Tijdlijn Totale Heupprothese: Rehabilitatie proces en kinesitherapie Voor een optimaal herstel zijn rehabilitatie en revalidatie van groot belang. Het doel: de patiënt zo snel mogelijk zijn actieve levensstijl laten hervatten. Het zorgt voor een sneller herstel na de ingreep en is de start van een long term succesverhaal. Het is cruciaal dat de patiënt zich aan het plan houdt, zich zoveel mogelijk inzet en dit elke dag opnieuw. Preoperatieve Fase De laatste jaren is via verschillende studies bewezen dat preoperatieve voorbereiding (het optimaliseren van de spieren en mobiliteit) recht evenredig is met het postoperatief herstel. Hier is nog een werkpunt! We merken dat dit te weinig gebeurt en dat het belang hiervan, zeker ook door de patiënt, wordt onderkend. We hebben een oefenschema ontwikkeld om de patiënten hierbij te ondersteunen (terug te vinden op de website van Az Monica/revalidatie/preoperatieve oefeningen heup- en knieprothese). Postoperatieve Fase Dag 1 De revalidatie en rehabilitatie beginnen onmiddellijk na het ontwaken. Binnen de 24 uur, met hulp van een kinesist en/of ergo leert de patiënt opkomen en stappen met
ondersteuning van een loophulpmiddel. Het is van groot belang dat de prothese zo snel mogelijk belast wordt. De patiënt wordt aangeleerd hoe hij het best in en uit bed komt. Bij heupprothese komt de patiënt aan de geopereerde zijde uit bed (om adductie te vermijden). Er worden oefeningen aangeleerd die de doorbloeding van de onderste ledematen stimuleren. Ook lichte krachtoefeningen staan op het programma. Cryotherapie na de oefentherapie verlicht de pijn en voorkomt zwelling. De ergotherapeut informeert en adviseert over ADL activiteiten, zoals aankleden, toiletgebruik en doorloopt de informatiebrochure met de do s en don ts. Dag 2 De patiënt wordt tweemaal (voor- en namiddag) in de oefenzaal verwacht. Daar wordt voornamelijk gewerkt op de mobiliteit, kracht en stabiliteit van de heup. Dag 3 De mobiliteit en de kracht van de patiënt zijn op dag drie duidelijk toegenomen. De oefensessies van dag2 worden herhaald en indien mogelijk uitgebreid. Ook trappen komen aan bod. Ontslagcriteria:.Transfers: zelfstandig in en uit bed, in en uit stoel, op en van toilet.gangrevalidatie met hulpmiddel (minstens 25 meter).trappen op- en afgaan: zelfstandig met hulpmiddel.het begrijpen van de oefeningen en activiteiten die thuis kunnen worden ondernomen/toegepast..de operatiewonde moet infectie vrij/droog zijn
Van ontslag tot week 3 In deze periode wint de patiënt voornamelijk aan mobiliteit en beweeglijkheid. De patiënt wordt zelfzekerder en meer zelfredzaam. De zwelling neemt geleidelijk aan af en men wordt minder afhankelijk van derden. Bv. Wanneer de patiënt bij het verlaten van het hospitaal met twee krukken stapt, kan hij in deze periode overschakelen naar 1 kruk. De patiënt moet nog steeds dagelijks oefenen. Liefst onder begeleiding van een kinesitherapeut. Week 4 tot 6 Als de patiënt trouw blijft oefenen, verandert er in deze periode veel. De mobiliteit en de kracht van de heup nemen toe alsook de duurbelasting (langere wandelingen en langere oefenperiodes). Na 6 weken kunnen grotere afstanden worden afgelegd (500m). De afhankelijkheid van de omgeving valt nu grotendeels weg. Activiteiten zoals koken en huishoudelijke taken worden makkelijker om te ondernemen. Na 6 weken is autorijden terug toegelaten. Doelstellingen na week 6: Genoeg kracht om al de dagelijkse activiteiten die van je verwacht worden (leeftijd en andere pathologiën in acht genomen) te vervullen zoals vóór de heupproblematiek Vermindering zwelling en daling inflammatoire reactie. ROM: 100.
Week 7 tot 11 Patiënt stapt grotere afstanden zonder hulpmidddel, is in staat zich te verplaatsen met de auto, dagelijkse activiteiten uit te voeren en het huishouden te runnen. De taak van de kinesitherapeut bestaat er nu in om de oefentherapie meer te specifiëren en de frequentie van begeleid oefenen te verminderen. Voorbeelden hiervan zijn: - Stabiliteit heupregio bij unipodale belasting (vnl gluteus medius is dikwijls verzwakt). - Squats. - Alternerend op en af de trap. - Fietsen (ROM moet meer dan 90 zijn!). Deze periode is belangrijk voor het langetermijnsucces het gaat dan niet meer zozeer over primaire functionaliteit maar eerder over secundaire functionaliteit. (meer dan gewoon het functioneren van de prothese maar het totaalpakket) Doelstellingen week 11: - ROM: 120. - Afnemen van de stijfheid en pijn na belasting en oefentherapie. - Toename kracht in de heup en de omliggende structuren. - Hervatten dagelijkse activiteiten, recreatief wandelen, zwemmen en fietsen. Week 12
Vanaf week 12 zijn de doelstellinggen veel ruimer. Hier gaat het over reconditionering. De patiënt is nu in staat om (na 12 weken intensieve therapie) zijn structuren te verbeteren, in die mate dat hij (afhankelijk van leeftijd en andere problematieken) in staat is om terug activiteiten te ondernemen die hij niet meer mogelijk achtte voor de operatie. Impactsporten zijn niet aan te raden: Afstandslopen, aerobics, skiën, basketbal, voetbal, high-intensity fietsen. Doelstellingen week 12: - Minder pijn gedurende ADL en recreatieve sporten. - Volledige range of motion (ROM). - Verderzetten oefenregime zoals wandelen, zwemmen, golfen, fietsen en dansen zonder begeleiding van kinesitherapeut. Week 13 en verder Vanaf 13 weken daalt de zwelling en pijn tot volledig. Het duurt ongeveer 1 jaar alvorens de optimale recuperatie is bereikt. Het revalidatieproces is natuurlijk afhankelijk van verschillende factoren. Maar er kan gesteld worden dat het optimaal herstel zich tussen de 6 maanden à 1 jaar bevindt. De motivatie en inzet van de patiënt spelen hierbij een cruciale rol. Bronnen: American Academy of Orthopaedic Surgeons: "Total Hip Replacement Exercise Guide," "Total Knee Replacement Exercise Guide," "Activities After a Knee Replacement." Claudette Lajam, MD, orthopedic surgeon, NYU Langone Medical Center; assistant professor of orthopedics, Hospital for Joint Diseases-New York University School of Medicine.
David Lewallen, MD, orthopedic surgeon, Mayo Clinic; professor of orthopedics, Mayo Clinic College of Medicine. Medscape: "Total Joint Replacement Rehabilitation." National Institute of Arthritis and Musculoskeletal and Skin Diseases: "Questions and Answers About Hip Replacement." Charles Nelson, MD, chief of joint replacement, Penn Orthopaedics; associate professor of orthopedic surgery, Hospital of the University of Pennsylvania.