Trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 2012"

Transcriptie

1 Trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 Resultaten van de Longitudinal Aging Study Amsterdam LASA Rapport 216 In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Directie Langdurige Zorg Auteurs: Dr. E. Hoogendijk Prof.dr. D. Deeg Dr. M. Huisman 1

2 Inleiding; aanleiding van het rapport en procesbeschrijving Dit rapport beschrijft trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek bij Nederlandse ouderen in de periode van 1992 en 212. Het doel van dit rapport is een beeld te schetsen van het vóórkomen van problemen met het functioneren van Nederlandse ouderen gedurende die periode en van de ontwikkelingen daarin. Op welke aspecten gaat het beter met de Nederlandse ouderen? Op welke aspecten gaat het juist slechter? Dat zijn vragen die in dit rapport worden beantwoord. Het idee voor dit rapport is tot stand gekomen tijdens een discussie tussen medewerkers van het Ministerie van VWS en medewerkers van de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA). De LASA studie verzamelt al sinds 1992 voortdurend gegevens over het functioneren van Nederlandse ouderen en de kracht van deze studie is dat het daarmee kan aantonen wat de trends zijn in dat functioneren sinds het begin van de jaren negentig. Wetenschappelijke gegevens over het functioneren van ouderen en veranderingen in het functioneren van ouderen kunnen de context schetsen waarin het beleid in de langdurige zorg, maatschappelijke ondersteuning en preventief beleid van de Nederlandse overheid plaatsvindt. Deze gegevens vervullen daarmee als het ware de functie van een barometer, die kan aangeven wanneer en op welke aspecten er reden is tot zorg en aandacht, maar ook wanneer ontwikkelingen juist gunstig zijn. Het oorspronkelijke idee was om trends te beschrijven in de volgende aspecten van functioneren: aantal chronische ziekten, functionele beperkingen, depressieve klachten, angstklachten, cognitieve beperkingen en eenzaamheid. De resultaten van deze eerste analyses zijn onderdeel van dit rapport. In de loop van 216 zijn voorlopige resultaten voor dit rapport besproken tussen medewerkers van LASA en medewerkers van het ministerie. Op grond van dit tussentijds overleg zijn enkele aanpassingen gedaan in de opzet van het rapport en extra analyses uitgevoerd waarbij nog eens additionele aspecten van functioneren aan de analyses zijn toegevoegd: niet voldoen aan de landelijke beweegnorm en sociale isolatie. Op grond van de tussentijdse besprekingen van de trends ontstond daarnaast de wens om niet alleen de trends in afzonderlijke aspecten van functioneren te bekijken, maar ook om te beschrijven wat de veranderingen zijn in de opeenstapeling van problemen. De onderliggende vraag daarbij is: hebben Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 vaker of minder vaak te kampen met problemen op meerdere aspecten van functioneren tegelijkertijd? Het is meestal de opeenstapeling van problemen bij ouderen die zorg noodzakelijk maken en complex. De verwachting die werd uitgesproken was dat de groep die op geen enkel van de onderzochte aspecten van functioneren een probleem had groter zou zijn geworden tussen 1992 en 212. Dat zou dus een positieve ontwikkeling zijn. Tegelijkertijd was de verwachting dat ook de groep die op de meeste van de aspecten van functioneren problemen hadden groter zou zijn geworden. Dit zou betekenen dat er een in 212 een grotere groep ouderen was met een grote opeenstapeling van problemen dan in Deze verwachtingen zijn getoetst en de resultaten daarvan zijn ook in dit rapport opgenomen.

3 Dit rapport begint met een opsomming van de trends die zijn geobserveerd voor alle afzonderlijke aspecten van functioneren. Daarbij zijn figuren weergegeven die deze ontwikkelingen grafisch weergeven. Vervolgens worden de resultaten beschreven die betrekking hebben op de opeenstapeling van problemen. Deze stapeling noemen we multiproblematiek. Ook gaan we hier wat dieper in op de kenmerken van de groep ouderen met multiproblematiek. In een appendix geven we de beschrijving van de gebruikte gegevens en de analysemethoden. Deze beschrijving is nuttig voor lezers die meer willen weten over de samenstelling van de variabelen en de keuzes omtrent analyses. Tabellen met resultaten uit regressie analyses zijn ook opgenomen in een appendix. Dit onderdeel vormt de wetenschappelijke onderbouwing van de resultaten van het rapport en biedt meer verdieping van de resultaten. 3

4 4 Trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 Trends in functioneren van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212; resultaten van afzonderlijke aspeten van functioneren Trends over een periode van 2 jaar ( ) zijn bekeken in acht probleemgebieden: multimorbiditeit, ernstige functionele beperkingen, depressie, angst, cognitieve beperking, niet voldoen aan de landelijke beweegnorm, eenzaamheid en sociale isolatie. Multimorbiditeit betekent de aanwezigheid van twee of meer chronische ziekten. Chronische ziekten omvatten o.a. hart,- en vaatziekte, kanker, diabetes, en andere van de meest voorkomende chronische ziekten. De prevalentie (het percentage respondenten dat multimorbiditeit heeft) is weergegeven in Figuur 1a. Deze prevalentie is weergegeven voor 5 groepen respondenten: vrouwen in de leeftijdsgroep jaar, vrouwen in de leeftijdsgroep jaar, mannen in de leeftijdsgroep jaar, mannen in de leeftijdsgroep jaar, en alle responden samen (mannen en vrouwen en beide leeftijdsgroepen). De prevalenties zijn berekend voor de tijdstippen waarop de gegevens zijn verzameld. Dat is op 7 meetmomenten geweest: 1992/93, 1995/96, 1998/99, 21/2, 25/6, 28/9 en 211/12. Duidelijk af te lezen van de grafiek is dat de prevalentie van multimorbiditeit toeneemt tussen 1992 en 212. Dit geldt voor zowel mannen als vrouwen en voor beide leeftijdsgroepen. Oudere mannen en vrouwen hebben in 212 te kampen met meer multimorbiditeit dan hun leeftijdsgenoten in De prevalentie van multimorbiditeit bij vrouwen van jaar was in 1992/93 bijvoorbeeld 55%, terwijl dat in 211/12 83% was (lichtblauwe blauwe lijn in Figuur 1a). Ernstige functionele beperkingen heeft betrekking op de mogelijkheid om zes dagelijkse activiteiten uit te voeren. Hierbij gaat het om de volgende activiteiten: vijf minuten buiten kunnen lopen, aan- of uitkleden, 15 traptreden lopen zonder stoppen, gaan zitten en opstaan uit een stoel, de eigen teennagels knippen en gebruik maken van eigen vervoer of openbaar vervoer. Er is sprake van ernstige functionele beperkingen als iemand minstens één van deze activiteiten niet of niet zonder hulp kan uitvoeren. De prevalentie van ernstige functionele beperkingen is weergegeven in Figuur 1b. De opzet van deze figuur is dezelfde als die voor multimorbiditeit, met dezelfde leeftijdsgroepen, mannen en vrouwen en de totale groep respondenten. De prevalentie van ernstige functionele beperkingen neemt af, in het algemeen. De afname is het meest uitgesproken bij vrouwen en bij de oudste leeftijdsgroep (75-84 jaar). De prevalentie van ernstige beperkingen van vrouwen van jaar was in 1992/93 nog 59%, terwijl dat in 211/12 49% was. 4

