Mobilisatie- en oefenschema na een hernia-operatie middels de MTD-methode

Transcriptie

1 Neurologie Mobilisatie- en oefenschema na een hernia-operatie middels de MTD-methode Boermarkeweg AA Emmen Postbus RA Emmen Tel MA H 12 1

2 Hierbij ontvangt u het mobilisatie- en oefenschema zoals dat op deze afdeling, na een hernia-operatie, middels de MTD-methode (Micro Tube Discectomie) gebruikt wordt. U wordt hierbij begeleid door de therapeut. September

3 Meer informatie Voor uitgebreidere patiënteninformatie over de hernia, de operatie en de herstelperiode verwijzen wij u naar de Informatiebrochure met betrekking tot de hernia-operatie. Deze brochure heeft u reeds ontvangen. Inhoudsopgave Blz. De operatie 4 Het mobilisatieschema 4 Het oefenschema 4 Dag 0 = OK dag 5 Dag 1 6 Nog enkele algemene opmerkingen 8 Wat betreft mobiliseren thuis 9 Meer informatie

4 De operatie Bij de M.T.D.-methode wordt de operatie verricht via een klein buisje (micro-tube), die door de rugspieren heen naar het operatiegebied wordt geleid. Door dit werkkanaal kan onder de microscoop de uiteindelijke operatie, het vrijleggen van de zenuwwortel worden uitgevoerd. Het mobilisatieschema Het mobilisatieschema geeft richtlijnen voor het mobiliseren aan. In het mobilisatieschema zit een duidelijke opbouw om de rug weer te laten wennen aan de krachten die in het dagelijkse leven op uw rug in werken (= de belasting). Het is belangrijk dat u zelf leert aanvoelen wat uw rug kan hebben. Beweeg dus op geleide van de klachten/pijn. Een te grote belasting kan een toename van moeheid en/of pijn in de rug en/of het been geven. Daarbij kunt u beter kort en vaker op zijn, dan te lang achtereen. Bij toename van klachten is het raadzaam te gaan rusten/liggen. U mag eventueel met het hoofdeinde van het bed omhoog zitten, maar realiseert u zich dat de rug het minst belast wordt als het bed vlak ligt. Het oefenschema De therapeut komt 's middags na de operatie bij u langs en begeleid u uit bed. Dit gebeurd door via de zij uit bed te gaan, zoals u dat van te voren al is aangeleerd bij de intakebijeenkomst door de oefentherapeuten. De onderstaande oefeningen in de schema s mogen zelfstandig door u worden uitgevoerd nadat ze eerst onder leiding van de therapeut met u zijn doorgenomen. Wat betreft mobiliseren thuis Het lopen en in de stoel zitten uitbreiden naar eigen kunnen. De eerste periode is het verstandig om dit af te wisselen met liggen op een bed (liever niet in de woonkamer). U mag uw activiteiten stapsgewijs uitbreiden, op geleide van de klachten. Het is belangrijk dat u leert aanvoelen wat uw rug wel of (nog) niet kan; of dit nu wandelen, fietsen, strijken, tuinieren, tillen, of werken is. Tijdens het bukken en tillen stijgt de druk in de tussenwervelschijven aanzienlijk. Bukken en tillen vanuit een gedraaide positie (= schroefbeweging ) gaat met nog meer drukverhoging gepaard. Dit dient dan ook vermeden te worden. Het bukken en tillen wordt met u in het natraject doorgenomen. U mag fietsen, maar bedenk wel dat de schokbelasting vervelend kan zijn. Opbouwen van de conditie kan dan beter eerst op een hometrainer. Autorijden kunt u hervatten indien de rug en het been dit toelaten (eventueel pauzeren om de 20 tot 30 minuten). Zwemmen mag 1 week na de operatie, mits de wond dicht is. Probeer zoveel mogelijk te variëren van lichaamshouding. Heeft u vragen, aarzel dan niet ze te stellen aan uw arts, therapeut, of verpleegkundige. 4 9

