Achterbancommunicatie ondersteuningsplanraad Handreiking Floor Kaspers September 2013 (Gevalideerd 1-10-2017)
Inhoud 1. Inleiding 2 2. Wie is de achterban? 2 3. Achterbancommunicatie waarom? 2 4. Brede achterbanraadpleging 3 5. Achterbanraadpleging MR-en 3 6. Specifieke achterbangroepen 4 6.1 Ouders, leerlingen, personeel speciaal onderwijs 4 6.2 Personeel voor ondersteuning op reguliere scholen 4 6.3 Ouders van leerlingen die ondersteuning nodig hebben op school 4 6.4 Leerlingen 5 7. Communiceren met de achterban hoe doe je dat? 5 7.1 Zichtbaar en benaderbaar zijn 5 7.2 Informatiebijeenkomsten 6 7.3 Enquête of peiling 6 7.4 Informele gesprekken 6 7.5 Werkgroep of klankbordgroep 6 7.6 Online discussie en uitwisseling 6 7.7 Vastleggen achterbancommunicatie in reglement 7 7.8 Voorbeelden Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 8. Ondersteuning steunpunt medezeggenschap passend onderwijs Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 9. Checklist 8
1. Inleiding Passend onderwijs is een thema waarover veel verschillende beelden en verwachtingen bestaan. Passend onderwijs is ook een thema waar bepaalde groepen op school en in de regio veel meer kennis over bezitten of belang bij hebben dan andere groepen. Passend onderwijs is relatief nieuw en kan veel veranderingen teweegbrengen met betrekking tot de wijze waarop onderwijs aan kinderen die extra ondersteuning nodig hebben wordt georganiseerd. Juist om die redenen is het raadplegen van en communiceren met de achterban voor een ondersteuningsplanraad van groot belang. Immers: hoe zorgt de ondersteuningsplanraad (OPR) er anders voor dat ze die verschillende beelden en verwachtingen op het netvlies hebben en de belangen van ouders, personeel en leerlingen gehoord hebben? Goed contact met de achterban vergroot verder de kwaliteit van de input voor de besluiten van het bestuur en het draagvlak voor deze besluiten. In deze handreiking staat meer over de mogelijkheden die een ondersteuningsplanraad heeft om de achterban te bevragen over en te betrekken bij het ondersteuningsplan. De handreiking gaat eerst in op de achterban, het belang van achterbancommunicatie en specifieke groepen binnen de achterban. Vervolgens gaat deze in op de diverse mogelijkheden om de achterban te raadplegen en mee te communiceren. Tot slot volgt een checklist om direct aan de slag te gaan. 2. Wie is de achterban? De achterban van een ondersteuningsplanraad bestaat in ieder geval uit het personeel, de ouders en in het voortgezet onderwijs- de leerlingen van alle scholen die zijn aangesloten bij een samenwerkingsverband. Een ruimere definiëring is ook mogelijk door tevens te kijken naar mogelijke toekomstige ouders en leerlingen, of bepaalde belangengroepen (die op een andere manier dan via een school of schoolregio zijn georganiseerd). De achterban bestaat bijvoorbeeld uit: leraren die niets of juist van alles willen weten van passend onderwijs; leerlingen met een lichamelijke beperking in het voortgezet speciaal onderwijs; ouders die zich zorgen maken over de vraag of hun kind na de invoering van passend onderwijs nog genoeg aandacht krijgt; intern begeleiders die zich afvragen of ze bijscholing nodig hebben; ouders van kinderen die graag inclusief onderwijs willen voor hun kind met een bepaalde handicap of stoornis; en nog veel meer verschillende groepen. Als lid van de ondersteuningsplanraad probeer je om al die belangen af te wegen en te komen tot een goed oordeel over het ondersteuningsplan. 3. Achterbancommunicatie waarom? Leden van de ondersteuningsplanraad zijn gekozen door ouders, personeel en leerlingen (VO) die lid zijn van de medezeggenschapsraden van de scholen die zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband. Formeel gezien is daarmee de kous af wat betreft de band met je achterban. Je bent gekozen en de ondersteuningsplanraad mag naar eigen inzicht handelen. Achterbanraadpleging is volgens de wet niet verplicht, tenzij dit expliciet is opgenomen in het medezeggenschapsreglement van de ondersteuningsplanraad. Er zijn echter goede redenen om als ondersteuningsplanraad je oor te luister te leggen bij de achterban en goed met de achterban te communiceren. Zo heeft lang niet iedere school een vertegenwoordiger in de ondersteuningsplanraad en kunnen er zaken zijn in het ondersteuningsplan waar je geen ervaring mee hebt. Bijvoorbeeld de
