Bijlage 1 > Instructie printerprofielen > 1 Inleiding B 1 BIJLAGE 1: INSTRUCTIE VOOR HET AANMAKEN VAN PRINTERPROFIELEN 1 INLEIDING In deze instructie wordt uitgelegd hoe je een printerprofiel maakt met behulp van de XRite ione Color Analyser, de bijbehorende software en Photoshop. Lees de instructie zorgvuldig door voor je aan de slag gaat. Vraag bij twijfel een mentor om advies. 2 Voor achtergrondinformatie over kleurbeheer en kleurprofielen verwijzen we naar de betreffende lesstof. Voor een juiste uitvoering van de benodigde procedures moet je bekend zijn met de kleur- en afdrukinstellingen in Photoshop en met de instellingen van de driversoftware van jouw printer. VOORBEREIDING De Fotoacademie beschikt over een fotospectraalmeter om printerprofielen te maken. Als student kun je hiervan gebruik maken tijdens de mentortijden. Als je de de fotospectraalmeter wilt gebruiken reserveer je deze tijdig via KLIK. Meld je bij een mentor en de mentor zal je de benodigde XRite fotospectraalmeter uitreiken en de te gebruiken computer aanwijzen. Deze computer beschikt over de juiste software en het beeldscherm heeft de juiste kleurinstellingen. Zorg dat je een mobiel opslagmedium (USB-stick, mobiele harde schijf o.i.d.) en de door jou afgedrukte targets (hierover later meer) bij je hebt. Na afloop sluit je de applicatie af, zet je de computer uit en lever je de in bruikleen gekregen apparatuur weer bij de mentor in. De profileringsprocedure bestaat uit vier stappen, die je deels thuis (stappen 1, 2 en 4) en deels op de academie (stap 3) uitvoert. Plan het daarom zorgvuldig! 1. het samenstellen en opslaan van de testpagina s (hierna targets genoemd, in het computerprogramma aangeduid met Test Chart ). 2. het afdrukken van de targets. 3. het doormeten van de targets en het maken (bouwen) van het profiel. 4. het installeren en gebruiken van het gemaakte profiel op je eigen computer. 3 3.1 De benodigde bestanden zijn te vinden in KLIK -studioportal Fotoacademie-. lesmatriaal - Colormanagement IN 4 STAPPEN NAAR DE PERFECTE(?) PRINT Stap 1 (thuis) In KLIK -studioportal Fotoacademie- open je de opdracht colormanagement. Hier staan de 3 test chart pagina's die je nodig hebt voor de meting met de XRite fotospectraalmeter. chart 800 patches_1_3.tif chart 800 patches_2_3.tif chart 800 patches_3_3.tif
B 2 Download deze 3 bestanden (dit zijn de targets). 3.2 Stap 2 (thuis) Start Photoshop en controleer je of je bij Kleurinstellingen onder het kopje Beleid voor kleurbeheer de optie Vragen bij ontbrekend profiel hebt aangevinkt. Doe dat eventueel alsnog. Daarnaast is het belangrijk dat je je beeldscherm hebt gekalibreerd en geprofileerd.
B 3 Waarschijnlijk staat bij Afbeeldingsgrootte... de resolutie ingesteld op pixels per centimeter. Dit moet je wijzigen naar ppi = pixels per inch. Om de drie TIFF-bestanden zonder kleurbeheer af te drukken maak je gebruik van de toepassing Adobe Color Printer Utility. (te vinden via adobe.com) 'https://helpx.adobe.com/nl/photoshop/kb/no-color-management-option-missing.html' Download en installeer eerst de utility (Mac OS: ACPU.dmg /Windows: ACPU.zip) Bestand openen 'geen kleurbeheer' LET OP: verander niet de afdrukafmetingen (de XRite ione fotospectraalmeter kan de afdruk anders niet lezen )! Druk de drie pagina s van het target af op het papier van je keuze via de toepassing Adobe Color Printer Utility. Dat kunnen natuurlijk ook meerdere papiersoorten zijn; in dat geval heb je meerdere targets van drie pagina s. Merk de afdrukken en noteer de gebruikte instellingen op de afdrukken, zodat je later nog weet wat je hebt gedaan. Laat de afdrukken goed drogen (minstens een uur, maar liever 24 uur) en behandel ze zorgvuldig: beschadigde targets resulteren in leesfouten in de volgende stap. Stap 3 (op de Fotoacademie) 3.3 Controleer of de USB- en voedingskabel op de juiste wijze met de fotospectraalmeter zijn verbonden en start het programma i1profiler. Het beginvenster verschijnt en je kunt kiezen voor een van de vier functies van het programma. Voor het inlezen van de targets kies je voor de functie Printerprofiling. In het volgende venster selecteer je Measurement. Je moet nu eerst het meetapparaat kalibreren. Dit doe je door het meetapparaat op de steun te zetten met de meetcel op het witte vlakje en dan klik je op Calibratie.
