COSUN FOOD TECHNOLOGY CENTER. Postbus BH Roosendaal. Tel.: (076) Fax: (076)

Vergelijkbare documenten
Suiker Unie SVZ Aviko Sensus. Duyniegroep. Cosun Biobased Products TEELT BIORAFFINAGE AFZETMARKTEN

Voorproefje Cosun MVO-verslag 2011

COSUN FOOD TECHNOLOGY CENTER. Postbus BH Roosendaal. Tel.: (076) Fax: (076)

COSUN FOOD TECHNOLOGY CENTER. Postbus BH Roosendaal. Tel.: (076) Fax: (076)

Cosun Biobased Products Postbus MG Breda Telefoon (076) Fax (076) Internet

De duurzaamheid van perspulp

De suikerfabriek is eigenlijk een waterfabriek

Thema Kansen benutten binnen een duurzame context

Warmte in de Suiker: Het mes snijdt aan twee

PROFIEL INHOUD OVER COSUN COSUN IN 2015 OVER COSUN

en dit zijn onze principes

MVO verslag _J01_Cosun_MVO_verslag_2012_NL.indd :02

EXCELLING IN CREATING VALUE FROM CROPS. Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda

MVO-verslag Koninklijke Coöperatie Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda

Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda. Tel.: (076) Fax.

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming

Wijzer worden van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Waardeketen Verantwoord en sociaal jaarverslag 2016

Duurzame Industrie. De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt

Netwerkbijeenkomst VAVI, VIGEF & NEBAFA

Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda. Tel.: Fax.

ROYAL COSUN. Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda

Milieumanagementsysteem Avebe Foxhol

Biobased economy in het Groene Hart

Regionale voedselproductie en duurzaamheid. Jasper Scholten 24 september 2013

I. Inleiding.. II. Opbouw van dit beleidsstuk.. 1. Motieven MVO.

Maatschappelijk Jaarverslag 2012

Samenvatting Jaarverslag Meer informatie op

Suiker Gids Maak kennis met de kunst van het suiker maken

Alles van waarde beschermen en behouden

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018

Beleidsplan MVO

Duurzaam en helder naar de toekomst

Voortgangsrapportage September 2017

GFT-afval is een waardevolle bron voor nieuwe grondstoffen. Maar hoe ziet de toekomst eruit?

Ab Arbo-advisering i en duurzaamheid + MVO

MINERALE MESTSTOFFEN: Essentieel & efficiënt

Duurzame Industrie. De overgang naar een circulaire en een CO2-vrije industrie

Initiatieven CO2 reductie MVOI BV.

Rotie: Cleaning & Services Amsterdam: Tankstorage Amsterdam: Orgaworld: Biodiesel Amsterdam:

SBIR Verduurzamen voedselproductie

Mineral Valley Twente: Toonaangevend voor bodem en mestverwerking

Resultaten van ons duurzaamheidsbeleid

25 jaar NAV NAV-visie op de Nederlandse akkerbouw tot 2030

ZUIDWEST-NEDERLAND DE NATIONALE KOPLOPER (OP WEG NAAR DE BIOBASED DELTA) Biobased Business Cases

Supplier Code of Conduct. Samen op weg naar een succesvolle, uitdagende en duurzame toekomst

MVO verklaring

ONZE VERANTWOORDELIJKHEID

MVO Programma

JAARVERSLAG 2014 ROYAL COSUN

Jaarplan 2019 Hoek Hoveniers Versie: 18 januari 2019 Jaarplan CO2 2019

Hero Benelux. Natuurlijk maatschappelijk verantwoord!

Productschap Tuinbouw Met Minder Meer. Helma Verberkt 26 juni 2012 Landelijke dag Roos

WERKEN AAN EEN GROENE TOEKOMST

GRUNDFOS pump audit HOE EFFICIËNT EN DUURZAAM ZIJN UW POMPEN?

Globalisering: Uitdagingen voor Food en Agri-business Nijenrode, 24 november 2014

Jaarverslag Koninklijke FrieslandCampina N.V.

Eigen -/ Keteninitiatief CO2 footprint Innovatie Kennis Centrum

Facts & Figures 2012»

Gedetailleerde doelen Duurzame Zuivelketen

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Samen vooruit. in de circulaire economie. CIRCLES inspireert en ondersteunt u met tools en praktische kennis. Re-creating (y)our environment

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Duurzaam van nature. bakstenen met een warm hart

Duurzame Industrie. De overgang van energie-intensief naar energie-efficient

Energie van ons allemaal

Persbericht Aantal pagina s: 4

NEW SPACE, NEW OPPORTUNITIES

Partner van duurzaamheid Duurzaamheidsbeleid Lensing Food B.V. Ruud Harmsen

Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa

4.A.1 Ketenanalyse Groenafval

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Doel van deze presentatie is : Akkoord op het energiemanagement actieplan voor 2017

Samen werken aan gezonde gewassen en veilige voeding. Verantwoorde gewasbescherming Agrifirm Better Together

Samenvatting. economy.

Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2

ENERGIE & KLIMAATBESCHERMING

FODI Federatie van Oppervlakte Delfstoffenwinnende Industrieën

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum :

Boeren hebben. oplossing! een. Meerjarenplan 2020 van ZLTO

Vergroening van de landbouw: hoe maken we stappen/ hoe maken we sprongen? Jolanda Wijsmuller, BCS

Deelname Initiatieven

MVI Verklaring Leverancier - Alliander

Innovatie in de Hoeksche Waard. Projectleider Biobased Economy Hoeksche Waard Henk Groeneveld

Waarom doen we het ook alweer?

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen

feiten& weetjes energiecentrale REC Alles wat je zou moeten weten... Hoe Hoe eigenlijk? zit het eigenlijk? De REC maakt van uw afval duurzame energie

W & M de Kuiper Holding

Insights Energiebranche

CO 2 footprint tussenrapportage e half jaar

De Transitie naar een Circulaire Economie in Flevoland: Kansen voor People, Planet en Profit. Jacqueline Cramer Ambassadeur Circulaire Economie

Memo. extern. Geachte Mevrouw / Heer,

CO 2. -Ketenanalyse. Duurzaamheidsprestaties in de waardeketen. Het slimme duurzame bouwconcept. Van VolkerWessels

Toelichting op de Nederlandse Roadmap Bioraffinage

Jaarverslag Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda

Van Duurzame Energie naar uro s Nieuwe tak voor Agrarische Sector!?