indicatiestelling voor speciaal onderwijs. Een goed doordachte aanpak van het achterbancontact is des te meer van belang voor de ondersteuningsplanraad vanwege: de afstand tot de scholen; het grote aantal betrokken scholen; de verschillen tussen de scholen; de impact van het ondersteuningsplan. Meer dan voor de MR van een enkele school waarbij het leggen van contacten doorgaans direct gaat. Hoe beter de ondersteuningsplanraad voorbereid is op het geven van instemming aan het ondersteuningsplan, hoe hoger de kwaliteit van input en hoe groter het draagvlak bij de achterban. De noodzaak van een gestructureerd contact tussen medezeggenschapsorgaan en diens achterban is overigens ook opgenomen in de Code goede medezeggenschap van de landelijke onderwijsorganisaties. Er is niet één juiste manier om de achterban te raadplegen. Er zijn veel verschillende mogelijkheden die passen bij verschillende situaties. Diverse manieren passeren in deze handreiking de revue. 4. Brede achterbanraadpleging De ondersteuningsplanraad kan er voor kiezen om een brede achterbanraadpleging te houden over het ondersteuningsplan. Die richt zich dan op al het personeel, alle ouders en/of alle leerlingen (VO). Hiermee ontstaat een beeld van wat de achterban belangrijk vindt en wat zijn mening is. Veel MR-en en GMR-en hebben al ervaring met een brede achterbanraadpleging. Zo kan de ondersteuningsplanraad een (digitale) enquête uitzetten, een bijeenkomst beleggen of stukken voorleggen en vragen om reacties. Als ondersteuningsplanraad kun je hiervoor ook aansluiten bij de manieren die voor de MR-en van de aangesloten scholen al goed werken. Bij een brede achterbanraadpleging, zeker in de vorm van een peiling of een enquête, is het goed om te weten dat vaak een specifieke groep personeel, ouders of leerlingen juist wel altijd z'n mening geeft en een andere groep juist nooit. Nu kun je zeggen dat als iemand z'n mening niet geeft je er geen rekening mee hoeft te houden. Maar bedenk dan dat een bepaalde groep mogelijk buiten beeld is. Het is verder ook belangrijk dat er van achterbanraadplegingen steeds een terugkoppeling wordt gegeven. Een succesvol contact met de achterban is altijd een combinatie van halen en brengen. Denk bijvoorbeeld aan de bekendmaking van de uitslag van een enquête. Zo zien de ondervraagden iets terug van hun input. Ook kan je dan aankondigen wat met de vergaarde informatie gedaan wordt. 5. Achterbanraadpleging MR-en De leden van de ondersteuningsplanraad zijn gekozen door de leden van de MR-en van de aangesloten scholen. Veel leden van de ondersteuningsplanraad zullen waarschijnlijk zelf ook lid zijn van een MR maar dat is niet noodzakelijk. De ondersteuningsplanraad kan er voor kiezen om specifiek de mening van de MR-leden te peilen. Dit kan met name interessant zijn als de ondersteuningsplanraad vragen heeft over de basisondersteuning en het dekkend aanbod van het ondersteuningsplan. Immers: de basisondersteuning die wordt vastgesteld in het ondersteuningsplan voor alle scholen dient door alle aangesloten scholen geboden te kunnen worden. Dit heeft bijvoorbeeld nogal wat consequenties voor het personeel. Het dekkende aanbod in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband moet een 'optelsom' zijn van de ondersteuningsprofielen van de scholen samen. De MR heeft adviesrecht over het ondersteuningsprofiel van hun school. Door als ondersteuningsplanraad samen met de MR-en te gaan kijken naar het ondersteuningsplan komt in beeld hoe het staat met de verwachtingen en
