Nieuwsbrief 14. Het programma is te vinden op Applicatie berekening brandstofgebruik.

Vergelijkbare documenten
Nieuwsbrief 12. Onderzoek HAS-studenten naar brandstofverbruik van niet kerende grondbewerking en kerende grondbewerking.

SPNA SPNA. Laboratorium. Directzaai. Directzaai Minimale grondbewerking in het Oldambt Ervaringen SPNA

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Rapportage ervaringen no-till

Grondbewerking en brandstofbesparing. 9 februari 2015, Gerard Meuffels PPO Vredepeel

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

Teelthandleiding. 2.1 grondbewerking en zaaibedbereiding voor suikerbieten

Aan de slag met erosie

NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN

Nieuwsbrief 13. Vergelijking van NKG en ploegen op zand voor aardappelen na grasland.

Beperkte grondbewerking spaart structuur en geld

Kenniscentrum voor duurzaam bodembeheer

Naar een klimaatbestendige bodem

Het effect van een niet-kerende hoofdgrondbewerking op de opbrengst en interne kwaliteit van suikerbieten

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie

Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

Aan de slag met erosie

Bodembewerking en NKG Christoffel den Herder DLV plant

Kansen voor NKG op zand

Nieuwsbrief 15. Aanmelden kan via of J.

Boerenexperiment No 4 aanvulling

Erosie in de akkerbouw Knelpunten en oplossingen (vanaf p. 68) Martine Peumans, Coördinator PIBO-Campus

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot

Aan de slag met erosie

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Rassenonderzoek winterkoolzaad 2011

BASIS en Bodemkwaliteit op zandgrond:

Gevolgen van de slechte weersomstandigheden in de herfst van 1974 voor g rond en gewas

Stimulering biodiversiteit in ecologische aandachtsgebieden in Flevoland. Wim Stegeman, coordinator FAC. Gerichte inzet van vanggewassen.

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Technieken opheffen ploegzool

NKG IN DE PRAKTIJK VAN TIGGELEN - GANGBARE AKKERBOUW OP ZAND EN KLEI

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. SPNA Precisiezaai wintertarwe

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

Onderwerpen. Veranderingen en uitdagingen. Proefopzet BASIS (1) 1/12/2011. Proefopzet BASIS Resultaten Eerste bevindingen

Reken af met duist in stappen

Rijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs. Inleiding. Rijenbemesting. Plaatsing van meststoffen. Effect van plaatsing

Minder grondbewerking in de maïsteelt. Technieken & onderzoeksresultaten Joachim Deru

Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. SPNA ziektebestrijding in wintertarwe 2011

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Teeltoptimalisatie winterkoolzaad

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. DIRECTZAAI in het Oldambt. Duurzaamheid van een directzaai systeem in een extensief bouwplan

Satellietbedrijf Graveland

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Teeltoptimalisatie winterkoolzaad

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Rassenonderzoek winterkoolzaad 2014

Programma. Meer rendement door opbrengstverhoging. GBM-update

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6

Teelthandleiding. Grondbewerking

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. DIRECTZAAI in het Oldambt. Duurzaamheid van een directzaai systeem in een extensief bouwplan

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe

DLV Aktua Chrysant. Zwaardere takken in chrysant met Trianum (Trichoderma harzianum T-22)

CONSERVERENDE AKKERBOUW. Saalland. Mts Klein Swormink - Stegeman BIOBEURS

4 Grondbewerking. 4.1 Hoofdgrondbewerking

9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen ( )

Veldleeuwerik. Duurzame landbouw een prachtige uitdaging. Henk Heinhuis

Invloed bemestingsstrategie en ras op het zetmeelgehalte van wintertarwe EH0713 en EH0714

Welkom. Importeur voor Nederland en Vlaanderen

Landgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren

Bodemkunde. Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1

Verbeter de bodem Blijf ervan af!

Onderzoeksresulaten meerjarige veldproeven niet-kerende bodembewerking

Bodembewerking beperken tot het bewerken van de zaailijnen: Strip-Till

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Rassenonderzoek winterkoolzaad 2012

Meer en beter gras van Eigen land met onze nieuwe graslandverzorgingsmachine

ONDERZOEK BODEMBEWERKINGEN TEELTCOMBINATIE GRAS MAÏS 2010

Biologische grondontsmetting met groenbemesters onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten

Betere maïs met drijfmest in de rij

Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel. 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen

Vario-Disc. Veelzijdig inzetbaar

Programma voor vandaag:

Diepere grondbewerking bij conserverende landbouw

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen

Stefan Muijtjens. keukentafel, demo s, studiegroepen & waardenetwerken.

