Perioperatief beleid. antitrombotica / anticoagulantia Versie 2019

Vergelijkbare documenten
Perioperatief beleid. antitrombotica / anticoagulantia Versie 2017

Antitrombotica tijdens de peri-operatieve fase. Dr. Dirk Verleyen Cardioloog AZ St-Lucas Brugge

Perioperatief beleid. van patiënten behandeld met bloedverdunners

Dr. D. Verleyen Cardioloog AZ Sint-Lucas

Aanbevelingen perioperatief beleid van patiënten behandeld met plaatjesremmers en anticoagulantia

Perioperative management of NOACs

Wat is nieuw in Antistollingswereld?

MEDISCH PROTOCOL Peri-operatief beleid van patiënten behandeld met bloedverdunners

Dr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier

Problematiek 17/01/2011. Dr. Patrick Schoeters PREVENTIEF ANTISTOLLINGSBELEID BIJ ENDOSCOPISCHE PROCEDURES

Dr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier

Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten. Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden

artseninformatie Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase GezondheidsZorg met een Ziel

Stolling en antistolling. Esther Kragten, arts trombose en trombofilie

Anticoagulantia en anti-aggregantia: consequenties bij endoscopie. D. De Looze

Perioperatief beleid bij anticoagulerende therapie

Praktische aspecten van de nieuwe bloedverdunners. Cardio december 2012

Perioperatief beleid voor patiënten behandeld met vitamine K antagonisten

Bloedingen onder antitrombotische medicatie

Antistolling. versie 2018

Antistolling. in de dagelijkse praktijk van de poliklinische apotheek. Inhoud In de media. Voorschrijfgedrag

Antistolling in de tandheelkunde. J. Vincent Internist hematoloog-oncoloog Medisch leider trombosedienst Elkerliek ziekenhuis

Hoe coupeer je anticoagulantia?

Zorgpad Atriumfibrilleren (AF)

Antitrombotica. Nederlands Vasculair Forum Melvin Lafeber. AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie)

Heelkunde en antitrombotische medicatie Enkele gevalstudies. Dr. K. von Kemp

Richtlijnen voor tromboseprofylaxie

Voorkom bloedingen. de achtergrond van antistollingsmiddelen, interacties en risicofactoren. Eindhoven, 19 juni 2014

Antitrombotica en locoregionale anesthesie

Voorkamerfibrillatie: ontstolling anno Frank Provenier

Stolling en antistolling. Prof.dr. Karina Meijer Afdeling Hematologie UMCG Transmuraal Trombose Expertisecentrum Groningen

DR SELLESLAGH ST JOZEF KLINIEK BORNEM 29/09/2016

Perioperatief antistollingsbeleid UMCG. Samenvatting

NOAC en coronairlijden. Drs. N. Bennaghmouch, arts-onderzoeker Cardiologie NICE Congres 7 oktober 2016

RICHTLIJNEN VOOR DE ARTS i.v.m. PREOPERATIEF CONSULT

Couperen van anticoagulantia bij bloedingen en acute interventies (VKA, DOAC, heparine/lmwh, trombocytenaggregatieremmers) Versie 4, aug 2016

DE LUMBOSACRALE FACETDENERVATIE

NOACs in de dagelijkse praktijk. Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

NOAC s. Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog

DOACs in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen

Preoperatief traject GZA Ziekenhuizen. Checklist voor de huisarts.

DE THERAPEUTISCHE WORTELBLOCK

DE SACRO ILIACALE GEWRICHTS INFILTRATIE (SIG)

Atriumfibrilleren & NOAC s. Dionne van Kessel

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: INDICATIES EN PRAKTISCHE PROBLEMEN

DE CERVICALE FACETINFILTRATIE

Antistolling: stand van zaken. R.F.J. Schop, internist-hematoloog P.P.P.H. van den Homberg, huisarts, GC Krimpen

TROMBOSEPROFYLAXE EN PERIOPERATIEF

NOAC s: Antistolling bij atriumfibrilleren

Antistollingsbehandeling

Wegwijs in de nieuwe anticoagulantia en plaatjesremmers. Dr Katrien Gijsbers Cardioloog-Intensivist

Het juiste gebruik van antistollingsmedicatie

Nascholing Antistolling

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

DE LUMBALE EPIDURALE INFILTRATIE

DE CERVICALE EPIDURALE INFILTRATIE (CEPI)

NOAC S E N D E H U I S A R T S.

