INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2009

Vergelijkbare documenten
Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2010

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen

1 e wijziging Begroting 2013

2e wijziging programmabegroting

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.

V.V: 27 juni 2012 Datum 15 mei 2012

Nota beleid reserves en voorzieningen voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

TARIEVENNOTA november 2018

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen

Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen)

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren

V.V: 27 juni 2018 Datum 17 mei 2018 Agendapuntnr. Bijlagen 3 Kenmerk Onderwerp concept jaarverslag 2017

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

Begroting Begroting 2009 waterschap Rivierenland 1

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2011

Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep (RBG) heeft op 10 januari 2013 het ontwerp van de l e

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei het college van Dijkgraaf en Heemraden,

In hoofdstuk 1. Jaarverslag 2011 treft u een bestuurlijke samenvatting aan van de belangrijkste zaken uit de Jaarrapportage 2011.

1. Voorstel aan commissie

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

Jaarrekening Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad

Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING Gevraagd besluit Verenigde Vergadering

Voorstel aan algemeen bestuur

Paragraaf 4: Financiering

Rotterdam, 31 oktober 2006 V.V.: 29 november 2006

Memo. Ter informatie onderstaande tabel. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. AB-leden. 10 mei 2016 CC/RG16.014

Paragraaf Financiering

Artikel 1. Definities

Hoofdstuk 4: Begroting naar kosten- en opbrengstensoorten

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

Begroting Begroting 2010 waterschap Rivierenland 1

Aan AB AQUON. Van DB AQUON. Datum 24 april Steller. Theo Houterman. Onderwerp Ontwerp Begroting Korte toelichting

HoogheemTaadschap van Delfland

Paragraaf financiering

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

1. Inleiding en richtlijnen

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Financiële verordening VRU

(pagina 3) (pagina 6)

Pagina 1. grondwater- Watersysteem- Zuiverings- Wegenbeheer? beheer beheer beheer ** Planvorming

Deze rapportage is opgedeeld in een rapportage over de opbrengsten van de voorgaande jaren en de opbrengst in het huidige belastingjaar.

Jaarrekening 2014 Stichting Bibliotheek De Kempen. versie t.b.v. het voldoen aan publicatieplicht ANBI

2. Waarom wordt de raad dit besluit voorgelegd? (In welke context, bijv. vanwege wet- en regelgeving of nieuw initiatief en wat komt hierna nog)

Kanttekeningen bij de Begroting Paragraaf 4 Financiering

Tariefbepaling waterschapsbelasting

Financiële begroting 2016

Presentatie Treasury FEO. 11 juli 2005

Bijlage I: Kostentoerekening 2012

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

Begroting Begroting 2011 waterschap Rivierenland 1

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Bijlage 13 Verbonden partijen

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

Jaarrekening Stichting Vrienden van Dôme

Jaarrekening 2015 Stichting Bibliotheek De Kempen. versie t.b.v. het voldoen aan publicatieplicht ANBI

Nieuw begrotingsresultaat

ERRATA II OP PROGRAMMAREKENING 2015

V.V: 29 juni 2016 Datum 28 april 2016 Agendapuntnr. B.1 Bijlagen 5 stuks Onderwerp Jaarverslag 2015

./. Hierbij doe ik u toekomen een concept-notitie aan de commissie Financiën inzake de eerste triaalrapportage per 30 april 2007.

PROGRAMMABEGROTING

Hoogheemraadschap van Delfland

V.V: 28 juni 2017 Datum 30 maart 2017 Agendapuntnr. Bijlagen 5 Onderwerp Jaarverslag 2016

ADVIES STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN JAARSTUKKEN 2010 GGD

Financieel publicatie verslag 2017 Stichting Opvoeden.nl

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2013

V.V: 27 juni 2007 Datum 15 mei 2007 Agendapuntnr. 10 Bijlagen Onderwerp jaarrekening 2006

Financiële verordening 2015 gemeente Zeewolde, evenals de regels voor de inrichting van de financiële organisatie

B november Datum: Agendapunt nr: Aan de Verenigde Vergadering. Burap

Voorstel begrotingswijziging maart 2017

PROGRAMMABEGROTING

FINANCIELE BELEIDS- & BEHEERSVERORDENING BEDRIJFSVOERINGSORGANISATIE HAVENSCHAP MOERDIJK

1. Voorstel aan commissie

1e wijziging programmabegroting

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV

Ontwerp. 1 e Begrotingswijziging september 2015

Farid Chikar / juni 2017

Aan de leden van de verenigde vergadering. V.V: 24 juni 2009 Datum 19 mei Onderwerp Jaarrekening en jaarverslag 2008

A L G E M E E N B E S T U U R

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

BEGROTING Paragraaf Financiering

OPERAM JAARREKENING FINANCIEEL JAARVERSLAG 2017

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Nota Relatie provincie Utrecht met de waterschappen. Deel 3: Provinciaal toezichtkader

Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden.

Nota Reserves en Voorzieningen

Jaarrekening 2013 Stichting Bibliotheek De Kempen. versie t.b.v. het voldoen aan publicatieplicht ANBI

GR-taken: Aanvullende diensten:

Ontwerpbegroting AQUON 2015

Nota reserves en voorzieningen

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Transcriptie:

JAARSTUKKEN 2009 1

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2009 JAARVERSLAG 1.1 Inleiding 6 1.2 Leeswijzer 6 1.3 Ontwikkelingen in het begrotingsjaar 7 1.4 Exploitatieresultaat 2009 9 1.5 Incidentele baten en lasten 11 1.6 Onttrekkingen aan de voorzieningen 13 1.7 Waterschapsbelastingen 13 1.8 Weerstandsvermogen 15 1.9 Risicoparagraaf 16 1.10 Financiering 17 1.11 Verbonden partijen 18 1.12 Bedrijfsvoering 20 1.13 EMU-saldo 22 1.14 Topinkomens 23 1.15 Bestemming van het voordeling exploitatieresultaat 2009 23 2 PROGRAMMAVERANTWOORDING 24 2.1 Inleiding 24 2.2 Waterkeringen 25 2.2.1 Water en veiligheid 25 2.2.2 Muskus en beverratbestrijding 31 2.2.3 Kostenontwikkeling en analyse 32 2.3 Watersysteem/waterketen 33 2.3.1 Watersysteem 33 2.3.2 Kostenontwikkeling en analyse 39 2.3.3 Waterketen 41 2.3.4 Kostenontwikkeling en analyse 45 2.3.5 Totaaloverzicht programma watersysteem/waterketen 46 2.4 Programma Wegen 47 2.4.1 Wegen 47 2.4.2 Kosten ontwikkeling en analyse 50 2.5 Programma Communicatie en regelgeving 52 2.5.1 Communicatie 52 2.5.2 Aanpassen verordeningen 53 2.5.3 Calamiteitenzorg 53 2.5.4 Vergunningen en handhaving 53 2.5.5 Kostenontwikkeling en analyse 60 2.6 Programma Middelen 61 2.6.1 Middelen 61 2.6.2 Kostenontwikkeling en analyse 63 2.7 Dekkings- en financieringsmiddelen 64 2