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

LEVENDE BODEM. Natasja Poot

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Rassenonderzoek EU wintertarwe 2011

PLOEGLOOS MAIS TELEN EROSIE BEPERKENDE TECHNIEKEN

Voorstelling resultaten

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Bokashi als bodemverbeteraar. Resultaten van het veldonderzoek

Biologische grondontsmetting in roos Ondertitel: onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten

Beter Bodembeheer de diepte in

Doel van het onderzoek

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)

Aardappelen bij Niet Kerende Grondbewerking. Project stage DLV Plant

Meerjarig proefopzet bodembeheer

HANDLEIDING. Drijfmest als rijenbemesting bij maïs met behulp van GPS. Deze handleiding is mede mogelijk gemaakt door:

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot

Wintergranen voor waterberging

Biobedrijfsnetwerk groenten - akkerbouw Dinsdag 8 oktober 2013

Rhizoctoniabestrijding in de teelt van biologische pootaardappelen KW0721 Door: Ing. W.S. Veldman

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer SCAN versie 1.5d. FAC versie 1.2

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Onderzoek naar blad- en aarziektenbestrijding in wintertarwe 2010

Telers met hogere suikeropbrengsten hebben geen hogere kosten!

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Bodem in Balans?

Gezonde bodem, precisielandbouw & weerbaar gewas. onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten

Grondbewerking in de groene sector

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Onderzoek naar winterkoolzaadrassen in SPNA locatie Ebelsheerd

Productie van biobrandstof uit koolzaad

Verbetering rendement suikerbietenteelt

Rijenbemesting met mengmest bij maïs

Transcriptie:

Rekenprogramma voor brandstofverbruik bij (niet-kerende) grondbewerking Twee studenten van de HAS Hogeschool, Martijn Robben en Hans Moggré, hebben in opdracht van het Praktijknetwerk Niet-Kerende Grondbewerking een rekenprogramma gemaakt waarin het brandstofverbruik van een negenhonderd-tal verschillende grondbewerkings combinaties is terug te vinden. Er is gestart met de bouw van dit rekenprogramma omdat er steeds meer interesse is in niet-kerende grondbewerking als een mogelijkheid van brandstofbesparing; dit o.a. tegen de achtergrond van de afschaffing van de rode diesel per 1 januari 2013. Het doel van het rekenprogramma is om het brandstofverbruik van zowel niet-kerende grondbewerking als kerende grondbewerkingen in beeld te brengen. Een agrarisch ondernemer kan door middel van het invoeren van zijn gegevens in één oogopslag zien wat het brandstofverbruik van een bepaalde bewerking zal zijn. Ook de brandstofbesparing van niet-kerend ten opzichte van kerend is terug te vinden. De gegevens van het rekenprogramma zijn verzameld door praktijktesten. literatuurstudie, interviews en vele Het rekenprogramma geeft u een inkijk in het brandstofverbruik, zodat u kan zien dat een kleine aanpassing aan de machine of aan de werkomstandigheden een groot verschil kan maken in het brandstofverbruik. Het programma is te vinden op www.nietkerendegrondbewerking.nl, Applicatie berekening brandstofgebruik. Geert Jan van Roessel.

NKG actualiteiten vanuit het Oldambt. Door de toenemende kosten van brandstof en personeel is er de afgelopen vier á vijf jaar een sterke toename in de belangstelling in diverse vormen van het NKG-systeem. Op de proefboerderij van SPNA worden al langer proeven uitgevoerd op het gebied van NKG en direct zaai. Daarnaast zijn er in de praktijk een aantal voorlopers en zie je dat steeds meer boeren beginnen te experimenteren met NKG in hun bouwplan. De meest voorkomende vragen zijn, welke machine is het beste? Moet ik gelijk een grotere trekker kopen en hoe zit het met mijn suikerbieten. Uit de proeven op de proefboerderij blijkt dat direct zaai in het Oldambt een te groot risico met zich mee brengt omdat in de periode direct na het zaaien veel neerslag kan vallen. Daarom gaat bij iedereen meer de interesse uit naar NKG; toch een vorm van grondbewerking doen en later apart zaaien. Veel telers hebben geïnvesteerd in een bouwvoorlichter (zie foto). Hiermee kun je met een lage investering toch ervaring op je eigen bedrijf op doen met een vorm van NKG. De meeste telers gebruiken de bouwvoorlichter in combinatie met een rotorkopeg zodat de stoppel gemengd en vlak komt te liggen. Afgelopen jaar zijn er twee nieuwe merken die passen binnen een NKG systeem voor het Oldambt beschikbaar gekomen. Dit zijn Vaderstad en Claydon. Vaderstad heeft diverse machines in het pakket als het gaat om NKG. De machines die in het Oldambt beschikbaar zijn en waarmee wordt gedemonstreerd zijn de Carrier, Top down en de Rapid zaaimachine. Op de meeste percelen is er een hoofdgrondbewerking uitgevoerd met de Topdown waar vervolgens wordt gezaaid met de Rapid. Bij een aantal percelen koolzaad is de hoofdgrondbewerking en zaaien in één werkgang uitgevoerd door de Topdown. De wintertarwe percelen zijn voorbewerkt met de Carrier of de Top down. Volg de percelen in uw buurt. Voor meer info kunt u kijken op www.vaderstad-holland.nl. Het Claydon Systeem is afkomstig uit Engeland. Dit is een tegenhanger van directzaai. Volgens het Claydon Systeem moet je eerst de stoppel twee keer bewerken met een zogenoemde stoppeleg. Deze maakt de stoppelresten los en verdeeld dit samen met het kaf gelijkmatig over het perceel. Hierdoor heb je geen last meer van kafbanen en stroken opslag van bv koolzaad of tarwe. Vervolgens kun je de volgteelt gaan zaaien met de Hybrid Drill. Dit is een zaaimachine die zo min mogelijk de grond bewerkt zodat de natuurlijke structuur intact blijft. Ook met dit systeem zijn er bij diverse telers percelen bewerkt en gezaaid.

