

CLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017

CLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017

CLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Cliëntervaringsonderzoek Jeugdhulp

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd (ouders)

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO EN JEUGD

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oost Gelre. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oude IJsselstreek. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Winterswijk. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

T e a m B I C L I E N T E R V A R I N G S O N D E R Z O E K J E U G D. Bijlage 4c1. Bijlage 4c1

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 23 augustus U

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Cliëntervaringsonderzoek 2015 Jeugd

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd (jongeren)

Aan de gemeenteraad van Tubbergen. Geachte raads- en commissieleden,

DE ERVARINGEN VAN INWONERS MET DE WMO

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Brummen. Eindrapport 25 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Aantal. respondenten per

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK SOCIAAL TEAM

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer U Raadsbrief 2017, nr juli 2017

Ervaringen van jongeren en ouders met jeugdhulp Zwolle 2018

Geachte voorzitter, Onderzoek cliëntervaring regio Haaglanden en Den Haag

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Alkmaar. Rapport November 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Gemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd (ouders)

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd (jongeren)

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2015/2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja, de nota is openbaar

Cliëntervaringsonderzoek Jongeren en ouders met Jeugdhulp Zwolle

CliëntErvaringsMonitor Zorg voor Jeugd 2015

Analyse open antwoorden cliëntervaringsonderzoek Jeugdhulp

Cliëntervaringsonderzoek Jeugdhulp

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Best. Definitief rapport 3 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Onderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017

Moerd U k RAADSINFORMATIEBRIEF

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

IJsselstein. Geachte raadsleden,

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oost Gelre. Rapport September 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringen jeugdhulp Regiorapport Noordoost-Brabant. Meting September 2017 Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente s-hertogenbosch

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Vlieland. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Leerdam. Eindrapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Transcriptie:

gemeente Brummen kenmerk 17.006422 Cliëntervaring jongeren en met Jeugdhulp Gemeente Brummen Eindrapport 25 juli 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-1906-8516

CLIËTERVARIG JOGERE E OUDERS MET JEUGDHULP 2016 IHOUD SAMEVATTIG 1 HOOFDSTUK 1 ILEIDIG 3 1.1 Aanleiding onderzoek 3 1.2 Doelgroep 3 1.3 Steekproef en respons 4 1.4 4 1.5 Leeswijzer 4 HOOFDSTUK 2 TOEGAKELIJKHEID VA VOORZIEIGE 5 HOOFDSTUK 3 UITVOERIG VA DE HULP 7 3.1 De kwaliteit van de zorg 7 3.2 De kwaliteit van de hulpverleners 8 HOOFDSTUK 4 EFFECT VA DE HULP 10 4.1 Opgroeien 10 4.2 Zelfstandigheid 11 4.3 Zelfredzaamheid 12 4.4 Meedoen in de eigen omgeving 13 HOOFDSTUK 5 WAT GAAT GOED E WAT KA BETER? 14 5.1 Hulp of begeleiding: wat gaat goed en wat kan beter? 14 5.2 Opmerkingen over ondersteuning 15 BIJLAGE 1 TABELLE MET ODERZOEKSRESULTATE 17