NATUURLIJK VERANTWOORD

Transcriptie:

MVO VERSLAG 216

ROYAL COSUN 2 MVO VERSLAG 216 Dit verslag geeft een overzicht van onze aanpak, activiteiten en de resultaten op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in 216. We zien deze inzet als onlosmakelijk onderdeel van onze bedrijfsvoering. Elk jaar spannen we ons in om verder te verbeteren en brengen we de data en rapportagecyclus voor onze niet-financiële prestaties verder op orde. We laten deze prestaties niet extern verifiëren. Dit verslag is tevens beschikbaar in het Engels. In geval van tekstuele verschillen tussen de Engelse en de Nederlandse versie prevaleert laatstgenoemde. This Sustainability Report is also published in English. In the event of inconsistencies between the English and the Dutch version the latter shall prevail. ROYAL COSUN Postbus 3411 48 MG Breda COSUN FOOD TECHNOLOGY CENTER Postbus 138 47 BH Roosendaal Tel.: (76) 53 32 22 Fax.: (76) 53 33 3 www.cosun.nl info@cosun.com Tel.: (165) 58 28 1 Fax.: (165) 55 13 52 www.cosun.nl cftc@cosun.com AVIKO Postbus 8 722 AA Steenderen SVZ Postbus 9535 481 LM Breda SUIKER UNIE Postbus 1 475 AC Oud Gastel Tel.: (575) 45 82 Fax: (575) 45 83 8 www.aviko.nl customerservice@aviko.nl Tel.: (76) 54 94 94 Fax: (76) 54 94 www.svz.com info@svz-nl.com Tel.: (165) 52 52 52 Fax: (165) 52 52 55 www.suikerunie.nl info@suikerunie.com SENSUS Postbus 138 47 BH Roosendaal DUYNIE GROUP Postbus 86 24 AB Alphen aan den Rijn COSUN BIOBASED PRODUCTS Postbus 3411 48 MG Breda Tel.: (165) 58 25 Fax: (165) 56 77 96 www.inspiredbyinulin.com info@sensus.nl Tel.: (172) 46 6 1 Fax: (172) 47 34 1 www.duyniegroup.com info@duyniegroup.com Tel.: (76) 53 33 33 www.cosunbiobased.com biobasedproducts@cosun.com

ROYAL COSUN 3 INHOUD OVER COSUN 4 KENGETALLEN 6 BERICHT VAN DE VOORZITTERS 9 BELEID & ORGANISATIE 1 RAPPORTAGE Verduurzaming grondstoffenteelt 12 Financieel-economische waardecreatie 15 Optimalisatie productieprocessen 16 Beperken overlast door productie 19 Goed werkgeverschap 21 Melding vermoedens misstanden 23 Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 48 MG Breda Tel.: (76) 53 32 22 Fax.: (76) 53 33 3 www.cosun.nl www.cosun-jaarverslag.nl Royal Cosun 217

OVER COSUN 4 Omzet 1.988 miljoen 3.896 medewerkers (fte) 35 productievestigingen in 1 landen 9 miljoen ton plantaardige grondstof verwerkt PROFIEL Royal Cosun is een agro-industrieel concern dat akkerbouwgewassen en andere plantaardige grondstoffen verwerkt. Cosun is een coöperatie waarbij zo n 8.8 Nederlandse suikerbietentelers zijn aangesloten. De suikerbieten van onze leden worden sinds 1899 door de coöperatie verwerkt. In de loop van de tijd hebben wij nieuwe activiteiten, die vrijwel altijd een relatie met de land- en tuinbouw hebben, aan ons portfolio toegevoegd. PLANTEN EN PRODUCTEN Uit plantaardige grondstoffen als suikerbieten, aardappelen, cichorei, groenten en fruit produceren wij een breed assortiment ingrediënten en halffabricaten voor de internationale voedingsmiddelenindustrie. Daarnaast maken wij producten die via de foodservice (horeca en groothandel) en de retail aan consumenten worden aangeboden. In toenemende mate ontwikkelen we ook ingrediënten voor niet-voedingstoepassingen. Zo leveren we producten aan de veevoedersector, ontwikkelen we bouwstenen voor biobased chemicaliën en produceren we bio-energie (groen gas). Van alle bedrijven binnen Cosun zijn Suiker Unie en Aviko het bekendst. Zij produceren van oudsher suiker- en aardappelspecialiteiten. Sensus produceert uit cichorei de voedingsvezel inuline, die wordt gebruikt voor vezelverrijking maar ook om het suiker- en/of vetgehalte in voeding te verlagen. SVZ verwerkt fruit en groenten tot concentraten en puree voor de voedingsmiddelenindustrie. Duynie verhandelt en distribueert veevoer en ontwikkelt hoogwaardige toepassingen op basis van rest- en bijproducten van voedingsmiddelenbedrijven. 8.856 leden / aandeelhouders INNOVATIE Cosun Biobased Products richt zich op de ontwikkeling en productie van functionele groene chemicaliën en materialen op basis van hernieuwbare, plantaardige grondstoffen voor uiteenlopende toepassingen. Daartoe werkt het, net zoals de andere Cosun-bedrijven, nauw samen met Cosun Research & Development (R&D). Dit gezamenlijke onderzoeks- en ontwikkelingscentrum beschikt over een moderne en goed geoutilleerde faciliteit waar wordt gewerkt aan betere toepassingen van plantaardige grondstoffen, innovaties in procestechnologie, optimalisatie van energiemanagement en, al dan niet in samenwerking met klanten, de ontwikkeling van nieuwe producten. Daarbij werkt Cosun R&D ook samen met diverse instituten en universiteiten uit binnen- en buitenland.