JAARREKENING 3 EXPLOITATIEREKENING NAAR PROGRAMMA S 66 3.1 Recapitulatie programmakosten 66 3.2 Begrotingsrechtmatigheid 67 3.2.1 Kostenontwikkeling en analyse watersysteem 68 3.2.2 Kostenontwikkeling en analyse waterketen 68 3.2.3 Kostenontwikkeling en analyse programma communicatie en regelgeving 70 3.2.4 Kostenontwikkeling dekkingsmiddelen 70 4 TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS 71 4.1 Watersysteem 71 4.2 Zuivering 72 4.3 Wegen 75 5 REKENING NAAR KOSTEN- EN OPBRENGSTENSOORTEN 77 5.1 Algemeen 77 5.2 Toelichting op de kostensoorten 78 5.3 Toelichting op de opbrengstensoorten 83 6 BALANS 87 6.1 Balans 87 6.2 Toelichting op de balans 88 7 ACCOUNTANTSVERKLARING 101 8 BESLUIT TOT VASTSTELLING EN GOEDKEURING 105 BIJLAGEN 1 Staat van immateriële vaste activa 2 Staat van materiële vaste activa 3 Staat van financiële vaste activa 4 Staat van reserves en voorzieningen inclusief toelichting 5 Staat van vaste schulden 6 Berekening van het rente- omslagpercentage 7 Staat van personeelslasten en personele sterkte 8 Budgetwijzigingen 9 Mutaties ten laste van post onvoorzien 10 Liquiditeitspositie en Renterisico 11 Overzicht afgesloten en doorlopende kredieten 12 Toelichting investeringen per programma/beleidsproduct 13 Verdeelsleutels primaire beheerproducten naar de taken 14 Overzicht exploitatiekosten per beleidsveld 15 Overzicht investeringen per beleidsveld 3

4

JAARVERSLAG 5

JAARVERSLAG 1.1 Inleiding Hierbij wordt de jaarrekening 2009 van Waterschap Rivierenland ter vaststelling aangeboden. De begroting 2009 is vastgesteld op 28 november 2008. Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor een duurzaam waterbeheer en voor een veilige en een leefbare woonomgeving in het rivierengebied. Als all-in waterschap houdt waterschap Rivierenland zich bezig met het uitvoeren van taken, die verband houden met het zuiveren van afvalwater, waterkwantiteit, waterkwaliteit, waterkering en wegen. De zuiveringstaak van het waterschap heeft betrekking op het transport en het zuiveren van het aangeboden afvalwater en de verwerking van de vrijgekomen rest- en afvalstoffen. Waterschap Rivierenland zorgt ook voor schoon en voldoende oppervlaktewater in het beheersgebied. In de praktijk betekent dit het voorkomen van wateroverlast in natte perioden en het voorkomen van een tekort aan oppervlaktewater in droge perioden. Als neventaak wordt in dit kader ook het vaarwegbeheer voor een aantal wateren verzorgd. Tevens neemt het waterschap maatregelen die de kwaliteit van het water verbeteren en de ontwikkeling van een evenwichtige plantengroei en dierleven in het water en op de oevers stimuleert. Schoon water is daarnaast noodzakelijk voor onder andere de hengelsport, recreatie, drinkwater voor het vee, enz. Verder zorgt waterschap Rivierenland voor de kering van rivierwater door het beheer van dijken en kades, zodat nu, maar ook in de toekomst, veilig in het beheersgebied kan worden gewoond, gewerkt en gerecreëerd. Een andere veiligheidstaak is het keren van boezemwater door het beheer van boezemkaden. Een bijzondere veiligheidstaak is de muskusrattenbestrijding. Deze taak hoort bij het waterschap thuis, omdat muskusratten de stabiliteit van dijken in gevaar kunnen brengen. Het waterschap voert deze taak uit in het gebied van de provincie Gelderland en het gebied Schipbeek in de provincie Overijssel. Tot slot is het waterschap verantwoordelijk voor een deel van de wegen (buiten de bebouwde kom) in het gebied van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Hiertoe behoort de zorg voor het wegdek, het maaien van de wegbermen, het onderhouden van bruggen en duikers, de gladheidbestrijding en het aanleggen van fietspaden. Het werkgebied van het Waterschap Rivierenland is 200.000 hectare groot en omvat het gehele stroomgebied tussen Rijn/Lek en Maas/Merwede vanaf Alblasserdam en de Biesbosch in het westen tot aan de Duitse grens in het oosten. Het beheer van de grote rivieren (Maas, Waal, Rijn) behoort niet tot de taken van het waterschap. 1.2. Leeswijzer Presentatie In het kader van de Wet modernisering waterschapsbestel zijn nieuwe verslaggevingsregels voor de waterschappen ontwikkeld. De hoofdlijnen van deze voorschriften zijn vastgelegd in hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit en gedetailleerd uitgewerkt in het Besluit Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen. Ze vormen samen de verslaggevingsvoorschriften van de waterschappen. De voorliggende jaarrekening is op basis van deze verslaggevingsvoorschriften ingericht. Leeswijzer De jaarverslaggeving bestaat uit vier onderdelen, te weten: 6

Jaarverslag Het jaarverslag bestaat enerzijds uit een aantal verplichte paragrafen (Hoofdstuk 1), en uit de programmaverantwoording (Hoofdstuk 2). De verplichte paragrafen bevatten onder meer een toelichting op ontwikkelingen in 2009 en op het exploitatieresultaat 2009. Tevens geven de paragrafen inzicht in incidentele baten en lasten, de inzet van reserves en voorzieningen en de waterschapsbelastingen. Tot slot wordt ingegaan op het weerstandsvermogen, risico s, de financiering en bedrijfsvoering en doelmatigheid. De programmaverantwoording bevat de verantwoording over de realisatie van het programmaplan uit de begroting en de financiële verantwoording. Jaarrekening Dit deel bestaat uit een overzicht van de jaarrekening naar programma s (Hoofdstuk 3), kostendragers (wettelijke taak) inclusief toelichting (Hoofdstuk 4), de jaarrekening naar kosten- en opbrengstensoorten (Hoofdstuk 5).en de balans met toelichting (Hoofdstuk 6), Accountantsverklaring In hoofdstuk 7 is de accountantsverklaring opgenomen met daarin het oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van de financiële positie per 31 december 2009, de baten en lasten over 2009 en dat in overeenstemming met de rechtmatigheidsgrondslagen is gehandeld. Besluit tot vaststelling en goedkeuring In hoofdstuk 8 is het besluit tot vaststelling en goedkeuring van de jaarrekening 2009 opgenomen. Bijlagen In dit deel is een aantal bijlagen opgenomen waarmee de cijfers uit deze jaarrekening nader zijn onderbouwd. 1.3 Ontwikkelingen in het begrotingsjaar Kredietcrisis en actie Storm De kredietcrisis heeft grote impact op de overheidsfinanciën en daarmee ook op de waterschappen. In de in september 2009 gepresenteerde Miljoenennota is met ingang van 2011 een besparing van 100 miljoen per jaar onder de post efficiencyverbetering in de watersector opgenomen. Op 4 november 2009 hebben de waterschappen in het kader van de actie Storm een aanbod voorgelegd aan de Staatssecretaris met mogelijke besparingen, inverdieneffecten en harde randvoorwaarden. De hoofdlijnen hiervan zijn de volgende: 1. Minder bestuurlijke drukte: 2 lagen op de waterbeheertaak, toezicht bij provincies (overleg met IPO en V&W/IVW nodig over invulling toekomstige toezichtstaak), inhoudelijke watertaken bij waterschappen (integraliteit), eenvoud in belastingsysteem, belastingheffing met gemeenten, wegbeheer agenderen voor de toekomst; 2. Verdergaande samenwerking in de afvalwaterketen: regie en loket bij gemeenten, beheer riolering en zuivering bij waterschap (uitnodiging aan VNG om samen hiervoor een plan te maken); 3. Hoogwaterbescherming: financiële participatie waterschappen in Hoogwaterbeschermingsprogramma, overname muskusrattenbestrijding levert samen 100 miljoen verlichting op de rijksbegroting op; 4. Samenwerking (met RWS en tussen waterschappen) en opschaling waterschappen: voortgaand proces gericht op vergroting slagkracht, doelmatigheid en rationaliteit (stroomgebieden, Deltaprogramma) leidt tot efficiencywinst; 5. Randvoorwaarden: tijdige aanpassing van wet- en regelgeving. 7