5 Nog enkele algemene opmerkingen De controleafspraak vindt plaats 4-6 weken na ontslag. Dan wordt ook werk/ sporthervatting besproken. Nabehandeling Gezien de korte opnameduur, wordt de oefentherapie gecontinueerd in de vorm van een vervolgprogramma in de polikliniek van het ziekenhuis bij u in de buurt. Voor ontslag wordt dit met u besproken. Als u naar een andere polikliniek gaat dan het Scheper Ziekenhuis, krijgt u de verwijzing mee en moet u zelf even bellen voor een afspraak. Wij zorgen voor de overdracht van uw gegevens, waaronder het operatieverslag. Volgt u het programma in het Scheper Ziekenhuis, dan krijgt u de behandeltijden tijdens de opname mee. Deelnemende ziekenhuizen Wilhelmina Ziekenhuis Assen Nij Smellinghe Ziekenhuis Drachten Scheper Ziekenhuis Emmen Martini Ziekenhuis Groningen Oranjeoord Streekziekenhuis Harlingen Refaja Ziekenhuis Stadskanaal St. Lucas Ziekenhuis Winschoten Particuliere praktijk: De Vennen Delfzijl DAG 0 = OK DAG Houding in bed Let op de volgende punten: Vermijd wringen en draaien in de rug. Houd schouders en heupen in een rechte lijn op het matras. Gebruik niet meer dan 1 kussen onder het hoofd en laat de schouders vrij. De hoofdsteun van het bed mag 20º omhoog. Draai om als een blok (zoals aangeleerd voor de operatie). OEFENINGEN Middag Onder leiding van de therapeut gaat u voor het eerst uit bed om een stukje te lopen. Span eerst de onderste buikspieren aan. Zet de benen een voor een gebogen neer. Het draaien in bed dient als een blok te gebeuren. Ga via de zij uit/in bed. Bespreken zaken ten aanzien van de nabehandeling; wat/waar en eventuele andere vragen. MOBILISEREN Nadat de therapeut langs geweest is, mag u in principe zelf naar het toilet lopen, zo nodig de eerste keer nog onder begeleiding van de verpleegkundige. Let erop dat u dit volgens de u vóór de operatie aangeleerde wijze uitvoert. U mag regelmatig even lopen. Let op het tempo. 8 5

6 DAG 1 OEFENINGEN Ochtend De therapeut neemt het volgende met u door: Het zitten gaan en opstaan vanuit de stoel Het zitten Schoenen aantrekken. Traplopen. Instructies t.a.v. in/uit de auto stappen MOBILISEREN Deze eerste dagen dient het zitten in de stoel nog beperkt te blijven, daar de belasting op de tussenwervelschijven hierbij groot is. Aangeraden wordt tijdens het eten te staan of even op de hoge bedrand te zitten (tussen staan en zitten in) of evt. kort in de stoel zitten. Kies wat u het prettigst vindt voor uw rug. Herhaal regelmatig de oefeningen die inmiddels met u doorgenomen zijn. Zorg hierbij voor afwisseling in houding en beweging. Ontslag Afhankelijk van hoe u zich voelt mag u in principe na de therapie naar huis. U mag met eigen vervoer reizen. Duurt de reis langer dan uw rug prettig vindt, dan onderweg even pauzeren (= bewegen). Doe eventueel een kussentje in de stoel ter hoogte van de onderrug. Afhankelijk van de ligduur kunnen er nog extra oefeningen liggend op de rug met u worden doorgenomen: 1. Trek de voeten op en laat weer los. 2. Span de onderste buikspieren en zet een voor een de beide benen gebogen neer. Span de onderste buikspieren en bilspieren aan, kantel het bekken naar achteren en laat weer rustig los en kantel het bekken naar voren (maak een holle rug). 3. Span de onderste buikspieren en bilspieren en fixeer hiermee het bekken. Breng een gebogen knie naar de borst toe. Laat het andere been gebogen staan. Trek voorzichtig het been iets verder naar de borst op geleide van pijn. Steun het been eventueel met de handen. Doe dit zowel met het linkerbeen als met het rechterbeen. Tijdens de beenbeweging moet het bekken (en daarmee de onderrug) stil blijven. 4. Idem 3. Trek het been gebogen naar u toe, maar beweeg de knie nu naar de tegenoverliggende schouder (schuin). Doe dit zowel met het linkerbeen als met het rechterbeen. 5. Span de onderste buikspieren en bilspieren en fixeer hiermee het bekken en zet de beide benen gebogen neer. Draai rustig met de beide benen naar links, terug naar het midden en vervolgens naar rechts op geleide van pijn. Herhaal elke oefening 5 10 keer. 6 7