mogelijkheden van de aangesloten scholen. Bijvoorbeeld: als in het ondersteuningsplan staat dat school X veel kan betekenen voor kinderen met leerproblemen, terwijl de betreffende MR weet dat er net bezuinigd is op remedial teachers, is dat relevante informatie. Het bevragen van de MR-leden is ook een handige manier als je even snel wilt sonderen. Het kost weinig tijd en voorbereiding en van MR-leden mag je zeker een antwoord verwachten. 6. Specifieke achterbangroepen Passend onderwijs is een thema dat specifieke groepen binnen een samenwerkingsverband meer raakt dan andere groepen. Dit kan reden zijn om als ondersteuningsplanraad juist deze groepen in beeld te krijgen. Het vergroot de kennis van de praktijk en zorgt er voor dat ook deze groepen gehoord worden. Uiteindelijk is het wel van belang om te realiseren dat de ondersteuningsplanraad staat voor het totaal van belangen van personeel, ouders en leerlingen. Ook is het belangrijk om te voorkomen dat te veel meegegaan wordt in hele specifieke of persoonlijke belangen. Bespreek deze dilemma's daarom binnen de ondersteuningsplanraad. Een aantal verschillende en specifieke groepen zijn te onderscheiden. In de praktijk kunnen er in de eigen regio nog andere groepen zijn. Het is goed om met elkaar te checken welke groepen voor de eigen ondersteuningsplanraad interessant kunnen zijn om contact mee op te nemen. 6.1 Ouders, leerlingen, personeel speciaal onderwijs Voor het speciaal onderwijs (met name cluster 3 en 4 voor kinderen met een lichamelijke of verstandelijke beperking of met psychiatrische problematiek) is er met de komst van passend onderwijs veel veranderd. De vaste, landelijke criteria voor indicatiestelling zijn komen te vervallen, de scholen hebben zich via de besturen- aangesloten bij de samenwerkingsverbanden en de financiering is anders geregeld. Waar eerst veel vast lag in landelijke wetgeving zijn het nu de samenwerkingsverbanden die deze zaken zelf regelen en vastleggen in het ondersteuningsplan. Dit alleen al is reden voor een ondersteuningsplanraad om specifiek aandacht te besteden aan de achterban vanuit het speciaal onderwijs. Daarnaast is het zo dat met name bijzonder gespecialiseerde SO-scholen vaak participeren in verschillende samenwerkingsverbanden. Dit maakt het lastig voor deze scholen om voor iedere ondersteuningsplanraad leden af te vaardigen. Zij staan haast automatisch meer op afstand van het samenwerkingsverband. Thema's die specifiek relevant zijn voor ouders en leerlingen in het speciaal onderwijs zijn zaken rondom de toelaatbaarheid van het speciaal onderwijs, de inzet van ambulante begeleiding die tot de invoering van passend onderwijs voor leerlingen met een rugzakje werden ingezet en de wijze waarop reguliere scholen zich zullen specialiseren in bepaalde ondersteuning. Deze thema's zijn ook van belang voor het personeel van SO-scholen. Specifiek daarbij hoort ook nog de wijze waarop de kennis van het personeel van het speciaal onderwijs ingezet kan worden op reguliere scholen en zaken zoals bijscholing. 6.2 Personeel voor ondersteuning op reguliere scholen Op reguliere scholen zijn diverse professionals bezig met het organiseren en bieden van ondersteuning aan leerlingen. Bijvoorbeeld de zorgcoördinator, intern begeleider en remedial teacher. Als ondersteuningsplanraad kan het bijzonder nuttig zijn om juist deze leden van de achterban te bevragen over de gang van zaken op de scholen. Wat gaat er goed, wat gaat er niet goed? Zij hebben zicht op de mogelijkheden van een school en de eventuele knelpunten in de ondersteuning van zowel leerlingen als het personeel. 6.3 Ouders van leerlingen die ondersteuning nodig hebben op school Voor leerlingen die ondersteuning nodig hebben op school brengt passend onderwijs veel veranderingen met zich mee. Het rugzakje is komen te vervallen en de zorgplicht is ingevoerd. De verwijzing naar speciaal onderwijs of naar gespecialiseerde reguliere scholen wordt anders geregeld.
