SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Vergelijkbare documenten
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCT KENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

Bijlage : relevante rubrieken van de bijsluiter die werden herwerkt (de veranderingen in de tekst zijn onderlijnd)

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

Informatie verspreid onder het gezag van het federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Dit geneesmiddel is een traditioneel kruidengeneesmiddel. De toepassing is uitsluitend gebaseerd op het langdurige gebruik.

1 sachet à 5 gram bevat 3,25 gram psylliumvezels (fijngemalen en gegranuleerde vezels van de Plantago ovata).

Summary of Product Characteristics

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Aceclofenac Double-E Pharma 100 mg filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Bij volwassenen De aanbevolen dosis is 200 mg per dag in 2 giften, 100 mg 's morgens en 100 mg 's avonds.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Thymoseptine is een traditioneel geneesmiddel op basis van planten; het gebruik bij deze specifieke indicatie is uitsluitend gebaseerd op traditie.

Summary of Product Characteristics / 1 van 6

Additions appear in italics and underlined deletions in italics and strikethrough

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Actief bestanddeel: Mucopolysaccharide-polysulfaat 300 mg per 100 g.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Koud gevormde gelamineerde OPA/Alu/PVC blisterverpakkingen* met 7, 10, 14, 28, 30, 56, 60, 84, 90, 98, 100 capsules.

Kruidengeneesmiddel dat wordt gebruikt voor de korte-termijn preventie en behandeling van een verkoudheid.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

LACTULOSE KELA 500ML FLES

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref )

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering Voor volwassen vrouwen bij het optreden van milde menstruatiepijn: 2 maal per dag 3 capsules.

De tabletten zijn geel, rond, vlak met een breukstreep en de inscriptie Ac. Fol. 5.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Gaviscon Extra Sterk liquid sticks pepermunt, suspensie voor oraal gebruik

NABUMETON TEVA 500 MG filmomhulde tabletten. Nabumeton Teva 500 mg bevat 500 mg nabumeton per tablet.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Summary of the Product Characteristics

MEDIAVEN FORTE 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

27 Mai (5) VSM Belgium bvba Rodizen, SPC-NL SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter

Elke gram gel bevat 10 mg diclofenacnatrium overeenkomend met 10 mg diclofenac.

Summary of product characteristics

(Ronde, filmomhulde, witte tabletten met een diameter van 8 mm.)

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Aceclofenac Eurogenerics 100 mg filmomhulde tabletten Aceclofenac

Hulpstoffen met bekend effect: 0,5 g vloeibare maltitol (E965) en 1,8 g isomaltitol (E953).

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Xylometazoline EG bevat 1 mg xylometazolinehydrochloride per ml.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Paracetamol Mylan 1000 mg RVG april 2018

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. SORBITOL DELALANDE 5 g poeder voor drank. SORBITOL DELALANDE Menthe 5 g poeder voor drank.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Eén tablet Betahistine EG 24 mg bevat 24 mg betahistinedihydrochloride.

1. WAT IS HISTIMED 10 mg filmomhulde tabletten EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT?

GLYCERINE Suppo's Kela

COLOFORT, poeder voor drank IPSEN FARMACEUTICA B.V.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Dipyridamole EG 75 mg omhulde tabletten Dipyridamole EG 150 mg filmomhulde tabletten.

LIDOCAINE HCl OORDRUPPELS 5 MG/G PCH oordruppels. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 10 mei : Productinformatie Bladzijde : 1

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

Volwassenen 1-2 tabletten per keer, maximaal 6 tabletten per dag.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 10 november : Productinformatie Bladzijde : 1

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml.

Piracetam-UCB Page 1 of 6 BIJSLUITER

BIJSLUITER. MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten

Canestene Intim 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Paracetamol Teva 1 g tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Elke tablet bevat 1g paracetamol.

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 31 mei : Productinformatie Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Loratadine EG 10 mg tabletten Werkzaam bestanddeel: loratadine

Omhulde tablet Beschrijving: lichtrode, ronde, biconvexe, suikeromhulde tablet.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN ROTER GLUCOSAMINE. 400 mg filmomhulde tabletten.

Elke tablet bevat: 20 mg esomeprazol als esomeprazol magnesium(amorf) Hulpstoffen gekend effect: Elke tablet bevat ook maximaal 27,45 mg sucrose.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Perssap van de Echinacea purpureaplant (alleen de bovenste delen van de plant werden gebruikt).

