Tabel 1 Overzicht van de aantallen mensen waar we gegevens van hadden

Vergelijkbare documenten
DEMENTIE DIAGNOSE DOCUMENTATIE Tessa van den Kommer Hannie Comijs 16 juni 2006 / 02 maart 2007 / 3 oktober 2008 / 29 augustus 2011 / 15 maart 2013

Begeleiding van psychische klachten bij revalidatie. dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015

Cognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk?

Mental Alternation Test (MAT)

Dementie Zorg voor zilver ga voor goud. Wim van den Dool, sociaal geriater 20 november 2012

Vroege predictoren van dementie

Het Dementie Formularium

Verschillende soorten van dementie. Door: Wim Dorst Geriatrisch verpleegkundige i.o

Tijdige detectie van dementie - Interventies bij diagnose dementie. Sophie Vermeersch Klinisch neuropsycholoog (MsC)

I Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam, inschrijvingsnummer bij de V.I.):

The Mini-Cog : a cognitive vital signs measure for dementia screening in multilingual

Why do we treat the elderly cancer patient and how do we assess him? Cindy Kenis, Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige, UZ Leuven

Voorspellende waarde van geriatrisch assessment bij patiënten ouder dan 70 jaar, behandeld met chemotherapie

Trends in sociale-, emotionele- en gezondheidsproblematiek van Nederlandse 85- tot 94-jarigen tussen 2001/02 en 2011/12

! "# #$ # # "!% & '# (% %&'%)

De Reactie van Verzorgenden in het Verpleeghuis op Seksueel Ontremd Gedrag: Is Deze Anders voor Demente dan voor Somatische Bewoners?

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Depressie bij ouderen Trends over de tijd

Cognitieve achteruitgang bij ouderen: biologische voorspellers en vroege herkenning van mensen met een verhoogd risico op dementie

Sociale steun. Disclosure. prof. dr. R.C. Oude Voshaar, UMCG Voorspellen ziektelast van Alzheimer dementie 1

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Johanna Vis - den Dulk

Mini Mental State Exam Mini Mental Status

! "#$%!&''! ( # ' ) * )# ' ' # ' ' ' ## * ' +,+, # '# - '.) ' +, # '# /, ' ' ) ' ## *' ' )" " # # * ) " ' ) ' ## ) ' 4

Workshop Kwetsbare Oudere

Triage Risk Screening Tool (TRST)

Trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 2012

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Prevention of cognitive decline

Het concept cognitieve reserve

De effectiviteit van case management bij ouderen met dementiesymptomen

Screening van cognitieve stoornissen in de verslavingszorg

III Identificatie van de geneesheer die verantwoordelijk is voor de behandeling (naam, voornaam, adres, RIZIV-nummer):

Hoe weet je of cognitieve stoornissen waarschijnlijk zijn?

Questionnaire (in Dutch): LASAD705 / LASAE705 / LASAF705 / LASAG705 / LASAH705 / LASAI705

Diagnosestelling en de vernieuwde IADL-vragenlijst

Familie perspectief op palliatieve zorg bij dementie

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.

Meetinstrumenten bij cognitieve stoornissen

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Cognitieve screeningsinstrumenten. Ellen De Roeck

Course of limitations in activities in elderly patients with osteoarthritis of the hip or knee. CARPA onderzoek. Artrose.

MAPPING STUDIE. Anne van den Brink. Specialist Ouderengeneeskunde, Junior Onderzoeker

Alcoholgebruik onder 55-plussers in Nederland

Dysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Samenvatting Werk, Pensioen en Gezondheid

- $! $ ## " $ $!.. # # "!. $! $##!$ /

Als ik de dokter niet begrijp!

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd

Handleiding voor het afnemen van het IPPA Basis-interview en het IPPA Vervolg-interview

Clock Drawing Test. Afkorting. Doelstelling/ beschrijving. Doelgroep. Soort meetinstrument. Afname CDT

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie?

De ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid van kleuters met vroeg vreemde-taal onderwijs

Ouderen & Alcoholgebruik in Nederland

Nederlandse samenvatting

ZORGNETWERK, KWALITEIT VAN ZORG EN KWALITEIT VAN LEVEN. LASA-rapportage in opdracht van VWS 2017

Alcoholgebruik onder Ouderen

Vascular Cognitive Impairment (VCI): cognitieve problemen door vaatschade. de diagnose: vasculaire dementie of vci vci poli.

Microdata Services. Documentatie Doodsoorzaken (DO) 2012

Beschermende factoren voor dementie

Bloedtest voor amyloid Drs. Inge Verberk

Verkorte Informantvragenlij st over cognitieve achteruitgang bij ouderen

VARIATIES IN ZORGGEBRUIK BIJ VERSCHILLENDE TYPEN AMSTERDAMSE OUDEREN: EEN LANGETERMIJNANALYSE

Masterclass DementieNet Vroege signalen dementie. Jan Oudenes 2017

Betere detectie van dementie

Hoe ziek word je van zitten?

(shortened) Sense of Coherence

LASA 021- Memory complaints and MMSE. Memory complaints and Mini Mental State Examination (MMSE)

Item-responstheorie (IRT)

De begeleiding bij chronische angst en depressie (resultaten van de ZemCAD studie)

DE KENNIS OVER OUDERE PATIËNTEN QUIZ (KOP-Q)

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Reisduur van netwerkleden van kwetsbare ouderen:

Triage GR Vangnet of zeef? 12 februari 2016 Aafke de Groot

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

Dementie op jonge leeftijd

Modified Mini Mental State Examination (3MS)

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

(GBA) (VRLGBAOVERLIJDENTAB)

Medication management ability assessment: results from a performance based measure in older outpatients with schizophrenia.

Betekenisvolle activiteiten als alternatief voor. Prof dr Patricia De Vriendt & Ruben Vanbosseghem

Risicopredictie bij de individuele MCI patiënt

Tabel 1. Uitval in het eerste cohort van LASA tussen twee meetmomenten en per cluster bepaald.

PLS is een broertje van ALS

Sterven bij dementie. studie arena 2011: sterven bij dementie 1. Progressie Alzheimer MMSE 30. vroeg mild matig ernstig. Prevalentie dementie

Chapter 7. Summary and General Discussion. Nederlandse Samenvatting

Kwaliteit van leven na de diagnose oesofagus(/maag) carcinoom

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Delirium Symptom Interview (DSI)

Responsiviteit van meetinstrumenten. Prof. dr. ir. Riekie de Vet. EMGO Instituut, Amsterdam

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth

Deel één Ȃ communicatie over het levenseinde in Europa: een vergelijkend onderzoek.

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

Questionnaire (in Dutch): LASAC605 / LASAD605 / LASAE605 / LASAF605 / LASAG605 / LASAH605 / LASAI605

1 Geheugenstoornissen

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Acute Low Back Pain Screenings Questionnaire (ALBPSQ)

Transcriptie:

