STUDIEDAG REALISATIE PROJECTEN KLIMAATACTIEPLAN 29.10.2015 - LANDEN Een klimaatplan opmaken en acties bedenken om de klimaatdoelstellingen te behalen. Dat lijkt op het eerste gezicht wel doenbaar. Maar hoe organiseer je een actie of project? Wie betrek je in je verhaal? Kunnen we onze burgers laten participeren? En waar vind ik geld om mijn actie te ondersteunen? Interleuven organiseerde een klimaatdag op 29 oktober in Landen met een aantal goede praktijkvoorbeelden zodat de aanwezigen een antwoord op al deze vragen kregen. 1. INTERGEMEENTELIJKE KLIMAATONDERSTEUNING DANKZIJ MAYORS IN ACTION Mayors in Action ondersteunt Coördinatoren en Ondersteuners van het Burgemeestersconvenant (Covenant of Mayors) in de effectieve begeleiding van hun gemeenten bij de implementatie en monitoring van hun klimaatactieplan (SEAP = Sustainable Energy Action Plan). Interleuven en de provincie Vlaams-Brabant zijn territoriale coördinatoren van het Burgemeestersconvenant. Interleuven organiseert ikv Mayors in Action voor haar partners trainingssessies zoals deze van 29 oktober. 14 gemeenten krijgen van Interleuven intensieve begeleiding bij de opmaak en uitvoering van hun SEAP (zie voor een stand van zaken hierover pagina x). Ook met andere coördinatoren van het Burgemeestersconvenant wordt er intensief samengewerkt en wordt kennis uitgewisseld. (link leggen naar andere artikels in NBR) 2. IGO: DE ENERGIELENING Johan Eyben van IGO gaf een toelichting over de Vlaamse energielening die sinds 2015 de zogeheten FRGE (Fonds ter Reductie van de globale Energiekost) lening vervangt. Met deze lening kunnen energiebesparende investeringen worden gefinancierd tegen een rentevoet van 2% (iedereen, geen inkomens- of leeftijdsgrens) of 0% (voor sociale doelgroep). In de grafieken (zie presentatie) valt op dat het aantal uitbetaalde leningen sterk steeg ten opzichte van de voorbije jaren: 190 leningen in de eerste 9 maanden van 2015 waarvan 21 voor de sociale doelgroep tegenover 109 (16 doelgroepleningen) in heel 2014. 2.1. Vragen/opmerkingen Van het aantal huurders die energieleningen bekwamen, bestaan geen cijfers en het aantal verhuurders die dergelijke prefinanciering vraagt is zeer beperkt (slechts 2 à 3 dossiers). Het maatschappelijk effect van de Vlaamse energieleningen wordt niet opgevolgd aangezien de vergoedingen die het Energiehuis krijgt niet voldoende is voor dergelijke bijkomende initiatieven. De renovatiepremie en de energielening bestaan naast elkaar. De renovatiepremie wordt toegekend voor andere werken dan energiebesparende maatregelen. 1/5
Hypothecaire leningen zitten tegenwoordig ook rond de rentevoet van 2% maar de te betalen kosten hiervan liggen hoger. In Limburg zijn er gemeenten die mensen/gezinnen die net niet in aanmerking komen voor de renteloze lening, subsidiëren zodat het verschil tussen de 0 en de 2% wordt weggewerkt. Het verschil tussen de maandelijkse terugbetaling van de lening tegen de rentevoet van 2% is slechts 9 euro meer dan de renteloze lening maar gratis heeft natuurlijk meer effect. En in dat geval zullen er ook meer leningen worden afgesloten en dus meer energiebesparende werken worden uitgevoerd. In gemeenten met een wooninfopunt blijken ook meer leningen te worden afgesloten dan in andere (deze slide zat niet in de presentatie maar is achteraf nog overgemaakt). Is ondertussen wel beschikbaar op de website van Interleuven. 