Naast de belangen die deze ouders hebben bij het ondersteuningsplan in hun regio hebben ze vaak ook veel kennis over wat er nodig is om de ondersteuning goed te organiseren. Ze hebben zicht op de 'witte vlekken' op de kaart en de knelpunten die er op scholen zijn en passend onderwijs in de weg staan. Ouders van kinderen die extra ondersteuning nodig hebben zijn vaak in de minderheid op school maar hun belangen zijn wel groot. In veel regio's zijn groepen ouders georganiseerd om samen ervaringen en kennis te delen over onderwijs en ondersteuning voor hun kind. Een deel van deze regionale groepen is te vinden op de website van netwerk ouderinitiatieven: www.netwerkouderinitiatieven.nl. Als ondersteuningsplanraad kun je contact opnemen met deze groepen en zo dit deel van de achterban in beeld krijgen. Ook wanneer de ouders niet georganiseerd zijn, kennen veel ouders van kinderen met een ondersteuningsvraag ook andere ouders en kan zo, via het sneeuwbaleffect, toch contact gelegd worden met deze groep ouders. 6.4 Leerlingen Het is wat vreemd om leerlingen als specifieke doelgroep te benoemen binnen de achterban van de ondersteuningsplanraad. Ze worden hier wel apart genoemd omdat de medezeggenschapspraktijk uitwijst dat het lastig is om leerlingen actief te betrekken bij een MR. Voor een ondersteuningsplanraad zal dat, aangezien deze nog verder op afstand staat van de dagelijkse schoolpraktijk, nog sterker het geval zijn. De ondersteuningsplanraad wil echter wel graag weten wat er speelt bij leerlingen en wil hun belangen mee kunnen wegen bij de adviezen. Daarbij gaat het zowel om leerlingen die wel en leerlingen die geen extra ondersteuning nodig hebben. Zij zijn degenen die direct gebruik maken van het onderwijs en ondersteuningsvoorzieningen. Dit perspectief is daarmee van grote waarde voor de ondersteuningsplanraad. 7. Communiceren met de achterban hoe doe je dat? Er zijn veel verschillende manieren om als ondersteuningsplanraad met de achterban te communiceren of deze te raadplegen. Het kan variëren van een goed gesprek met een groep ouders, tot een brede personeelsbijeenkomst en van een internetpeiling tot het opzetten van en werkgroep. De keuze voor de manier van achterbancommunicatie is afhankelijk van het doel dat de ondersteuningsplanraad heeft met de raadpleging en de doelgroep waar het om gaat. Bijvoorbeeld als het doel is om kennis te krijgen van de wijze waarop de ondersteuning aan kinderen met een autisme spectrum stoornis beter georganiseerd kan worden, heeft een internetpeiling onder alle leerlingen van alle scholen weinig zin. Denk dus eerst na over wat je wilt bereiken, en kijk vervolgens pas naar een passende vorm. 7.1 Zichtbaar en benaderbaar zijn De eerste stap om contact tussen de raad en de achterban op gang te brengen, is om zichtbaar te zijn voor de achterban. Omdat de leden van de ondersteuningsplanraad worden zijn door de MRleden, ben je als OPR-lid waarschijnlijk slechts bij een deel van je achterban in beeld. Zorg daarom dat de achterban de leden van de ondersteuningsplanraad weet te vinden. Hiervoor kunnen deze zich bijvoorbeeld zelf voorstellen op de website van het samenwerkingsverband. Door je te laten zien, ben je ook benaderbaar voor ouders, personeel en leerlingen die vragen, klachten of ideeën hebben. Het is aan te raden dat iedere ondersteuningsplanraad een e-mailadres heeft. Verder kan ervoor gekozen worden om binnen de ondersteuningsplanraad een duidelijke taakverdeling te maken wat betreft de achterban. Zo kan een leerling-lid aanspreekpunt zijn voor leerlingen, een lid vanuit het personeel van speciaal onderwijs voor vragen over speciaal onderwijs, enzovoort. Verder is het de bedoeling dat de achterban kennis kan nemen van wat de ondersteuningsplanraad doet. De adviezen van de ondersteuningsplanraad, het reglement en de werkwijze zouden in principe openbaar moeten zijn voor de achterban. De ondersteuningsplanraad kan er voor kiezen om een (digitale) nieuwsbrief te versturen aan de MR-leden en/of aan de actieve achterban.