OVER COSUN 5 MISSIE Cosun wil excelleren in het creëren van waarde uit plantaardige grondstoffen voor klanten, telers en medewerkers. Ons doel is gewassen optimaal te benutten. Dat doen we met respect voor de omgeving. Door samen te werken, te leren door te doen en het continu beter te willen doen. Zo voegen we gezamenlijk blijvende waarde toe in de agrofoodketen. We willen onze medewerkers stimuleren om het beste in zichzelf naar boven te halen in een prettige en veilige werkomgeving. STRATEGIE Onze strategie is gericht op winstgevende groei door het op duurzame wijze verwerken van plantaardige grondstoffen tot producten en ingrediënten voor voeding, diervoeders, niet-voeding toepassingen en duurzame energie. Daarmee leveren wij een bijdrage aan de continuïteit van de Nederlandse akkerbouwsector, de Cosun bedrijven en de maatschappij in de vorm van diverse producten waarbij voeding nog steeds voorop staat. We beschouwen Europa als onze thuismarkt en slaan onze vleugels steeds verder uit, tot in Amerika en China. Winstgevende groei zien wij als een van de mogelijkheden om waarde te creëren, waarbij we het accent leggen op autonome groei in onze kernactiviteiten (marktaandeel behouden en vergroten) en groei door innovatie (procesinnovatie, nieuwe ingrediënten en ontwikkeling van nieuwe biobased - markten). Voedingsmiddelenindustrie BUSINESSMODEL Cosun vormt voor diverse markten de schakel tussen plantaardige grondstoffen en producten (zowel bulk als specifiek). Onze kernactiviteit is het grootschalig verwerken van plantaardige grondstoffen (biomassa) door bioraffinage. Dit houdt in dat wij zoveel mogelijk nuttige stoffen met een zo hoog mogelijke waarde uit de biomassa proberen te halen. Daarbij gebruiken we alles en streven we ernaar de kringlopen zoveel mogelijk te sluiten. Onze inzet en bijdrage strekken zich verder uit in de keten en beginnen al bij teeltbegeleiding. Via de aanvoerlogistiek komt de biomassa bij onze installaties voor grootschalige verwerking. Onze focus bij innovatie ligt zowel op productontwikkeling als verdere verduurzaming van processen.

KENGETALLEN 6 KENGETALLEN Netto-omzet in miljoenen Recurring EBITDA in miljoenen 2.2 1.945 2.166 2.115 1.948 1.988 3 27 241 22 167 172 2.1 25 2. 2 1.9 15 1.8 1 1.7 5 1.6 212 213 214 215 216 212 213 214 215 216 Geconsolideerde netto-omzet van Cosun. Meer informatie over financieel-economische waarde op pagina 15 en 16. Recurring EBITDA betreft het operationele resultaat voor afschrijving en amortisatie en geschoond voor verkochte activiteiten en incidentele resultaten. Ledentoeslag in miljoenen Gemiddelde opbrengst per hectare in 2 179 187 18 69 71 5. 4.871 4.917 4.354 3.31 3.317 175 4. 15 125 3. 1 2. 75 5 1. 25 212 213 214 215 216 212 213 214 215 216 De ledentoeslag wordt aan de leden uitgekeerd als onderdeel van de quotumbietenprijs en is verwerkt als grondstofkosten in het reguliere bedrijfsresultaat. Meer informatie op pagina 15 en 16. De opbrengst van de bietenteelt per hectare, berekend op basis van de gemiddelde opbrengst bij gemiddelde kwaliteit en met verrekening van premies.

KENGETALLEN 7 Totale CO 2 emissie in ton, per ton product Aantal klachten door hinder,3,27,25,25,26,24 21 62 161 27 141 168,25 18,2 15,15 12 9,1 6,5,23,21,22,22,21 3,4,4,3,4,3 212 213 214 215 216 212 213 214 215 216 Direct Indirect Het bovenste deel komt voor rekening van de directe uitstoot als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen. Het onderste deel is de indirecte uitstoot die is gekoppeld aan de ingekochte elektriciteit en is omgerekend naar tonnen CO 2. Meer informatie op pagina 16. Totaal aantal meldingen met betrekking tot productielocaties van Cosun in binnen- en buitenland. Meest gemeld is overlast door geuruitstoot. Zie ook pagina 2. Watergebruik in m 3, per ton product Hoeveelheid afval in kilo, per ton product 3, 2,6 2,4 2,3 2,6 2,6 7 4, 5,1 6,8 5,8 6,6 2,5 6 2, 5 4 1,5 1,,5 1,5 1,5 1,6 1,8 1,8 3 2 1 2,6 2,3 3,5 3,2 3,4 1,1,9,7,8,8 212 213 214 215 216 1,4 2,8 3,3 2,6 3,2 212 213 214 215 216 Grondwater Leidingwater Gemengd Overig gescheiden Totaal watergebruik van alle Cosun-productievestigingen in m 3 per ton product. Meer informatie op pagina 17. Hoeveelheid afval uit Cosun-productie (in kilo per ton product), gesplitst in gemengd en overig gescheiden. Lees meer op pagina 18.

KENGETALLEN 8 Aantal medewerkers gemiddeld in fte Meldingen vermoeden van misstand 4. 3.396 3.477 3.799 3.912 3.896 1 4 9 2 1 3.8 8 3.6 6 3.4 4 3.2 2 3. 212 213 214 215 216 212 213 214 215 216 De ontwikkeling in het aantal medewerkers, gemiddeld over Aantal meldingen via Speak Up systeem per jaar. het jaar en met een arbeidsovereenkomst bij Cosun of een Deze mogelijkheid om te melden is in 211 binnen van de groepsmaatschappijen. Cosun geïntroduceerd. Meer hierover op pagina 23. Aantal verzuimongevallen per 1. medewerkers Ziekteverzuim in % 35 32 3 26 24 21 5 3,5 3,8 3,8 3,9 4, 3 4 25 3 2 2 15 1 1 212 213 214 215 216 212 213 214 215 216 Totaal aantal verzuimongevallen bij Cosun-bedrijven, uitgedrukt per 1. medewerkers. Voor meer informatie zie pagina 22. Percentage ziekteverzuim bij de Cosun-bedrijven, exclusief zwangerschappen. Meer hierover op pagina 22.