Voor meer info kunt u kijken op www.claydondrills.com Er wordt veel geschreven en gepraat over de verschillende systemen en mogelijkheden van NKG. Het is lastig om keuzes te maken welke machine/systeem bij u past. Om hier een goede keuze in te maken kunt u het beste op uw eigen bedrijf zelf ervaring op doen, elke grond is anders. De machinefabrikanten zijn graag bereid de ervaringen met u te delen door een demo strook aan te leggen. Daarnaast kunt u altijd een collega vragen die een dergelijke machine heeft staan. Zien is geloven. De komende nieuwsbrieven zullen wij u op de hoogte houden van de verschillende boerenexperimenten/demo s die in het gebied de komende weken worden aangelegd. Klaas Froma Boerenexperimenten in het Oldambt Boerenexperiment verschillende grondbewerkingsmachines In dit meerjarige boerenexperiment willen we op een langere termijn kunnen aantonen welk type grondbewerking het meest geschikt is voor NKG in het Oldambt. Hiervoor zijn 6 verschillende stroken aangelegd op de proefboerderij van SPNA in Nieuw Beerta. Het bouwplan wat op deze kavel wordt gehanteerd is WT-WG-Winterkoolzaad en komende herfst wordt er weer wintertarwe gezaaid. In dit verslag worden de resultaten besproken van de opbrengsten die zijn bepaald in de winterkoolzaad. Verloop van het experiment In het najaar van 2012 zijn er met de volgende machines stroken aangelegd waar vervolgens winterkoolzaad is ingezaaid: Lemken Kverneland Evers Sumo Lemken Imants Ploeg CLI Tinker Trio Karat Spitmachine De machines zijn met medewerking van de fabrikanten zo ingesteld zodat ze onder de huidige omstandigheden het beste werken.

Nadat de velden zijn aangelegd heeft er voor het zaaien een voorbewerking plaatsgevonden met de rotorkopeg. Dit omdat een aantal velden te grof waren om direct koolzaad te kunnen zaaien. Na het zaaien van de koolzaad is het perceel gerold ivm eventuele slakken vraat. Resultaten Hieronder worden de opbrengsten van de winterkoolzaad samengevat. Rijlabels opbrengst [ton/ha] Evers Tinker 4,6 Imants 4,6 Ploegen 4,6 Kverneland CLI 4,4 Lemken Karat 4,6 Sumo Trio 4,6 l.s.d. (P=0,05) n.s. Rijlabels opbrengst [ton/ha] Persen + Stoppelmaaien 4,4 Persen + Schijven eggen 5,0 Persen + 100 l/ha NTS + schijveneg 4,6 Persen + 20 t/ha Compost 4,6 Persen + 100 l/ha NTS 4,6