WANNEER EEN MEDICAMENTEUZE BEHANDELING STOPPEN VÓÓR EEN HEELKUNDIGE INGREEP?

Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren. Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG

HF & AF: Antistolling

Combinatietherapie van TARs en NOACs

Geneesmiddelen die de stolling beïnvloeden bij atrium fibrilleren

Endoscopie en anticoagulantia: een update.

DE THORACALE EN LUMBALE FACETINFILTRATIE

Behandeling Diep Veneuze Trombose

NOACs: PERI-OPERATIEVE AANDACHTSPUNTEN: EEN UPDATE. prof. dr. Erik Vandermeulen Anesthesiologie UZ Leuven

Preventie en behandeling trombo-embolische aandoeningen. FTO Paul van Buuren

Antistollingsmiddelen

NOAC s: New Oral Anticoagulants

Atriumfibrilleren in de 2e lijn

Endocarditis profylaxe. Plavix en Aspirine perioperatief. Orale anticoagulatie: perioperatieve bridging

Indicatie antistolling. NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Indicaties VKA in NL Wat gebruikten we. Het stollingsmechanisme

Uw patiënt geboren op / / wordt op / / geopereerd en wordt hiervoor op / / opgenomen. Aard van de ingreep Links / Rechts.

Antistollingsmiddelen

Boezemfibrilleren bij ouderen

Mini symposium. VHL 18 juni 2013 An Stroobants

Antistolling: Kunt u het bijhouden?

ESC richtlijn boezemfibrilleren 2016

NOAC BEHANDELING EN BEGELEIDING. Stappenplan (uitgebreide versie) Stap Verantwoordelijk Opmerkingen. HA / Specialist

Antistolling in het pijncentrum

Atriumfibrilleren, thrombose en nieuwe antistollingsmiddelen

Perioperatieve overbruggingstherapie bij gebruik van anticoagulantia (VKA, DOAC, heparine/lmwh, trombocytenaggregatieremmers) Versie 2, november 2016

Perioperatief Antistolling beleid

Antitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde

Stand van zaken antistolling 2017

FTO: het gebruik van (N)OAC s in de eerste lijn

Relatie trombosedienst & tandarts. 14 februari 2017 Elly van Mourik Alderliesten, medisch leider Nadine Goessens, manager

kwetsbaar en oud: wat doet de huisarts met AF? WDH Rijnstate 28 maart 2017 sander van doorn huisarts, phd student

AANPAK VAN BLOEDINGEN ONDER NIEUWE ANTICOAGULANTIA

Preventie van CVA: Zijn NOACS altijd superieur. Stand van zaken klinische trials met NOACS bij VKF

Richtlijnen voor patiënt voor preoperatieve onderzoeken

Dienst gastro-enterologie. Darmonderzoek (coloscopie) Maagonderzoek (gastroscopie)

Darmonderzoek (coloscopie) Maagonderzoek (gastroscopie)

stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019

Content. AF & Nierfalen: Epidemiologie. AF & Nierfalen: Epidemiologie. Disclosures: Epidemiologie: AF en Nierfalen. AF en Nierfalen: kip of ei?

P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch OF P2Y12-remmer + cumarine/doac OF P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch + cumarine/doac

Vernieuwingen in stroke preventie in atrium fibrilleren. Joep Hufman, Medical Scientific Liason

Praktische handvatten voor het gebruik van Antistolling in de eerste lijn

Infospot. Nieuwe orale anticoagulantia (NOAC s) Oktober - November - December 2014

Anticoagulatie in veneuze thromboembolie: Dr Mathias Leys Pneumologie AZ Groeninge - Kortrijk

Transcriptie:

Perioperatief beleid antitrombotica / anticoagulantia Versie 2019 Dit behandelingsprotocol is een initiatief van het Lokaal Multidisciplinair Netwerk Brugge Oostende Houtland, waarbij huisartsen uit de regio samen met de neurologen, cardiologen, nefrologen en anesthesisten van de regionale ziekenhuizen tot deze realisatie kwamen.