Op 11 december 2009 heeft het kabinet als reactie op het voorstel ingestemd met de plannen voor een efficiënter waterbeheer. De belangrijkste punten uit de reactie van het kabinet zijn: De investeringen voor de primaire waterkeringen gaan deels van het Rijk naar de waterschappen. Een efficiencyslag door reorganisatie van de afvalwaterketen: integratie van rioolbeheer en waterzuivering. De kosten van de muskusrattenbestrijding komen bij de waterschappen terecht. Daarnaast wil de staatssecretaris de samenwerking tussen Rijkswaterstaat en de waterschappen vergroten, het aantal waterschappen door fusies verminderen en de rolverdeling tussen waterschappen, provincies en gemeenten aanscherpen. Vertaald naar het beheergebied van Waterschap Rivierenland betekenen deze ontwikkelingen dat we naar schatting acht miljoen euro moeten besparen: Voor de nadere invulling met betrekking tot de uitvoering van de voorstellen in het kader van actie Storm wordt momenteel een implementatieplan voorbereid. Vanaf 2011 komt 2,0 miljoen voor muskusrattenbestrijding structureel voor rekening van het waterschap. Voor de hoogwaterbescherming is 6,0 miljoen per jaar nodig. Dit gaat geleidelijk. Deze besparingen zijn alleen mogelijk door de taken over de hele breedte doelmatiger aan te pakken. Waterwet in werking Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. De Waterwet vervangt acht bestaande wetten voor het waterbeheer in Nederland. Na 40 jaar wordt onder meer afscheid genomen van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. De Waterwet regelt in één wet het totale watersysteembeheer (dijken, oppervlaktewater, grondwater en waterbodem). Ook is het doel om de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening te verbeteren. De Waterwet betekent een verschuiving van vergunningverlening en handhaving voor indirecte lozingen van waterschap naar gemeente en provincie. Waterschappen zijn hiervoor geen vergunningverlenend en handhavend gezag meer en krijgen een adviseursrol. De grondwatertaak verschuift voor een deel van provincie naar waterschap. Ook worden watervergunningen (op termijn) op 1 loket geïntroduceerd. Waterbeheerplan 2010-2015 vastgesteld Het Algemeen Bestuur van Waterschap Rivierenland heeft op 30 oktober 2009 het Waterbeheersplan vastgesteld. In het Waterbeheerplan staat wat Waterschap Rivierenland de komende zes jaar gaat doen om inwoners van het rivierengebied veiligheid en voldoende schoon en mooi water in sloten en plassen te kunnen blijven bieden. Maatregelen waar het waterschap zich met de vaststelling de komende zes jaar aan verbindt zijn onder andere: toetsen van kades en op orde brengen van dijken in het rivierengebied realiseren van voldoende ruimte en doorstroming van water in landelijk gebied: 168 km verbreding van bestaande watergangen, vervanging en/of vergroting van 71 duikers, (ver)plaatsen van 11 stuwen en aanpassen van 8 gemalen voldoen aan Europese verplichtingen voor chemisch en ecologisch gezond oppervlaktewater, zoals vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water. Dat gebeurt onder andere door aanleg van 8

natuurvriendelijke oevers, aanleg van vispassages en verbetering van 6 rioolwaterzuiveringsinstallaties. De Versnelling De organisatie richt zich op een vergroting van de efficiency, verdere kwaliteitsverbetering van onze producten en diensten, een hogere doelgerichtheid en een daarbij passende cultuur. Dat heeft geleid tot de Versnelling van de implementatie van procesverbeteringen en als gevolg daarvan een wijziging van de organisatiestructuur. Met ingang van 1 januari 2009 is de nieuwe organisatiestructuur van kracht. Hiermee is de basis gelegd voor de procesverbeteringen die in de komende jaren zullen leiden tot kwaliteitsverbetering van onze producten en diensten en tot verdere efficiency. Met de totstandkoming van de afdeling Technische Installaties is de wijziging in de organisatiestructuur per 1 januari 2010 voltooid. 1.4 Exploitatieresultaat 2009 Inleiding Het exploitatieresultaat 2009 wordt beïnvloed door mutaties op reserves (mutaties op de balans) en door mutaties op de exploitatie van incidentele en structurele aard. In onderstaand overzicht is het exploitatieresultaat weergegeven voor en na de invloed van reserves, daarnaast zijn de belangrijkste afwijkingen onderstaand toegelicht. Omschrijving Rekening Begroting Rekening 2008 2009 2009 Exploitatieresultaat -5.152-8.257-6.949 Bij toevoegingen aan reserves: - egalisatiereserve wegen -149 - bestemmingsreserve duurzame inrichting waterketen -29 Subtotaal -5.330-8.257-6.949 Af onttrekkingen aan reserves: - algemene reserve zuiveringsheffing 850 - egalisatiereserve waterkwaliteitsbeheer 1.785 - egalisatiereserve waterkeringszorg 815 - egalisatiereserve waterkwantiteitsbeheer 2.283 - egalisatiereserve watersysteemheffing 6.002 6.002 - egalisatiereserve zuiveringsheffing 1.234 1.234 - egalisatiereserve wegenheffing 265 265 - bestemmingsreserve muskus- en beverrattenbestrijding 195 98 98 - bestemmingsreserve groen wegen 34 15 - bestemmingsreserve vervroegde afschrijv. waterkeringen 1.203 - bestemmingsreserve rotondes 0 382 135 - bestemmingsreserve duurzame inrichting waterketen 413 245 436 - bestemmingsreserve waterstructuurplan 6 - bestemmingsreserve fietspad Zuider Lingedijk 62 - bestemmingsreserve decentrale huisvesting 255 - bestemmingsreserve boek de staat van WSRL 50 - bestemmingsreserve vertraging kunstwerken wegen 365 - bestemmingsreserve stortsteen B waard en Rijnswaard 50 - bestemmingsreserve functiewaardering 6 25 19 Subtotaal 7.516 8.257 9.054 Resultaat na mutaties reserves 2.186 0 2.104 (bedragen x 1.000) 9