5 1A. Prevalentie van multimorbiditeit (2 of meer chronische ziekten) % / / /99 21/2 25/6 28/9 211/12 Totaal Man jaar Vrouw jaar Man jaar Vrouw jaar 4B. Ernstige functionele beperking (minimaal 1 activiteit niet kunnen doen zonder hulp) % / / /99 21/2 25/6 28/9 211/12 Totaal Man jaar Vrouw jaar Man jaar Vrouw jaar 5

6 6 Trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 Depressie is gemeten met een betrouwbare en valide meetinstrument waarmee respondenten wordt gevraagd om aan te geven in welke mate zij last hebben van specifieke depressieve klachten. Dit meetinstrument is de Center for Epidemiologic Studies Depression scale (CESD-D). Respondenten kunnen een score krijgen van -6, waarbij we een afkapwaarde van 16 of hoger hebben gebruikt om klinisch relevante depressieve symptomen aan te duiden. Dit is een wetenschappelijk gevalideerde afkapwaarde voor het onderscheiden van een klinisch relevante mate van depressieve klachten. Dit houdt in dat iedereen die een score heeft van 16 of hoger op dit meetinstrument een dermate grote hoeveelheid depressieve klachten ervaart dat behandeling geindiceerd is. Voorbeelden van klachten die onderdeel zijn van het meetinstrument zijn: huilen, bedroefd voelen, zorgen maken, mensen onvriendelijk vinden, en meer. Figuur 1c toont de prevalentie van depressieve klachten. De opzet van deze figuur is dezelfde als die voor multimorbiditeit, met dezelfde leeftijdsgroepen, mannen en vrouwen en de totale groep respondenten. De resultaten voor depressieve klachten geven geen duidelijke toe,- of afname van klachten weer. Er is dus geen bewijs dat Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 meer of minder depressieve klachten zijn gaan ervaren. De patronen zijn onregelmatig en vertonen ogenschijnlijke dalingen en stijgingen in de prevalentie van klinisch relevante depressie. Angst is gemeten met een betrouwbare en valide meetinstrument waarmee respondenten wordt gevraagd om aan te geven in welke mate zij last hebben van specifieke angstklachten. Dit meetinstrument is de Hospital Anxiety Depression Scale-Anxiety subscale (HADS-A). Respondenten kunnen een score krijgen van -21, waarbij we een afkapwaarde van 8 of meer hebben gebruikt ter indicatie van de aanwezigheid van een angststoornis. Dit is een wetenschappelijk gevalideerde afkapwaarde. Voorbeelden van klachten die onderdeel zijn van het meetinstrument zijn: gevoelens hebben van angst en paniek, een gespannen gevoel in de maag hebben, het gevoel hebben alsof elk moment iets vreselijks kan gebeuren, en meer. Figuur 1d toont de prevalentie van angstklachten. De opzet van deze figuur is dezelfde als die voor multimorbiditeit, met dezelfde leeftijdsgroepen, mannen en vrouwen en de totale groep respondenten. Net als bij depressieve klachten het geval was, tonen de resultaten voor angstklachten geen duidelijke toe,- of afname van klachten tussen 1992 en 212. De omvang van problemen met angst is dus niet veranderd tussen 1992 en

7 1C. Depressie (CES-D >=16) 4 3 % / / /99 21/2 25/6 28/9 211/12 Totaal Man jaar Vrouw jaar Man jaar Vrouw jaar 1D. Angst (HADS-A >=8) 3 2 % / / /99 21/2 25/6 28/9 211/12 Totaal Man jaar Vrouw jaar Man jaar Vrouw jaar 7

8 8 Trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 De aanwezigheid van een cognitieve beperking is bepaald op grond van een wetenschappelijk ontwikkeld meetinstrument dat wordt gebruikt om het niveau van het congitief functioneren van respondenten te meten. Dit instrument wordt ook vaak gebruikt als screeningslijst om te bepalen bij welke respondenten sprake kan zijn van dementie. Dit meetinstrument is de Mini-Mental State Examination (MMSE). Met dit meetinstrument wordt respondenten o.a. gevraagd om het woord dorst achterstevoren te spellen en om te beginnen bij het getal 1 en dan telkens het getal 7 daarvan af te trekken ( , etc.). Hoe meer moeite respondenten hebben met deze opdrachten, hoe groter de cognitieve beperkingen zijn. Respondenten kunnen een score krijgen van -3, waarbij we gebruik hebben gemaakt van de afkapwaarde van 23 of lager om de aanwezigheid van een cognitieve beperkingen aan te duiden. Figuur 1e toont de prevalentie van cognitieve beperkingen. De opzet van deze figuur is dezelfde als die voor multimorbiditeit, met dezelfde leeftijdsgroepen, mannen en vrouwen en de totale groep respondenten. Het percentage ouderen met een cognitieve beperkingen is afgenomen tussen 1992 en 212. Deze afname kan worden geobserveerd bij mannen en vrouwen, al is er alleen voor mannen ook daadwerkelijk statistisch bewijs voor deze afname (dit is niet uit de figuur af te leiden, maar uit resultaten van multivariate analyses waarvan de uitkomsten zijn opgenomen in tabel 2). In 1992/93 was de prevalentie van cognitieve beperkingen bij mannen van jaar nog 17%. In 211/12 was die prevalentie 9%. Niet voldoen aan de beweegnorm is gemeten met behulp van de LASA Physical Activity Questionnaire (LAPAQ). Met de LAPAQ meten we hoe vaak en hoe lang respondenten in de voorgaande twee weken fysiek actief waren. Daarbij is gekeken naar matig intensief tot zeer intensieve activiteiten: buiten wandelen, fietsen, zwaar huishoudelijk werk doen en sporten. De landelijke beweegnorm is als volgt gedefinieerd: gedurende vijf dagen per week minstens 3 minuten actief zijn. Daarom hebben wij een afkapwaarde van minder dan 15 minuten matig intensief actief zijn per week gebruikt om aan te geven dat een respondent niet voldoet aan de beweegnorm. Figuur 1f toont de prevalentie van niet voldoen aan de beweegnorm. De opzet van deze figuur is dezelfde als die voor multimorbiditeit, met dezelfde leeftijdsgroepen, mannen en vrouwen en de totale groep respondenten. Het percentage ouderen dat niet voldoet aan de beweegnorm neemt af. Deze afname vindt plaats met name onder vrouwen en niet bij mannen. Bij vrouwen in de leeftijdsgroep jaar bijvoorbeeld voldeed 28% niet aan de beweegnorm in 1992/93. In 211/12 was dat 19%. 8

9 1E. Cognitieve beperking (MMSE <=23) 3 2 % / / /99 21/2 25/6 28/9 211/12 Totaal Man jaar Vrouw jaar Man jaar Vrouw jaar 1F. Voldoet niet aan beweegnorm (niet 5 dagen per week >=3 minuten matig intensief actief) % / / /99 21/2 25/6 28/9 211/12 Totaal Man jaar Vrouw jaar Man jaar Vrouw jaar 9