Samenvatting De gemeente Brummen heeft deelgenomen aan het onderzoek Cliëntervaring jongeren en over jeugdhulp. Een onderzoek naar de ervaringen van deze doelgroep is vanaf 2016 verplicht voor alle gemeenten in ederland. Brummen heeft daarbij gekozen voor de modelvragenlijst. Deze vragenlijst gaat in op thema s als toegankelijkheid van voorzieningen, uitvoering van de zorg en effecten van de zorg op het opgroeien, de zelfstandigheid, de zelfredzaamheid en het meedoen in de eigen omgeving. Dit onderzoek geeft daarmee inzicht in de ervaringen van jongeren en die jeugdhulp ontvangen. De resultaten worden vergeleken met een referentiegroep van andere gemeenten die dezelfde vragen hebben gesteld aan jongeren en. In de weergave van de resultaten zijn de antwoorden van jongeren en samengenomen. Toegankelijkheid van voorzieningen Jongeren en is gevraagd naar de toegankelijkheid van de voorzieningen. Van de respondenten geeft 61% aan dat zij weten waar zij terechtkunnen als zij hulp of ondersteuning nodig hebben. In de referentiegroep is dit 69%. Respondenten geven aan snel geholpen te worden nadat zorg of ondersteuning nodig is gebleken; 60% geeft aan vaak of altijd snel geholpen te zijn. In de referentiegroep is dit 64%. Van belang is dat jongeren en het gevoel hebben dat zij de zorg en ondersteuning kunnen krijgen die nodig is. Een meerderheid van de respondenten (71%) geeft aan dit gevoel te hebben. Dit is gelijk aan de referentiegroep. Jongeren (79%) hebben over het algemeen iets meer dan hun (66%) het gevoel dat ze de zorg en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Uitvoering van de zorg Respondenten is gevraagd hoe zij de zorg of hulp ervaren. Hierbij is ingegaan op de zorg in het algemeen en op de hulpverlener. Een meerderheid van de respondenten is overwegend positief over de zorg of hulp. Zo geeft 70% van de respondenten aan dat zij goed geholpen worden bij vragen en problemen. In de referentiegroep is dit 76%. Een belangrijk onderdeel daarvan is dat jongeren en medezeggenschap ervaren. Een meerderheid van de respondenten ervaart dit ook. Zo zegt 74% dat beslissingen over de hulp samen met hen genomen worden. Ook is goede samenwerking tussen verschillende (hulpverlenende) organisaties een belangrijke voorwaarde voor goede jeugdhulp. Van de respondenten geeft 64% aan dat de verschillende organisaties goed samenwerken. Een ruime meerderheid van de respondenten spreekt zich positief uit over de hulpverleners. Het gaat hierbij om zeer veel verschillende soorten hulpverlening. De kennis van medewerkers is goed (68% is hier tevreden over), men heeft het idee serieus te worden genomen (80%) en de behandeling is volgens de meeste respondenten respectvol (90%). 1/22

De verschillen tussen en jongeren zijn op dit vlak miniem, alleen op het vlak van kennis en kunde verschillen en jongeren qua mening. Deze cijfers komen eveneens sterk overeen met de referentiegroep. Effect van de hulp Het grootste effect van de hulp voor jongeren lijkt te zijn bereikt op de gebieden van opgroeien en zelfredzaamheid. Door de hulp voelt de jongere zich beter en is het gedrag volgens zowel jongeren als verbeterd. Het effect van de hulp lijkt in uw gemeente over het algemeen iets sterker ervaren te worden. In de referentiegroep worden deze effecten ook waargenomen, zij het iets minder sterk. 2/22

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding onderzoek Vanaf 2016 zijn gemeenten vanuit de Jeugdwet verplicht om een cliëntervaringsonderzoek uit te (laten) voeren voor jeugd. De Jeugdwet verwijst voor de grondslag hiervan naar de Wmo. In de Regeling Jeugdwet zijn de eisen verder uitgewerkt. Er is gekoerst op een beperkt aantal vragen, rekening houdend met de verschillende doelgroepen, verschillende hulpvormen en de wettelijke eisen, die vastliggen in paragraaf 3 van de Regeling Jeugdwet. Met de uitvoering van dit onderzoek, gebruikmakend van de Modellijst Cliëntervaring Jongeren en Ouders (MCJO), voldoet u aan deze verplichting. 1 Met dit onderzoek wordt de cliëntervaring met betrekking tot de uitvoering van de jeugdhulp in beeld gebracht en wordt gevraagd in hoeverre gestelde resultaten en effecten van de jeugdhulp behaald worden in de ogen van de cliënt (jeugd of ouder/verzorger). Het onderzoek gaat in op thema s als toegankelijkheid van voorzieningen, uitvoering van de zorg en effecten van de zorg op het opgroeien, de zelfstandigheid, de zelfredzaamheid en het meedoen in de eigen omgeving. We benadrukken dat het gaat om de cliëntervaring. Deze kan afwijken van het beeld dat een hulpverlener heeft of wat in zorgplannen of verslagen wordt weergegeven. Het oordeel van de cliënt zelf is echter van groot belang voor het beleid, de doorontwikkeling van beleid en de uitvoering. 1.2 Doelgroep De doelgroep van dit onderzoek zijn jongeren (12-23 jaar) en met kinderen (van ongeboren tot 18 jaar) die in het kader van de Jeugdwet gebruikmaken van hulp in uw gemeente. Zoals in de Jeugdwet omschreven kan het hierbij gaan om individuele voorzieningen, overige voorzieningen, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclasseringsmaatregelen. De gestelde vragen in dit onderzoek zijn voor jongeren en hetzelfde. De vragenlijsten verschillen enkel in taalgebruik. Deze rapportage geeft de resultaten voor jongeren en samen weer. De tabellenbijlage toont de resultaten voor jongeren en apart. Voor de leeftijdscategorie 12-18 jaar zijn zowel jongeren als aangeschreven. Dat betekent niet dat de jongere en ouder uit hetzelfde huishouden altijd beide hebben deelgenomen aan dit onderzoek. De cliëntervaring van en jongeren kan dan ook niet één-op-één vergeleken worden, omdat ze niet uit hetzelfde huishouden hoeven te komen. 1 De Modelvragenlijst Cliëntervaring Jongeren en Ouders (MCJO) is op verzoek van de VG ontwikkeld door Stichting Alexander in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, met medewerking van de gemeenten Alkmaar, Enschede, s-hertogenbosch, Hoorn, Maastricht, Tilburg en Utrecht, de landelijke cliëntenorganisaties vertegenwoordigd in de Landelijke Werkgroep Cliëntenparticipatie en de Landelijke Werkgroep Kwaliteit en Toezicht. 3/22

