Thema 2 Materiaal uit de natuur

Vergelijkbare documenten
Thema 1 Natuurlijke verschijnselen

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft

Theorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2)

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig Het symbool staat voor verandering.

Naam: Klas: REPETITIE STOFFEN EN MOLECULEN VWO (versie A)

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4

H7 werken met stoffen

Klimaatbeheersing (2)

les 5 Kijkplaat thema 2 Wat een weer! les 5 Kijkplaat thema 2 Wat een weer!

Klimaatbeheersing (2)

Water? Hoezo water? Water! Hoezo water? Donderdag 24 mei 2018 WILDLANDS Adventure Zoo Emmen

Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt op tafel gezet. De buitenkant wordt nat. Waarom?

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Thema 5 Weer en klimaat

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4

Samenvatting NaSk H3 water en lucht + H4 warmte

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a -

7.1 Het deeltjesmodel

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas.

Thema 1 Natuurlijke verschijnselen

Deeltjesmodel en molecuultheorie

7,8. Samenvatting door een scholier 1815 woorden 30 november keer beoordeeld

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas.

Het deeltjesmodel. Deeltjes en hun eigenschappen. Context 3 Zinken zweven drijven. Naam: Klas: Datum:

Het smelten van tin is géén reactie.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Scheikunde 3 havo

Jaarplan. Quark Quark 4.2 Handleiding. TSO-BTW/VT TSO-TeWe. ASO-Wet

Natuurscheikunde H1 Par1 nieuwe stoffen nieuwe materialen

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

H4 weer totaal.notebook. December 13, dec 4 20:10. dec 12 10:50. dec 12 11:03. dec 15 15:01. Luchtdruk. Het Weer (hoofdstuk 4)

Werkstuk Scheikunde Vast, vloeibaar en gasvormig

Kun je elke stof vloeibaar maken?

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

Vast, vloeibaar, gas. Tirza van Zandwijk. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

02 STOFEIGENSCHAPPEN PROCESTECHNIEK

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Cva?Lesvoorbereiding. Student leraar secundair onderwijs groep 1

Lesvoorbereiding. Student leraar secundair onderwijs groep 1

Allemaal water Oppervlakte water: Water in sloten, rivieren, meren, zeeën en oceanen.

Waterkringloop hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 1 Stoffen bladzijde 1

3.0 Stof 2

Hoe komt het dat de platen, waartussen een dunne laag water zit, bij elkaar blijven? Wat is de EN-waarde van een atoom?

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

LEERWERKBOEK IMPULS 2. L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters. Plantyn

Inhoud inhoud blz. 1. Alles over ijs 2. Het water bevriest 3. IJspegels en ijsbloemen 4. Neerslag 5, Kunstijs 6. De polen 7.

Voorbeeld Cartoons. EvdB,

Kernvraag: Hoe laat ik iets sneller afkoelen?

Het begin van de winter

Thema 1 Natuurlijke verschijnselen

i-q s m Ze geeft de warmtehoeveelheid aan die nodig is om de eenheidsmassa van de stofte doen smelten.

Scheidingsmethoden methode principe voorbeeld. destilleren verschil in kookpunt wijn whiskey. filtreren verschil in deeltjesgrootte koffie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

5.7. Boekverslag door S woorden 26 oktober keer beoordeeld. Scheikunde

Samenvatting Scheikunde Warmte (fysica)

Thema 3 Voeding en je lichaam

Thema 5 Aarde in het heelal

Leren voor de biologietoets. Groep 8 Hoofdstuk 5

Samenvatting Natuurkunde Warmte

Wa W rm r t m e Inlage

Thema 2 Planten en dieren

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

Samenvatting Scheikunde Chemie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Overal NaSk 1-2 vwo / gymnasium Uitwerkingen Hoofdstuk 3 Stoffen

Toelatingsexamen Fysica leerstof uit de 2de graad SO

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

inhoud 1. Inleiding 2. Water is een wonder. 3. De kringloop van het water 4. Zoet, zout of brak 5. Drinkwater 6. Liter na liter

Thema 3 Techniek om ons heen

Hoofdstuk 1. Scheikunde is overal. J.A.W. Faes (2019)

Thema 4 Techniek om je heen

Droogijs. IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be

Hoofdstuk 2. Scheidingsmethoden. J.A.W. Faes (2019)

1. Fasen & Faseovergangen

I. Basiskennis. ijs. Een chemisch verschijnsel is het verschijnsel waarbij wel nieuwe stoffen ontstaan.

LEERWERKBOEK IMPULS 2. L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters. Plantyn

1) Stoffen, moleculen en atomen

6. Luchtvochtigheid. rol bij het A g g r e g a t i e t o e s t a n d e n v a n w a t e r. 6.1 inleiding. 6.2 Aggregatietoestanden

Energie, arbeid en vermogen. Het begrip arbeid op een kwalitatieve manier toelichten.