10 1 Trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 Eenzaamheid is gemeten met een betrouwbare en valide meetinstrument waarmee respondenten wordt gevraagd om aan te geven in welke mate zij last hebben van specifieke eenzaamheidsklachten. Dit meetinstrument is de De Jong Gierveld eenzaamheidsschaal. Eenzaamheidsklachten die worden gemeten zijn bijvoorbeeld: een goede vriend of vriendin missen, leegte om zich heen ervaren, vaak in de steek gelaten voelen, en meer. Respondenten kunnen een score krijgen van -11, waarbij een afkapwaarde van 3 of hoger is gebruikt ter indicatie van de aanwezigheid van eenzaamheid. Figuur 1g toont de prevalentie van eenzaamheid. De opzet van deze figuur is dezelfde als die voor multimorbiditeit, met dezelfde leeftijdsgroepen, mannen en vrouwen en de totale groep respondenten. Er is een daling in het percentage ouderen dat eenzaam is tussen 1992 en 212. Hierbij moet worden opgemerkt dat de afname in de prevalentie van eenzaamheid alleen daadwerkelijk statistisch significant is bij vrouwen (dit resultaat is overigens niet af te leiden uit te figuur, maar uit resultaten van multivariate analyses waarvan de uitkomsten zijn opgenomen in tabel 2). Bij vrouwen in de leeftijdsgroep jaar bijvoorbeeld was 45% eenzaam in 1992/93. In 211/12 was dat 39%. Bij de respondenten van de LASA studie is contact met leden van hun sociale netwerk uitgevraagd. Van sociale isolatie was sprake wanneer een respondent niet dagelijks contact had met in ieder geval een persoon uit zijn/haar sociale netwerk. Hierbij moet opgemerkt worden dat mensen die een partner hadden automatisch als niet sociaal geïsoleerd werden aangemerkt. De prevalentie van sociale isolatie is weergegeven in Figuur 1h. De opzet van deze figuur is dezelfde als die voor multimorbiditeit, met dezelfde leeftijdsgroepen, mannen en vrouwen en de totale groep respondenten. De resultaten laten geen toe,- of afname zien in sociale isolatie tussen 1992/93 en 211/12. In totaal was 13% van alle ouderen sociaal geisoleerd in 1992/93 (zie donkerblauwe lijn in Figuur 1h). Dit was 14% in 211/12, maar deze geobserveerde stijging van 1 procent was niet statistisch significant (dit is af te leiden uit de resultaten die zijn gepresenteerd in tabel 2). 1

11 1G. Eenzaamheid (De Jong Gierveld loneliness scale >=3) 5 4 % / / /99 21/2 25/6 28/9 211/12 Totaal Man jaar Vrouw jaar Man jaar Vrouw jaar 1H. Sociale isolatie (geen dagelijks contact met iemand uit sociaal netwerk) 4 3 % / / /99 21/2 25/6 28/9 211/12 Totaal Man jaar Vrouw jaar Man jaar Vrouw jaar 11

12 Gemiddelde 1 2 Trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 Trends in multiproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 In eerste instantie bekeken we de prevalentie van acht afzonderlijke aspecten van functioneren. Vervolgens hebben we een stapelscore berekend voor deze acht aspecten, door voor iedere respondent het aantal problemen op deze acht aspecten van functioneren op te tellen. De gemiddelde hoeveelheid problemen op de acht aspecten van functioneren tussen 1992 en 212 is weergegeven in Figuur 2a. Dit gemiddelde is weergegeven voor 5 groepen respondenten: vrouwen in de leeftijdsgroep jaar, vrouwen in de leeftijdsgroep jaar, mannen in de leeftijdsgroep jaar, mannen in de leeftijdsgroep jaar, en alle responden samen (mannen en vrouwen en beide leeftijdsgroepen). De gemiddelden zijn berekend voor de tijdstippen waarop de gegevens zijn verzameld. Dat is op 7 meetmomenten geweest: 1992/93, 1995/96, 1998/99, 21/2, 25/6, 28/9 en 211/12. Uit de figuur is af te lezen dat vrouwen in de leeftijdsgroep jaar in 1992/93 gemiddeld genomen op 2,79 aspecten van functioneren problemen hadden. Dit gemiddelde was nog ongeveer net zo hoog in 211/12. Bij mannen in de leeftijdsgroep jaar was er een kleine toename in het gemiddelde aantal problemen. Bij vrouwen was er geen toe,- of afname van het gemiddelde aantal problemen waarmee ze te maken hebben. Figuur 2A. Gewogen stapelscore voor 8 probleemgebieden (multimorbiditeit, ernstige functionele beperking, depressie, angst, cognitieve beperking, niet voldoen aan beweegnorm, eenzaamheid en sociale isolatie) / / /99 21/2 25/6 28/9 211/12 Totaal Man jaar Vrouw jaar Man jaar Vrouw jaar 12

13 Naast het optellen van het aantal aspecten waarop ouderen problemen ervaren in functioneren, zoals op de voorgaande pagina is beschreven, hebben we onderzocht welk percentage van de ouderen te maken had met wat wij multiproblematiek noemen. In dit rapport betekent multiproblematiek de aanwezigheid van problemen op tenminste vijf van deze acht aspecten. Alle ouderen die op vijf, zes, zeven of acht van de acht aspecten van functioneren problemen ervaarden hadden dus multiproblematiek. De prevalentie van multiproblematiek geeft daarmee aan welk percentage van de ouderen tenminste vijf verschillende problemen met functioneren tegelijkertijd ervaren. De prevalentie van multiproblematiek is weergegeven in Figuur 2b. De resultaten geven aan dat er een afname is van de prevalentie van multiproblematiek, met name bij de oudste mannen en vrouwen. Bij vrouwen in de leeftijdsgroep jaar had 19% te maken met multiproblematiek in 1992/93 en nog maar 11% in 211/12. Bij de mannen in deze leeftijdsgroep was de prevalentie van multiproblematiek in 1995/96 nog 13%. In 211/12 was dit 6%. Voordat deze analyses werden uitgevoerd was de verwachting dat de prevalentie van multiproblematiek zou zijn toegenomen. Zoals beschreven is in de inleiding was deze verwachting uitgesproken tijdens tussentijds overleg tussen medewerkers van het ministerie en medewerkers van LASA. De resultaten geven echter aan dat deze verwachting niet klopt met de werkelijkheid. De afname van multiproblematiek is een duidelijk gunstige ontwikkeling bij Nederlandse ouderen gedurende de 2 jaar tussen 1992 en 212. Figuur 2b. Gewogen prevalentie multiproblematiek (stapelscore = 5 of meer) 25 2 % / / /99 21/2 25/6 28/9 211/12 Totaal Man jaar Vrouw jaar Man jaar Vrouw jaar 13