Privacy De privacy van jeugdcliënten is een belangrijk aandachtspunt in dit onderzoek. Er zijn meerdere maatregelen genomen om de privacy van respondenten te waarborgen. Allereerst is er een brief verzonden om het onderzoek aan te kondigen. In deze brief is uitgelegd dat er een onderzoek uitgevoerd gaat worden en waarom de betreffende persoon wordt gevraagd hieraan mee te werken. In de brief is ook de mogelijkheid vermeld om zich af te melden indien men geen vragenlijst wil ontvangen. Daarnaast is in alle communicatie benadrukt dat het onderzoek volstrekt anoniem is, dat de resultaten niet herleid worden naar individuele personen en dat de gegeven antwoorden geen consequenties hebben voor de hulp die men ontvangt. Bij de uitvoering van het onderzoek is het privacy-protocol bij Cliëntervaringsonderzoeken Jongeren en Ouders 2 van de VG gehanteerd om de volledige privacy van de respondenten te garanderen. 1.3 Steekproef en respons Op aanwijzing van BMC heeft de gemeente alle inwoners die jeugdhulp ontvangen aangeschreven. In totaal zijn 271 van kinderen van ongeboren tot 18 jaar aangeschreven. Daarnaast zijn 191 jongeren tussen de 12 en 23 jaar die jeugdhulp ontvangen aangeschreven. In uw gemeente hebben in totaal 62 en jongeren deelgenomen aan dit onderzoek door een (online) vragenlijst in te vullen. Dat is een respons van 13,4%. De resultaten van uw gemeente zijn op basis van deze respons indicatief. Voor schriftelijk en online onderzoek onder deze doelgroep is een respons van 10-15% gangbaar. De resultaten voor uw gemeente als geheel zijn daarmee vergelijkbaar met andere gemeenten. 1.4 In bijlage 1 is een tabellenoverzicht opgenomen met daarin de totale uitkomsten, de uitkomsten voor jongeren en apart en een referentiegroep. De referentiegroep betreft het gemiddelde van alle cliënten in gemeenten die ten tijde van oplevering van deze rapportage hetzelfde onderzoek hebben laten uitvoeren door BMC Onderzoek. Vanaf het najaar van 2017 zijn op verzoek geüpdatete versies van de tabellenbijlage opvraagbaar. Dat zijn gemiddelden gebaseerd op meer cliënten dan nu het geval is. Het gaat dan om ruim 40 gemeenten en meer dan 6.000 respondenten. Op dit moment bestaat de referentiegroep uit dertien gemeenten en 1.575 respondenten. 3 1.5 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat in op de ervaringen van respondenten met de toegankelijkheid van voorzieningen, gevolgd door hoofdstuk 3 over de uitvoering van zorg. Hoofdstuk 4 laat het effect van de hulp zien. In hoofdstuk 5 wordt beschreven wat goed gaat en wat beter kan. 2 https://vng.nl/files/vng/privacyprotocol_20151204.pdf. 3 Het Bildt, Franekeradeel, Harlingen, Leeuwarderadeel, Terschelling, Vlieland, Apeldoorn, Brummen, Voorst, Woudenberg, Best, Lelystad, Menameradiel. 4/22