Naamgeving en reactievergelijkingen

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3

Basis ijskennis. HLSK Seizoen 2018/2019 Rob Mulders v2.0

inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon

Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT. Figuur 4.1: Smelten zuivere stof

Klimaatbeheersing (3)

Transcriptie:

Naut samenvatting groep 6 Mijn Malmberg Thema 2 Materiaal uit de natuur Samenvatting Drie maal water Water kan veranderen van ijs in waterdamp. En waterdamp en ijs kunnen weer veranderen in water. Water verandert in ijs als het kouder wordt dan nul graden. Dat heet bevriezen. Wanneer het warmer wordt dan nul graden, verandert het weer in water. Dat heet smelten. Water kan ook verdampen. Dan verandert het in waterdamp. Verdampen gaat sneller als het water warm is. Het kookpunt van water is 100 graden. Boven die temperatuur wordt al het water damp. Waterdamp kan weer terugveranderen in water. Dat gebeurt als waterdamp afkoelt. Dat heet condenseren. smelten verdampen ijs bevriezen water condenseren waterdamp Materialen om je heen De wereld om ons heen bestaat uit allerlei materialen. Al die materialen gedragen zich op een andere manier. Er zijn vaste stoffen, vloeistoffen en gassen. Een vaste stof is bijvoorbeeld steen, ijzer of glas. Vaste stoffen veranderen niet uit zichzelf van vorm. Ze kunnen wel breken. Of smelten, dat gebeurt bij heel hoge temperaturen. Een vloeistof is bijvoorbeeld melk, benzine of slaolie. Vloeistoffen kun je schenken. Ze nemen de vorm aan van het ding waar je het ingiet. Een vloeistof kan stromen. Een vloeistof kan veranderen in een vaste stof. Dat heet stollen. Gassen zijn bijvoorbeeld aardgas en zuurstof. Je kunt ze niet zien, maar soms wel ruiken. Het zweeft vrij door de lucht. Een gas kun je samendrukken. Zo kun je een pakketje lucht meenemen. Piepkleine deeltjes Elk materiaal bestaat uit moleculen. Dat zijn de kleinste bouwsteentjes van een materiaal, waarin je het materiaal nog kunt herkennen. Een suikermolecuul is het kleinste deeltje van suiker, dat nog suiker is. In vaste stoffen zitten de moleculen stevig aan elkaar. Er is geen ruimte om te bewegen. In een vloeistof is er iets meer ruimte om te bewegen. En in een gas bewegen de moleculen op een grote afstand van elkaar. Wanneer het materiaal warmer wordt, bewegen de moleculen verder uit elkaar. Dat heet uitzetten. De moleculen in het materiaal gaan sneller bewegen. Moleculen in een vloeistof willen wel graag contact met elkaar houden. Ze vormen daarom druppels. Het verdampen van een vloeistof kost energie (warmte). Dat komt, omdat de moleculen in het materiaal sneller bewegen. Dit werkt andersom ook zo: wanneer een vloeistof stolt of bevriest, komt er warmte vrij. Malmberg, s-hertogenbosch blz. 3 van 10

Naut samenvatting groep 6 Mijn Malmberg Begrippen smelten Als een vaste stof verandert in een vloeistof, noem je dat smelten. Meestal gebeurt dit als de vaste stof (heel) warm wordt. verdampen Als een vloeistof verandert in een gas, heet dat verdampen. Vloeistoffen verdampen altijd. Bij een hoge temperatuur gaat dat sneller dan bij een lage temperatuur. condenseren Bij condenseren verandert een gas in een vloeistof, bijvoorbeeld waterdamp wordt water. kookpunt Het kookpunt is de temperatuur waarbij een vloeistof gaat koken. Boven deze temperatuur verdampt alle vloeistof. vaste stof Vaste stoffen veranderen uit zichzelf niet van vorm. Er zijn veel vaste stoffen en ze gedragen zich allemaal anders. vloeistof Vloeistoffen hebben geen vaste vorm. Je kunt ze schenken. Vloeistoffen nemen de vorm aan van het voorwerp waar je ze in giet. stollen Als een vloeistof verandert in een vaste stof, heet dat stollen. Je kunt dat goed zien bij kaarsvet. Bij water heet dat bevriezen. gas Een gas zweeft vrij door de lucht. Je kunt gas niet zien, maar soms wel ruiken. moleculen Moleculen zijn de kleinste bouwsteentjes van een materiaal waarin je dat materiaal nog herkent. Alles om ons heen bestaat uit die bouwsteentjes. uitzetten Moleculen die warm worden, gaan verder uit elkaar. Dat noem je uitzetten. Doordat de moleculen uitzetten, wordt het materiaal groter. Dit gebeurt bij vaste stoffen, vloeistoffen en gassen. Malmberg, s-hertogenbosch blz. 4 van 10