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN KRUIDVAT GLUCOSAMINE. 600 mg filmomhulde tabletten.

Nootropil, filmomhulde tabletten page 1 of 6 BIJSLUITER

Transcriptie:

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Aceclofenac Eurogenerics 100 mg filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke tablet bevat 100 mg aceclofenac. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Filmomhulde tablet Witte, biconcave, filmomhulde tabletten. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Symptomatische behandeling van pijn en ontsteking bij artrose, reumatoïde artritis en spondylitis ankylosans. 4.2 Dosering en wijze van toediening Wijze van toediening Aceclofenac Eurogenerics 100 mg omhulde tabletten zijn beschikbaar voor orale toediening en dienen met ten minste een half glas vloeistof ingeslikt te worden. Aceclofenac Eurogenerics kan met voedsel worden ingenomen. Dosering Volwassenen De maximale aanbevolen dosis bedraagt 200 mg per dag, ingenomen in twee afzonderlijke doses van 100 mg, één tablet s morgens en één s avonds. Bejaarden Gewoonlijk is een dosisverlaging niet nodig, hoewel de voozorgsmaatregelen beschreven in rubriek 4.4 in acht genomen moeten worden. Pediatrische patiënten De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen en adolescenten werden niet aangetoond. Leverinsufficiëntie De dosis aceclofenac dient verminderd te worden bij patiënten met een mild tot matig verminderde leverfunctie. De aanbevolen startdosis bedraagt 100 mg per dag. Nierinsufficiëntie Het is niet bewezen dat de dosis aceclofenac gewijzigd moet worden bij patiënten met een mild verminderde nierfunctie, maar voorzichtigheid is geboden. 1/11

Indien gebruik gemaakt wordt van de laagste effectieve dosering gedurende de kortste periode die nodig is om de symptomen onder controle te houden, worden bijwerkingen mogelijk tot een minimum beperkt (zie rubriek 4.4. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik). 4.3 Contra-indicaties Aceclofenac is gecontra-indiceerd in de volgende situaties: Patiënten met een voorgeschiedenis van gastro-intestinale bloeding of perforatie, gerelateerd aan een eerdere behandeling met NSAID s Patiënten met een actieve of een voorgeschiedenis van terugkerende peptische zweer/hemorragie (twee of meer onderscheiden episodes van bewezen ulceratie of bloeding) Patiënten met actieve bloedingen of bloedingsstoornissen Patiënten met een ernstig verminderde lever- of nierfunctie Patiënten met ernstig hartfalen, met aangetoond congestief hartfalen (NYHA- klasse II-IV), ischemische hartziekte, perifeer arterieel vaatlijden en/of cerebrovasculaire ziekte Zwangerschap: vooral tijdens het laatste trimester van de zwangerschap, tenzij er duidelijke redenen zijn voor de behandeling. In dat geval moet de laagst doeltreffende dosering worden gebruikt. (zie rubriek 4.6). Patiënten met overgevoeligheid voor aceclofenac of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen) of bij wie na het gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID s een astma-aanval, acute rhinitis of urticaria zijn opgetreden of patiënten die overgevoelig zijn voor één van deze middelen Patiënten die een niertransplantatie ondergingen Patiënten met nefrotisch syndroom. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Bijwerkingen kunnen tot een minimum worden herleid door de laagst werkzame dosis te gebruiken gedurende de kortst mogelijke periode nodig om de symptomen onder controle te houden (zie rubriek 4.2 en gastro-intestinale en cardiovasculaire risico s hieronder). Het gelijktijdige gebruik van Aceclofenac Eurogenerics en NSAID s waaronder cyclo-oxygenase-2 selectieve inhibitoren dient te worden vermeden. Gastro-intestinaal: Nauwkeurige medische controle is vereist bij patiënten met de volgende ziekten aangezien deze aandoeningen daardoor kunnen verergeren (zie rubriek 4.8): Symptomen die wijzen op gastro-intestinale stoornissen m.b.t. het bovenste of onderste gastrointestinale tractus Een voorgeschiedenis van mogelijk gastro-intestinale ulceratie, bloeding of perforatie. Ulceratieve colitis Ziekte van Crohn Hematologische afwijkingen GI-bloeding, -ulceratie of -perforatie, mogelijk fataal, werden gerapporteerd met alle NSAID s op eender welk moment tijdens de behandeling, met of zonder waarschuwingssymptomen of een voorgeschiedenis van ernstige GI-aandoeningen. Bij patiënten die reeds in het verleden een ulcus hebben gehad, vooral met bijkomende complicaties zoals hemorragie of perforatie (zie rubriek 4.3), en bij bejaarden, is het risico op GI-bloeding, -ulceratie of -perforatie hoger naarmate de NSAID-doses toenemen. Deze patiënten dienen de behandeling te beginnen met de laagste beschikbare dosis. Voor deze patiënten dient een gecombineerde therapie met beschermende substanties (bijv. misoprostol of protonpompremmers) te worden overwogen, en ook voor patiënten die gelijktijdig een lage dosis aspirine nodig hebben of andere geneesmiddelen die het gastro-intestinale risico kunnen verhogen (zie verder en 4.5). 2/11