Hoofdstuk 2 Toegankelijkheid van voorzieningen In dit hoofdstuk komt aan bod hoe de respondenten de toegang tot de jeugdhulpvoorzieningen hebben ervaren. Weten ze waar zij terechtkunnen, zijn ze snel geholpen en is passende hulp beschikbaar? Er zijn verschillende verwijzers die kinderen toegang kunnen bieden tot jeugdhulp. Dit zijn huisartsen, jeugdartsen, gespecialiseerde artsen, gecertificeerde instellingen en gemeenten, bijvoorbeeld via een Centrum voor Jeugd en Gezin of een sociaal (wijk)team. Ook hebben maatschappelijke organisaties die en kinderen kunnen verwijzen naar het juiste kanaal hier een belangrijke rol. Denk aan scholen, vrijwilligersorganisaties, welzijnsorganisaties en andere zorgprofessionals of aanbieders. Figuur 1 Toegankelijkheid van voorzieningen ( = 58, 58, 59) Altijd Vaak Soms ooit Ik weet waar ik terechtkan als ik hulp nodig heb Ik ben snel geholpen Gemeente Ik kan de hulp krijgen die ik nodig heb/die mijn kind nodig heeft G E M E E TE R E F E R E TI E G R OE P 29% 31% De respondenten is gevraagd of ze weten waar ze terechtkunnen als ze hulp nodig hebben. 61% van de respondenten weet vaak of altijd waar ze terechtkunnen als er hulp nodig is. Dat is minder dan de referentiegroep, waar 69% dit weet. Snelheid van handelen is belangrijk. Door vroegsignalering kan ergere problematiek worden voorkomen. Daarnaast is van belang dat en kinderen zich gehoord voelen en dat ze snel weten waar ze aan toe zijn. Daarom is er gevraagd naar de snelheid waarmee ze geholpen zijn, nadat de jongere of ouder zich met een vraag had gemeld. 60% van de respondenten vindt dat zij snel zijn geholpen, 40% is het hier niet mee eens. Tot slot geeft de grafiek weer of de respondenten 5/22

de hulp konden krijgen die zij nodig hebben. Passende hulp is van belang om de geformuleerde doelen te halen, maar ook om de beleidsdoelen als zelfredzaamheid, zelfontplooiing en veiligheid te realiseren. 71% van de respondenten ervaart dat het kind de hulp krijgt die het nodig heeft. 6/22

Hoofdstuk 3 Uitvoering van de hulp In dit hoofdstuk komen de cliëntervaringen met de uitvoering van de hulp aan bod. Worden zij goed geholpen, krijgen ze voldoende informatie over de hulp, worden beslissingen over de hulp in gezamenlijkheid genomen, werken de verschillende organisaties goed samen en wat vinden respondenten van de kwaliteit van de hulpverleners? 3.1 De kwaliteit van de zorg Gemeenten hebben met de gecontracteerde aanbieders afspraken gemaakt over een goede kwaliteit van zorg. Aanbieders moeten voldoen aan minimale standaarden om de gestelde doelen, zoals vastgelegd in de Jeugdwet, te kunnen behalen en ervoor te zorgen dat de hulp het afgesproken beoogde effect oplevert voor kinderen en. Hieronder volgen de uitkomsten van enkele vragen die over de kwaliteit van zorg gaan. Figuur 2 Uitvoering - kwaliteit van de zorg ( = 57, 58, 58, 50) Altijd Vaak Soms ooit Ik word goed geholpen bij mijn vragen en problemen Ik krijg voldoende informatie over de hulp Beslissingen over de hulp worden samen met mij genomen Gemeente De verschillende organisaties werken goed samen om mij/en mijn kind te helpen G E M E E TE R E F E R E TI E G R OE P 29% 31% Bovenstaande figuur toont de ervaringen van respondenten met betrekking tot de hulp die zij krijgen bij hun vragen en problemen. 7/22

71% van de respondenten vindt dat ze vaak of altijd goed worden geholpen bij hun vragen of problemen. Informatievoorziening over de hulp is heel belangrijk. Zo weten jongeren en wat zij van de hulp kunnen verwachten. 67% van de respondenten krijgt voldoende informatie over de hulp. Vervolgens is gevraagd of jongeren en ervaren dat beslissingen over de hulp samen met hen worden genomen. 74% van de respondenten ervaart dat beslissingen over de hulp vaak of altijd samen met hen worden genomen. In de referentiegroep is dit 82%. Indien er verschillende organisaties betrokken zijn bij de hulp voor een jongere of een kind is het van belang dat zij samenwerken om hem of haar goed te kunnen helpen. In het verleden kwam het voor dat verschillende professionals bij een kind of gezin betrokken waren, zonder dat zij daar van elkaar van op de hoogte waren. Dat heeft geleid tot onwenselijke situaties waarin niemand de regie had over de situatie. Hulpvragen werden daardoor niet integraal opgepakt, waardoor de effectiviteit soms te wensen overliet. Het doel is nu om te werken volgens het principe één gezin, één plan, één regisseur. 64% van de respondenten die van verschillende organisaties hulp ontvangen, ervaart dat deze goed samenwerken om hem of haar te helpen. 3.2 De kwaliteit van de hulpverleners De kwaliteit van en de klik met de hulpverlener bepaalt in hoge mate het effect van de hulp. Wat vinden de jongeren en van de hulpverleners die hen ondersteunen? Figuur 3 Uitvoering kwaliteit van de hulpverleners ( = 56, 58, 58) Altijd Vaak Soms ooit De hulpverleners weten genoeg om mij/en mijn kind te kunnen helpen Ik voel mij serieus genomen door de hulpverleners Gemeente Ik word met respect behandeld door de hulpverleners G E M E E TE R E F E R E TI E G R OE P 29% 31% 8/22