14 1 4 Trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 Naast de stapelscore en de multiproblematiek bepaalden we tenslotte nog welk percentage van de ouderen geen enkel probleem ervaarden op de acht aspecten van functioneren die centraal staan in dit rapport. De groep met ouderen die geen enkel probleem ervaren vormen als het ware de meest gezonde en best functionerende groep ouderen. Zoals in de inleiding is aangegeven was de verwachting voorafgaand aan het uitvoeren van de analyses dat de groep zonder problemen zou zijn toegenomen in de periode tussen 1992 en 212. De percentages ouderen zonder problemen zijn weergegeven in Figuur 2c. De resultaten tonen voornamelijk ongunstige ontwikkelingen in dit percentage. Dat will zeggen: het percentage ouderen zonder problemen nemen af. Dit is het geval bij mannen en vrouwen, maar is het meest opvallend bij de jongste mannen (64-74 jaar). Daarvan was in 1992/93 nog 38% die geen enkel probleem met functioneren had, maar in 211/12 was dat gedaald tot 26%. Net als bij multiproblematiek het geval was, bleek de vooraf geformuleerde verwachting voor het percentage ouderen zonder problematiek niet te kloppen. In tegenstelling tot de uitgesproken verwachting zijn er in de 2 jaar minder ouderen die vrij zijn van problemen. Figuur 2c. Gewogen prevalentie afwezigheid problemen (stapelscore = ) 4 3 % / / /99 21/2 25/6 28/9 211/12 Totaal Man jaar Vrouw jaar Man jaar Vrouw jaar 14

15 De laatste stap in de analyses voor dit rapport bestond uit het bepalen van de kenmerken van ouderen met multiproblematiek. De vraag was of dit in 212 een groep was geworden met andere kenmerken dan in We zijn uitgegaan van de ouderen met multiproblematiek omdat dit waarschijnlijk de meest belangrijke groep is vanuit het perspectief van zorg en beleid. Eerder zagen we al dat de groep met multiproblematiek kleiner geworden was in 212 ten opzichte van Nu beschrijven we of deze groep anders geworden is in termen van leeftijd, geslacht, opleiding, partnerstatus, woonstatus, omvang van het sociale netwerk en mastery. Mastery geeft hierbij aan in welke mate iemand het gevoel heeft dat hij of zij zelf invloed kan uitoefenen op zijn/haar leven en is een persoonlijkheidskenmerk. De exacte resultaten van de vergelijking tussen de jaartallen zijn opgenomen in Tabel 4, in de appendix. Hier beschrijven we de opvallendste bevindingen. Ouderen met multiproblematiek blijken in 212 vaker zelfstandig te wonen (in 1992/93: 84%; in 211/12: 98%). Het percentage vrouwen in de groep ouderen met multiproblematiek is afgenomen in 212 in vergelijking met 1992; dit betekent automatisch dat er een groter percentage mannen is met multiproblematiek in 212. Het gevoel van mastery in de groep met multiproblematiek is in 212 juist laag (in 1992/93: gemiddelde score 13,5; in 211/12: gemiddelde score 12,6). Dit betekent dat ouderen met multimorbiditeit in 212 wat minder het gevoel hebben dat zij de controle hebben over hun eigen leven. 15

16 1 6 Trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 De resultaten op een rijtje en conclusies Wat uit dit rapport valt op te maken is dat de ontwikkelingen in functioneren van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 voor een belangrijk deel gunstig zijn. We zien dat de prevalenties van ernstige beperkingen, van cognitieve beperkingen, de beweegnorm (steeds minder vrouwen voldoen niet aan de beweegnorm of, andersom gezegd, meer vrouwen voldoen aan de beweegnorm) en eenzaamheid. Voor depressie, angstklachten en sociale isolatie is er niet een duidelijke ongunstige of gunstige ontwikkeling, maar blijft de prevalentie ongeveer vergelijkbaar. Alleen voor multimorbiditeit zien we dat de prevalentie toeneemt. In eerste instantie zou deze laatste ontwikkeling kunnen worden opgevat als ongunstig, maar hierbij moet worden opgemerkt dat deze toename in de prevalentie van multimorbiditeit waarschijnlijk voor een belangrijk deel te maken heeft met ontwikkelingen in de medische zorg en in diagnostiek. Door verbeterde diagnostiek en betere overlevingskansen voor ouderen met multimorbiditeit neemt het percentage ouderen dat multimorbiditeit heeft toe. Met name de verbeterde overlevingsduur van ouderen met multimorbiditeit is in voorgaand onderzoek op LASA data al aangetoond. Een gunstige ontwikkeling is ook dat het percentage ouderen met multiproblematiek is afgenomen. Deze ontwikkeling ging tegen de vooraf geformuleerde verwachting van medewerkers van het ministerie in en vond voornamelijk plaats bij de oudste mannen en vrouwen. Overigens zagen we een verandering van kenmerken van deze groep ouderen in sommige opzichten. Het percentage mannen in deze groep was gegroeid, bijvoorbeeld. Daarnaast woonde in 212 het grootste gedeelte van deze groep zelfstandig. Dit heeft wellicht belangrijke gevolgen voor de noodzaak tot maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg aan huis. Gezien het afbouwen van het aantal plaatsen in instellingen voor langdurige zorg lijkt deze ontwikkeling overigens geen verrassing. Tegenover deze gunstige ontwikkeling met betrekking tot multiproblematiek stond een ongunstige ontwikkeling met betrekking tot het percentage ouderen zonder enige vorm van problematiek. Dit percentage nam namelijk af. Ook dit was tegen de vooraf geformuleerde verwachtingen in. Wat voor invloed deze ontwikkelingen van multiproblematiek en afwezigheid van problemen samen hebben heeft op een eventuele toe,- of afname in zorgbehoefte en zorggebruik valt uit deze gegevens niet af te leiden en zou specifiek moeten worden onderzocht. Het is lastig om de ontwikkelingen die in dit rapport beschreven zijn te koppelen aan specifiek beleidsmaatregelen van de overheid. Aan deze ontwikkelingen gaat waarschijnlijk een complex geheel van maatschappelijke invloeden schuil. Hoewel dit niet een specifiek doel was voor dit rapport is het hier nuttig om te verwijzen naar de belangrijke rol die de toegenomen opleidingsniveau s van ouderen heeft gespeeld. Huidige ouderen zijn over het algemeen hoger opgeleid dan leeftijdsgenoten van tien of twintig jaar geleden. Het is bekend dat een hoge opleiding gerelateerd is aan een betere gezondheid en gezonder gedrag. Dat de ontwikkeling in opleiding een effect gehad heeft op enkele van de geobserveerde ontwikkelingen in dit rapport blijkt uit verdiepende analyses, waarbij we de trends controleerden voor opleiding. Dit houdt in dat we in regressie analyes de bijdrage van 16

17 opleiding aan trends in functioneren hebben verwijderd om te zien hoe groot deze bijdrage was. Deze resultaten laten zien dat de stijging in opleidingsniveau een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de gunstige ontwikkelingen voor ernstige functionele beperkingen en cognitieve beperkingen. 17