Patiënten met een voorgeschiedenis van GI-toxiciteit, vooral bejaarden, dienen alle ongewone abdominale symptomen (in het bijzonder GI-bloeding), vooral in de beginfase van de behandeling, te melden. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten die tegelijk geneesmiddelen toegediend krijgen, die het risico op ulceratie of bloeding kunnen verhogen, zoals systemische corticosteroïden, anticoagulantia zoals warfarine, selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI s) of antiaggregantia zoals aspirine (zie rubriek 4.5). Wanneer GI-bloeding of -ulceratie optreedt bij patiënten die aceclofenac krijgen, dient de behandeling te worden stopgezet. NSAID s dienen met voorzichtigheid te worden toegediend aan patiënten met een voorgeschiedenis van gastro-intestinale ziekten (ulceratieve colitis, ziekte van Crohn) aangezien hun aandoening daardoor kan verergeren (zie rubriek 4.8 Bijwerkingen). Overgevoeligheid en huidreacties: Zoals met andere NSAIDs kunnen allergische reacties, met inbegrip van anafylactische / anafylactoïde reacties, ook optreden zonder eerdere blootstelling aan het geneesmiddel. Ernstige huidreacties, sommige fataal, met inbegrip van exfoliatieve dermatitis, stevens-johnsonsyndroom, en toxische epidermale necrolyse, zijn zeer zelden gemeld in relatie tot het gebruik van NSAID s (zie rubriek 4.8). Patiënten lijken het meeste risico te hebben op deze reacties in het begin van de behandeling. Het begin van de reactie ontstaat in de meeste gevallen binnen de eerste maand van de behandeling. Aceclofenac dient gestaakt te worden bij de eerste verschijnselen van huiduitslag, mucosale lesies, of enig ander teken van overgevoeligheid. In uitzonderlijke gevallen kan varicella aanleiding geven tot ernstige complicaties van infecties van de huid en weke delen. Tot op heden kan de bijdragende rol van NSAID s bij de verergering van deze infecties niet worden uitgesloten. Daarom wordt geadviseerd het gebruik van aceclofenac te vermijden indien sprake is van varicella. Renaal: De toediening van een NSAID kan een dosisafhankelijke vermindering in de vorming van prostaglandinen veroorzaken en nierfalen uitlokken. De belangrijke rol van de prostaglandinen bij het handhaven van de nierdoorbloeding moet in aanmerking worden genomen bij patiënten met een verminderde hart- of renale functie, leverdisfunctie, bij patiënten die met diuretica behandeld worden of aan het herstellen zijn van een zware chirurgische ingreep, en bij ouderen. Patiënten met lichte tot matige nierfunctiestoornis dienen onder medische controle te staan, aangezien het gebruik van NSAID s kan resulteren in een verslechtering van de nierfunctie. De laagst effectieve dosis dient gebruikt te worden en de nierfunctie dient regelmatig gemonitord te worden. Effecten op de nierfunctie zijn gewoonlijk omkeerbaar na het staken van aceclofenac. Hepatisch: Strikte medische controle is noodzakelijk bij patiënten die lijden aan een lichte of matige leverfunctiestoornis. Aceclofenac dient gestaakt te worden indien afwijkende leverfunctietesten blijven bestaan of verergeren, klinische tekenen of symptomen behorende bij leveraandoeningen ontstaan of enig andere manifestatie optreedt (eosinofilie, huiduitslag). Hepatitis kan optreden zonder prodromale verschijnselen. Het gebruik van NSAID s bij patiënten met hepatische porfyrie kan een aanval veroorzaken. Cardiovasculair en cerebrovasculair: Een nauwgezette controle en aangepast advies zijn nodig voor patiënten met een voorgeschiedenis van hypertensie en/of mild tot matig congestief hartfalen, aangezien vochtretentie en oedeem werden gerapporteerd in verband met een NSAID-behandeling. 3/11