Allereerst is naar de kennis van de hulpverlener gevraagd. De figuur toont hoe respondenten dit ervaren. 68% van de respondenten vindt dat de hulpverleners vaak of altijd genoeg kennis hebben om hen te kunnen helpen. Bijna een derde is het hier dus niet mee eens, wat ook terugkomt in de open antwoorden in hoofdstuk 5. Vervolgens is gevraagd of ze zich serieus genomen voelen door de hulpverleners. 80% van de respondenten voelt zich vaak of altijd serieus genomen door de hulpverleners. Tot slot is gevraagd of jongeren en zich met respect behandeld voelen door de hulpverleners. 90% van de respondenten voelt zich vaak of altijd met respect behandeld door de hulpverleners. 9/22

Hoofdstuk 4 Effect van de hulp In dit hoofdstuk komen de effecten van de jeugdhulp bij het opgroeien, de zelfstandigheid, de zelfredzaamheid en het meedoen aan de eigen omgeving aan bod. Worden met de doelen van de Jeugdwet, zoals naar vermogen mee kunnen doen, één gezin, één plan, één regisseur en hulp op maat, de gewenste effecten bij de kinderen en jongeren bereikt? 4.1 Opgroeien Aan jongeren en is gevraagd wat het effect van de jeugdhulp is bij het opgroeien. In de modellijst zijn deze effecten opgesplitst in diverse enquêtevragen. De volgende figuur toont in hoeverre respondenten het effect van de hulp ervaren bij het opgroeien. Figuur 4 Effect van de hulp bij het opgroeien ( = 58, 55, 51, 51) Veel beter Beetje beter Hetzelfde gebleven Beetje slechter Veel slechter Door de hulp voel(t) ik mij/mijn kind zich beter Door de hulp gaat het beter met mijn gedrag/het gedrag van mijn kind Door de hulp gaat het thuis beter Gemeente Door de hulp voel(t) ik mij/mijn kind zich veiliger G E M E E TE R E F E R E TI E G R OE P 29% 31% 10/22

De door respondenten meest ervaren effecten van de hulp bij het opgroeien zijn: 1. Een beter gevoel (78%) 2. Beter gedrag (74%) 3. Een betere thuissituatie (74%) 4. Een veiliger gevoel (62%) 4.2 Zelfstandigheid In hoeverre de hulp bijdraagt aan de zelfstandigheid van het kind komt in deze paragraaf aan de orde. De volgende figuur toont in welke mate respondenten ervaren dat de hulp effect heeft op hun zelfstandigheid/de zelfstandigheid van hun kind. Figuur 5 Effect van de hulp op de zelfstandigheid ( = 51, 52, 48) Veel beter Beetje beter Hetzelfde gebleven Beetje slechter Veel slechter Door de hulp weet ik beter wat ik wil/mijn kind wat hij/zij wil Door de hulp zeg ik vaker wat ik nodig heb/zegt mijn kind vaker wat hij/zij nodig heeft Gemeente Door de hulp wordt er beter naar mij geluisterd/voelt mijn kind zich beter gehoord G E M E E TE R E F E R E TI E G R OE P 29% 31% 72% van de respondenten weet een beetje of veel beter wat hij of zij wil dankzij de hulp. Ook zegt 68% vaker te zeggen wat hij of zij nodig heeft dankzij de hulp. 71% ervaart dat er beter of veel beter naar hen geluisterd wordt door de hulp. 11/22

4.3 Zelfredzaamheid Jongeren en is gevraagd naar het effect van de hulp op hun eigen zelfredzaamheid. De volgende figuur toont de ervaringen van respondenten op de diverse enquêtevragen die samen zelfredzaamheid meten. Figuur 6 Effect van de hulp op de zelfredzaamheid ( = 49, 37, 50) Veel beter Beetje beter Hetzelfde gebleven Beetje slechter Veel slechter Door de hulp kan ik beter mijn problemen oplossen Door de hulp kan ik beter voor mezelf opkomen Gemeente Door de hulp heb ik meer vertrouwen in de toekomst G E M E E TE R E F E R E TI E G R OE P 29% 31% 76% van de respondenten zegt door de hulp een beetje of veel beter problemen te kunnen oplossen (op dit vlak scoort Brummen wat beter dan de referentiegroep). Ook kan 54% beter voor zichzelf opkomen dankzij de hulp. 68% heeft een beetje of een veel beter vertrouwen in de toekomst door de hulp. 12/22