Toelichting onttrekkingen aan reserves Algemene reserve zuiveringsheffing Ter dekking van de hogere onderhoudskosten van zuiveringsinstallaties heeft het Algemeen Bestuur in september 2009 besloten tot een onttrekking van 850.000 uit de algemene reserve zuiveringsheffing. Egalisatiereserves Watersysteemheffing, Zuiveringsheffing en Wegenheffing De mutaties in de egalisatiereserves betreffen de begrote onttrekkingen 2009 van in totaal 7.501.000. Bestemmingsreserve muskus- en beverratbestrijding Deze bestemmingsreserve is in 2004 gevormd ter financiering van de tijdelijke grotere inzet voor de muskusrattenbestrijding. In 2009 is het restant van de reserve ad 97.500 onttrokken. Bestemmingsreserve groen wegen De reserve is gevormd ter dekking van de kosten ten behoeve van de vervanging van bomen langs het Merwedekanaal. In 2009 is 15.245 voor dit doel uitgegeven. Bestemmingsreserve rotondes In 2009 is een bedrag van 135.000 ten laste van deze bestemmingsreserve gebracht ter dekking van de kosten van de aanleg rotonde Zijderveld. Bestemmingsreserve duurzame inrichting waterketen De reserve is ingesteld voor het verstrekken van subsidies voor afkoppelen van schoon verhard oppervlak op de riolering in het stedelijk gebied en voor het saneren van riooloverstorten. De regelingen zijn beëindigd per 31-12-2007. De afrekeningen van deze regelingen ijlen nog na tot in 2010. In 2009 is een bedrag van 436.426 uitgekeerd. Bestemmingsreserve functiewaardering Deze reserve is ingesteld ter dekking van het project functiewaardering. In 2009 is het restant van de bestemmingsreserve ( 18.612) voor dit doel ingezet. Belangrijke afwijkingen tov begroting (toelichting exploitatieresultaat op hoofdlijnen) Het exploitatieresultaat wordt veroorzaakt door de volgende afwijkingen. De uitgebreide analyse op kostensoorten is opgenomen in hoofdstuk 5. Rentekosten 1.000 V Lagere rentekosten door een lager gemiddeld negatief saldo rekening courant en een lager rentepercentage voor kortlopende geldleningen. Afschrijvingskosten 1.400 V Lagere afschrijvingskosten als gevolg van achterblijven realisatie investeringen in 2008. In 2008 was het realisatiepercentage ten opzichte van begroting 82%. Personeelskosten 3.900 N Hogere personeelkosten a.g.v. de wijziging in de verslaggevingsvoorschriften inzake reservering vakantiegeld, verlofdagen en resultatendeling, stijging pensioenpremie en sociale lasten. Personeelskosten 1.900 V Lagere personeelskosten i.v.m. later invullen van vacatures en lagere loonstijging dan begroot en een hogere bijdrage uit de voorziening ter dekking van kosten voormalig personeel. Personeel van derden / overige personeelskosten 1.300 N Hogere kosten inhuur derden met name in verband met vervanging langdurig zieke medewerkers en trage invulling openstaande vacatures. Onderhoudskosten zuivering 1.100 N 10

Hogere onderhoudskosten (eigen beheer en onderhoud door derden) bij de zuiveringsinstallaties. Energie 1.200 V Voordeel met name op grond van afrekeningen voorgaande jaren. Chemicaliën zuivering 400 N Extra chemicaliën tbv lichtslibbestrijding en defosfatering en verbetering ontwateringsgraad. Onderhoud wegen/wegbermen en sloten 400 V De lagere kosten worden met name veroorzaakt door doorschuiven werkzaamheden onderhoud wegverharding naar 2010 en gunstige aanbesteding onderhoudsbestek wegen. Afwikkeling Cross Border Lease 500 V Per saldo levert de verkoop van de depots CBL na aftrek van de advieskosten een voordeel op. Afrekening grensoverschrijdend afvalwater 2005-2009 1.100 N De afrekening met Hoogheemraadschappen Schieland en Krimpenerwaard en Stichtse Rijnlanden heeft in 2009 plaatsgevonden. Tegenover deze kosten staat een hogere opbrengst belastingen. (WSRL zuivert het afvalwater voor de genoemde waterschappen) Bemonstering waterbodems 700 N In 2009 heeft meer bemonstering plaatsgevonden ten behoeve van waterbodems. Een deel van de geplande bemonstering had betrekking op niet uitgevoerde geplande bemonstering in 2008. Opbrengst verkoop gronden 824 V De opbrengst van verkopen van overtollige gronden wordt niet opgenomen in de begroting. Waterschapsbelastingen 1.500 V Hogere opbrengst waterschapsbelastingen inclusief opbrengst voorgaande jaren. Diversen 463 N Resultaat 2.104 V (bedragen x 1.000) Exploitatieresultaat per taak Het voordelig exploitatieresultaat van 2.104.320 is als volgt over de taken verdeeld: Watersysteem 265.981 positief; Zuivering 1.230.332 positief; Wegen 608.007 positief. 1.5 Incidentele baten en lasten Deze paragraaf bevat een overzicht van de baten en lasten die als eenmalig ten opzichte van voorgaande en komende begrotingsjaren moeten worden beschouwd. Lasten: Hogere personeelskosten door verplichting tot reservering vakantiegeld en resultatendeling en stijging pensioenpremie Verwijdering van ca. 250 m3 buitengebruik gestelde asbestcement van de persleiding in Woudrichem. Advieskosten ten behoeve van de begin 2009 ontbonden Cross Border Lease van voormalig zuiveringsschap Rivierenland (zie ook incidentele baten). Afrekening perceptiekosten jaren 2005-2008 in verband met zuiveren grensoverschrijdend afvalwater voor 2 waterschappen (zie ook incidentele baten). Toevoeging aan voorziening Beheerfonds personeels muskusrattenbestrijding Noord Brabant (zie ook incidentele baten). 3.900 145 250 840 218 11

Uitgaven 2009 ten behoeve van aanleg weg Nieuwe Geer 120 Totaal incidentele lasten 5.473 (bedragen x 1.000) Baten: Vrijval van een tweetal depots als gevolg van ontbinding Cross Border lease van 744 voormalig zuiveringsschap Rivierenland (zie ook incidentele lasten). Afrekening waterschapsbelastingen 2005-2008 in verband met zuiveren 840 grensoverschrijdend afvalwater 2 waterschappen (zie ook incidentele lasten). Opbrengst verkoop van overtollige gronden 824 Ontvangen bijdrage provincie Noord-Brabant vanwege overkomst 218 muskusrattenbestrijders (zie ook incidentele lasten). Totaal incidentele baten 2.626 (bedragen x 1.000) 12

1.6 Onttrekkingen aan voorzieningen Op basis van de verslaggevingsvoorschriften worden uitgaven ten laste van een voorziening, voor zover deze wordt aangewend voor het doel waarvoor deze is gevormd, rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en derhalve niet in de exploitatie verantwoord. De dotaties aan voorzieningen worden wel verantwoord in de exploitatie. De volgende uitgaven zijn in 2009 rechtstreeks ten laste van voorzieningen gebracht: Voorziening regeling personeel 2.233 Uitgaven ter dekking van wachtgeld van voormalig personeel. Voorziening pensioen voormalige bestuurders 666 Uitgaven ter dekking van pensioenaanspraken van voormalige bestuursleden. Voorziening baggeren HAV 168 Uitgaven ter dekking van het leegmaken van baggerdepots in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Voorziening baggeren 4.677 Uitgaven ter dekking van de baggerkosten. Voorziening flexibel personeel muskusrattenbestrijding 137 Uitgaven ter dekking van de inzet van tijdelijk personeel muskusrattenbestrijding Totaal uitgaven ten laste van Voorzieningen (bedragen x 1.000) 7.881 1.7 Waterschapsbelastingen De belastingopbrengst 2009 is vrijwel gelijk aan de begrote belastingopbrengst. Per saldo bedraagt het verschil 0,2% voordelig. De belangrijkste verschillen op belastingcategorie zijn onderstaand toegelicht. Tevens is ter kennisname een overzicht opgenomen naar belastingsoort. Tot slot is er een toelichting opgenomen met betrekking tot kwijtschelding, oninbaar, dwanginvordering en belastingopbrengst voorgaande jaren. Waterschapsbelastingen 2009 Overzicht naar belastingcategorie Begroting Rekening Verschil Belastingcategorie 2009 2009 Ingezetenen 26.617 26.535-82 Gebouwd 37.862 38.468 606 Ongebouwd 8.881 8.658-223 Natuur 26 23-3 Zuiveringsheffing 61.351 61.142-209 Verontreinigingsheffing 134 309 175 Totaal 134.871 135.135 264 (Bedragen x 1.000) Het voordeel bij de waterschapsbelastingen wordt veroorzaakt door: Een stagnerende woningbouw heeft tot gevolg dat de opbrengst van de belastingcategorie ingezetenen is achtergebleven. Het voordeel op de categorie gebouwd wordt veroorzaakt door enerzijds gestegen WOZ waarde en een groter volume door het meetaxeren van hectares ongebouwd in gebouwd. Het nadeel op de post ongebouwd wordt voornamelijk verklaard doordat het volume van de wegen lager bleek dan verondersteld in de begroting. Hogere opbrengst zuiveringsheffing bedrijven door een hogere vervuilingswaarde, circa 1%, bij de meetbedrijven 82 N 606 V 223 N 159 V 13