7.2 Informatiebijeenkomsten Een eerste stap om de banden aan te halen tussen de achterban en de ondersteuningsplanraad is vaak het organiseren van een informatiebijeenkomst. De ondersteuningsplanraad kan zelf de achterban informeren maar ook bijvoorbeeld een deskundige uitnodigen om kennis te delen over een thema binnen passend onderwijs. Een informatiebijeenkomst kan algemeen van aard zijn of juist heel specifiek. Zo kan er een bijeenkomst worden georganiseerd voor alle MR-leden om hen bij te praten over de stand van zaken rondom het ondersteuningsplan. Ook kan bijvoorbeeld een gerichte bijeenkomst worden gehouden voor geïnteresseerden op een speciale school of een informatiebijeenkomst voor specifieke groepen ouders. De informatiebijeenkomst kan worden georganiseerd in samenwerking met het bevoegd gezag van de scholen of het samenwerkingsverband. Omdat het raadplegen van en communiceren met de achterban meer is dan alleen het geven van informatie aan de achterban is het logisch om op deze bijeenkomsten veel ruimte te laten voor vragen en opmerkingen van de deelnemers. 7.3 Enquête of peiling Wanneer je een duidelijke mening van de achterban of een deel van de achterban wilt weten over een specifieke vraag kan een enquête of een peiling uitkomst bieden. Dit kan via een formulier dat ouders, leerlingen en personeel krijgen, via internet of op een bijeenkomst. Het is goed om te realiseren dat hoewel een peiling vaak de schijn heeft van een objectieve en accurate uitslag (36% is voor, 47% is tegen, 17% geen mening) de praktijk vaak anders is. De uitkomst van een peiling is afhankelijk van de 'opkomst' bij de deelnemers, de kennis van de deelnemers en de vraagstelling. Een peiling kan voor een ondersteuningsplanraad daarom zeker helpen om richting te geven maar het is geen absoluut middel om zeker te weten hoe het staat met het draagvlak voor bijvoorbeeld het ondersteuningsplan. Het advies is dan ook om een peiling altijd te combineren met andere vormen van contact met de achterban. 7.4 Informele gesprekken Het raadplegen van de achterban hoeft niet altijd op een formele manier of bij officiële bijeenkomsten. Soms is het vooral nuttig om je oor te luister te leggen en in gesprek te gaan met bijvoorbeeld leraren of ouders om te weten hoe men ergens tegen aan kijkt. Zo kunnen OPR-leden aansluiten bij een bijeenkomst van ouders van kinderen met een specifieke beperking om kennis op te doen over het type ondersteuning dat ze nodig hebben. Of vraag de zorgcoördinator van de school eens naar zijn mening. Dit geeft natuurlijk een selectief beeld, maar als alle leden van de ondersteuningsplanraad dit doen, komt er toch een behoorlijke diversiteit aan kennis en meningen op tafel. 7.5 Werkgroep of klankbordgroep De ondersteuningsplanraad kan er voor kiezen om een werkgroep of klankbordgroep te starten om leerlingen, ouders of personeel mee te laten denken over een specifiek thema. Dat kan bijvoorbeeld gaan om een groep die zich bezighoudt met vragen rondom inkoop van ondersteuning, of een groep die zich richt op de informatievoorziening van het samenwerkingsverband naar ouders toe. Het idee bij het starten van een werkgroep is dat je op een structurele manier kennis van delen van