BERICHT VAN DE VOORZITTERS 9 KRINGLOPEN SLUITEN DOE JE SAMEN Willen we de landbouw in Nederland vitaal houden, dan is het essentieel dat we de bodem duurzaam beheren. Cosun wil hieraan bijdragen. Als akkerbouwcoöperatie en als agro-industrieel concern streven we ernaar om de Nederlandse landbouwgrond op peil te krijgen én te houden. Dat kan door organische reststromen en (micro) nutriënten uit onze productieprocessen effectief te recyclen. Wij zien dit als een investering in de toekomst. Niet alleen voor onze ondernemingen, maar voor de hele Nederlandse akkerbouw. Een grondgebonden circulariteit vereist samenwerking in agroketens, waarbij het retourneren van nutriënten uitgangspunt is. Oftewel: we moeten waardevolle organische stoffen en mineralen zoveel mogelijk terugbrengen naar de regio van herkomst. Denk aan fosfaten die met de kalkmeststof Betacal teruggaan naar de akker en opnieuw door planten worden opgenomen. Of aan digestaat uit biomassavergistingsinstallaties en struviet uit proceswaterzuiveringen. Dergelijke voorbeelden vormen de eerste kringloop tussen de primaire sector, de akkerbouw in dit geval, en de secundaire, onze verwerkende bedrijven. Bieten- en cichoreipulp vinden hun weg naar de veehouderij, als onderdeel van het rantsoen. Maar er zijn meer mogelijkheden om kringlopen te sluiten. Soms kan dat binnen de eigen processen, soms in uitwisseling met anderen. Zo zuiveren we proceswater om het opnieuw te kunnen gebruiken als waswater in de suikerfabrieken. In Dinteloord leveren we een deel van het wateroverschot in gezuiverde vorm aan nabijgelegen glastuinbouwlocaties, waar het wordt gebruikt als gietwater. Met het methaan uit de eigen waterzuivering worden stoomturbines aangedreven, waardoor we besparen op aardgas. En grote productielocaties die organisch materiaal overhouden, hebben sinds enkele jaren biomassa-vergistingsinstallaties die restanten kunnen vergisten tot groen gas. De organische meststof die na de gaswinning achterblijft, wordt in de akker- en tuinbouw gebruikt om de grond in goede conditie te brengen en te houden. Als we verspilling van grondstoffen verder tegengaan en bredere samenwerkingsverbanden opzetten, kunnen we in de toekomst nog meer kringlopen sluiten. Dat kan binnen ketens en binnen geografische clusters, waardoor we bovendien minder mineralen hoeven te importeren. van samenwerking is verdere verduurzaming ondenkbaar. Door samen te werken kunnen de sectoren veehouderij en akkerbouw kansen creëren om deze circulariteit op regionaal en/of nationaal te realiseren. Van de overheid verwachten wij dat ze dergelijke innovaties mogelijk maakt en bevordert door belemmerende wetgeving aan te passen. Marktverstorende elementen moeten met regelgeving worden bijgestuurd. Met dit verslag over onze inspanningen om duurzaam en verantwoordelijk te ondernemen, geven wij inzicht in en leggen wij verantwoording af over onze inzet en bereikte resultaten in 216. Niet alleen aan onze medewerkers, leden, leveranciers, klanten en maatschappelijke partijen, maar aan iedereen die zich betrokken voelt bij Cosun. En oog heeft voor het milieu. Wij houden ons aanbevolen voor reacties op of naar aanleiding van deze publicatie. En wie weet, biedt ze aanknopingspunten om contact met ons op te nemen en nieuwe samenwerkingsverbanden te smeden, zodat we nog meer kringlopen kunnen sluiten. Dirk de Lugt Robert Smith Voorzitter raad van beheer Voorzitter concerndirectie Cosun wil hierin een rol van betekenis spelen, vanuit eigen en maatschappelijk belang. We investeren in onderzoek en ontwikkeling om meer uit onze grondstoffen te halen en tot waarde te brengen. Daarbij kijken we over de grenzen van onze eigen activiteiten heen. Wij nodigen anderen uit om samen te zoeken naar nieuwe en hoogwaardiger toepassingen en zoveel mogelijk kringlopen te sluiten. Zonder deze vormen

BELEID & ORGANISATIE 1 BELEID & ORGANISATIE Cosun heeft een praktische kijk op maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Het zegt iets over de wijze waarop we diverse belangen afwegen bij beslissingen. Cosun wil een aandeel leveren in duurzame ontwikkeling op de terreinen waarop wij actief zijn en invloed kunnen uitoefenen. ONZE VISIE: SAMEN GROEIEN WE Groei ligt ten grondslag aan alles wat we doen. Wanneer gewassen groeien, komen mensen tot bloei. Door samen te werken, creëren we een toekomst waarin iedereen kan groeien. We leren door te doen en willen het continu beter doen. Ons doel is de gewassen optimaal te benutten. Zo voegen we gezamenlijk blijvende waarde toe in de agrarische keten. Met respect voor de omgeving. Sterk en veerkrachtig. Voor toekomstige generaties. We nemen onze verantwoordelijkheid. MVO-BELEID COSUN STAKEHOLDERS MISSIE PIJLERS Extern Cosun opereert dichtbij de agrarische sector en zet zich Het duurzaamheidsbeleid van Cosun is gebouwd Leden van de coöperatie samen met telers in voor de duurzame teelt van plant- op vier pijlers: Afnemers aardige grondstoffen. Leveranciers / dienstverleners / 1. Verduurzaming grondstoffenteelt samenwerkende partners We zijn ervan overtuigd dat raffinage van plantaardige Investeren in kennis en expertise van onze telers / Consumenten grondstoffen essentieel is voor het optimaal benutten grondstofleveranciers Omwonenden van de vestigingen en duurzaam gebruikmaken van onze agrarische Hogere opbrengsten per hectare Potentiële medewerkers grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen. Zoveel mogelijk sluiten van mineralenkringlopen Politiek en overheden Financiële instellingen Wij leveren ingrediënten voor voeding voor mens en 2. Financieel-economische waardecreatie Onderwijs dier, materialen voor tal van niet-voedingtoepassingen Voor leden (bedrijfsinkomen via bietenprijs) Media (pers) en als laatste voor energiewinning. Voor medewerkers (salaris & pensioen) NGO s Voor de maatschappij (producten en belastingen) Wij maken een zorgvuldige afweging met respect voor Intern de mens (people), het milieu en de leefomgeving (planet) 3. Optimalisatie productieprocessen Medewerkers en een economisch gezonde bedrijfsvoering (profit), Optimaal benutten grond- en hulpstoffen, incl. water Ondernemingsraden met het oog op de continuïteit van coöperatie & concern. Besparen op energieverbruik en verlagen CO 2 -uitstoot Verspilling voorkomen en zo weinig mogelijk afval overhouden RICHTLIJNEN Rekening houden met sociale omgeving; zo weinig Cosun Principes mogelijk hinder veroorzaken (geheel herziene gedragscode in 215) Diverse specifieke regelingen 4. Goed werkgeverschap NCR Code voor coöperaties Veilige werkomgeving Fitheid en inzetbaarheid Opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden

BELEID & ORGANISATIE 11 DOELSTELLINGEN Op de sociale en milieuaspecten hebben wij een aantal doelen gesteld om vorderingen te kunnen meten. Daarnaast leggen wij verantwoording af aan onze leden over het gerealiseerde rendement op het geïnvesteerde vermogen en onze bijdrage aan het financiële resultaat per hectare suikerbieten. Dit laatste is een gedeelde verantwoordelijkheid van onze leden/bietentelers en ons als suikerproducent. Meer informatie over onze financiële resultaten is te vinden in het jaarverslag over 216. MENSEN Het verzuim als gevolg van ongevallen tijdens het werk uiteindelijk naar nul brengen. In 217 is het streven een injury frequency (IF) van minder dan 6,4 (voor nadere toelichting op dit kengetal, zie p. 21 van dit verslag). Het ziekteverzuim onder medewerkers verlagen, in elk geval onder het gemiddelde van de industrie (CBS-cijfer 215: 4,8%) houden. Het aantal klachten van omwonenden van onze productielocaties terugbrengen. Doelstelling is bij 8% van onze productielocaties geen enkele melding van hinder te ontvangen en waar dat wel het geval is, het aantal terug te brengen door de oorzaak te onderzoeken en aan te pakken. MILIEU Het energieverbruik per eenheid product in onze productieprocessen met gemiddeld 2% per jaar terugbrengen. Hiermee dragen we bij aan het verder terugdringen van de CO 2 -uitstoot als gevolg van onze bedrijfsactiviteiten. Het optimaal verwaarden van alle plantaardige grondstoffen (biomassa) tot producten voor voeding voor mensen en dieren, non-food en energie, en daarmee afval zo ver mogelijk reduceren. OVERIGE DOELEN Daarnaast ondernemen we actie op andere aspecten. Zo lopen er initiatieven gericht op het verduurzamen van de teelt van agrarische grondstoffen, het verstandig omgaan met het gebruik van water in zowel de teelt als bij de verwerking van gewassen, samenwerking in de keten met het oog op duurzame innovatie, reductie van CO 2 buiten onze eigen productieprocessen en de professionele ontwikkeling van medewerkers door opleiding & training. Ook hierover rapporteren we in dit verslag. VERANKERING Maatschappelijk verantwoord ondernemen is verankerd in onze strategie. De raad van beheer is eindverantwoordelijk voor het beleid; de raad van toezicht oefent zijn controlerende taak uit. De uitvoering van het ondernemingsbeleid is toevertrouwd aan de concerndirectie; de voorzitter daarvan legt verantwoording af aan de raad van beheer. SAMENWERKEN EN COÖRDINEREN De groepsdirecteuren zijn binnen hun onderdeel verantwoordelijk voor het eigen beleid en de uitvoering daarvan. Op concernniveau zijn de onderlinge afstemming en samenwerking in handen van een overkoepelend MVOplatform. De samenstelling van dit platform is als volgt: Anouk ter Laak voorzitter en directeur SVZ Coen de Haas secretaris en milieucoördinator Cosun Dick van der Aart marketingmanager Aviko Iwan Blankers directeur Sensus Etiënne Geerts lid centrale ondernemingsraad Jobien Laurijssen manager Duurzaamheid SVZ Sandra Munsterman marketingmanager Duynie Group Frank van Noord directeur R&D Suiker Unie Willy van Oorschot manager corporate communicatie Cosun De businessgroepen hebben elk een stuurgroep en soms ook werkgroepen op de diverse terreinen, bijvoorbeeld op die van milieu en medewerkers. De managementteams van de groepen coördineren, sturen en meten de uitvoering en rapporteren daarover. De lijnen komen samen in de concerndirectie. Binnen de Cosun-concernstaforganisatie is een werkgroep die zorgt voor de rapportages en het verslag op concernniveau.