Persen 4,5 Hakselen + Schijven eggen 4,5 Hakselen + 100 l/ha NTS + schijveneg 4,6 Hakselen + 20 t/ha Compost 4,6 Hakselen + 100 l/ha NTS 4,6 Hakselen 4,4 Het volledige rapport en diverse foto s zijn te vinden op www.nietkerendegrondbewerking.nl Conclusies Het aanleggen van de demo stroken vond plaats op 10 augustus 2012 onder middelmatige omstandigheden. Na de oogst van de wintergerst was er veel neerslag gevallen waardoor eerdere aanleg van het experiment al verschoven was. Bij het aanleggen van de verschillende stroken kon je goed zien dat er per machine behoorlijke verschillen waren tussen de benodigde trekkracht. De Kverneland CLI vroeg het minste vermogen. Het diesel verbruik is niet gemeten. Na het aanleggen van de verschillende stroken zijn deze vlak voor het zaaien nog eens voorbewerkt met een rotor kopeg omdat de stroken van de Evers tinker en de Kverneland CLI niet vlak lagen. In september is er een gewas beoordeling gedaan om de verschillen in stand van de koolzaad te kunnen waarnemen. Het geploegde en gespitte object had een onregelmatige opkomst omdat het zaad op plekken droog lag na het zaaien. De andere objecten waren gezaaid in vochtige grond. Wel hadden de objecten met veel stro in de bovengrond last van uitval en een onregelmatige stand. Dit was voornamelijk bij de Kverneland CLI. Als we uiteindelijk de opbrengsten onder de loep nemen zien we geen significante verschillen. Na de winterkoolzaad zijn de verschillende stroken weer bewerkt door de verschillende machines om dit najaar weer in te kunnen zaaien met winter tarwe. Klaas Froma. Bodemleven bevordert de afbraak van schimmels Bodemleven lijkt een positief effect te hebben op de vermindering van Fusarium en DON op gewasresten. Niet kerende grondbewerking (NKG) heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van het bodemleven. Het bodemleven kent een zeer grote diversiteit in nuttige soorten zoals schimmels, bacteriën, aaltjes, springstaarten en spinnen. Meestal zijn vooral de schadelijke varianten hiervan bekend maar het merendeel van de aanwezige soorten in de bodem heeft een zeer nuttige functie in de bodem. NKG kent echter wel een hoger risico voor wat betreft de opbouw van diverse schadelijke schimmels als Fusarium en DON in bijvoorbeeld graan en maïs. Vooral het aan de oppervlakte achterlaten van oogstresten/stro verhoogd dit risico aanzienlijk. Traditioneel worden gewasresten om deze reden

ondergeploegd zodat deze geen gevaar kunnen vormen in volgteelten. Het risico blijft echter wel dat het jaar daarna de resten (deels) weer bovengeploegd worden en alsnog een besmettingsbron vormen. In diverse studies in Duitsland is gekeken of bodemleven invloed heeft op Fusarium en DON concentraties. Uit literatuur en onderzoek is bekend dat er diverse groepen aaltjes leven van aanwezige schimmels in de bodem. Ze leven bijvoorbeeld van Fusariumschimmels, DON en in mindere mate ook van Pythium en Rhizoctoniasoorten. Ook springstaarten leven van deze schimmels en kunnen eveneens bijdragen aan de afname hiervan. Het Bundesforschnungsinstitut in Braunschweig in samenwerking met het Thünen-Institut heeft rondom dit thema onderzoek gedaan waarbij zowel in het laboratorium als in het veld diverse varianten/velden zijn onderzocht op afbraak van Fusarium en DON. Naast een controlevariant (zonder aaltjes en springstaarten) was er een variant met alleen aaltjes, alleen springstaarten en een combinatie hiervan. Het bleek dat Fusariumschimmels in de variant met aaltjes én springstaarten in vier weken tijd tot 94% gereduceerd werden. In de controlevariant was de afbraak lager. Wat betreft de DON werd na vier weken in de controlevariant een reductie gemeten van 74% en in de variant met enkel springstaarten 77%. Enkel aaltjes gaf een reductie van 85 % terwijl aaltjes in combinatie met springstaarten de hoogste reductie gaf, namelijk 94%. Bovenstaande resultaten zijn verkregen uit proeven in een laboratorium. Veldproeven laten een zelfde beeld zien. Het blijkt dus van groot belang dat bodemleven zoveel mogelijk gespaard blijft, ook in een systeem van NKG. Niet alleen de grote bodembewoners (wormen, kevers, spinnen etc) zijn van belang maar zeker ook de kleinere organismen als aaltjes en springstaarten die naar het lijkt een zeer positieve bijdrage kunnen leveren aan de afbraak van diverse schadelijke schimmels in de bodem. Christoffel den Herder Cursussen Vanuit het Praktijknetwerk Niet Kerende Grondbewerking zullen eind dit jaar/begin volgend jaar weer een aantal cursussen Niet kerende Grondbewerking worden georganiseerd. We denken op dit moment aan de Introductiecursus en een verdiepingscursus. Afhankelijk van het aantal deelnemers en waar ze vandaan komen stellen we de locatie van de cursus vast.

U kunt nu al uw belangstelling aangeven bij Christoffel den Herder, C.denHerder@dlvplant of 06 12155131