Patiënten met congestief hartfalen (NYHA-I) en patiënten met significante risicofactoren voor cardiovasculaire accidenten (bijv. hypertensie, hyperlipidemie, diabetes mellitus, roken) mogen alleen na zorgvuldige evaluatie worden behandeld met aceclofenac. Aangezien de cardiovasculaire risico s van aceclofenac kunnen toenemen met de dosering en de duur van blootstelling, moet de laagste efficiënte dagdosering worden gebruikt gedurende een zo kort mogelijke tijd. De nood aan verlichting van de symptomen en de respons op de behandeling moeten periodiek opnieuw worden geëvalueerd. Aceclofenac dient ook met voorzichtigheid te worden toegediend en onder nauw medisch toezicht aan patiënten met een voorgeschiedenis van cerebrovasculaire bloeding. Klinisch onderzoek en epidemiologische gegevens suggereren dat het gebruik van sommige NSAID s (vooral aan hoge doses en bij een langetermijnbehandeling) geassocieerd kan worden met een licht verhoogd risico op arteriële trombose (bijvoorbeeld myocardinfarct of beroerte). Er zijn onvoldoende gegevens om dergelijk risico voor aceclofenac uit te sluiten. Hematologisch: Aceclofenac kan reversibel de plaatjesaggregatie remmen (zie rubriek 4.5 Interacties, anticoagulantia). Ademhalingsstoornissen: Voorzichtigheid is vereist indien het geneesmiddel toegediend wordt aan patiënten die lijden aan, of een voorgeschiedenis hebben van bronchiale astma aangezien er gevallen gemeld zijn waarbij NSAID s bronchospasmen bij dergelijke patiënten kunnen uitlokken. Bejaarden: Bij bejaarden is de frequentie van de negatieve reacties op NSAID s hoger, vooral met betrekking tot gastro-intestinale bloedingen en perforatie die fataal kunnen zijn (zie rubriek 4.2). De gastrointestinale bloeding en/of perforatie zijn vaak ernstiger en kunnen optreden zonder waarschuwingssymptomen of voorgeschiedenis, op eender welk moment tijdens de behandeling. Verder hebben bejaarde patiënten meer kans dat zij aan een verminderde nier-, cardiovasculaire of leverfunctie lijden. Langetermijnbehandeling: Alle patiënten die een langetermijnbehandeling met NSAID s ondergaan, dienen uit voorzorg gecontroleerd te worden (bijv. nier-, leverfunctie en bloedbeeld). Aceclofenac dient met voorzichtigheid te worden toegediend en onder nauw medisch toezicht aan patiënten met een voorgeschiedenis van SLE, porfyrie, hematopoëtische of coagulatiestoornissen. Net zoals alle geneesmiddelen waarvan gekend is dat ze de cyclo-oxygenase- / prostaglandinesynthese remmen, kan het gebruik van Aceclofenac Eurogenerics de vruchtbaarheid verminderen en wordt het niet aanbevolen bij vrouwen die proberen zwanger te worden. Bij vrouwen die problemen hebben om zwanger te worden of die een onvruchtbaarheidsonderzoek ondergaan, dient een stopzetting van Aceclofenac Eurogenerics te worden overwogen. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Er is geen onderzoek verricht naar farmacokinetische interacties, behalve met warfarine. Aceclofenac wordt gemetaboliseerd door cytochroom P450 2C9 en in-vitrogegevens duiden aan dat aceclofenac een remmer kan zijn van dit enzym. Daarom is er mogelijk een risico op farmacokinetische interactie met fenytoïne, cimetidine, tolbutamide, fenylbutazon, amiodaron, miconazol en sulfafenazol. Zoals met andere producten binnen de NSAID-groep, bestaat er tevens een risico op farmacokinetische interacties met andere geneesmiddelen geëlimineerd door actieve renale secretie, zoals methotrexaat en lithium. Aceclofenac is bijna volledig aan plasma-albumine gebonden zodat rekening moet gehouden worden met de kans op verplaatsingsinteracties met andere geneesmiddelen die sterk proteïnegebonden zijn. 4/11