B 4 Nu gaan we over tot het daadwerkelijk meten van de targets (de testprints). Op de drie pagina s van de target zie je in totaal 40 rijen met gekleurde vlakjes, patches genoemd. Je begint met de eerste pagina die je zorgvuldig (de tekst komt bovenaan) op de grondplaat centreert. Vervolgens plaats je het meetbord boven de eerste rij patches; let er op dat het meetbord in het midden van het vel ligt, zodat zowel aan de linker- als aan de rechterzijde eenzelfde hoeveelheid papier-wit is te zien en de rij patches volledig in de opening zichtbaar is. Verschuif het vel zonodig iets. Je plaatst de fotospectraalmeter in zijn (zwarte) houder (de pennen passen precies in de openingen aan de onderzijde van het meetapparaat) en je schuift de fotospectraalmeter naar de linkerkant van het meetbord. Je drukt nu op de meettoets (aan de zijkant van de fotospectraalmeter) en houdt deze ingedrukt. Nu beweeg je het meetapparaat vloeiend naar de andere zijde en laat daar de meettoets los. Op de computer zie je of de meting geslaagd is. Als de meting niet gelukt is moet je de regel opnieuw meten. Na enige oefening zou je de slag te pakken moeten hebben. Je gaat door tot je alle rijen van de drie pagina s hebt gehad. Je hoeft niet steeds terug naar de linkerkant, je kunt zowel van links naar rechts als van rechts naar links meten. Op het beeldscherm kun je de voortgang van het proces volgen, de vakjes van een gemeten rij zijn volledig gekleurd. Als je alle rijen van het eerste vel hebt gehad, plaats je het tweede vel en vervolg je de meting met de eerste rij van het tweede vel, na het tweede vel doe je dit ook met het derde vel. Heb je alle rijen correct gemeten, klik dan op het icoon van het ICC-profile. In dit venster worden de profielen gebouwd. Kies bij profile name, achter file name een naam voor jouw profiel. Kies een naam die logisch is opgebouwd, zodat je het profiel later gemakkelijk in Photoshop kunt herkennen. Kies bijvoorbeeld iets als Ilf_SHG_Ci9950_130611 als je een Canon i9950 printer hebt met Smooth High Gloss -papier van Ilford en het profiel op 13 juni 2011 hebt gemaakt of Eps_AM_E2100_020811 voor de Epson 2100 printer met Epson Archival Matt -papier voor een profiel dat je op 2 augustus van dat jaar hebt gemaakt. Iedere andere naam is ook goed, zolang de naam voor jou maar zinvolle informatie bevat. Bij Profile Distribution moet user level aangevinkt zijn, bij hotfolder kies je de plek waar je je profiel wilt opslaan, bijvoorbeeld het bureaublad of direct op de eigen opslagmedium. Daarna klik je op Create and Save Profile. De computer maakt nu het profiel aan en slaat het op op de door jou gekozen bestemming.
B 5 Hierna kun je het programma afsluiten, of eventueel nog een ander profiel aanmaken voor een andere papiersoort. Nadat je de profielbestanden op je mobiele opslagmedium hebt opgeslagen, verwijder je deze van het bureaublad. Lever de fotospectraalmeter weer bij de mentor in en vergeet je opslag medium niet! 3.4 Stap 4 (thuis) Het is nu zaak om het nieuwe printerprofiel op de computer te installeren. Vanaf je mobiele opslagmedium installeer je het kleurprofiel in de juiste map. In Mac OS X kopieer of verplaats je de profielbestanden naar de map Systeemschijf > Bibliotheek > Colorsync > Profiles (in Windows klik je met de rechter muisknop op het profielbestand en vervolgens in het verschenen contextmenu op Profiel installeren ; de rest gaat automatisch). Kijk voor meer informatie hierover in de documentatie van je computer of in de Help van Photoshop, tik de woorden kleurprofiel installeren (install color profile) in het zoekveld en volg de instructies. Het nieuwe profiel is vanaf nu beschikbaar in Photoshop. Om de juistheid van het profiel te controleren, maak je één of meerdere proefdrukken. Neem hiervoor een opname waarin zo veel mogelijk kleuren in verschillende verzadigingen en helderheden voorkomen (inclusief huidtinten), naast diverse neutrale grijzen en zwart en wit. Gebruik hiervoor bij voorkeur het bestand TestImage.tif.
B 6 Behalve twee kleurenfoto s en een mozaïek van patches bevat dit bestand een grijstrap. Als eerste onderzoek je nu deze grijstrap op kleurzwemen. Een kleurafwijking herken je het gemakkelijkst in de middengrijzen en lichtere grijstinten. Zijn er geen kleurzwemen te herkennen dan beoordeel je de kleurenfoto s. Als het goed is, dan zouden de testfoto s op het beeldscherm en de afdruk verregaand met elkaar moeten overeenkomen en ben je klaar. Je hebt het kleurenprobleem bij het afdrukken onder controle! Is dat niet het geval of herken je in de grijstrap al een kleurzweem, loop dan alle instellingen en al je stappen en handelingen nog eens systematisch na, te beginnen bij de kalibratie en profilering van het beeldscherm (zie daarvoor Module 1). Maak vervolgens nieuwe targets (stap 2), meet die zeer precies door (stap 3), druk een nieuwe testprint af (stap 4) en beoordeel nogmaals het resultaat. Omdat de hele meetprocedure tamelijk nauw luistert, kan het zijn dat je eerste meting niet voldoende nauwkeurig was en is de kans groot dat het resultaat nu wel bevredigend is. Ga vooral niet aan kleur- of afdrukinstellingen sleutelen of in de printerdriver of Photoshop kleurcorrecties op je beeld uitvoeren. Kom je er niet uit, vraag dan een mentor om advies.