2

INHOUDSOPGAVE In dit protocol wordt het perioperatief beleid van patiënten die op onderstaande producten staan, besproken: 1. Anti-aggregantia 4 1.1. ASA 4 Acetylsalicylzuur (ASA Sandoz, Asa EG, Asaflow, Asamed, CardioAspirine ) 1.2. P2Y12 ADP antagonist 4 Ticlopidine (Ticlid ), Clopidogrel (Plavix ), Ticagrelor (Brilique ), Prasugrel (Efient ) 1.2.1. DAPT (dubbele plaatjesremmende therapie) 4 1.2.2. Monotherapie 4 1.3. Dipyridamol 5 Dipyridamol (Persantine ), ASA + dipyridamol (Aggrenox ) 2. Anticoagulantia 5 2.1. VKA 6 Fenprocoumon (Marcoumar ), Warfarine (Marevan ), Acenocoumarol (Sintrom ) 2.2. LMWH Enoxaparine (Clexane ), Nadroparine (Fraxiparine, Fraxodi ), Dalteparine (Fragmin ), 7 Tinzaparine (Innohep ) 2.3. NOAC 7 Rivaroxaban (Xarelto ), Dabigatran (Pradaxa ), Apixaban (Eliquis ), Edoxaban (Lixiana ) Inleiding en doelstelling Dit protocol is een richtlijn voor de arts bij de stop en heropbouw van antitrombotica en anticoagulantia. Het is enerzijds een aanvulling op het protocol secundaire preventie ischemisch CVA en anderzijds een handleiding voor de beslisboom bij het perioperatief gebeuren. 3

1. Anti-aggregantia 1.1 ASA = Acetylsalicylzuur (ASA Sandoz, Asa EG, Asaflow, Asamed, CardioAspirine ) Richtlijn 1 : Acetylsalicylzuur in primaire preventie altijd stoppen (laatste inname 8 dagen preoperatief). Acetylsalicylzuur continueren in secundaire preventie, tenzij hoog bloedingsrisico en/of moeilijke hemostase (niet-limitatief): Neurochirurgie Lever- en nierbiopsie Alle prostaatheelkunde Alle oogheelkunde, tenzij cataract Amygdalectomie In deze gevallen laatste inname 8 dagen preoperatief. Herstart Acetylsalicylzuur 24u postoperatief: Indien goede hemostase bereikt is Aan onderhoudsdosis 1.2 P2Y12 ADP antagonist = Ticlopidine (Ticlid ), Clopidogrel (Plavix ), Ticagrelor (Brilique ), Prasugrel (Efient ) 1.2.1 DAPT (dubbele plaatjesremmende therapie) = Acetylsalicylzuur + P2Y12 ADP antagonist Ticlopidine (Ticlid ), Clopidogrel (Plavix ), Ticagrelor (Brilique ), Prasugrel (Efient ) Richtlijn: steeds in overleg met de cardioloog Periode DAPT (uitstel electieve heelkunde): 1 maand na BMS in stabiel coronair lijden 6 maanden na huidige generatie DES (tenminste 3 maanden) 1 jaar na hoog risico ACS; vervroegde heelkunde (vanaf 3 maanden post-acs) i.f.v. urgentie en operatief risico overleg cardioloog bij instabiel coronair lijden 4