Lagere opbrengst zuiveringsheffing woningen omdat er in de begroting 2009 nog rekening gehouden is met een groei van het aantal woningen met 0,5%. Door de achterblijvende economie in 2009 is deze groei niet gerealiseerd. Na onderzoek is gebleken dat het aantal directe lozers op oppervlaktewater hoger bleek te zijn dan begroot. Dit heeft geleid tot een voordeel bij de verontreinigingsheffing. 368 N 175 V Overzicht naar belastingsoorten Begroting 2009 Rekening 2009 Verschil Belastingheffing Zuiveringsheffing Zuiveringsheffing woonruimten 47.783 47.415-368 Zuiveringsheffing bedrijven 13.568 13.727 159 Totaal 61.351 61.142-209 Verontreinigingsheffing Lozers oppervlaktewater woningen 88 180 92 Lozers oppervlaktewater bedrijven 46 129 83 Totaal 134 309 175 Watersysteemheffing Ingezetenen 23.511 23.479-32 Gebouwd binnendijks 34.555 35.408 853 Gebouwd buitendijks 462 228-234 Ongebouwd binnendijks ex wegen 6.289 6.271-18 Ongebouwd binnendijks wegen 1.638 1.402-236 Ongebouwd buitendijks ex wegen 667 681 14 Ongebouwd buitendijks wegen 26 46 20 Natuurterreinen binnendijks 20 18-2 Natuurterreinen buitendijks 6 4-2 Totaal 67.174 67.537 363 Wegenheffing Ingezetenen 3.106 3.056-50 Eigenaren gebouwd 2.844 2.832-12 Eigenaren ongebouwd 261 258-3 Natuurterreinen 1 1 - Totaal 6.212 6.147-65 Totaal belastingopbrengsten 134.871 135.135 264 (Bedragen x 1.000) Kwijtschelding, oninbaar, dwanginvordering en resultaat voorgaande belastingjaren Begroting 2009 Rekening 2009 Verschil Kwijtschelding (alle aanslagen) -2.350-2.428-78 Oninbaar (alle aanslagen) -600-442 158 Dwanginvordering 50 83 33 Meeropbrengst 5 0-5 Resultaat voorgaande belastingjaren 0 934 934 Totaal -2.895-1.853 1.042 (Bedragen x 1.000) 14

Het voordeel bij de kwijtschelding wordt veroorzaakt door: Een nadeel bij de post kwijtschelding als gevolg van het honoreren van kwijtscheldingsverzoeken die nog betrekking hadden op de belastingjaren 2007 en 2008. Door het voeren van een strak invorderingsbeleid bij Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) is een voordeel ontstaan bij de post oninbaar. De post dwanginvordering geeft een voordeel te zien omdat er in 2009 een vergrijpboete van ca. 150.000 is opgelegd aan een bedrijf wegens fraude. Voordeel belastingopbrengst voorgaande jaren voornamelijk als gevolg van het opleggen van aanslagen grensoverschrijdend afvalwater aan de hoogheemraadschappen Schieland en Krimpenerwaard en Stichtse Rijnlanden over de periode 2006 t/m 2008. (WSRL zuivert het afvalwater voor de genoemde waterschappen) Voordeel afrekening naheffingsaanslagen bedrijven 2008 Nadeel afrekening ingezetenenheffing en omslagen gebouwd en ongebouwd voorgaande jaren. 78 N 158 V 186 V 692 V 476 V 234 N 1.8 Weerstandsvermogen Algemeen De definitie van weerstandsvermogen is de mate waarin de organisatie in staat is middelen vrij te maken (weerstandscapaciteit) om onverwachte financiële tegenvallers (risico s) op te vangen. Het weerstandsvermogen is onderdeel van het bredere risicomanagement. Het vormt als beheersmaatregel het sluitstuk van risicomanagement en een laatste vangnet om de risicokosten op te vangen. Daarnaast geeft het een maat voor de financiële gezondheid van de organisatie. Inzicht in het weerstandsvermogen van waterschap Rivierenland is dus belangrijk om de continuïteit van de organisatie te kunnen garanderen. Teneinde een goede inschatting te kunnen maken van het gewenste niveau van de algemene reserve is in 2009 een risicoanalyse uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn opgenomen in een rapport dat in 2010 aan het Algemeen Bestuur zal worden aangeboden. Op dit moment wordt bij waterschap Rivierenland als norm voor de gewenste omvang van de algemene taakreserves (dit is de weerstandscapaciteit) 10% van het begrotingstotaal per taak gehanteerd. Deze gewenste omvang is vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen en is een algemeen bedrijfseconomische aanvaarde norm voor de omvang van de algemene reserves. De resultaten van vorengenoemde risicoanalyse wijzen uit dat het gehanteerde uitgangspunt van 10% van het begrotingstotaal een uitgangspunt is dat voldoende waarborg biedt om de risico s die waterschap Rivierenland loopt, op te vangen. Toetsing hoogte algemene reserves Voor de per taak ingestelde algemene reserves is in de nota reserves en voorzieningen vooralsnog een omvang vastgesteld van maximaal 10% van de netto kosten per taak. Daarbij is bepaald dat discussie over aanvulling van de algemene reserve pas wordt gevoerd op het moment dat de omvang van de algemene reserve onder de 8% dreigt te geraken. In onderstaande tabel is per taak de algemene reserve per ultimo 2009 afgezet tegen de drempelwaarden. Omschrijving Zuivering Watersysteem Wegen Totaal Netto kosten 63.172 73.897 5.947 143.016 Gewenste omvang 10% 6.317 7.390 595 14.302 Drempel algemene reserve 8% 5.054 5.912 476 11.441 Stand algemene reserve 5.678 7.158 689 13.525 (bedragen x 1.000) 15