3. COLLECTIEVE RENOVATIE IN LEUVEN In het kader van Leuven klimaatneutraal 2030 is de stad gestart met een project rond collectieve renovatie van wijken. Net zoals in andere gemeenten en steden blijkt ook uit de nulmeting van Leuven dat het energieverbruik van particuliere woningen voor de meeste CO 2 - uitstoot te zorgt. In dit project staat het ontzorgen van inwoners centraal. Sensibiliseren alleen heeft onvoldoende effect, een actieve begeleiding geeft meer resultaat. Dit gebeurt door een renovatiebegeleider van IGO. Eén van de wijken die wordt aangepakt is wijk Bavenhof. De gemiddelde leeftijd van de inwoners is 66 jaar en de wijk bestaat uit 110 sociale koopwoningen die onder te brengen zijn in 3 à 4 typologieën. Conclusie van het vooronderzoek en technische doorlichting: een pakket maatregelen met een kostprijs van 10 à 15.000 euro zou ervoor kunnen zorgen dat het E-peil van de woningen daalt van E220 tot E90. Een ander deelproject is wijk Bosmanslaan + Partisanenstraat. De technische doorlichting van deze huizen gebeurt door studenten. Veel aandacht zal in deze renovatie gaan naar innovatieve technieken zoals de woning inpakken dmv voorzetwanden. De Leuvense Energids is het derde deelproject waarbij mensen actief worden opgezocht en begeleidt oa door een mobiel loket in een energiebus. 3.1. Vragen/opmerkingen Is een E-peil 90 wel ambitieus genoeg? Diepgaande renovaties verdienen zich sneller terug. Het was aanvankelijk de bedoeling om nog grondiger te renoveren maar het project is al een hele tijd bezig dus is het belangrijk om op bepaald moment met resultaten naar buiten te komen. Ook eigenaarschap is een belangrijke factor in het welslagen van het project. Er bestaat voldoende draagvlak voor wat er nu gepland is, grotere werken zou dit kunnen teniet doen. Bij Partisanenstraat zal er wel plaats zijn voor diepgaande renovatie. 2/5
Dubo Limburg begeleidt Limburgse gemeenten om het E-peil van woningen op E30 te brengen, hoe zit dat in Leuven? Leuvenaars weten dat de stad klaarstaat met aantal maatregelen, Dubo adviseert ook om zones aan te pakken waar een sterke wijkwerking is en in Leuven wordt dat ook toegepast. Krijgen inwoners informatie over goede aannemers? In het kader van de wetgeving op overheidsopdrachten mag de stad geen firma s selecteren of lijsten maken. Er wordt wel een bevraging gedaan ifv schaalvoordeel, de stad stelt in dat geval geen aannemer aan, dit dient elke particulier afzonderlijk te doen maar we kunnen wel sturing geven. 4. INNOVATIE EN DUURZAAMHEID IN LANDEN: FINANCIERING VAN DE NIEUWE WOONZORGCAMPUS OLEYCK VAN HET OCMW LANDEN De innovatieve en duurzame woonzorgcampus Oleyck in Landen wordt gefinancierd door het Belfius-EIB-programma Smart Cities and Sustainable Development. De financiering als SMART-project voor 50% door EIB maakt dat de kredietmarge voordeliger is dan bij een klassieke lening. De huidige woonzorgcampus botst tegen zijn grenzen aan door ruimtegebrek. Het aantal woongelegenheden wordt fors uitgebreid en er komen verblijfseenheden voor dagverzorging en assistentiewoningen. Smart Cities and Sustainable Development werd op een Interleuven trainingssessie in oktober 2014 door Francis Hayen van Belfius toegelicht. De woonzorgcampus in Landen is 1 van de eerste concrete projecten uit dit programma. 4.1. Vragen/opmerkingen Het programma loopt nog steeds: EIB 1.0 waar het project van OCMW Landen zich in bevindt en er komt ook een EIB 2.0. Iedereen kan obligaties kopen maar inwoners van Landen krijgen de voorkeur. 5. EEN VLAAMS-BRABANTS EPC-COACHING TRAJECT ALS OPLOSSING VOOR EEN ENERGETISCH EFFICIËNTE RENOVATIE De provincie begeleidt gemeenten bij de opstart van deze Energie Prestatie Contracten (EPC). Als enige Vlaamse partner in het Europese BEAST (Beyond Energy Action Plans)-project zet de provincie Vlaams-Brabant gemeenten samen met Dubo Limburg op weg naar EPC, een alternatieve financieringsvorm om bestaande gebouwen energiezuinig te maken. De bedoeling is om voor het patrimonium een strategische lange termijnvisie vast te leggen en deze te integreren in het beleid. De uitgevoerde energiebesparende investeringen worden terugbetaald door de gerealiseerde kostenbesparing. Verwacht wordt dat een 15-tal gemeenten zullen beroep doen op het EPC-coaching traject (onder andere Bertem en Lubbeek) waarvan 5 gemeenten overgaan tot een Energy Performance Contract met een ESCO. Dit laatste moet resulteren in een energiebesparing van 20 tot 25%. De deelnemers doen beroep op een energiedienstenleverancier voor de 3/5