Vervolgens heelkunde preferentieel onder monotherapie Acetylsalicylzuur Stop P2Y12 ADP antagonist (laatste inname 8 dagen preoperatief) Acetylsalicylzuur Bridging met LMWH te vermijden! Herstart P2Y12 ADP antagonist 24u postoperatief Indien goede hemostase bereikt is Aan onderhoudsdosis 1.2.2 Monotherapie met ADP antagonist Vaak historisch voorschrift, switch naar monotherapie Acetylsalicylzuur overwegen postoperatief. Vervolgens richtlijn Acetylsalicylzuur. Indien allergie of intolerantie voor Acetylsalicylzuur : Intolerantie omwille van voogeschiedenis maagulcera of gastro-intestinale bloeding en/of > 80 jaar:tijdelijke switch naar Acetylsalicylzuur perioperatief onder dekking van PPI overwegen, vervolgens richtlijn Acetylsalicylzuur. Andere allergie of intolerantie voor Acetylsalicylzuur (astma, Quincke-oedeem): afwegen risico ingreep onder monotherapie ADP antagonist (bij hoog tromboserisico, laag bloedingsrisico) of na 7 dagen stop preoperatief (laag tromboserisico, hoog bloedingsrisico). Zo nodig cardiologisch en chirurgisch overleg overwegen. 1.3 Dipyridamol = Dipyridamol (Persantine ), ASA + dipyridamol (Aggrenox ) Richtlijn: ASA + Dipyridamol: regels Acetylsalicylzuur volgen (laatste inname 8 dagen preoperatief, herstart 24u postoperatief) 2. Anticoagulantia Relevante vragen die op voorhand gesteld dienen te worden, zijn onderstaande: Bloedingsrisico: Welke ingreep of invasieve procedure gepland? Hoe is de nierfunctie van de patiënt? Tromboserisico: Wat is de indicatie voor anticoagulatie? Anticoagulans: Welk type anticoagulans? 5

2.1 VKA = Fenprocoumon (Marcoumar ), Warfarine (Marevan ), Acenocoumarol (Sintrom ) Bloedingsrisico met deze therapiegroep volgens ingreep: *Tenzij retrobulbair blok, plexus anesthesie of neuraxiale anesthesie laag bloedingsrisico* Mineure tandheelkunde Dermatologisch en oppervlakkige heelkunde Intermediair en hoog bloedingsrisico Patiënten > 80 jaar of kwetsbare oudere Andere ingrepen Cataract Diagnostische gastroscopie en endoscopie (indien biopsie geen laag risico) Diagnostische bronchoscopie (indien biopsie geen laag risico) (Coronarografie of percutane coronaire interventie via radiale weg) Implantatie en vervanging van pacemaker en defibrilator (INR < 3) Cystoscopie (indien biopsie geen laag risico) Ingreep kan onder therapeutische INR 2-3 Stop, ingreep onder INR < 1.5 Tromboserisico met deze therapiegroep: Bridging LMWH? F (trombotisch risico) Laag tromboserisico* VKF CHADS-Vasc < 4 Veneuze TT (DVT, LE) > 3 MM Andere Geen bridging Hoog tromboserisico VKF Post TIA/CVA CHADS-Vasc 4 Veneuze TT (DVT, LE) < 3 MM Antecedenten klepheelkunde Mechanische KK Biologische KK en klepplastie < 3 MM Bridging LMWH in therapeutische dosis 6 Ook bij heropstart rekening houden met tromboserisico. CHADS-Vasc: zie Bijlage 1. (p. 10) HASBLED: zie Bijlage 2. (p 10)

Richtlijn 2,3 : Stop VKA Fenprocoumon (Marcoumar ), Warfarine (Marevan ), Acenocoumarol (Sintrom ): laatste inname 9 dagen voor de ingreep. Start bridging LMWH 2 dagen na laatste toediening VKA (bij stabiel geregelde patiënt) of indien INR <2 2 dagen voor de ingreep: bepaal INR en stuur bij met Konakion zonodig: 1 pediatrische ampule per os Bridging LMWH: indicatie Therapeutische dosis F (lichaamsgewicht) F (nierfunctie) GFR <30 ml/min: 50% dosisreductie Toediening 1x vs. 2x /dag? Bij metalen kunstklep preferentieel 2x /dag Laatste toediening 1 dag voor de ingreep: s morgens Ga er steeds vanuit dat de patiënt s morgens geopereerd kan worden. Overzicht LMWH: Stofnaam (Merknaam) Therapeutisch Preventief Dalteparine (Fragmin ) 200 IE anti-xa/kg 1/d 2500 IE anti-xa 1/d Enoxaparine (Clexane ) 1 mg/kg 2/d of 1,5 mg/kg 1/d 40 mg 1/d Nadroparine (Fraxiparine ) 0,01 ml/kg 2/d 0,4 ml 1/d Nadroparine (Fraxodi ) 0,01 ml/kg 1/d Tinzaparine (Innohep ) 175 IE anti-xa/kg 1/d 50 IE anti-xa/kg 1/d Nierinsufficiëntie GFR < 30ml/kg/min: totale dosis halveren Vb. Fraxodi 1x0,6 naar 1x0,3ml Vb. Fraxi van 2x0,6ml naar 2x0,3ml of 1x0,6ml per dag 7