Uit de tabel blijkt dat alle taken voldoen aan de minimumeis van 8%. De stand van de algemene reserves per ultimo 2009 voor de taken Zuivering en Watersysteem liggen tussen de 8% en 10% van het netto kostenniveau. Daarmee voldoen ze aan de norm. De algemene reserve voor de taak wegen ligt per ultimo 2009 boven de gewenste omvang van 10%. Bij de voorjaarsnota 2010 wordt de netto kostenontwikkeling in meerjarenperspectief geactualiseerd. Op basis daarvan wordt bepaald of het afromen van het saldo tot de mogelijkheden behoort. 1.9 Risicoparagraaf De risicoparagraaf gaat in op onderwerpen die, op korte of lange termijn, van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie van het waterschap, maar die vanwege het onzekere karakter nog niet in deze rekening zijn opgenomen. RWZI Schelluinen De aannemer die het werk RWZI Schelluinen heeft uitgevoerd, heeft een procedure bij de Raad van Arbitrage aangespannen met als doel een extra vergoeding van het waterschap te krijgen in verband met door hem geleden vertragingsschade, niet betaald meerwerk en een calculatievergoeding. In het verzoekschrift tot arbitrage wordt een bedrag van circa 1,8 miljoen van het waterschap gevorderd. Het is niet aannemelijk dat de Raad van arbitrage de vordering zal toewijzen, de uitkomst van de procedure is echter per definitie ongewis. Slibverwerking Noord Brabant (SNB) Waterschap Rivierenland is aandeelhouder van N.V. Slibverwerking Noord Brabant (SNB). Bij SNB wordt een gedeelte van het slib van het waterschap verwerkt. In 1997 en 1999 is SNB een Sale & Lease Back en een Cross Border Lease aangegaan voor de slibverwerkingsinstallatie. Hieruit zijn een drietal deposito s ontstaan. In 2007 heeft SNB een z.g. Switch Transactie uitgevoerd. Dit houdt in dat de hiervoor genoemde depots zijn omgewisseld tegen depots met een ander risicoprofiel. Door vooral de economische crisis is de waarde van de omgwisselde depots gedaald. SNB loopt daarmee het risico dat de tegenpartij van de Switch Transactie de transactie gaat ontbinden. Waterschap Rivierenland loopt als aandeelhouder mogelijk hetzelfde risico als SNB. Het waterschap bezit circa 2,7% van de aandelen van SNB en loopt over de omgewisselde depots een risico van 253.000. Bezwaren aanslagen 2009 watersysteemheffing natuur en wegen Tegen de in 2009 opgelegde aanslagen inzake de watersysteemheffing voor natuur en ongebouwde onroerende zaken (wegen) zijn bij Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) veel bezwaren ingediend. Het aantal bezwaren is nog onbekend. De bezwaren, veelal pro forma bezwaren, die betrekking hebben op natuurterreinen en wegen worden gefilterd uit de bezwaren tegen de watersysteemheffing. Er dient nog van een behoorlijk aantal bezwaren beoordeeld te worden of zij betrekking hebben op natuurterreinen. Van de bezwaren gericht tegen de aanslagen wegen bestaat wel een compleet beeld. Omtrent de aanslagen natuur en wegen bestaat niet alleen bij waterschap Rivierenland een discussie, maar ook bij veel andere waterschappen lopen soortgelijke procedures tegen de betreffende aanslagen. De financiële belangen bij wegen zijn beperkt in vergelijking met die betrokken bij natuurterreinen. BSR schat het bedrag dat gemoeid is met de bezwaren tegen de aanslagen natuur 2009 op 200.000 tot 300.000. Het vaststellen van het exacte bedrag is vooralsnog lastig vanwege de vele pro forma bezwaren. BSR schat het bedrag dat voor wegen in bezwaar betwist wordt op 50.000. In het meest ongunstige scenario zou derhalve een bedrag van 350.000 aan belastingen misgelopen kunnen worden. Daarbij komt dat een noodzakelijke honorering van bezwaren zal leiden tot aanzienlijke herconversiekosten voor het herstellen van de foute vaststelling van de opgelegde aanslagen. Dit zal leiden tot een ambtshalve wijziging van de aanslagen natuur en wegen. BSR schat de kosten van de herconversie op 30.000. 16

Gerechtelijke procedures Ten tijde van het opstellen van de begroting lopen een aantal gerechtelijke procedures die tot financiële claims voor het waterschap kunnen leiden: bestuursrechtelijke procedures (incl. personele) 29 claims m.b.t. nadeelcompensatie 8 claims m.b.t. gebouwschade 10 civiele procedures 13 Vrijwaringen Het bestuur van het waterschap heeft een vrijwaring afgeven voor drie stichtingen en één NV en voor de bestuursleden van deze stichtingen en de NV voor aanspraken door derden. Aan deze vrijwaringen zijn voorwaarden verbonden. De partijen waarvoor vrijwaringen zijn afgegeven: - Slibverwerking Noord Brabant NV - Stichting Slibservice Rivierenland - Polderlandstichting (CBL) - Stichting de Nieuwe Scheering 1.10 Financiering Inleiding Het treasurybeleid van Waterschap Rivierenland is vastgelegd in het treasurystatuut. Het statuut beoogt hiermee het financieringsbeleid transparant te maken waarbij de risico s zo goed mogelijk worden beheerst binnen de vastgestelde kaders. Financieringsbehoefte De financieringsbehoefte per ultimo 2009 is bepaald door de aanwezige geldmiddelen af te zetten tegen de aanwezige boekwaarde van de activa. De activa en passiva voortvloeiend uit de projecten die worden gefinancierd via de Waterlandstichting zijn hierbij niet opgenomen. Financieringsbehoefte per 31-12-2009 Boekwaarde activa 386.738 (Im)materieel 382.976 Financieel 3.762 Beschikbare financiële middelen 371.315 Saldo vaste geldleningen 288.163 Eigen vermogen (incl. resultaat) 38.151 Voorzieningen 45.001 Financieringstekort 15.423 (bedragen x 1.000) Per saldo wordt 15.423.000 van de vaste activa gefinancierd met vlottende schulden. Per balansdatum bedroeg het saldo in rekening courant bij de Nederlandse Waterschapsbank 5.594.000 nadelig. Aangezien de rente op kort geld ( 1 jaar) lager is dan de rente op lang geld (> 1 jaar), is het beleid er op gericht om maximaal gebruik te maken van de ruimte die de kasgeldlimiet biedt. Dit betekent dat de financieringsbehoefte met lang geld wordt afgedekt op het moment dat er sprake is van een structureel financieringstekort dat groter is dan de kasgeldlimiet van 36.840.710. 17

Transacties in 2009 Het Algemeen Bestuur heeft het College van Dijkgraaf en Heemraden op basis van artikel 9 van het Treasurystatuut van Waterschap Rivierenland gemachtigd tot het aangaan van lange of korte financieringsmiddelen binnen de kaders van de Wet Fido voor een bedrag van maximaal 55.200.000 onder de volgende voorwaarden: - de rekening courantlimiet bij de NWB bedraagt 46.800.000; - het aangaan van langlopende geldleningen gebeurt tegen een rentepercentage van maximaal 5,75% en een looptijd van maximaal 25 jaar. Toetsing mandaat In 2009 hebben er geen transacties plaatsgevonden ter dekking van de financieringsbehoefte. Dit is voornamelijk een gevolg van het reeds in oktober 2008 genomen besluit om vervroegd in 2008 een lening af te sluiten voor 12,5 miljoen (stortingsdatum 30 december 2008) en door het achterblijven van de realisatie van de investeringen in 2008 en 2009. Externe toetsing door de toezichthouder De provincie Gelderland is ingevolge de Wet Fido aangewezen als toezichthouder. Zij toetst of het waterschap voldoet aan de normen zoals gesteld in deze wet. Hierbij zijn twee wettelijke normen te onderscheiden, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Kasgeldlimiet De wettelijke kasgeldlimiet bepaalt hoeveel maximaal met kort geld gefinancierd mag worden. De norm is uitgedrukt in een percentage van het kostentotaal van de begroting (voor waterschappen 23%). De kasgeldlimiet voor Waterschap Rivierenland bedroeg in 2009 36.840.710. In heel 2009 heeft WSRL voldaan aan de eisen van de kasgeldlimiet. Renterisiconorm Deze norm beoogt dat een zodanige opbouw van de leningenportefeuille tot stand komt dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering in voldoende mate beperkt is. De renterisiconorm bedraagt 30% van het kostentotaal van de begroting en bedraagt voor 2009 48.053.100. Aangezien er geen herfinanciering heeft plaatsgevonden in 2009 heeft WSRL voldaan aan de renterisiconorm. In bijlage 10 is een overzicht opgenomen van de stand van zaken m.b.t. liquiditeitspositie en het renterisico op vaste schuld. 1.11 Verbonden partijen Waterschap Rivierenland heeft bestuurlijke en financiële belangen in partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. Deze verbonden partijen voeren beleid uit voor het Waterschap. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Van financieel belang is sprake wanneer het waterschap middelen ter beschikking heeft gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op het Waterschap. Het betreft de volgende verbonden partijen: - Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) - Slibverwerking Noord Brabant (SNB) - DRSH Zuiveringsslibverwerking - Midden-Betuwe slibverwerking - Stichting Slibservice Rivierengebied (SSR) - Nazorg Bodem Holding BV - Nederlandse Waterschapsbank - Gemeenschappelijke regeling van het laboratorium met het hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden - Cross Border Lease met het waterschap Hollandse Delta 18