Wegens een gebrek aan farmacokinetische interactiestudies is wat volgt gebaseerd op de kennis van andere NSAID s: De volgende combinaties zijn te vermijden: Methotrexaat (hoge dosis): NSAID s remmen de tubulaire secretie van methotrexaat en een lichte metabolische interactie kan ook optreden, wat leidt tot een verminderde klaring van methotrexaat. Daarom mogen tijdens de behandeling met hoge doses methotrexaat geen NSAID-geneesmiddelen worden voorgeschreven. Methotrexaat: Men dient rekening te houden met een mogelijke interactie tussen NSAID s en methotrexaat, ook wanneer lage doses methotrexaat gebruikt worden, vooral bij patiënten met een verminderde nierfunctie. Wanneer een gecombineerde behandeling dient te worden gebruikt, dient de nierfunctie te worden gecontroleerd. Voorzichtigheid is geboden wanneer zowel een NSAID als methotrexaat binnen 24 uur worden toegediend, aangezien de methotrexaatconcentraties kunnen verhogen en tot een verhoogde toxiciteit kunnen leiden. Lithium en digoxine: Verschillende NSAID-geneesmiddelen remmen de renale eliminatie van lithium, wat resulteert in verhoogde concentraties van beide. De combinatie dient te worden vermeden tenzij de mogelijkheid bestaat een frequente controle van de lithium- en digoxineconcentraties uit te voeren. Diuretica: Zoals ook het geval is bij andere NSAID s kan aceclofenac waarschijnlijk de werking van diuretica verminderen. Hoewel aceclofenac de bloeddrukcontrole niet aantastte wanneer het samen toegediend werd met bendrofluazide, kan een interactie met andere diuretica niet worden uitgesloten. Bij gelijktijdige behandeling met kaliumsparende diuretica dient het kaliumgehalte regelmatig te worden gecontroleerd. Antihypertensiva: NSAID s kunnen het effect van antihypertensiva verminderen. Het risico op acute nierinsufficiëntie, die gewoonlijk reversibel is, kan bij sommige patiënten met een gecompromitteerde nierfunctie (bijv. gedehydrateerde patiënten of bejaarde patiënten) verhoogd zijn, wanneer ACE-inhibitoren of angiotensine-ii-receptorantagonisten gecombineerd worden met NSAID s. Daarom dient de combinatie voorzichtig te worden toegediend, vooral bij bejaarden. Patiënten dienen adequaat gehydrateerd te worden en een controle van de nierfunctie dient in acht te worden genomen na de start van de gelijktijdige behandeling en periodiek erna. Anticoagulantia: Zoals ook het geval is bij andere NSAID s kan aceclofenac de activiteit van anticoagulantie versterken. Patiënten die met anticoagulantia worden behandeld in combinatie met aceclofenac dienen nauwkeurig opgevolgd te worden. Plaatjes-aggregatiemiddelen en selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI s): Gelijktijdig gebruik met NSAID s kan het risico op gastro-intestinale bloeding verhogen (zie rubriek 4.4). Antidiabetica: Klinische studies hebben aangetoond dat diclofenac gelijktijdig kan toegediend worden met orale antidiabetica zonder daarbij hun klinisch effect te beïnvloeden. Toch zijn er alleenstaande gevallen van hypoglycemische en hyperglycemische effecten gemeld. Daarom dient er, met aceclofenac, nagedacht te worden over de aanpassing van de dosering van hypoglycemische middelen. Andere NSAID s: Een gelijktijdige behandeling met acetysalicylzuur en andere NSAID s verhoogt de kans op het optreden van bijwerkingen. Chinolonen: Door een interactie tussen chinolonen en NSAID s kunnen convulsies optreden. Dit kan gebeuren bij patiënten met of zonder voorgeschiedenis van convulsies of epilepsie. Corticosteroïden: verhoogd risico op maag/darmzweren of bloedingen (zie rubriek 4.4). 5/11