4.4 Meedoen in de eigen omgeving Hulp kan er ook aan bijdragen dat kinderen beter kunnen meedoen in de eigen omgeving. In dit onderzoek is ook naar de effecten van de hulp hierop gevraagd. In onderstaande figuur staan de resultaten van respondenten op de diverse enquêtevragen die samen meedoen weergegeven. Figuur 7 Effect van de hulp op meedoen in de eigen omgeving ( = 57, 47, 50) Veel beter Beetje beter Hetzelfde gebleven Beetje slechter Veel slechter Door de hulp gaat het beter (met mijn kind) op school, werk of dagbesteding Door de hulp besteed ik mijn/besteedt mijn kind zijn/haar vrije tijd beter Gemeente Door de hulp is mijn relatie/de relatie van mijn kind met vrienden en anderen beter geworden G E M E E TE R E F E R E TI E G R OE P 29% 31% 74% van de respondenten geeft aan dat het door de hulp een beetje of veel beter gaat op school, werk of dagbesteding. 51% besteedt zijn of haar vrije tijd een beetje of veel beter dankzij de hulp. Voor 56% is de relatie met vrienden en anderen een beetje of veel beter geworden door de hulp. Op deze vlakken scoort Brummen ongeveer net zoals in de referentiegroep. 13/22

Hoofdstuk 5 Wat gaat goed en wat kan beter? 5.1 Hulp of begeleiding: wat gaat goed en wat kan beter? Aan het einde van de vragenlijst is aan respondenten gevraagd aan te geven wat zij vinden dat op dit moment goed gaat bij de hulp en begeleiding die ze ontvangen, maar ook wat zij als minder goed ervaren. Wij hebben deze opmerkingen per onderdeel in een top 3 gezet. Tabel 1 Wat kan beter? 1 Wachttijden 2 Communicatie 3 Professionaliteit hulpverleners Opmerking Hieronder staan per opmerking enkele citaten weergegeven. Deze zijn illustratief voor het totaal aan opmerkingen over wat er beter zou kunnen. 1. Duurt erg lang voordat actie wordt ondernomen. Moest er zelf steeds achteraan. Ik vind dat het te lang duurde voordat ik echt geholpen werd, maar nu loopt het goed en voel ik me beter. Het duurde lang voordat er hulp geboden werd. 2. Zorgroute voor ouder onbekend en onduidelijk. Veel administratieve rompslomp en formele organisatie voor zorg tot stand komt. Er is te veel regelgeving i.p.v. focus op uitvoering. Ik voelde mij niet serieus genomen. Situatie alleen maar erger geworden door CJG. Dat ik verplicht werd door een aantal mensen om hulp te zoeken/krijgen terwijl ik dat helemaal niet wilde en volgens mijzelf ook niet nodig had. 3. Ik merk op de groep waar ik nu verblijf dat de leiding weinig werkervaring heeft en dus niet kan omgaan met mij en de jongeren. Psychologen weten niet hoe ze met tieners om moeten gaan en denken dat tieners kleine kinderen zijn. Ze luisteren niet goed, trekken heel snel een eigen conclusie! Tabel 2 Wat gaat goed? Opmerking 1 Professionaliteit en vriendelijkheid hulpverleners 2 Het effect van de hulp/begeleiding 3 Luisterend oor/empathisch vermogen 14/22