Herstart zowel bij hoog als laag tromboserisico: Start VKA terug op aan onderhoudsdosis (snelle heropstart verhoogt tromboserisico). Bridgen zolang streefwaarde INR niet bereikt is (INR moet tussen 2 en 3 zijn op 2 bepalingen met 2 à 3 dagen tussen). Minimaal 5 dagen bridgen. Herstarten VKA: Goede hemostase Herstel GI transit Geen risico op re-interventie 2.2 LMWH (Her)start bridging LMWH: Mineure ingreep met complete hemostase: 8-24 uur standaard ingreep: 24-48 uur, bridging LMWH (gereduceerde dosis) Laatste toediening 1 dag voor de ingreep: s morgens Ga er steeds vanuit dat de patiënt s morgens geopereerd kan worden Start bridging LMWH postoperatief: Mineure ingreep met complete hemostase: 8-24 uur standaard ingreep: 24-48 uur, bridging LMWH (gereduceerde dosis) 2.3 NOAC = Rivaroxaban (Xarelto ), Dabigatran (Pradaxa ), Apixaban (Eliquis ), Edoxaban (Lixiana ) Werkingsmechanisme en pharmacokinetiek van NOAC: zie bijlage 3. Bloedingsrisico met deze therapiegroep bij ingreep 4, 5, 6 (niet limitatief): Richtlijn: Laag bloedingsrisico Mineure tandheelkundige ingrepen Dermatologisch en oppervlakkige heelkunde Cataract Endoscopie (+ biopsie) Cytoscopie (+ biopsie blaas / prostaat) Pacemaker- & defibrilatorimplantatie Angiografie Hoog bloedingsrisico Retrobulbair blok, plexus anesthesie of neuraxiale anesthesie Thoracale heelkunde Abdominale heelkunde Biopsie lever / nier TUR prostaat Majeure orthopedische heelkunde Neurochirurgie Wervelzuilheelkunde 8

Pre-ingreep: laatste inname (*) voor de ingreep Dabigtran Rivaroxaban Apixaban Edoxaban GFR Laag Risico Hoog Risico Laag Risico Hoog Risico Laag Risico Hoog Risico Laag Risico Hoog Risico 80ml/ min 24u* 48u* 24u* 48u* 24u* 48u* 24u* 48u* 50-80 ml/min 36u* 72u* 24u* 48u* 24u* 48u* 24u* 48u* 30-50 ml/min 48u* 96u* 24u* 48u* 24u* 48u* 24u* 48u* 15-30 ml/min 36u* 48u* 36u* 48u* 36u* 48u* <15ml ml/min Voorbeeld: stop 24u voor de ingreep betekent inname tot en met 2 dagen voor de ingreep Herstarten NOAC: Goede hemostase Herstel GI transit Geen risico op re-interventie Algemeen: Mineure ingreep met complete hemostase: 8-24 uur standaard ingreep: 24-48 uur 9

BIJLAGEN Bijlage 1: CHADS-Vasc Punten Congestief hartfalen 1 Hypertensie 1 Age 75 2 Diabetes 1 Stroke (CVA/TIA) 2 Vasculair lijden (coronair-perifeer) 1 Age 65 74 1 Sex categorie 1 Bijlage 2: HAS BLED Hypertensie (Systolisch = 160mmHg) 1 Abnormale nierfunctie 1 Abnormale leverfunctie 1 Leeftijd 65 jaar 1 Stroke in verleden 1 Bloeding 1 Labiele INRs 1 Drugs: andere medicatie 1 Alcohol inname op zelfde moment 1 Punten n Bijlage 3: werkingsmechanisme en pharmacokinetiek van NOAC Pharmacokinetiek van NOAC Dabigatran (Pradaxa ) Rivaroxaban (Xarelto ) Apixaban (Eliquis ) Edoxaban (Lixiana ) C max 2-3 uur 2-3 uur 2-3 uur 1-2 uur Halfwaardetijd T ½ ) 12-17 uur 8-13 uur 12 uur 10-14 uur Renale klaring 80% 33% 27% 35% 10