Ciclosporine, tacrolimus: De toediening van NSAID-geneesmiddelen samen met ciclosporine of tacrolimus zou het risico op nefrotoxiciteit als gevolg van een verminderde synthese van prostacycline in de nieren verhogen. Tijdens een gecombineerde behandeling is het daarom belangrijk de nierfunctie nauwgezet te controleren. Zidovudine: Wanneer NSAID s met zidovudine worden gegeven is er een verhoogd risico op hematologische toxiciteit. Er zijn aanwijzingen voor een verhoogd risico op hemoartrose en hematoom bij HIV(+) hemofiliepatiënten bij gelijktijdige behandeling met zidovudine en ibuprofen. 4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap Er is geen informatie over het gebruik van aceclofenac tijdens de zwangerschap. De remming van prostaglandinesynthese kan de zwangerschap en/of de embryo-/foetale ontwikkeling negatief beïnvloeden. Gegevens uit epidemiologische studies suggereren een verhoogd risico op een miskraam, cardiale misvorming of gastroschisis na gebruik van een prostaglandinesyntheseremmer in de eerste fase van de zwangerschap. Het absolute risico op cardiovasculaire misvorming was verhoogd van minder dan 1% tot ongeveer 1,5 %. Men denkt dat het risico groter wordt naarmate de dosis en de duur van de behandeling verhogen. Bij dieren werd aangetoond dat de toediening van een prostaglandinesyntheseremmer resulteerde in een toename van het pre- en postimplantatieverlies en de embryofoetale sterfte. Bovendien werd een verhoogde incidentie van verschillende misvormingen, waaronder cardiovasculaire, gerapporteerd bij dieren die een prostaglandinesyntheseremmer kregen tijdens de organogenetische periode. Tijdens het eerste en tweede trimester van de zwangerschap mag aceclofenac niet toegediend worden, behalve indien uitdrukkelijk noodzakelijk. Indien aceclofenac gebruikt wordt door een vrouw die zwanger probeert te worden of tijdens het eerste en tweede trimester van de zwangerschap, dienen de dosis en de duur van de behandeling respectievelijk zo laag en zo kort mogelijk gehouden te worden. Tijdens het derde trimester van de zwangerschap kunnen alle prostaglandinesyntheseremmers de foetus blootstellen aan: - cardiopulmonaire toxiciteit (met premature sluiting van de ductus arteriosus en pulmonaire hypertensie); - gestoorde nierfunctie die kan evolueren tot nierfalen met oligohydramnie; de moeder en de nieuwgeborene op het einde van de zwangerschap, aan: - mogelijke verlenging van de bloedingstijd, een antiaggregatie-effect dat zelfs bij zeer lage doses kan optreden. - remming van baarmoedercontracties, die leidt tot een vertraagde of verlengde bevalling. Bijgevolg is aceclofenac gecontra-indiceerd tijdens het derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.3). Borstvoeding: Er is geen informatie over de uitscheiding van aceclofenac in borstvoeding; er was echter geen merkbare overdracht van gemarkeerde (14C) aceclofenac naar de melk van melkproducerende ratten. Daarom dient het gebruik van aceclofenac vermeden te worden bij zwangerschap en borstvoeding tenzij de mogelijke voordelen voor de moeder groter zijn dan de mogelijke risico s voor de foetus. Vruchtbaarheid: NSAID s kunnen de vruchtbaarheid schaden en zijn daarom niet aanbevolen bij vrouwen die wensen zwanger te worden. De tijdelijke staking van aceclofenac dient overwogen te worden bij vrouwen die moeilijkheden ondervinden om zwanger te worden of onderzoeken ondergaan inzake onvruchtbaarheid. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Patiënten die tijdens de inname van NSAID s lijden aan duizeligheid, vertigo of andere stoornissen 6/11