RAPPORTAGE 12 VERDUURZAMING GRONDSTOFFENTEELT Ondernemingen die producten van Cosun-bedrijven afnemen, stellen zichzelf ambitieuze duurzaamheiddoelen. Zij kunnen die alleen realiseren als hun leveranciers daaraan bijdragen. Daartoe zijn diverse registratiesystemen en benchmarks ontwikkeld door zowel Cosun als door externe partijen. Het platform voor duurzame landbouw SAI is zo n systeem. Binnen dit platform is het farmer sustainability assessment (SAI-FSA) ontwikkeld. Met dit systeem worden de principes en de praktijk van het boerenbedrijf in kaart gebracht. Zo ontstaat inzicht in duurzaamheidsaspecten per gewas en per teeltgebied. Dat is belangrijk, omdat het duurzaamheidthema dat binnen een keten de meeste aandacht vraagt, niet alleen afhankelijk is van het gewas, maar ook van het teeltgebied en de lokale omstandigheden. Cosun is met ingang van 216 als concern aangesloten bij SAI; Aviko en SVZ waren dat al eerder. Naast deelname aan dit soort internationale platforms worden binnen Cosun ook maatwerksystemen ontwikkeld. Zo werkt Sensus met Crop-R voor het optimaliseren van de cichoreiteelt en Suiker Unie met Unitip om de bietenteelt op een nog hoger plan te brengen. EcoVadis beoordeelt meer dan 15 industrieën op vier belangrijke duurzaamheidthema s: milieu, eerlijke handel, arbeidsomstandigheden en leveranciers. Ze doet dit in opdracht van meer dan veertig multinationals. Suiker Unie en SVZ hebben beide de gouden status bij EcoVadis. AARDAPPELEN In 216 heeft Aviko extra aandacht besteed aan voedselveiligheid en traceerbaarheid, en de administratieve verankering ervan in de eigen ERP-systemen. Voor aardappeltelers die op contract telen voor Aviko betekent het dat zij het voedselveiligheidscertificaat en de teeltregistratie op orde moeten hebben en deze tijdig moeten aanleveren bij Aviko. Omdat bijna alle aardappelen die Aviko verwerkt op contract worden geteeld, is de registratie vrijwel dekkend voor alle aangevoerde grondstof. De buitendienstmedewerkers van Aviko zien erop toe dat de gegevens ook daadwerkelijk volledig en tijdig worden aangeleverd. Geen gegevens over voedselveiligheid? Dan ook geen aardappelen leveren. Deze strikte opstelling is soms nog wat wennen voor de contracttelers. Toch is het noodzakelijk dat zij aan deze voorwaarden voldoen. Het is de basis voor verdere verduurzaming en die basis moet solide en betrouwbaar zijn. De traceerbaarheid van de grondstof is hiermee al vanaf het perceel gewaarborgd. In het rassenonderzoek stuurt Aviko op opbrengst per hectare en op de kwaliteit van de grondstof. Niet alleen met het oog op rendement en bodemkwaliteit, maar vooral ook omdat steeds meer klanten staan op een duurzame teelt en voedselproductie. Voor Aviko is dit een stimulans om in een hogere versnelling te gaan. Als eerste speerpunt is gekozen voor het in kaart brengen van de mogelijkheden om de inzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen verder terug te dringen. Aviko streeft ernaar om in 23 zoveel mogelijk biologische middelen in te zetten, als gewasbescherming noodzakelijk is. Daartoe werkt de onderneming samen met Stichting Veldleeuwerik, waarvan ze partner is. De belangrijkste voorwaarde voor succes blijft echter de samenwerking met de aardappeltelers. Alle stappen richting verdere verduurzaming worden dan ook genomen in overleg met de Aardappel Telers Commissie (ATC), het adviesplatform van Aviko. CICHOREI Sensus heeft zich als doel gesteld 1 ton inuline per ha te realiseren. Het Agroteam van Sensus helpt alle cichoreitelers om dit te bereiken. Sensus verzamelt daartoe veel gegevens en analyseert die met de cichoreimonitor Cimone. Elke teler krijgt daarvan een specifieke terugkoppeling. Als de teler bereid is via het registratiesysteem Crop-R informatie te verstrekken over hoe hij de cichorei heeft geteeld, dan kan Sensus hem maatwerkadvies geven om zijn teelt verder te verbeteren. Die adviezen spitsen zich toe op de keuze voor het perceel en het te zaaien ras, het tijdstip van zaaien, de verzorging van het gewas met bemesting en het bestrijden van plagen. Ook het tijdstip van oogsten, de opslag en bewaring van de wortels en het vervoer naar de fabriek worden in het advies betrokken. Eind 216 neemt ongeveer 8% van alle cichoreitelers deel aan deze vrijwillige registratie en krijgt daarmee teeltadviezen van Sensus. De voordelen van deze aanpak zijn: meer opbrengst per hectare met dezelfde inbreng en inspanning, en daarmee tevens een hoger financieel resultaat voor de teler, en Sensus krijgt zo meer en betere kwaliteit inuline. Bovendien past deze aanpak bij een bewust en duurzaam bodembeheer. Grond is immers een van de belangrijkste productiefactoren

RAPPORTAGE 13 voor een akkerbouwer. Het voornemen om dit oogstseizoen overal reinigers in te zetten om het tarrapercentage te verlagen is niet uitgevoerd. Toch is de tarra ongekend laag, door de relatieve droogte in de oogstperiode. Het tarrapercentage ligt rond de 11,5 % terwijl dat normaal tussen de 12 en 14 % bedraagt. Dat scheelt fors in de transportkosten en de emissies die daarmee gepaard gaan. Overigens is het wel de bedoeling de wortels vóór het transport naar de fabriek te reinigen. Dit wordt in campagne 217 overal ingevoerd. GROENTE & FRUIT In het zonnige zuidwesten van Spanje worden aardbeien geteeld die SVZ verwerkt tot puree en puree-concentraat. Om de teelt zeker te stellen en daarbij verantwoord met de bodem en het zoetwater om te gaan, werkt SVZ al een aantal jaar samen met grote merkartikelenfabrikanten, internationale retailketens, ngo s en lokale stakeholders. Dit consortium, verenigd in de Doñana Berry and Sustainable Water Management Group van SAI Platform, heeft het afgelopen jaar een specifieke training op het gebied van waterefficiëntie opgezet (www.ferdonana.es). De eerste trainingen zijn eind 216 gestart. De ambitie is zoveel mogelijk telers te laten deelnemen. Het is ook in hun belang spaarzaam met water om te gaan, en zo hun perspectief als fruitteler op langere termijn te waarborgen. In de Poolse teeltgebieden speelt een gebrek aan water nu nog niet. Toch investeert SVZ ook hier om problemen door klimaatverandering voor te blijven. Zo is er het afgelopen jaar onderzoek gedaan naar de impact van klimaatverandering op de irrigatiebehoefte van rood fruit in Polen. Dit inzicht kan SVZ gebruiken om de telers nog beter te adviseren en trainen, en mogelijke risico s vroegtijdig te signaleren. Ook de ervaringen in Spanje kunnen hierbij helpen. SVZ werkt aan nog meer inzicht in de traceerbaarheid van de eigen grondstoffen. Met name de structuur van fruitketens is van nature vaak complex. Daarnaast brengt SVZ binnen diverse aanvoerketens nog beter in kaart hoe duurzaam er wordt geteeld. Duurzaamheid, traceerbaarheid en transparantie zijn zaken waarvoor de klant in toenemende mate belangstelling heeft. In 216 zijn weer meer dan tweeduizend, vaak kleinschalige, Poolse roodfruittelers getraind om betere teeltwijzen in te zetten met het oog op de kwaliteit van de grondstof en een duurzamere landbouw. Ook groentetelers, bijvoorbeeld van wortelen, worden door de SVZ-agronomisten begeleid op het gebied van gewasbescherming, opbrengstverhoging en andere aspecten die hen helpen aan de marktvraag te voldoen en tevens een goede opbrengst te realiseren. Ook in 216 heeft SVZ uitgesorteerd fruit dat achterblijft bij de veilingen verwerkt. SVZ investeert in het opbouwen van kennis en deelt die om de aanvoerlijnen goed in kaart te brengen en deze stroom zo goed mogelijk te benutten. In het verslagjaar heeft SVZ een hoge score bereikt bij EcoVadis, waarmee de onderneming tot de koplopers in duurzaamheid behoort.