BIJLAGEN Bijlage 4a: Flowchart anti-aggregantia - monotherapie Bijlage 4b: Flowchart Monotherapie ASA of P2Y12-inhibitoren Primaire preventie? NEE JA Aard operatie? - Neurochirurgie - Lever- en nierbiopsie - Alle prostaatheelkunde - Alle oogheelkunde, tenzij cataract - Amygdalectomie -... NEE JA Laatste inname ASA 8 dagen preoperatief. Laatste inname P2Y12-INH 8 dagen preoperatief. Continueer ASA Laatste inname P2Y12-INH 8 dagen preoperatief Switch waar kan naar ASA Anti-aggregantia - combinatietherapie Combinatietherapie P2Y12-inhibitoren Periode DAPT? - 1m na BMS in stabiel coronair lijden - 6m na huidige generaties DES (min. 3m) - 1 jaar na hoog risico ACS: vervroegde Heelkunde (vanaf 3m post-acs) i.f.v. Urgentie en operatief risico. NEE Enkel vitale chirurgie. Contacteer cardioloog en chirurg. JA JA Aard operatie? - Neurochirurgie - Lever- en nierbiopsie - Alle prostaatheelkunde - Alle oogheelkunde, tenzij cataract - Amygdalectomie -... NEE Stop combinatietherapie. Laatste inname ASA 8 dagen preoperatief. Laatste inname P2Y12-INH 8 dagen preoperatief. Laatste inname P2Y12- INH 8 dagen preoperatief. Continueer ASA. 11

Bijlage 5: Flowchart VKA VKA Laag bloedingsrisico Intermediair of hoog boedingsrisico Heelkunde onder Therapeutisch INR 2-3 Laatste inname VKA 9 dagen preoperatief Bepaal INR 2 dagen voor de ingreep Laag tromboserisico: Geen bridging Hoog tromboserisico: Bepaal INR 2 dagen voor de ingreep Streefwaarde Heelkunde: INR<1,5 Stuur bij met Konakion : 1 pediatrisch ampule (2mg/os) Start bridging 6 dagen voor de ingreep bij stabiel geregelde patiënt of bij INR <2 Therapeutische dosis: Laatste toediening 1 dag voor de ingreep 's morgens. Bijlage 6: Flowchart NOAC (aantal dagen voor de ingreep waarop de medicatie gestopt dient te worden) NOAC Laag bloedingsrisico Hoog bloedingsrisico Laatste inname Dabigatran (Pradaxa ) GFR 80: 24u GFR 50-80: 36u GFR 30-50: 48u Laatste inname Rivaroxaban (Xarelto ), Apixaban (Eliquis ), Edoxaban (Lixiana ): GFR 80: 24u GFR 50-80: 24u GFR 30-50: 24u GFR 15-30: 36u Laatste inname Dabigatran (Pradaxa ) GFR 80: 48u GFR 50-80: 72u GFR 30-50: 96u Laatste inname Rivaroxaban (Xarelto ), Apixaban (Eliquis ), Edoxaban (Lixiana ): GFR 80: 48u GFR 50-80: 48u GFR 30-50: 48u GFR 15-30: 48u 12

BIJLAGEN Bijlage 7: Nieuwe orale anticoagulantia Nieuwe orale anticoagulantia (NOAC) Contact ixa /VIlla Xa /Va Injury TF/VIla VKA Xa /Va Apixaban (Eliquis ) Rivaroxaban (Xarelto ) Edoxaban (Lixiana ) Trombin Dabigatran (Pradaxa ) Clot formation 13