18 1 8 Trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 Appendix 1; Beschrijving van de gebruikte gegevens en methode van analyse Gegevens zijn gebruikt van ouderen tussen de jaar op zeven meetmomenten van LASA (1992, 1995, 1998, 21, 25, 28 en 212). Het aantal respondenten per meetmoment varieert, door overlijden, uitval en de inclusie van een nieuw cohort in 22. Maar op elk meetmoment is de leeftijdsrange exact hetzelfde: jaar. In totaal 3733 respondenten leverden informatie voor de analyses op één of meerdere meetmomenten, wat in totaal neerkwam op 11 bruikbare observaties. Trends over een periode van 2 jaar zijn bekeken in acht probleemgebieden: multimorbiditeit, ernstige functionele beperkingen, depressie, angst, cognitieve beperking, niet voldoen aan de beweegnorm, eenzaamheid en sociale isolatie. De volgende meetinstrumenten en afkapwaarden zijn daarbij toegepast: - Multimorbiditeit. De aanwezigheid van negen veelvoorkomende chronische ziekten is uitgevraagd. Multimorbiditeit is gedefinieerd als de aanwezigheid van twee of meer chronische ziekten. - Ernstige functionele beperkingen. Zes dagelijkse activiteiten zijn uitgevraagd: vijf minuten buiten kunnen lopen, aan- of uitkleden, 15 traptreden lopen zonder stoppen, gaan zitten en opstaan uit een stoel, de eigen teennagels knippen en gebruik maken van eigen vervoer of openbaar vervoer. Er is sprake van ernstige functionele beperkingen als iemand minstens één activiteit niet of niet zonder hulp kan uitvoeren. - Depressie. Hierbij is gebruik gemaakt van de Center for Epidemiologic Studies Depression scale (CESD-D). Score van -6, waarbij we een afkapwaarde van 16 of hoger hebben gebruikt om klinisch relevante depressieve symptomen aan te duiden. Dit is een gevalideerde afkapwaarde voor het onderscheiden van een klinisch relevante mate van depressieve klachten. - Angst. Hierbij is gebruik gemaakt van de Hospital Anxiety Depression Scale-Anxiety subscale (HADS-A). Score van -21, waarbij we een afkapwaarde van 8 of meer hebben gebruikt ter indicatie van de aanwezigheid van een angststoornis. - Cognitieve beperking. Hierbij is gebruik gemaakt van de Mini-Mental State Examination (MMSE). Score van -3, waarbij we gebruik hebben gemaakt van de afkapwaarde van 23 of lager om cognitieve beperkingen aan te duiden. - Niet voldoen aan de beweegnorm. Met behulp van de LASA Physical Activity Questionnaire is uitgevraagd hoe vaak en hoe lang mensen in de voorgaande twee weken fysiek actief waren. Daarbij is gekeken naar matig intensief tot zeer intensieve activiteiten: buiten wandelen, fietsen, zwaar huishoudelijk werk en sporten. De beweegnorm is als volgt gedefinieerd: gedurende vijf dagen per week minstens 3 minuten actief zijn. Een afkapwaarde van minder dan 15 minuten matig intensief actief zijn per week is gebruikt om het niet voldoen aan de beweegnorm aan te duiden. 18

19 - Eenzaamheid. Hierbij is gebruik gemaakt van de De Jong Gierveld eenzaamheidsschaal. Score -11, waarbij een afkapwaarde van 3 of hoger is gebruikt ter indicatie van eenzaamheid. - Sociale isolatie. Binnen LASA is contact met leden van het sociaal netwerk uitgevraagd. Van sociale isolatie was sprake wanneer iemand niet dagelijks contact had met een persoon uit zijn/haar persoonlijk netwerk. Hierbij moet opgemerkt worden dat mensen met een partner als niet sociaal geïsoleerd worden aangemerkt. De gebruikte afkapwaarden voor depressie, angst, cognitieve beperking en eenzaamheid zijn op empirisch onderzoek gebaseerd en onderscheiden de klinisch relevante mate van symptomen op de gebruikte meetinstrumenten. Vervolgens is een stapelscore berekend voor de acht probleemgebieden, waarbij een hogere score aangeeft dat er bij een persoon meer problemen aanwezig zijn. Ook is er gekeken naar het percentage mensen waarbij geen enkel probleem aanwezig is (stapelscore = ), en naar multiproblematiek (aanwezigheid van vijf of meer problemen). Figuren met trends zijn gemaakt op basis van het gewogen gemiddelde of prevalentie (gewogen voor leeftijd en geslacht). Doordat de gemiddelden en prevalenties zijn gewogen voor leeftijd en geslacht zijn deze vergelijkbaar tussen de meetmoment. Dit houdt in dat de leeftijds,- en geslachtsverdeling van de steekproef tussen de meetmomenten gelijk getrokken is en eventuele verschillen in de leeftijdsopbouw en/of het percentage mannen of vrouwen die er waren in de steekproeven van de verschillende meetmomenten geen verklaring meer vormen voor de geobserveerde verschillen in gemiddelde scores en prevalenties. Om te bepalen of geobserveerde trends over tijd statistisch significant zijn, werden General Estimated Equations (GEE) analyses uitgevoerd. Deze methode corrigeert voor afhankelijkheid van verschillende observaties binnen een individu. We maakten gebruik van de M-dependent (6) correlatiestructuur. GEE analyses hoefden niet te worden gewogen, omdat we in deze analyses hebben gecontroleerd voor leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. Resultaten zijn apart bepaald voor geslacht en leeftijdsgroep (64-74 jaar versus jaar). De regressie coëfficiënten en Odds Ratio`s van de tijdstrend zijn weergegeven in tabellen. Waarbij een positieve regressie coëfficiënt aangeeft dat een bepaalde uitkomst is toegenomen over de tijd, en een negatieve regressie coëfficiënt aangeeft dat een bepaalde uitkomst is afgenomen over de tijd. Een Odds Ratio kleiner dan 1 geeft aan dat de prevalentie van een bepaalde variabele is afgenomen, een Odds Ratio groter dan 1 geeft aan dat de prevalentie is toegenomen. 19

20 2 Trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 Appendix 2; Tabellen 1-4 Tabel 1. Beschrijvende statistieken N=2199 Ongewogen Leeftijd, gem. (SD) 74.9 (6.1) Opleidingsniveau in jaren, gem. (SD) N= N= N= N= N= N= (6.1) 73.7 (6.) 73.4 (5.7) 72.9 (5.8) 73.2 (6.) 73. (5.9) 8.5 (3.3) 8.9 (3.3) 9. (3.2) 9.3 (3.3) 9.7 (3.3) (3.4) (3.4) Geslacht, % vrouw Gewogen 1 Stapelscore, -8, gem. (SD) 1.8 (1.7) 2. (1.6) 1.9 (1.6) 1.9 (1.5) 1.9 (1.5) 1.8 (1.5) 1.8 (1.5) Afwezigheid problemen, % Multiproblematiek, % Multimorbiditeit, % Ernstige functionele beperkingen, % Depressie, % Angst, % Cognitieve beperking, % Voldoet niet aan beweegnorm, % Eenzaamheid, % Sociale isolatie, % Gewogen naar leeftijd en geslacht in Maximale totale N respondenten = 3733, maximale totale N observaties = 11 2