RAPPORTAGE 14 SUIKERBIETEN De ledenraad van de coöperatie heeft in 216 besloten om registratie in Unitip met ingang van teeltseizoen 218 voor alle Nederlandse bietentelers verplicht te stellen. Om telers alvast te stimuleren, betaalt Suiker Unie een premie van 25,- per bedrijf als zij ook voor de teeltseizoenen 216 en 217 de registratie invullen in Unitip. In totaal heeft circa 6% van alle telers dit voor 216 gedaan. Suiker Unie heeft een onafhankelijke instantie, Control Union Certification, opgedragen de registratie te verifiëren met het oog op de Gold Level status van SAI. Enkele jaren geleden heeft Suiker Unie de ambitie uitgesproken om, in samenwerking met de bietentelers, te streven naar een opbrengst van 9 ton bieten per hectare, met een suikergehalte van 18%. Dit is een streven naar een hoger rendement van de teelt en tegelijkertijd een streven om dat op een verantwoorde manier te realiseren. Suiker Unie adviseert de teler bijvoorbeeld welk ras de beste keuze is voor een specifiek perceel en hoe hij zo min mogelijk gewasbescherming kan inzetten om ziekten en plagen te bestrijden. Financiële en ecologische belangen lopen daarbij parallel. Bestrijdingsmiddelen vormen immers een kostenpost voor de teler. Figuur 1.Suikeropbrengst in kg per hectare Figuur 2. Suikeropbrengst versus energiegebruik 18. 16. 14. 12. 1. 8. 11.125 11.52 27 12.321 28 11.334 14.7 11.955 29 12.565 12.221 21 13.9 12.724 211 13.522 13.23 212 13.28 213 13.38 15.133 13.66 214 13.915 13.876 215 216 13.816 13.3 16. 15. 14. 13. 12. 1.27 1.198 1.58 1.54 1.26 968 13.3 13.28 13.9 13.522 13.915 15.133 216 213 211 212 215 214 1.2 1.15 1.1 1.5 1. 95 9 Gemiddelde opbrengst in het jaar Vijfjaarsgemiddelde (inclusief de vier voorafgaande jaren) Suikeropbrengst, in kg per hectare Energieverbruik in de teelt, in MJ per ton suiker Figuur 1 laat zien dat de gemiddelde opbrengst per hectare, zeker als die wordt gemiddeld over vijf jaren, een stijgende lijn vertoont. De verschillen van jaar tot jaar zijn vooral het gevolg van het weer tijdens het groeiseizoen. 214 liet een extreem hoge suikeropbrengst zien van ruim 15 ton per ha. De vroege zaaidata, hoge temperaturen in het voorjaar, relatief weinig stressfactoren zoals droogte, plantenziekten en -plagen hebben hieraan zeker bijgedragen. Deze factoren waren in het teeltseizoen 215 minder gunstig, waardoor de suikeropbrengst per ha lager uitkwam. Teeltseizoen 216 kende nog meer tegenslag. Ongeveer 2. ha ingezaaid met bieten is verloren gegaan door grote hoeveelheden neerslag, vooral in het zuidoosten van Nederland. Toen in de loop van het oogstseizoen de vorst vroeg inviel, leden de bieten vorstschade, wat resulteerde in een lagere opbrengst suiker per ha. Nieuwe bietenrassen en uiteraard het vakmanschap van de telers dragen eveneens bij aan hoge opbrengsten. Suiker Unie ondersteunt bietentelers bij het optimaliseren van de teelt met advies, gebaseerd op onderzoek van onder andere het IRS (www.irs.nl). Figuur 2 laat zien dat er een directe relatie is tussen de suikeropbrengst per hectare bieten en het energiegebruik in de teelt door bijvoorbeeld bewerkingen met werktuigen. Hoe meer suiker van een hectare wordt gehaald, hoe minder energie er nodig is per kilo suiker. In grote lijnen wordt de bietenteelt steeds energie-efficiënter. Belangrijkste oorzaak hiervan is de stijgende opbrengst. Door optimalisatie slagen telers erin de opbrengsten verder te verhogen. Ze gaan dus niet meer bewerken, bemesten en het gewas beschermen, maar zetten de juiste maatregel op het juiste moment in. Hierdoor stijgen de opbrengsten bij gelijkblijvende input.

RAPPORTAGE 15 FINANCIEEL-ECONOMISCHE WAARDECREATIE De belangrijkste ontwikkelingen in en rond de coöperatie en de resultaten van het concern licht Cosun toe in het jaarverslag 216. In dit maatschappelijk verslag leggen wij het accent op de wijze waarop wij waarde scheppen met onze activiteiten in termen van omzet en van inkomen voor onze leden en medewerkers. Maar ook in termen van investeringen in bijvoorbeeld de verduurzaming van onze productieprocessen. Cosun creëert toegevoegde waarde en speelt een significante economische rol door: plantaardige grondstoffen te verwerken tot producten voor onze vele klanten; substantiële betalingen aan leveranciers, medewerkers, de overheid en kapitaalverschaffers. Het onderstaande overzicht toont de toegevoegde waarde die Cosun in staat is te creëren door afzet van producten, na aftrek van vergoeding aan leveranciers en leden voor producten en diensten. In 216 is 657 miljoen waarde gecreëerd. Van dit bedrag is 51 miljoen betaald aan werknemers, leden, de overheid en andere kapitaalverschaffers. Het saldo van de toegevoegde waarde werd behouden en herinvesteerde Cosun in activa en de uitbreiding van de activiteiten. OMZET Door onze plantaardige grondstoffen optimaal te benutten, creëren we waarde. De totale omzet steeg in 216 naar 1.988 miljoen: een omzetstijging van 2% ten opzichte van 215. Suiker Unie had ook in 216 last van lagere suikerprijzen, maar behaalde een omzet die boven die van 215 ligt. Bij Aviko steeg de omzet sterk door hogere verkoopprijzen. De omzet van Sensus en Duynie daalde, terwijl die van SVZ op hetzelfde niveau bleef als in 215. Het grootste deel van de omzet wordt in Europa gerealiseerd (circa 86%). RESULTAAT Cosun realiseerde in 216 een hoger resultaat dan in 215 en presteerde beter dan verwacht. Het operationele resultaat vóór afschrijving en amortisatie en geschoond voor verkochte activiteiten en incidentele resultaten (recurring EBITDA) steeg van 167 miljoen in 215 naar 172 miljoen in 216. TOEGEVOEGDE WAARDE OVERZICHT (In miljoenen ) 216 215 Netto-omzet 1.988 1.948 Overige opbrengsten en wijzigingen in de voorraad -/- 13 39 Bijdrage aan leveranciers van grondstoffen -/- 965 -/- 981 Bijdrage aan andere dienstverleners -/- 353 -/- 364 Toegevoegde waarde die gecreëerd is 657 642 Personeel (loon) 243 255 Leden (bieteninkopen en ledentoeslag) 237 23 Financiers (rente) 3 6 Overheid (belasting) 18 8 Waardeverdeling naar stakeholders 51 499 Ingehouden winst 56 46 Afschrijvingen 1 98 Waarde ten behoeve van herinvestering 156 143