Hieronder staan per opmerking enkele citaten weergegeven. Deze zijn illustratief voor het totaal. 1. Ze hadden echt belangstelling, niet alsof. Eigenlijk vind ik tot nu toe dat ze een super goede manier van werken hebben en dat ze me begrijpt en echt willen en kunnen helpen als het wat slechter gaat. Ik werd serieus genomen doordat de begeleider kennis had van mijn problemen. 2. Ik was in een soort crisis beland met angsten en kreeg ondersteunende positieve en daadkrachtige hulp van de mensen die met mij begaan waren/mij hielpen. De hulp was stimulerend, verhelderend en op dat moment zeer welkom en bracht verlichting in de situatie. Structuur, veel kennis gekregen, waardoor veel helder is geworden. Uiteindelijk kunnen we hem beter helpen nu. Ik vind het positief dat de hulp gespecialiseerd is en hierdoor gericht is op de specifieke problemen aangaande mijn dochter. 3. Ze luisteren naar wat ik zeg en proberen samen met mij een oplossing te vinden. Veel aandacht voor de kinderen, ze konden goed hun verhaal kwijt. Huisbegeleiding: iedereen kan er nu mee werken. Er is echt naar ons kind en de omgeving gekeken naar wat ze nodig heeft. 5.2 Opmerkingen over ondersteuning In een open tekstvlak konden de respondenten opmerkingen schrijven over de ondersteuning die zij ontvangen. Onderstaande tabel geeft een top 3 van de meest genoemde opmerkingen weer. Een deel van de respondenten gebruikt het open tekstvlak om hun beperking en de vorm van ondersteuning die zij hebben te omschrijven. Of om aan te geven dat zij geen ondersteuning ontvangen. Deze opmerkingen zijn buiten de top 3 gelaten. Tabel 3 Top 3 opmerkingen over de ondersteuning (%) 1 Tevreden over de huidige ondersteuning 2 Communicatie tussen gemeente en burger 3 Lange wachttijden Opmerking De meest genoemde opmerkingen zijn dat men geen opmerkingen heeft, veelal omdat men al bij de vorige punten commentaar heeft gegeven. Hieronder staan per opmerking enkele citaten weergegeven. 1. Ik vond dat ik goede hulp heb gekregen. Ik ben blij met de hulp die onze zoon heeft gekregen. Hij kan zijn brein nu beter inzetten. Hierdoor zijn de schoolprestaties aanzienlijk verbeterd. 2. Het vertrouwen in de gemeente Brummen is goed. Er is prima voorlichting en medewerking vanuit de gemeente Brummen gegeven. 15/22

Door nieuwe structuur en nieuwe taken kom je op een stapel te liggen. Mijns inziens is er te weinig tijd en te weinig met andere belanghebbende partijen gecommuniceerd om adequater en beter te handelen. 3. Het duurde lang totdat ik de juiste hulp kreeg. De mensen bij de gemeente weten niet hoe het werkt. Bij het Team voor Elkaar vond ik de wachttijd best lang. Ook is er veel niet duidelijk. 16/22

Bijlage 1 Tabellen met onderzoeksresultaten In de zesde kolom staan de totalen van de uitkomsten van jongeren en gezamenlijk. In de tweede kolom staan de uitkomsten van jongeren apart, gevolgd door de uitkomsten van in de vierde kolom. In de een na laatste kolom is het gemiddelde over alle gemeenten die het onderzoek door BMC Onderzoek hebben laten uitvoeren, weergegeven. In de tabellen zijn de stellingen zoals geformuleerd in de vragenlijst voor jongeren opgenomen. Voor gaan deze stellingen over hun kind. Tabel 4 Achtergrondgegevens Jongeren Ouders Jongeren en (samen) jongeren jongeren en (samen) Geslacht Jongen 24% 25 24% 25 47% 1.630 47% 1.630 Meisje 76% 25 76% 25 53% 1.630 53% 1.630 Moeder 92% 37 92% 37 81% 4.616 81% 4.616 Vader 8% 37 8% 37 16% 4.616 16% 4.616 Anders 0% 37 0% 37 4% 4.616 4% 4.616 Leeftijd kind (vragenlijst jongeren) 12 t/m 17 jaar 88% 25 88% 25 90% 456 90% 456 18 t/m 22 jaar 12% 25 12% 25 10% 456 10% 456 17/22

Leeftijd kind (vragenlijst ) 0 t/m 3 jaar 0% 36 0% 36 4% 1.058 4% 1.058 4 t/m 11 jaar 56% 36 56% 36 52% 1.058 52% 1.058 12 t/m 17 jaar 44% 36 44% 36 45% 1.058 45% 1.058 Duur hulp Korter dan 3 maanden 27% 22 12% 34 18% 56 10% 1.545 12% 4.469 12% 6.014 Tussen de 3 en 6 maanden 23% 22 26% 34 25% 56 13% 1.545 15% 4.469 15% 6.014 Tussen de 6 en 12 maanden 18% 22 12% 34 14% 56 20% 1.545 23% 4.469 22% 6.014 Langer dan een jaar 32% 22 50% 34 43% 56 57% 1.545 49% 4.469 51% 6.014 Tabel 5 Toegankelijkheid van voorzieningen (% vaak/altijd) Jongeren Ouders Jongeren en jongeren jongeren en Ik weet waar ik terechtkan als ik hulp nodig heb 70% 23 54% 35 60% 58 71% 1.564 70% 4.630 70% 6.194 Ik ben snel geholpen 71% 24 53% 34 60% 58 67% 1.526 62% 4.517 63% 6.043 Ik kan de hulp krijgen die ik nodig heb/die mijn kind 79% 24 66% 35 71% 59 77% 1.562 71% 4.547 73% 6.109 nodig heeft 18/22