Belasting Samenwerking Rivierenland BSR is een gemeenschappelijke regeling op het gebied van belastingen van AVRI (Afvalverwijdering Rivierengebied), Waterschap Rivierenland en de gemeentes Tiel, Culemborg, Lingewaal, Maasdriel, Geldermalsen, Neerijnen en West Maas en Waal. Voor burgers, bedrijven en instanties heeft de samenwerking als voordeel dat ze één aanslagbiljet ontvangen en met één organisatie te maken hebben. BSR zorgt voor de onroerende-zaakbelasting, rioolrecht, hondenbelasting, afvalstoffenheffing, verontreinigingsheffing, ingezetenenomslag en de omslagen gebouwd en ongebouwd. Ook bepaalt BSR de WOZ-waarde van panden voor de gemeenten. Slibverwerking Noord Brabant N.V. Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) verwerkt communaal zuiveringsslib voor haar aandeelhouders en voor externe klanten. De aandeelhouders van SNB zijn Waterschap AA en Maas, Waterschap Brabantse Delta, Waterschap De Dommel, Waterschap Regge en Dinkel en Waterschap Rivierenland. De slibverbrandingsinstallatie van SNB op industrieterrein Moerdijk verwerkt jaarlijks circa 420.000 ton slibkoek in vier parallelle verbrandingslijnen. Waterschap Rivierenland heeft een aandeel van 2,7% in het aandelenkapitaal, met een vertegenwoordigde waarde van nominaal 102.000 DRSH Zuiveringsslibverwerking DRSH N.V. verbrandt het zuiveringsslib, dat overblijft na de reiniging van rioolwater van huishoudens en bedrijven. DRSH verwerkt in de eerste plaats het zuiveringsslib, dat afkomstig is van haar aandeelhouders: de hoogheemraadschappen van Delfland, van Rijnland, van Schieland en de Krimpenerwaard, Waterschap Hollandse Delta en Waterschap Rivierenland. Waterschap Rivierenland heeft een aandeel van 5% in het aandelenkapitaal, met een vertegenwoordigde waarde van 11.000. Midden-Betuwe slibverwerking GMB is een middelgroot familiebedrijf op het (raak)vlak van land en water en in de waterketen. Met betrekking tot de composteringsinstallatie in Tiel is een samenwerkingsovereenkomst gesloten ter verwerking van het door waterschap Rivierenland aan te bieden zuiveringsslib. Stichting Slibservice Rivierengebied De stichting Slibservice Rivierengebied is een zelfstandige organisatie. Vanaf 2009 heeft het waterschap zeggenschap gekregen in het bestuur van deze stichting. Stichting Slibservice Rivierengebied houdt zich bezig met de afzet van gecomposteerd zuiveringsslib. Waterschap Rivierenland levert compost aan deze stichting. Nazorg Bodem Holding BV De Nazorg Bodem Holding BV verricht werkzaamheden ten behoeve van een verantwoord (na)zorgbeheer van verontreinigde bedrijfsterreinen waarin verontreinigde grond is verwerkt, van gesloten stortlocaties en van diepe plassen met bijhorende oevers. De Nazorg Bodem Holding BV is een zelfstandig bedrijf en maakt geen deel uit van een grotere organisatie. De aandeelhouders zijn een aantal gemeenten uit de regio Arnhem/Nijmegen en Waterschap Rivierenland. Waterschap Rivierenland beschikt over 1.000 aandelen met een vertegenwoordigde waarde van 100.000. Nederlandse Waterschapsbank De Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB) is meer dan 50 jaar geleden opgericht met de opdracht zorg te dragen voor een goede financiële dienstverlening aan de overheidssector. Sedertdien financiert de bank de waterschappen, gemeenten en provincies. Zij verstrekt voorts langlopende kredieten aan instellingen voor de volkshuisvesting, de gezondheidszorg en het onderwijs. Eveneens financiert de NWB overheidsbedrijven die werkzaam zijn op het gebied van water en milieu. 19

Voor waterschappen is de NWB huisbankier met diensten als betalingsverkeer, electronic banking en consultancy. Sleutelwoorden bij de activiteiten van de NWB zijn maatschappelijke relevantie en duurzaamheid. Alle aandelen van de NWB zijn in handen van overheden. De NWB financiert haar activiteiten op de internationale geld- en kapitaalmarkten. Zij maakt daarbij gebruik van financiële instrumenten als obligaties, medium term notes en commercial paper. De bank heeft een zeer sterke vermogenspositie en AAA ratings van Moody's en Standard & Poor s, hetgeen betekent dat het financiële risico zeer beperkt is. Waterschap Rivierenland bezit 6,8% van het totale aandelenkapitaal. Gemeenschappelijke regeling Laboratorium met HDSR Sinds 1 januari 2003 bestaat er een gemeenschappelijke regeling tussen waterschap Rivierenland en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden met als doel het verkrijgen van maatschappelijk voordeel en het bevorderen van de samenwerking op het gebied van laboratoriumactiviteiten ter uitvoering van analyses t.b.v. het waterkwaliteitsbeheer, waardoor de gewenste gespecialiseerde deskundigheid bij de uitvoering van de opgedragen taken zo optimaal mogelijk wordt benut. Cross Border Lease ZHEW Ten behoeve van de Cross Border Lease (CBL) van het voormalig zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden heeft WSRL met de andere betrokken waterschappen (waterschap Hollandse Delta en hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard) een zogenaamde CBL overeenkomst gesloten. Omdat ervoor gekozen is de oorspronkelijke CBL in stand te houden, hebben partijen onderling afspraken gemaakt over de samenwerking en deze afspraken vastgelegd in de genoemde overeenkomst.de verdeling van de aansprakelijkheid is gebaseerd op de omvang van de subleaseverplichtingen (in totaal 290.000.000) en bedraagt voor WSRL 13,2% ( 38.280.000). 1.12 Bedrijfsvoering Audits Conform het audit jaarplan is het auditinstrument bij het waterschap Rivierenland in 2009 vooral ingezet op de toetsing van de stand van zaken met betrekking tot de rechtmatigheid. Dit heeft geresulteerd in een verhoogd bewustzijn binnen de organisatie van nut en noodzaak van het aantoonbaar rechtmatig handelen en in navolging op de auditactiviteiten in 2008 - een verdere borging van art.109 van de Waterschapswet. Bijkomend voordeel is dat de accountant bij zijn jaarrekeningcontrole de uitkomsten van deze onderzoeken voor een belangrijk deel zal meewegen in het rechtmatigheidsoordeel voor het jaar 2009. Door het zelf uitvoeren van deze onderzoeken hebben de onderzoeken een belangrijke bijdrage geleverd aan het lerend vermogen van de organisatie. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de auditaciviteiten in 2009 Omschrijving onderzoek Aantal Rechtmatigheid a. Inkoop- en aanbesteden 2 b. Investeringen 2 c. Overige Opbrengsten 2 d. Personele Lasten 2 e. Subsidie-ontvangsten 2 f. Subsidieverstrekkingen 2 g. Treasury 1 Getrouwheid h. Registratie en ontwikkeling van bezittingen, schulden en vermogen 1 Doelmatigheid en doeltreffendheid i. Implementatie informatiesystemen bij WSRL 1 20