de achterban in kunt zetten voor de ondersteuningsplanraad. Een dergelijke werkgroep kan een formele en een structurele positie hebben of juist niet. 7.6 Online discussie en uitwisseling Zeker voor samenwerkingsverbanden met een groot werkgebied vraagt het een behoorlijke investering om op een centrale plek bij elkaar te komen om gezamenlijk in gesprek te gaan over passend onderwijs. Het kan daarom een goed idee zijn om gebruik te maken van een online ontmoetingsplek waar discussie gevoerd kan worden, documenten kunnen worden uitgewisseld en
men ervaringen kan delen. Zo'n online ontmoetingsplek kan open staan voor iedere leerling, ouder of personeelslid met interesse om mee te praten. Het steunpunt medezeggenschap passend onderwijs biedt alle ondersteuningsplanraad zo n eigen omgeving aan. 7.7 Vastleggen achterbancommunicatie in reglement Het is het overwegen waard om als ondersteuningsplanraad te kijken of achterbancommunicatie kan worden opgenomen in het reglement (zie artikel 24, lid 1 onder i van de Wet medezeggenschap op scholen). Door dit te doen, is voor iedereen duidelijk op welke wijze men in ieder geval in gesprek gaat met de achterban. Een voorbeeld is om vast te leggen dat er jaarlijks een bijeenkomst voor ouders en leerlingen en een bijeenkomst voor personeel georganiseerd dient te worden. Ook kan worden opgenomen dat er een structurele werkgroep komt of dat er structureel contact is met personeelsorganisaties en ouderorganisaties.
8. Checklist Bekijk met je OPR onderstaande checklist en bepaal of je op de goede weg bent wanneer het gaat om contact met de achterban. 1 De ondersteuningsplanraad is zichtbaar en benaderbaar voor de achterban 1.1 De OPR-leden hebben zich voorgesteld 1.2 De ondersteuningsplanraad is via een eigen mailadres makkelijk te bereiken 1.3 Er is een onderlinge taakverdeling voor communicatie met achterban 1.4 De OPR-leden onderhouden informele contacten op hun eigen school en/of in hun regio 2 De ondersteuningsplanraad deelt informatie over haar werk met de achterban 2.1 De adviezen, reglement en werkwijze van de raad zijn openbaar 2.2 Middels een nieuwsbrief of via een website houdt de raad de achterban op de hoogte 2.3 De wijze waarop de raad informatie met achterban deelt en/of communiceert is vastgelegd in het reglement 3 De ondersteuningsplanraad heeft goed contact met de MR-en van de aangesloten scholen 3.1 De MR-en worden gevraagd om hun mening wanneer het gaat om de basisondersteuning 3.2 De MR-en worden gevraagd om hun mening wanneer het gaat over het dekkend aanbod 3.3 Eventueel: er is een MR-platform opgezet 4 De ondersteuningsplanraad heeft contact met specifieke groepen binnen de achterban 4.1 Speciaal onderwijs 4.2 Personeel voor ondersteuning op school 4.3 Ouders van leerlingen met ondersteuningsvraag 4.4 Leerlingen 4.5 Anders nl: 5 De ondersteuningsplanraad werkt gericht aan activiteiten op het terrein van achterbanraadpleging 5.1 De raad organiseert jaarlijks een informatiebijeenkomst 5.2 Indien gewenst houdt de raad een enquête of peiling 5.3 Er is een werkgroep of klankbordgroep ingesteld rondom een specifiek(e) thema of vraag 5.4 De raad beschikt over een eigen web faciliteit voor de communicatie met de achterban