Tabel 6 Uitvoering van de kwaliteit van zorg (% vaak/altijd) Jongeren Ouders Jongeren en jongeren jongeren en Ik word goed geholpen bij mijn vragen en problemen 71% 24 70% 33 70% 57 79% 1.575 75% 4.511 76% 6.086 De verschillende organisaties werken goed samen om mij/mij en mijn 71% 21 59% 29 64% 50 65% 1.281 60% 3.928 61% 5.209 kind te helpen Ik krijg voldoende informatie over de hulp 67% 24 68% 34 67% 58 73% 1.552 70% 4.510 71% 6.062 Beslissingen over de hulp worden samen met mij 71% 24 76% 34 74% 58 76% 1.566 84% 4.467 82% 6.033 genomen Tabel 7 Uitvoering van de kwaliteit van hulpverleners (% vaak/altijd) Jongeren Ouders Jongeren en jongeren jongeren en De hulpverleners weten genoeg om mij/mij en mijn 61% 23 73% 33 68% 56 78% 1.583 76% 4.536 77% 6.119 kind te kunnen helpen Ik voel mij serieus genomen door de hulpverleners 79% 24 79% 34 79% 58 84% 1.585 84% 4.559 84% 6.144 19/22

Ik word met respect behandeld door de 88% 24 91% 34 90% 58 93% 1.584 92% 4.548 92% 6.132 hulpverleners Tabel 8 Effect van de hulp bij het opgroeien (% een beetje/veel beter geworden) Jongeren Ouders Jongeren en jongeren jongeren en Door de hulp voel(t) ik mij/mijn kind zich beter 70% 23 83% 35 78% 58 80% 1.553 83% 4.349 82% 5.902 Door de hulp gaat het beter met mijn gedrag/het gedrag 64% 22 82% 33 75% 55 74% 1.403 78% 3.953 77% 5.356 van mijn kind Door de hulp gaat het thuis beter Door de hulp voel(t) ik mij/mijn kind zich veiliger 65% 20 81% 31 75% 51 71% 1.364 78% 3.800 76% 5.164 42% 19 75% 32 63% 51 56% 1.264 70% 3.444 67% 4.708 20/22

Tabel 9 Effect van de hulp op de zelfstandigheid (% een beetje/veel beter geworden) Jongeren Ouders Jongeren en jongeren jongeren en Door de hulp weet ik beter wat ik wil/mijn kind wat 53% 19 84% 32 73% 51 63% 1.422 68% 3.688 67% 5.110 hij/zij wil Door de hulp zeg ik vaker wat ik nodig heb/zegt mijn kind vaker wat hij/zij nodig 55% 22 77% 30 67% 52 66% 1.426 70% 3.734 69% 5.160 heeft Door de hulp wordt er beter naar mij geluisterd/voelt 47% 19 86% 29 71% 48 61% 1.404 75% 3.769 71% 5.173 mijn kind zich beter gehoord Tabel 10 Effect van de hulp op de zelfredzaamheid (% een beetje/veel beter geworden) Jongeren Ouders Jongeren en jongeren jongeren en Door de hulp kan ik beter mijn problemen oplossen Door de hulp kan ik beter voor mezelf opkomen Door de hulp heb ik meer vertrouwen in de toekomst 73% 22 78% 27 76% 49 73% 1.439 70% 3.092 71% 4.531 47% 19 67% 18 57% 37 65% 1.363 61% 2.724 62% 4.087 62% 21 72% 29 68% 50 65% 1.392 70% 3.241 69% 4.633 21/22

Tabel 11 Effect van de hulp op meedoen in de eigen omgeving (% een beetje/veel beter geworden) Jongeren Ouders Jongeren en jongeren jongeren en Door de hulp gaat het beter (met mijn kind) op school, 54% 24 88% 33 74% 57 74% 1.495 76% 4.148 76% 5.643 werk of dagbesteding Door de hulp besteed ik mijn/besteedt mijn kind 40% 20 59% 27 51% 47 51% 1.359 54% 3.481 53% 4.840 zijn/haar vrije tijd beter Door de hulp is mijn relatie/de relatie van mijn kind met vrienden en 37% 19 68% 31 56% 50 54% 1.368 59% 3.572 57% 4.940 anderen beter geworden 22/22

23/22