Voor derden j. Kwaliteitsaudit BSR 2 k. Budgetbeheersing BSR 1 Totaal 18 Bedrijfsvergelijken (benchmarks) Ter verhoging van de transparantie van de bedrijfsvoering, om te leren en te verbeteren en ook ter verantwoording neemt het waterschap Rivierenland deel aan de bedrijfsvergelijkingen zoals die landelijk worden gefaciliteerd door de Unie van Waterschappen. Ook in 2009 is deelgenomen aan de twee uitgezette bedrijfsvergelijkingen, te weten Waterschapspeil en Waterbeheer. De waterschapvergelijkingen Begrotingsvergelijking en IPWater zijn vervangen door de bedrijfsvergelijking Waterschapspeil. In 2008 zijn hiervoor zowel voorbereidende als coördinerende werkzaamheden uitgevoerd. Dit heeft in 2009 geresulteerd in een brancherapportage en een rapportage waarin de verschillen tussen de waterschappen zijn uitgelicht. De bedrijfsvergelijking Waterbeheer bestaat uit 5 onderdelen. Het betreft: Baggeren, Monitoring waterkwaliteit en Waterkwantiteit, Waterkeringen, Legger en beheerregister en Onderhoud waterlopen. Voor de eerste drie onderdelen is in 2009 een bedrijfsvergelijking uitgevoerd en zijn inmiddels eindrapportages beschikbaar, de laatste twee zijn ten tijde van het verschijnen van deze jaarrekening nog in uitvoering. Beleids- en verantwoordingscyclus Jaarlijks bepaalt het Algemeen Bestuur de kaders van de Beleids en Verantwoordingscyclus en welke (sturings- en verantwoordings)documenten wanneer worden opgeleverd In aanvulling op de beleidsen verantwoordingscyclus wordt per kwartaal intern gerapporteerd over de voortgang van de maatregelen uit de rapportages van de accountant (zowel de managementletter als het accountantsrapport bij de jaarrekening). Er is periodiek overleg gevoerd met de accountant, waarbij onder meer het jaarrekening-rapport en de managementletter zijn besproken. Er is ook regelmatig contact met de accountant over de juiste interpretatie van de bepalingen in de nieuwe Waterschapswet en de gevolgen hiervan. Risicomanagement Risicomanagement wordt op verschillende plekken in de organisatie toegepast, o.a. bij de dijkverbeteringsprojecten in het kader van het hoogwaterbeschermingsprogramma en bij procesbeschrijvingen. Begin 2009 is een project gestart om risicomanagement breder toe te passen op een identieke manier. Implementatie hiervan is gepland in (medio) 2010. Procesmanagement De aandacht voor procesmanagement is toegenomen omdat de structuur van WSRL m.i.v. 2009 meer procesgericht is. Daarmee is de basis gelegd voor een verdere ontwikkeling van 'procesgericht werken en sturen' in de organisatie. Om het management meer bewust te laten worden van procesgericht werken is een leergang 'procesgericht werken en sturen' gegeven (afgerond in 2009). In het traject procesbeheersing- en procesoptimalisatie wordt verder invulling gegeven aan procesgericht werken. In eerste instantie wordt de basis gelegd om op procesniveau te kunnen sturen : De bedrijfsprocessen zijn benoemd en worden beschreven. Proceseigenaren (afdelingshoofden) en procesmanagers (teamleiders) zijn benoemd en kennen hun rol. Bij de processen worden tevens de sturende elementen prestatie-indicatoren en risico s en beheersmaatregelen benoemd. Het project meten is weten zal vervolgens invulling geven aan het daadwerkelijk meten van de prestaties. Dit project is medio 2009 opgestart en loopt door naar 2010. Daarnaast is er op verschillende plaatsen gewerkt aan optimalisering van de processen. B.v. door middel van gerichte acties op samenwerking over afdelingsgrenzen heen. In 2010 worden er (op basis van behoefte en noodzaak) meer procesverbeteringstrajecten ter hand genomen. 21

Integrale kwaliteitszorg en KAM-beleid In 2009 is een Servicegarantie vastgesteld en gedeeltelijk geïmplementeerd (aandacht voor telefonische bereikbaarheid; ontvangstbevestiging wordt binnenkort uitgerold). In 2010 wordt de Servicegarantie volledig geïmplementeerd en ook extern gecommuniceerd. Ook zullen in 2010 een organisatiebreed kwaliteitsbeleid en kwaliteitshandboek worden opgesteld. Op Arbo- en Milieugebied is in 2009 door middel van verschillende activiteiten bevorderd dat Waterschap Rivierenland voldoet aan wet- en regelgeving. Het gaat daarbij onder andere om het opstellen van werkinstructies, het uitvoeren van risicoinventarisaties en evaluaties, het coördineren van cursussen en het adviseren over KAM-handboeken voor verschillende afdelingen. Enkele activiteiten die bijzondere vermelding verdienen zijn: 1) Ontwikkeling en implementatie van de beleidslijn Agressie en Geweld, 2) het uitvoeren van een Gezondheidsonderzoek voor muskusrattenbestrijders (ziekte van Lyme), 3) het medewerken aan het opstellen van de arbocatalogus voor de sector Waterschappen, 4) intentieverklaring Duurzaam Terreinbeheer (gericht op certificaat Zilver) 5) de uitvoering van een medewerkerstevredenheidonderzoek. 1.13 EMU-SALDO Het EMU saldo is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de collectieve sector (Rijk, medeoverheden en sociale fondsen). In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een land maximaal 3% van het BBP mag zijn. Daarnaast is in het Groei- en Stabiliteitspact afgesproken dat op lange termijn naar een tekort dicht bij 0% of een overschot moet worden gestreefd. Als een land een structureel EMU-tekort van meer dan een ½% BBP heeft, moet het structurele EMUtekort jaarlijks met een ½% BBP verbeterd worden. Bij overschrijding van het Nederlandse overheidstekort kunnen maatregelen volgen in de vorm van o.a. plafonnering van het investeringsvolume. Referentiewaarde waterschappen De referentiewaarde is een individueel richtbedrag dat min of meer aangeeft dat als het EMU-tekort van een overheid groter wordt dan dit bedrag, er een meer dan evenredige, negatieve bijdrage wordt geleverd aan het totale tekort van een sector. Voor alle waterschappen tezamen is de referentiewaarde bepaald op 250 miljoen. Het aandeel van waterschap Rivierenland bedraagt 6,1%, ofwel 15,3 miljoen. Uit onderstaand schema blijkt een EMU-tekort van 5,8 miljoen. Dit is 9,5 miljoen lager dan de referentiewaarde. Rekening 2008 Begroting 2009 Rekening 2009 1. EMU/exploitatiesaldo (zonder onttrekking aan egalisatiereserve) - 2.548-7.501-5.397 2. Invloed investeringen (zie staat van vaste activa): -/- bruto investeringsuitgaven - 56.382-65.881-46.900 + investeringssubsidies 16.534 22.113 21.074 + verkoop materiële en immateriële activa 0 0 0 + afschrijvingen 23.561 25.765 24.410 3. Invloed voorzieningen (zie staat van reserves en voorzieningen): + toevoeging aan voorzieningen t.l.v. exploitatie 10.714 8.487 8.919 -/- onttrekkingen aan voorzieningen t.b.v. exploitatie - 2.256-2.343-2.951 -/- betalingen rechtstreeks uit voorzieningen - 4.281-7.265-4.929 + evt. externe vermeerderingen van voorzieningen 0 0 0 4. Invloed reserves -/- betalingen rechtstreeks uit reserves 0 0 0 + evt. externe vermeerderingen van reserves 0 0 0 5. Deelnemingen en aandelen 22