DEMENTIE DIAGNOSE DOCUMENTATIE Hannie Comijs Tessa van den Kommer Febr 2017 In LASA beschikken we over gegevens m.b.t. meerdere cognitieve tests, maar een klinische dementie diagnose op basis van formele criteria ontbreekt. Met behulp van de beschikbare MMSE's (Mini-Mental State Examination; screeningstest voor dementie, Folstein et al. 1975), gegevens over mensen die niet meer mee wilden of konden doen door middel van een telefonische MMSE (vanaf de D meting) en telefonische (Informant Questionnaire on Cognitive Decline in the Elderly; Jorm et al., 1988) bij de respondent (C meting) of de proxy (vanaf de C meting), hebben we een samengestelde variabele gemaakt van mensen die zeer waarschijnlijk een diagnose dementie hebben. Aanvullend zijn huisartsen gegevens (dementie diagnose door huisarts of specialist), relevante gegevens genoteerd op de respondent contact formulieren (RCF s), gegevens over opname in psychogeriatrisch verpleeghuis gebruikt en gegevens omtrent doodsoorzaak (ICD codering verschillende oorzaken dementie tot 2008 beschikbaar). Met zekerheid weten we het niet, dus bij rapportage moet hieromtrent de nodige voorzichtigheid betracht worden. Tabel 1 Overzicht van de aantallen mensen waar we gegevens van hadden B 1992/93 C 1995/96 D 1998/99 E 2001/02 2B* 2002/03 F 2005/06 G 2008/09 H 2011/12 N=3.107 N=2.545 N=2.076 N=1.691 N=1002 N=2.165 N=1.818 N=1.522 n=3.091 n=2.292 n=1.871 n=1.469 n=997 =1.904 n=1.600 N=1.303 resp 2 : n=163 n=76 - n=124 n=73 n=121 n=136 n=112 - - - - n=90 n=116 n=95 MMSE 1 n=97 IO-code proxy 3 n=171 * 2B is nieuw cohort 55-65 jarigen. Deze mensen zijn na deze baseline meting toegevoegd aan het sample dus zitten ook in de F, G en H meting 1 Verkorte MMSE (telefonisch interview) = item 01jaar; item 04: dag van de week; item05: maand; item 08: twee straten in de buurt; item 10: adres; item 11: drie woorden nazeggen; item 12: aftrekken 100-7 of item 13: terugwaarts spellen; item 14: drie woorden herinneren. De somscore is gebaseerd op 9 items waarbij de beste score van item 12 of 13 is meegeteld. Maximale score = 16. 2 is telefonisch bij respondent afgenomen die niet aan het interview wilden meedoen: 6 vragen over achteruitgang in de afgelopen 10 jaar, namelijk: gesprekken herinneren; onthouden van zijn/haar adres en telefoonnummer; omgaan met bekende huishoudelijke apparaten; beslissingen nemen over alledaagse dingen; omgaan met geld voor boodschappen; geldzaken regelen. Scoring op 5 puntsschaal: 1= veel beter, 3=niet veranderd, 5 = veel slechter. Somscore: loopt van 1-30. 3 is telefonisch afgenomen bij de proxy van respondent die niet aan het interview wilden meedoen.

De diagnose 'dementie zeer waarschijnlijk' is vastgesteld op basis van: 1. Verschilscores op de MMSE van respondenten (>2 SD dan gemiddelde achteruitgang vastgesteld binnen de hele groep): zie syntax (verschilscores liggen rond de -5.2) 2. De verschilscores op (telefonische) MMSE van uitvallers (> 2 SD dan gemiddelde achteruitgang zijn vastgesteld binnen de hele groep); daarna gecontroleerd dmv: vergelijken met eerdere en latere (partial) MMSE scores. 3. > 28 wijst op cognitieve achteruitgang dwz forse achteruitgang op tenminste 4 gebieden. 4. Daarna zijn de variabelen longitudinaal geschoond: indien latere MMSE score aanwezig is - moet er sprake zijn van verdere achteruitgang, dit hoeft niet perse meer dan 2 SD te zijn, mag ook minder, maar meer dan 1 SD, deze krijgen een code 1. respondenten met cognitieve achteruitgang (meer dan 2 SD op MMSE of > 28), maar geen data hebben op vervolg metingen hercoderen naar 3. respondenten met cognitieve achteruitgang (meer dan 2 SD op MMSE of > 28), maar daarna niet meer dan 1 SD achteruitgaan, stabiel blijven of vooruitgaan, maar een MMSE 18 hebben hercoderen naar 4. respondenten met cognitieve achteruitgang (meer dan 2 SD op MMSE of > 28), maar waarvan we daarna tegenstrijdige of inconsistente informatie hebben of er te weinig informatie beschikbaar is hercoderen naar 5. 5. RCF's nagekeken van mensen met codering 3, 4 of 5: respondenten waarbij uitval duidde op mogelijke cognitieve stoornissen en expliciet dementie genoemd wordt hercoderen naar 1. respondenten met codering 3, 4 of 5 waarbij expliciet dementie genoemd wordt op RCF hercoderen naar 1. 6. Huisartsgegevens diagnose dementie respondenten met codering 3, 4 of 5 worden wanneer dementie gesteld door huisarts of specialist hercoderen naar 1. 7. Gegevens omtrent woonvorm (014, 601 files) - indien woonvorm psychogeriatrisch verpleeghuis ( 3 jaar na laatste interview) hercoderen naar 1. 8. Oorzaak van overlijden (z991) - indien oorzaak van overlijden dementie ( 3 jaar na laatste interview) hercoderen naar 1 / oorzaak van overlijden is bekend tot 2008 De variabelen heten: cdement, ddement, edement, fdement, gdement en hdement en zijn op te vragen bij Jan Poppelaars, evenals de syntaxen