van het centrale zenuwstelsel moeten afzien van het besturen van een voertuig of het bedienen van gevaarlijke machines. 4.8 Bijwerkingen Gastro-intestinaal: De meest gerapporteerde bijwerkingen zijn van gastro-intestinale aard. Peptische zweren, perforatie of GI-bloeding, soms fataal, vooral bij bejaarden, kunnen optreden met NSAID s (zie rubriek 4.4). Nausea, braken, diarree, flatulentie, constipatie, dyspepsie, buikpijn, melaena, haematemesis, ulceratieve stomatitis, exacerbatie van colitis en de ziekte van Crohn (zie rubriek 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik) werden gerapporteerd na toediening van NSAID s. Gastritis werd minder vaak waargenomen. In uitzonderlijke gevallen gaf varicella aanleiding tot ernstige complicaties van infecties van de huid en weke delen in combinatie met de behandeling met NSAID s. Aceclofenac is structureel gerelateerd aan en gemetaboliseerd tot diclofenac waarvoor een grotere hoeveelheid klinische en epidemiologische gegevens constant wijzen in de richting van een verhoogd risico op algemene arteriële trombotische accidenten (myocardinfarct of beroerte, vooral aan hoge doseringen en bij een langdurige behandeling). Epidemiologische gegevens hebben ook een verhoogd risico op acuut coronair syndroom en myocardinfarct aan het licht gebracht bij gebruik van aceclofenac (zie rubriek 4.3 en 4.4 Contra-indicaties en Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik). In de volgende tabel staan de bijwerkingen vermeld, die werden gerapporteerd in klinische onderzoeken en op basis van de postmarketingervaring van het gebruik van aceclofenac, gegroepeerd volgens systeemorgaanklasse en geschatte frequenties. Zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100, <1/10); soms ( 1/1.000, <1/100), zelden ( 1/10.000, <1/1.000), zeer zelden (<1/10.000). MedDRa SOC Bloed- en lymfestelselaandoeningen Immuunsysteemaandoeningen Vaak 1/100, <1/10 Soms 1/1000, <1/100 Zelden 1/10000, <1/1000 Anemie Anafylactische reactie (waaronder shock) Overgevoeligheid Zeer zelden/ geïsoleerde meldingen <1/10000 Beenmergdepressie Granulocytopenie Trombocytopenie Neutropenie Hemolytische anemie Voedings- en stofwisselingsstoornissen Psychische stoornissen Zenuwstelselaandoeningen Duizeligheid Hyperkaliëmie Depressie Abnormale dromen Slapeloosheid Paresthesie Slaperigheid Hoofdpijn Dysgeusie (abnormale smaak) 7/11

MedDRa SOC Oogaandoeningen Vaak 1/100, <1/10 Soms 1/1000, <1/100 Zelden 1/10000, <1/1000 Visuele stoornis Zeer zelden/ geïsoleerde meldingen <1/10000 Evenwichtsorgaanen Vertigo ooraandoeningen Tinnitus Hartaandoeningen Hartfalen Palpitaties Bloedvataandoeningen Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Maagdarmstelselaandoeningen Dyspepsie Buikpijn Nausea Diarree Flatulentie Gastritis Constipatie Braken Mondulceratie Hypertensie Dyspneu Melaena Hemorrage diarree Gastro-intestinale hemorragie Gastro-intestinale ulceratie Rood worden Warmteopwellinge n Vasculitis Bronchospasme Stomatitis Intestinale perforatie Verergering van de ziekte van Crohn en Ulceratieve Colitis Pancreatitis Haematemesis Huid- en onderhuidaandoeningen Nier- en urinewegaandoeningen Lever- en galaandoeningen Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Onderzoeken Stijging van de leverenzymen Pruritus Rash Dermatitis Urticaria Stijging van ureum in het bloed Stijging van creatinine in het bloed Angio-oedeem Purpura Eczeem Ernstige mucocutane huidreacties (waaronder stevensjohnsonsyndroom en toxisch epidermale necrolyse) Nefrotisch syndroom Nierfalen Leverletsel (inclusief hepatitis) Stijging van alkalisch fosfatase in het bloed Oedeem Vermoeidheid Krampen in de benen Gewichtstoename 8/11