21 Tabel 2. Trends over tijd in 8 probleemgebieden (GEE analyse) Multimorbiditeit Ernstige Depressie Angst functionele beperking OR (95% BI) OR (95% BI) OR (95% BI) OR (95% BI) Totaal 1.61*** ( ).987** ( ) 1.1 ( ) 1.5 ( ) Totaal *** ( ).981*** ( ).994 ( ) 1.3 ( ) Totaal 2 1.6*** ( ).99* ( ) 1. ( ) 1.8 ( ) Man *** ( ).99 ( ) 1.3 ( ) 1.17 ( ) Vrouw *** ( ).987* ( ).998 ( ) 1.3 ( ) jaar *** ( ).988 ( ).999 ( ) 1.14 ( ) jaar *** ( ).987* ( ).998 ( ).997 ( ) Lage opleiding *** ( ).991 ( ) 1. ( ) 1.11 ( ) Hoge opleiding *** ( ).99 ( ).999 ( ) 1.7 ( ) Cognitieve beperking Niet voldoen Eenzaamheid Sociale isolatie aan beweegnorm OR (95% BI) OR (95% BI) OR (95% BI) OR (95% BI) Totaal.954*** ( ).987** ( ) 1. ( ) 1.14** ( ) Totaal 1.961*** ( ).988** ( ).991**( ).999 ( ) Totaal 2.975*** ( ).99* ( ).993 ( ).996 ( ) Man ( ) 1.2 ( ) 1.1 ( ) 1.2 ( ) Vrouw 3.97*** ( ).981 ( ).987**( ).992 ( ) jaar 2.974* ( ).988* ( ).992 ( ) 1.1 ( ) jaar 2.971*** ( ).99 ( ).991 ( ).993 ( ) Lage opleiding 2.978** ( ).998 ( ).995 ( ).993 ( ) Hoge opleiding 2.978* ( ).99* ( ).993 ( ) 1. ( ) 1 gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd 2 gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd en opleiding in jaren 3 gecorrigeerd voor leeftijd en opleiding in jaren. OR = Odds Ratio; 95% BI = 95% betrouwbaarheidsinterval; *P<.5; **P<.1; ***P<.1 21

22 2 2 Trends in sociale, emotionele en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 212 Tabel 3. Trends in stapelscore, ouderen zonder problemen en ouderen met multiproblematiek: GEE analyse (N = 9264) Stapelscore (Totaal score 8 problemen) Ouderen zonder problemen (Stapelscore = ) -8, B (95% BI) OR (95% BI) OR (95% BI) Ouderen met multiproblematiek (Stapelscore 5 of hoger) Totaal.16*** ( ).977*** ( ).986* ( ) Totaal 1.4 (-.1-.9).978*** ( ).984* ( ) Totaal 2.8*** (.3-.14).973*** ( ).991 ( ) Man 3.16*** (.9-.23).967*** ( ) 1.4 ( ) Vrouw 3.1 (-.6-.9).981** ( ).987 ( ) jaar 2.9** (.2-.15).975*** ( ) 1.9 ( ) jaar 2.2 ( ).972** ( ).979* ( ) Lage opleiding 2.15** (.6-.25).959*** ( ).99 ( ) Hoge opleiding 2.7* (.1-.13).976*** ( ).995 ( ) 1 gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd 2 gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd en opleiding in jaren 3 gecorrigeerd voor leeftijd en opleiding in jaren. B = regressie coëfficiënt; 95% BI = 95% betrouwbaarheidsinterval; OR = Odds Ratio *P<.5; **P<.1; ***P<.1 22

23 Tabel 4. Profielen van ouderen met multiproblematiek (stapelscore 5) in 1992/93, 21/2 en 211/12. Kenmerken* 1992/93 (N=193) 21/2 (N=1144) 211/12 (N=114) Multiproblematiek? Multiproblematiek? Multiproblematiek? Nee (N=1753) Ja (N=177; 9.2%) Nee (N=163) Ja (N=81; 7.1%) Nee (N=145) Ja (N=59; 5.3%) Leeftijd, gem. (SD) 74.3 (6.1) 78. (5.4) 73. (5.6) 76.4 (5.4) 72.7 (5.8) 76.4 (5.8) Geslacht, % vrouw 847 (48.3) 129 (72.9) 562 (52.9) 6 (74.1) 562 (53.8) 38 (64.4) Opleidingsniveau 8.7 (3.3) 7.6 (2.9) 9.4 (3.3) 8.4 (3.2) 1.5 (3.4) 8.8 (3.1) in jaren, gem. (SD) Geen partner, N 587 (33.5) 135 (76.3) 336 (31.6) 57 (7.4) 275 (26.3) 33 (55.9) (%) Mastery, gem (SD) 16.9 (4.1) 13.5 (4.9) 17.4 (3.7) 13.2 (4.5) 17.3 (5.) 12.6 (4.8) Omvang sociaal 13.6 (8.1) 9.1 (6.1) 15.8 (8.7) 9.9 (6.) 16.3 (1.2) 9.6 (6.9) netwerk, gem. (SD) Zelfstandig wonend, N (%) 1713 (97.7) 149 (84.2) 153 (99.1) 71 (87.7) 138 (99.3) 58 (98.3) *Ongewogen 23

Trends in sociale-, emotionele- en gezondheidsproblematiek van Nederlandse 85- tot 94-jarigen tussen 2001/02 en 2011/12

Trends in sociale-, emotionele- en gezondheidsproblematiek van Nederlandse 85- tot 94-jarigen tussen 2001/02 en 2011/12 Trends in sociale-, emotionele- en gezondheidsproblematiek van Nederlandse 85- tot 94-jarigen tussen 2001/02 en 2011/12 Resultaten van de Longitudinal Aging Study Amsterdam LASA Rapport 2017 Voor het Ministerie

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Depressie bij ouderen Trends over de tijd

Depressie bij ouderen Trends over de tijd DEPARTMENT OF PSYCHIATRY Disclosure belangen spreker Depressie bij ouderen Trends over de tijd Hans Jeuring Psychiater en onderzoeker, UMCG Afdeling Ouderenpsychiatrie (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Trends in gezondheid en het belang van zelfredzaamheid bij zelfstandig wonende ouderen

Trends in gezondheid en het belang van zelfredzaamheid bij zelfstandig wonende ouderen Trends in gezondheid en het belang van zelfredzaamheid bij zelfstandig wonende ouderen Advies Raad voor de Volksgezondheid & Zorg H. Galenkamp, MSc Dr. I. Plaisier Dr. M. Huisman Dr. A.W. Braam Prof. Dr.

Nadere informatie

Nieuwe mythen over ouder worden: Over medische kennisvermeerdering en maatschappelijke gevolgen

Nieuwe mythen over ouder worden: Over medische kennisvermeerdering en maatschappelijke gevolgen Nieuwe mythen over ouder worden: Over medische kennisvermeerdering en maatschappelijke gevolgen Prof.dr. Dorly J.H. Deeg EMGO-Instituut / Afd. Psychiatrie, Afd. Epidemiologie & Biostatistiek, VU medisch

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Alcoholgebruik onder Ouderen

Alcoholgebruik onder Ouderen Wetenschap voor Beleid LASA-rapport 2009 Alcoholgebruik onder Ouderen door: Dr. H.C. Comijs Maart 2010 2 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave... 3 2 Woord vooraf... 4 3 Introductie LASA... 5 3.1 Steekproef...

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Trends in gezondheid en het belang van zelfredzaamheid bij zelfstandig wonende ouderen

Trends in gezondheid en het belang van zelfredzaamheid bij zelfstandig wonende ouderen Longitudinal Aging Study Amsterdam Trends in gezondheid en het belang van zelfredzaamheid bij zelfstandig wonende ouderen Advies Raad voor de Volksgezondheid & Zorg H. Galenkamp, MSc Dr. I. Plaisier Dr.