1995 /96: C dementia Frequency Valid Valid no dementia 2449 59,6 96,8 96,8 dementia at C 42 1,0 1,7 98,5 undetermined, insufficient/ 29,7 1,1 99,6 2,0,1 99,7 8,2,3 100,0 Total 2530 61,6 100,0 Missing System 1579 38,4 1998 / 99: D dementia Frequency Valid Valid no dementia 1941 47,2 94,1 94,1 dementia at D 53 1,3 2,6 96,7 dementia at previous wave 20,5 1,0 97,6 42 1,0 2,0 99,7 2,0,1 99,8 5,1,2 100,0 Total 2063 50,2 100,0 Missing System 2046 49,8

2002/03 E dementia Frequency Valid Valid no dementia 1553 37,8 92,5 92,5 dementia at E 44 1,1 2,6 95,1 dementia at previous wave 36,9 2,1 97,3 39,9 2,3 99,6 4,1,2 99,8 3,1,2 100,0 Total 1679 40,9 100,0 Missing System 2430 59,1 2005/06: F dementia Frequency Valid Valid no dementia 1982 48,2 94,6 94,6 dementia at F 57 1,4 2,7 97,3 dementia at previous wave 23,6 1,1 98,4 26,6 1,2 99,7 5,1,2 99,9 2,0,1 100,0 Total 2095 51,0 100,0 Missing System 2014 49,0

2008/09: G dementia Valid Frequency Valid no dementia 1520 37,0 93,3 93,3 dementia at G 32,8 2,0 95,2 dementia at previous wave 48 1,2 2,9 98,2 26,6 1,6 99,8 2,0,1 99,9 2,0,1 100,0 Total 1630 39,7 100,0 Missing System 2479 60,3 2011/12: H dementia Valid Frequency Valid no dementia 1237 30,1 90,0 90,0 dementia at H 41 1,0 3,0 93,0 dementia at previous wave 68 1,7 4,9 98,0 26,6 1,9 99,9 1,0,1 99,9 1,0,1 100,0 Total 1374 33,4 100,0 Missing System 2735 66,6 Voor vragen over deze variabelen kun je terecht bij: Hannie Comijs: h.comijs@ggzingeest.nl of Tessa van den Kommer: t.vandenkommer@ggzingeest.nl en De variabelen zijn gebruikt en beschreven in Van den Kommer TN, Deeg DJH, Van der Flier WN, Comijs HC. Time trend in persistent cognitive decline: results from the Longitudinal Aging Study Amsterdam. In prep.

Alders P, Comijs HC, Deeg DJH. Changes in admission to long-term care institutions in the Netherlands: comparing the results of two cohorts over the period 1996-1999 and 2006-2009. European Journal of Ageing, in press. van den Kommer TN, Comijs HC, Dik MG, Jonker C, & Deeg DJH. Development of classification models for early identification of persons at risk for persistent cognitive decline. Journal of Neurology, 2008, 255(10): 1486-94. Literatuur Folstein MF, Folstein SE, McHugh PR. Mini-mental state: a practical method for the clinician. J Psychiat Res, 1975;12:189-198. Jorm AF, Korten AE. Assessment of cognitive decline in the elderly by informant interview. Br J Psychiatr, 1988;152:209 13.