uitvoering van de werken, de zogeheten ESCO s zijn 100% verantwoordelijk voor de te realiseren besparing in kwh. 5.1. Vragen/opmerkingen Niet alleen gemeentelijke gebouwen worden opgenomen maar ook gemeenschapsvoorzieningen zoals scholen, OCMW-gebouwen en zelfs privégebouwen. Wat met de financiering indien het een niet-gemeentelijk gebouw betreft? Financiering via een ESCO waarbij wordt gekeken wat realistisch en haalbaar is. 6. EEN WARMTENET EN SCHOOLVERWARMING DANKZIJ HOUTSNIPPERS IN BOCHOLT In het kader van het Interreg IVB NWE-project 'TWECOM' werd een pilootproject opgezet rond het valoriseren van houtige biomassa uit landschapselementen voor de verwarming van een scholencampus. Het hout uit de gemeentelijke houtkanten wordt volgens een gezamenlijk opgemaakt houtkantenplan geoogst door lokale landbouwers. Zij verwerken het hout tot kwaliteitsvolle houtsnippers die gebruikt worden om de scholencampus te verwarmen in een speciale houtsnipperkachel. De betrokkenen hebben zich verenigd in een lokale coöperatie van gelijken elk met hun eigen expertise: gemeente Bocholt, scholen, Regionaal Landschap Lage Kempen, De succesfactoren van dergelijke projecten landschapsenergie zijn: plannen (houtkantenplan), oogsten-bewerken, verwarmen, coöperaties en beleid. Communicatie en educatie in functie van het creëren van een draagvlak bij bevolking en gebruikers is heel belangrijk. 6.1. Vragen/opmerkingen Hoeveel input fossiele brandstoffen is er nodig om 1 kwh opbrengst te bekomen? Dit is 1 van de vragen waarop de initiatiefnemers ook een antwoord willen zien maar momenteel zijn er nog geen cijfers bekend. Op korte termijn wordt er wel info over dit pilootproject verwacht. De opbrengst per hectare is toch zeer variabel? De economische functie primeert niet waardoor er voldoende tijd wordt voorzien om de houtkant zich te laten herstellen (er wordt gewerkt met kleurcodes om dit op te volgen). De winsten zullen er pas zijn op lange termijn maar deze blijven wel lokaal. Tewerkstelling? Momenteel wordt er met 1 lokale aannemer gewerkt. De lokale verankering is zeer belangrijk waardoor lokale aannemers mee genieten van dit project. Er bestaan geen garanties voor nieuwe tewerkstelling op termijn maar het is de bedoeling om de bestaande lokale tewerkstelling te bestendigen. 7. PARTICIPATIE VAN GEMEENTEN EN BURGERS IN WINDPROJECTEN Electrabel realiseert hernieuwbare energieprojecten in heel België: windturbineparken, biomassa-installaties, zonnepanelen en waterkrachtcentrales. 4/5
Electrabel Cogreen: voor verschillende projecten werd er in totaal 1 miljoen euro geïnvesteerd door particuliere coöperanten (burgerparticipatie). Het Greensky-windmolenproject is een partnerschap met Infrabel, Sint-Truiden en IBE langs de E40. In totaal worden er 25 windturbines geplaatst in 6 gemeenten, 4 provincies en 2 gewesten. De 7 windmolens in Gingelom werden in oktober 2015 in dienst genomen en zijn goed voor de elektriciteitsproductie van bijna 10.000 gezinnen. Er wordt ook meer dan 15.000 ton CO 2 per jaar vermeden. 7.1. Vragen/opmerkingen Hoe zit dat precies met burgers die participeren? Zij worden voor 3 jaar vennoten van de coöperatie en geen financierders. Hoeveel geld wordt er via cofinanciering opgehaald? Voor Gingelom werd er gestreefd naar een bedrag van 100.000 euro per turbine dus in totaal 700.000 euro voor het park. Er bestaat wel een perimeter voor de mensen die kunnen participeren nl hier heel Gingelom. Indien dit zou worden opengesteld voor heel Vlaanderen, kan er nog meer geld worden opgehaald. Per turbine van 2,3 MW is de investeringskost ongeveer 3 miljoen euro 8. WERKBEZOEKEN Deze gevarieerde studiedag werd afgesloten met een werkbezoek aan het Greensky windmolenproject langs de E40 in Gingelom en de in aanbouw zijnde woonzorgcampus Oleyck in Landen. Zo konden de deelnemers in de praktijk kennismaken met deze voorbeeldprojecten die eerder in de presentaties werden besproken. De presentaties van deze boeiende klimaatdag kan u bekijken op de website van Interleuven. 5/5