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld Samenvatting Eén op de acht volwassen Amsterdammers voelt zich ernstig. Dat is meer dan gemiddeld in Nederland. In vergelijking met voorgaande jaren voelen steeds meer

Nadere informatie

VARIATIES IN ZORGGEBRUIK BIJ VERSCHILLENDE TYPEN AMSTERDAMSE OUDEREN: EEN LANGETERMIJNANALYSE

VARIATIES IN ZORGGEBRUIK BIJ VERSCHILLENDE TYPEN AMSTERDAMSE OUDEREN: EEN LANGETERMIJNANALYSE VARIATIES IN ZORGGEBRUIK BIJ VERSCHILLENDE TYPEN AMSTERDAMSE OUDEREN: EEN LANGETERMIJNANALYSE Deelrapport in het kader van de voorstudie Vernieuwing van gezondheidszorg voor kwetsbare ouderen, gefinancierd

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Alcohol Sociale Veiligheid Empowerment

Alcohol Sociale Veiligheid Empowerment Wetenschap voor Beleid LASA-rapporten 2009 Alcohol Sociale Veiligheid Empowerment door: Dr. H.C. Comijs Prof. Dr. T.G. van Tilburg Prof. Dr. D.J.H. Deeg April 2010 2 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave...

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Uitkomsten GGD-gezondheidspeiling 2016 Gezondheid van aren BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I

Nadere informatie

Elisabeth Turfboer - Vink

Elisabeth Turfboer - Vink Elisabeth Turfboer - Vink (91 jaar) Ik realiseerde me pas dat ik kwetsbaar was nadat ik was gevallen, want ik deed alles nog zelf. Op mijn 89ste brak ik mijn heup bij een val op het toilet. Ik dacht: Hoe

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 Nr. 2017/08 Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 pagina 2 van 6 Achtergrond In Nederland bestaan drie normen voor bewegen: de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, die adviseert op minstens

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Geestelijke gezondheid

Geestelijke gezondheid In dit onderdeel wordt ingegaan op de geestelijke gezondheid van ouderen. De onderwerpen die worden aangesneden zijn psychische stoornissen en eenzaamheid. Volgens gegevens uit de Rapportage 2001 van het

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

Johanna Vis - den Dulk

Johanna Vis - den Dulk Johanna Vis - den Dulk (80 jaar) Ik voelde me kwetsbaar toen mijn man overleed. Een nichtje zei me toen: Als je man een jaar onder de aarde ligt, is hij vergaan en dan vergaat ook je verdriet. Het ging

Nadere informatie

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 rotterdam.nl/onderzoek Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Tabellenboek gebied Onderzoek en Business Intelligence (O&BI, Gemeente Rotterdam) In dit rapport staan de belangrijkste resultaten

Nadere informatie

V O LW A S S E N E N

V O LW A S S E N E N PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 3 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in 2009

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens Cijfers Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Christine Stam Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl Aanvraag 2015.130 Cijfers

Nadere informatie

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 rotterdam.nl/onderzoek Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Tabellenboek Onderzoek en Business Intelligence (O&BI, Gemeente ) In dit rapport staan de belangrijkste resultaten van de Gezondheidsmonitor

Nadere informatie

Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010

Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Bedrijfseconomische Statistieken Statistische analyse Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010 Gert Buiten, Andries

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en en gemeente Staphorst GGD IJsselland verzamelt jaarlijks gegevens over de gezondheid van inwoners, zo ook in 2016. Met deze

Nadere informatie

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Analyse indicatoren Gezond leven Analyse van de gezondheidsenquête in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Door Sabine

Nadere informatie

Dirk van der Zwan. (90 jaar)

Dirk van der Zwan. (90 jaar) Dirk van der Zwan (90 jaar) Met het ouder worden nemen de risico s toe maar iedereen is kwetsbaar. Zoals psalm 103 luidt: Gelijk het gras is ons kortstondig leven / Gelijk een bloem, die op het veld verheven

Nadere informatie

Rookgedrag en voorspellers van rookgedrag bij ouderen. Dr. M. (Martijn) Huisman Prof. Dr. M. (Marjolein) Visser

Rookgedrag en voorspellers van rookgedrag bij ouderen. Dr. M. (Martijn) Huisman Prof. Dr. M. (Marjolein) Visser Rookgedrag en voorspellers van rookgedrag bij ouderen Dr. M. (Martijn) Huisman Prof. Dr. M. (Marjolein) Visser Datum: 24 februari 2011 Inhoudsopgave 1. Algemene inleiding 2 2. Wat is het rookgedrag van

Nadere informatie

1 Algemene Gezondheid

1 Algemene Gezondheid 1 Algemene Gezondheid Gezondheid in Friesland In de uitwerking van het thema algemene wordt inzicht gegeven in de manier waarop de Friese bevolking van 19 jaar en ouder haar beoordeelt. Ook wordt kwaliteit

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans

Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg, G. Waverijn & M. Heijmans, NIVEL, 2015) worden gebruikt. U vindt deze factsheet

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

DOORWERKEN TOT 65 JAAR OF LANGER: WENSEN EN VERWACHTINGEN?

DOORWERKEN TOT 65 JAAR OF LANGER: WENSEN EN VERWACHTINGEN? DOORWERKEN TOT 65 JAAR OF LANGER: WENSEN EN VERWACHTINGEN? Rapport van ILC Zorg voor, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)

Nadere informatie

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk M201210 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk Arjan Ruis Zoetermeer, september 2012 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk De leeftijd van de ondernemer blijkt

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 1.589 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd

Nadere informatie

Tabellenboek bij factsheet panel Psychisch Gezien: Werk, eenzaamheid en stigma. Caroline Place Lex Hulsbosch Harry Michon

Tabellenboek bij factsheet panel Psychisch Gezien: Werk, eenzaamheid en stigma. Caroline Place Lex Hulsbosch Harry Michon Tabellenboek bij factsheet panel Psychisch Gezien: Werk, eenzaamheid en stigma Caroline Place Lex Hulsbosch Harry Michon Inhoudsopgave Algemene toelichting... 3 Legenda bij tabellen... 4 Deel 1 - Algemene

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1 Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1 Inleiding Hoe functioneren mensen en welke chronische aandoeningen hebben ze? Wat willen ze? Wat kunnen

Nadere informatie

Gezondheidsmonitor gemeente Neder-Betuwe

Gezondheidsmonitor gemeente Neder-Betuwe Gezondheidsmonitor 2016-2017 gemeente Neder-Betuwe Jolanda Terpstra & Meta Moerman, ism team Gezonde Kennis GGD Gelderland-Zuid Gemeenteraad, 21 september 2017 Opzet gezondheidsmonitor gezondheidsenquête

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Tabel 1 Overzicht van de aantallen mensen waar we gegevens van hadden

Tabel 1 Overzicht van de aantallen mensen waar we gegevens van hadden DEMENTIE DIAGNOSE DOCUMENTATIE Hannie Comijs Tessa van den Kommer Febr 2017 In LASA beschikken we over gegevens m.b.t. meerdere cognitieve tests, maar een klinische dementie diagnose op basis van formele

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Zwartewaterland Staphorst 1.036 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid gedefinieerd

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 961 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente 1.036 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Hardenberg Zwolle Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte Deventer

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Enschede Kernboodschappen Gezondheid Enschede De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Enschede epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Enschede en de factoren die hierop van

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 1.392 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Steenwijkerland 1.529 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Zwolle Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte Deventer

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

KERNCIJFERS ROKEN 2017

KERNCIJFERS ROKEN 2017 OKTOBER 2018 KERNCIJFERS ROKEN 2017 DE LAATSTE CIJFERS OVER ROKEN, STOPPEN MET ROKEN, MEEROKEN EN HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE SIGARETTEN ROKEN IN NEDERLAND 23,1% van de volwassenen (18 jaar en ouder)

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Almelo Kernboodschappen Gezondheid Almelo De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Almelo epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Almelo en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk

Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk Derek de Beurs Mariëtte Hooiveld Het NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg.