De meest gerapporteerde bijwerkingen in klinische studies omvatten maagdarmstelselaandoeningen (dyspepsie 7,5%, buikpijn 6,2%, nausea 1,5% en diarree 1,5%) en occasioneel optreden van duizeligheid. Dermatologische klachten waaronder pruritus en rash en abnormale leverenzymen en serumcreatinineconcentraties werden eveneens gerapporteerd. Zie 4.4 en 4.5 voor Waarschuwingen, Voorzorgen en Interacties. Melding van vermoedelijke bijwerkingen Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via de website: www.fagg.be. 4.9 Overdosering Er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar over de gevolgen van aceclofenac overdosering bij mensen. De behandeling van acute vergiftiging door niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen bestaat hoofdzakelijk uit ondersteunende en symptomatische behandeling voor complicaties zoals hypotensie, nierfalen, convulsies, gastro-intestinale irritatie, en ademhalingsdepressie. Het behandelen van acute vergiftiging met orale aceclofenac bestaat erin om zo spoedig mogelijk na overdosering de resorptie door middel van maagspoeling en behandeling met actieve kool te verhinderen. Geforceerde diuresis, dialyse of hemoperfusie hebben vermoedelijk geen nut voor de eliminatie van NSAID s als gevolg van de hoge eiwitbinding en de intensieve stofwisseling van deze geneesmiddelen. 5 FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische categorie: niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen en antireumatica. ATC-code: M01AB16 Aceclofenac is een niet-steroïdale substantie met anti-inflammatoire en analgetische effecten. Het werkingsmechanisme zou te wijten zijn aan de remming van prostaglandinesynthese. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Absorptie: Na orale toediening wordt aceclofenac snel geabsorbeerd en de biologische beschikbaarheid is bijna 100%. Piekplasmaconcentraties worden ongeveer 1,25 à 3 uur na inname bereikt. De Tmax is vertraagd bij gelijktijdige inname van voedsel terwijl de mate van absorptie niet beïnvloed wordt. Distributie: Aceclofenac is in hoge mate eiwitgebonden (>99,7%). Aceclofenac dringt binnen in de synoviale vloeistof, waar de concentraties ongeveer 60% van die in het plasma bereiken. Het distributievolume bedraagt ongeveer 30L. Eliminatie: De gemiddelde plasma-eliminatiehalfwaardetijd bedraagt 4 4,3 uur. De klaring wordt geschat op 5 liter per uur. Ongeveer twee derde van de toegediende dosis wordt uitgescheiden via de urine, 9/11

hoofdzakelijk in de vorm van geconjugeerde hydroxymetabolieten. Slechts 1% van een orale enkelvoudige dosis wordt onveranderd uitgescheiden. Aceclofenac wordt waarschijnlijk gemetaboliseerd via CYP2C9 tot de belangrijkste metaboliet 4 - OH-aceclofenac waarvan de bijdrage tot de klinische activiteit waarschijnlijk te verwaarlozen is. Onder de vele metabolieten werden diclofenac en 4 -OH-diclofenac gevonden. Karakteristieken bij patiënten Bij bejaarden werden geen veranderingen van de farmacokinetiek van aceclofenac waargenomen. Bij patiënten met een verminderde leverfunctie werd een tragere eliminatiesnelheid van aceclofenac aan het licht gebracht na een enkelvoudige dosis aceclofenac. In een studie met herhaalde doses waarbij 100 mg eenmaal per dag werd gebruikt, was er geen verschil wat de farmacokinetische parameters betreft tussen proefpersonen met milde tot matige levercirrose en normale proefpersonen. Bij patiënten met milde tot matige nierinsufficiëntie werden geen klinisch significante verschillen in farmacokinetiek waargenomen na een enkelvoudige dosis. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Net zoals andere NSAID s wordt aceclofenac slecht getolereerd door proefdieren. Bovendien bemoeilijken de farmacokinetische verschillen tussen dieren en mensen de evaluatie van de potentiële toxiciteit van aceclofencac. Toxiciteitsstudies die maximaal getolereerde doseringen gebruikten bij de rat, een soort die aceclofenac tot dicofenac metaboliseert, en bij de aap (wat blootgesteld aan onveranderde aceclofenac) toonden echter geen andere toxische effecten dan die die vaak worden waargenomen met NSAID s. Carcinogeniciteitsstudies bij de muis (systemische blootstelling aan aceclofenac niet gekend) en bij de rat (omzetting in diclofenac) toonden geen carcinogeen effect aan en aceclofenac was negatief in genotoxiciteitstests. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Tabletkern: Microkristallijne cellulose Povidon Natriumcroscarmellose Glyceryl distearaat. Filmomhulling (Sepifilm 752 wit): Hypromellose Microkristallijne cellulose Macrogolstearaat 2000 Titaandioxide (E 171). 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Niet van toepassing. 6.3 Houdbaarheid 2 jaar 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren 10/11

Bewaren beneden 30 C. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Blisterverpakking (Aluminium-Aluminium). Verpakkingsgrootten van 20, 30, 40, 60, 90 of 100 filmomhulde tabletten. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen Geen bijzondere vereisten. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Eurogenerics NV Heizel Esplanade b22 1020 Brussel 8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN BE320241 9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste verlening van de vergunning: 14/07/2008 Datum van laatste hernieuwing: 14/06/2013 10. DATUM VAN GOEDKEURING/HERZIENING VAN DE TEKST Datum van goedkeuring van de tekst: 10/2015 Datum van herziening van de tekst: 06/2015 11/11