Achtergrondinfo 1. Antiaggregantia 1.1 ASA Acetylsalicylzuur Meta-analyse 41 studies 7 : Perioperatief stoppen vs continueren van Acetylsalicylzuur 50% meer (mineure) bloedingen zonder toename van ernstige bloedingscomplicaties. Indien at risk of bewezen cardio-vasculair lijden resulteert onderbreking in een verdrievoudiging van majeure cardio-vasculaire events. POISE-2 trial 8 : 2. Antitrombotica Stoppen versus starten of continueren Perioperatief van Acetylsalicylzuur in 10010 patiënten welke non-cardiale heelkunde ondergaan Significante toename van bloedingsrisico onder Acetylsalicylzuur. Geen voordeel qua preventie van majeure cardio-vasculaire events met Acetylsalicylzuur. Orale therapie door de huisarts: aanbeveling voor goede medische praktijkvoering Domus Medica 9 10. 14

Literatuurlijst [1] 2014 ESC/ESA Guidelines on non-cardiac surgery: cardiovascular assessment and management. The Joint Task Force on non-cardiac surgery: cardiovascular assessment and management of the European Society of Cardiology (ESC) and the European Society of Anaesthesiology (ESA) [2] Vahanian A, Alfieri O, Andreotti F, Antunes MJ, Baron-Esquivias G, BaumgartnerH et al. Guidelines on the management of valvular heart disease (version 2012): The Joint Task Force on the Management of Valvular Heart Disease of the European Society of Cardiology (ESC) and the European Association for Cardio-Thoracic Surgery (EACTS). Eur Heart J 2012;33:2451 2496. [3] Pengo V, Cucchini U, Denas G, Erba N, Guazzaloca G, La Rosa L et al. Standardized Low-Molecular- Weight Heparin Bridging Regimen in Outpatients on Oral Anticoagulants Undergoing Invasive Procedure or Surgery An Inception Cohort Management Study. Circulation 2009;119:2920 2927 [4] Heidbuchel H, Verhamme P, Alings M, Antz M, HackeW, Oldgren J et al. European Heart Rhythm Association Practical Guide on the use of new oral anticoagulants in patients with non-valvular atrial fibrillation. Europace 2013;15:625 651. [5] Folia Pharmacotherapeutica. [6] Pradaxa [package insert]. Ridgefield, CT: Boehringer Ingelheim Pharmaceuticals, Inc. 2013. Xarelto [package insert]. Titusville, NJ: Janssen Pharmaceuticals, Inc. 2011. Weinz et al. Drug Dispos Metab 2009;37:1056 1064. ELIQUIS Summary of Product Characteristics. Bristol Myers Squibb/Pfizer EEIG, UK 2013. Matsushima et al. Am Assoc Pharm Sci 2011: abstract. Ogata et al. J Clin Pharmacol 2010;50:743 753. Mendell et al. Am J Cardiovasc Drugs 2013: e-pub ahead of print. Bathala et al. Drug Metab Dispos 2012;40:2250 2255. [7] Burger W, Chemnitius J.M., Kneiss l.g.d., Rucker G. Low-dose aspirin for secondary cardiovascular prevention: cardiovascular risks after its peri-operative withdrawal vs. bleeding risks with its continuation: review and meta-analysis. J Int Med 2005; 257:399 414. [8] Devereaux P.J., Mrkobrada M., Sessler D.I., Leslie K., Alonso-Coello P., Kurz A. et al. Aspirin in patients undergoing noncardiac surgery. N Engl J Med 2014;370:1494 1503.. [9] Dr. Michels, J., Dr. Goethals, M., Dr. Mermans, D., Prof. Dr. Avonts, D. (2012), Evaluatierapport aanbeveling voor een goede medische praktijkvoering orale anticoagulantie door de huisarts. [10] Steekkaart orale anticoagulantia door de huisarts, Huisarts Nu 2010;39:S1-S36 American academy of neurology: periprocedural managment of antithombotic medications in patients with ischemic cerebrovasculair disease, may 27, 2013. Michels, J., Demulder, A., Dirven, K., Goossens, M., Janssen, A., Jochmans, K., Mermans, D. (gevalideerd door CEBAM, 2009). Orale anticoagulantietherapie door de huisarts. 15

Kaatje Loeys & Michelle Roels Zorgtrajectpromotoren Lokaal Multidisciplinair Netwerk Brugge Oostende Houtland Ruddershove 10a 8000 Brugge M 0488 87 94 85 (Kaatje) M 0485 22 44 77 (Michelle) kaatje@zorgtrajectboh.be michelle@zorgtrajectboh.be www.zorgtrajectboh.be