Nadere informatie

Samenvatting Werk, Pensioen en Gezondheid

Samenvatting Werk, Pensioen en Gezondheid Samenvatting Werk, Pensioen en Gezondheid Potentiële bedreigingen voor de arbeidsparticipatie van oudere werknemers: werkbelasting, geheugen, sociale timing van pensioneren en gezondheid Een aantal bedreigingen

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland 1.129 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Staphorst 875 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid gedefinieerd

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Steenwijkerland 1.589 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Hardenberg Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Kinderen in Noord gezond en wel?

Kinderen in Noord gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Noord gezond en wel? 1 Wat valt op in Noord? Voor Noord zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Gezondheidstoestand Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 13 Gezondheidsindicatoren...15 1. Subjectieve gezondheid... 15 2. Chronische

Nadere informatie

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 0320-278574 E-mail: lelystadspanel@lelystad.nl www.lelystadspanel.nl Colofon Dit is een onderzoeksrapportage gemaakt

Nadere informatie

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren SAMENVATTING Samenvatting B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren Door de stijgende levensverwachting zal het aantal osteoporotische fracturen toenemen. Osteoporotische

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

Armoede en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016

Armoede en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016 Armoede en gezondheid Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016 Gezondheidsenquête Haaglanden 2016 Armoede en gezondheid 1 Februari 2018 Inhoudsopgave Kernpunten... 3 Inleiding... 4 Armoede in Haaglanden...

Nadere informatie

Kwetsbare ouderen: Zorg of geen zorg? I Plaisier, M Broese van Groenou, DJH Deeg December 2011

Kwetsbare ouderen: Zorg of geen zorg? I Plaisier, M Broese van Groenou, DJH Deeg December 2011 VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM VWS vraag 2011 Kwetsbare ouderen: Zorg of geen zorg? I Plaisier, M Broese van Groenou, DJH Deeg December 2011 2 Inhoud 1. Inleiding en onderzoeksvragen 5 2. Zorggebruik bij

Nadere informatie

MYTHEN EN FEITEN OVER FRAILTY (kwetsbaarheid)

MYTHEN EN FEITEN OVER FRAILTY (kwetsbaarheid) MYTHEN EN FEITEN OVER FRAILTY (kwetsbaarheid) 9 8 7 6 Levensverwachting vanaf geboorte sterk gestegen sinds 187 leeftijd 5 4 3 Prof.dr. Dorly J.H. Deeg 2 1 Afdeling Psychiatrie en EMGO-Instituut voor Onderzoek

Nadere informatie

Tabel 1. Uitval in het eerste cohort van LASA tussen twee meetmomenten en per cluster bepaald.

Tabel 1. Uitval in het eerste cohort van LASA tussen twee meetmomenten en per cluster bepaald. BIJLAGE 2: Methodologische verantwoording 1. Steekproef De gegevens voor deze EZP zijn afkomstig uit het eerste cohort van de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA, www.lasa-vu.nl). In dit eerste cohort

Nadere informatie

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2006

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2006 Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 06 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt (M. Heijmans, Teveel mensen met COPD bewegen te weinig, NIVEL,

Nadere informatie

Rotterdam Lekker Fit! Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse kinderen

Rotterdam Lekker Fit! Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse kinderen Gegevensbronnen De overgewichtcijfers in deze factsheet zijn gebaseerd op lengte en gewicht gegevens uit twee verschillende registratiesystemen: Kidos en de Fitmeter. Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

Samenvatting Onderzoeksrapportage ReSpAct Deel II

Samenvatting Onderzoeksrapportage ReSpAct Deel II Samenvatting Onderzoeksrapportage ReSpAct Deel II Femke Hoekstra, Trynke Hoekstra Inleiding Het programma Revalidatie, Sport en Bewegen Het doel van het programma Revalidatie, Sport en Bewegen is het stimuleren

Nadere informatie

Relatie tussen gehoorverlies & psychosociale gezondheid

Relatie tussen gehoorverlies & psychosociale gezondheid Relatie tussen gehoorverlies & psychosociale gezondheid Eerste resultaten van de Nationale Longitudinale Studie naar Horen (NL-SH) Onderzoeksprogramma > Care and Prevention Janneke Nachtegaal, Sophia Kramer

Nadere informatie

ZORGTRANSITIES EN VERSCHILLEN IN KWALITEIT VAN LEVEN BIJ OUDEREN. Fleur Thomese, Jarno Sluik, Martijn Huisman

ZORGTRANSITIES EN VERSCHILLEN IN KWALITEIT VAN LEVEN BIJ OUDEREN. Fleur Thomese, Jarno Sluik, Martijn Huisman VU Faculteit der Sociale Wetenschappen VU Medisch Centrum ZORGTRANSITIES EN VERSCHILLEN IN KWALITEIT VAN LEVEN BIJ OUDEREN Fleur Thomese, Jarno Sluik, Martijn Huisman 2016 ZORGTRANSITIES EN KWALITEIT VAN

Nadere informatie

S De afgelopen decennia is het aantal mensen met kanker toegenomen, maar is tevens veel vooruitgang geboekt op het gebied van vroegdiagnostiek en behandeling van kanker. Hiermee is de kans op genezing

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar Onderzoek Kind en Opvoeding 0-17 jaar Inhoudsopgave 1. Ontwikkeling en gezondheid 4 2. Zorgen over kind 8 3. Hulp en ondersteuning bij de opvoeding 11 4. Roken en alcohol 16 5. Sport en bewegen 18 Onderzoek

Nadere informatie

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008 Examen Statistische Modellen en Data-analyse Derde Bachelor Wiskunde 14 januari 2008 Vraag 1 1. Stel dat ɛ N 3 (0, σ 2 I 3 ) en dat Y 0 N(0, σ 2 0) onafhankelijk is van ɛ = (ɛ 1, ɛ 2, ɛ 3 ). Definieer

Nadere informatie

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M. Regionale VTV 2011 Levensverwachting en sterftecijfers Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Levensverwachting en sterftecijfers Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 100 Samenvatting Cognitieve achteruitgang en depressie komen vaakvooropoudere leeftijd.zijbeïnvloeden de kwaliteit van leven van ouderen in negatieve zin.de komende jaren zalhet aantalouderen in onze maatschappijsneltoenemen.het

Nadere informatie

Psychosociale gezondheid van jongeren in Fryslân. November 2017

Psychosociale gezondheid van jongeren in Fryslân. November 2017 Psychosociale gezondheid van jongeren in Fryslân November 2017 Inleiding Hoe staat het met de psychosociale gezondheid van Friese jongeren? In 2015 zijn op de arbeidsmarkt voor het eerst meer mensen uitgevallen

Nadere informatie

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN INFOKAART OUDEREN EN ROKEN Roken Roken is de risicofactor die de meeste sterfte en het meeste gezondheidsverlies met zich brengt en zodoende ook zorgt voor veel verlies aan kwaliteit van leven (1). Vijftien

Nadere informatie