RAPPORTAGE 16 LEDEN Als coöperatie keren we een groot deel van het resultaat aan onze leden uit. De ledentoeslag kwam uit op 71 miljoen (215: 69 miljoen). De quotumbietenprijs voor onze leden kwam daarmee hoger uit dan in 215 ( 43,1 per ton), namelijk op 44,15 per ton bieten, op basis van een gemiddeld suikergehalte en een gemiddelde winbaarheid. De gemiddelde suikeropbrengst per hectare lag met 13,3 ton lager dan in 215 (13,9 ton). De gemiddelde opbrengst voor de Nederlandse bietenteler lag op 3.317 per hectare, iets hoger dan vorig jaar. De financiële opbrengst per hectare is een belangrijke graadmeter voor de rentabiliteit van de bietenteelt. INVESTERINGEN De liquiditeitspositie was voldoende om de investeringen in onze fabrieken uit eigen middelen te financieren. Onze gezonde financiële positie betekent een sterke uitgangspositie voor verdere uitvoering van onze groeistrategie. De investeringen in vaste activa bedroegen in 216 in totaal 121 miljoen (215: 19 miljoen). Ook in 216 hebben we vooral in onze suikeractiviteiten en aardappelactiviteiten Afschrijvingen 15% Ingehouden winst 8% Overheid (belasting) 3% Financiers (rente) 1% Figuur 3. Toegevoegde waarde overzicht 216 Waarde ten behoeve van herinvestering 216 Personeel (loon) 37% Waardeverdeling naar stakeholders 216 Leden (bieteninkopen en ledentoeslag) 36% geïnvesteerd. Deze investeringen zijn voornamelijk gericht op verdere uitbreiding en flexibilisering van de productiecapaciteit, naast de reguliere vervangingsinvesteringen. In 216 heeft Cosun niet geïnvesteerd in versterking van de activiteiten door acquisities. Ook het komend jaar blijft Cosun in verschillende segmenten investeren om zo de marktpositie verder te versterken. OPTIMALISATIE PRODUCTIEPROCESSEN Zorg voor het milieu bij het verwerken van plantaardige grondstoffen komt vaak neer op het tegengaan van verspilling. Grond- en hulpstoffen, energie, water en restanten willen we optimaal benutten. Daarnaast streven we ernaar emissies van onder andere CO 2, geur en geluid te beperken, en kijken we kritisch naar de verkeersveiligheid rond onze vestigingen. Op concernniveau meet Cosun zaken als de CO 2 -emissie door onze fabrieken, het watergebruik in de processen, de hoeveelheid restmaterialen en het aantal klachten uit de omgeving. Overzichten van deze metingen zijn gebaseerd op cijfers van alle productievestigingen, ook van die in het buitenland, met uitzondering van de twee joint ventures in China. De cijfers zijn omgerekend naar eenheden per ton primair eindproduct om het beeld niet te laten vertroebelen door variaties in de omvang van de verwerkte oogsten. Ook in 216 is het energiegebruik per ton product afgenomen. Het aantal meldingen van hinder door productieactiviteiten is echter wel gestegen ten opzichte van voorgaand jaar. De Nederlandse normen voor de uitstoot van NO x zijn aangescherpt. Al onze Nederlandse vestigingen hebben maatregelen genomen zodat ze binnen deze krappere normen kunnen produceren.,3,25,2,15,1,5 Figuur 4. Totale CO 2 emissie in ton, per ton product,27,25,25,26,24,23,21,22,22,21,4,4,3,4,3 212 213 214 215 Direct Indirect 216

RAPPORTAGE 17 CO 2 -EMISSIE De samenstelling en kwaliteit van de verwerkte oogsten variëren van jaar tot jaar. Het netto-effect hiervan op het energiegebruik is nauwelijks te beïnvloeden. Tegelijkertijd bestaat een fors deel van onze kostprijs uit energiekosten. De doelstelling is om, vanaf 21, gemiddeld minimaal 2% op het totale energiegebruik per jaar te besparen en zo de CO 2 -uitstoot per ton product terug te brengen. De afgelopen jaren is deze doelstelling bijna altijd gerealiseerd, zo ook het afgelopen jaar. Kijken we naar het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar, dan liggen we op schema en zouden we het gestelde doel in 22 moeten kunnen halen. Maar elke extra besparing vraagt een steeds grotere inspanning. Het wordt dus steeds lastiger om die 2% per jaar te realiseren. Warmtekrachtkoppeling Cosun is voortdurend op zoek naar mogelijkheden om de productiecapaciteit beter te benutten en daarmee te besparen op het gebruik van gas en elektra. Bijna alle bedrijven produceren stoom voor hun energievoorziening. Zij verstoken veelal gas om die stoom te maken en kunnen dus ook zelf voor een groot deel in hun elektraverbruik voorzien. De hieraan gerelateerde CO 2 -uitstoot is weergegeven als directe uitstoot. De indirecte CO 2 -emissie is globaal berekend op basis van de netto ingekochte elektriciteit en de meest recente gegevens van de leveranciers over de gemiddelde CO 2 -uitstoot per kwh. Daar waar de specifieke getallen niet beschikbaar zijn, gaan we uit van de landelijke gemiddelden. Op een van de locaties van Duynie Ingredients wordt gedroogd met restwarmte die gegenereerd wordt door het opwekken van elektriciteit uit biogas. Deze restwarmte zorgt voor een aanzienlijke besparing van 2,2 miljoen m 3 aardgas. Omdat Duynie Ingredients verwacht dat de vraag zal groeien, blijft het voor de onderneming van belang om de benodigde droogcapaciteit duurzaam en rendabel te kunnen waarborgen met eigen en externe drooginstallaties. WATERGEBRUIK In de voedingsmiddelenindustrie wordt veel water gebruikt, bijvoorbeeld om grondstoffen te wassen, als proceswater en om procesinstallaties grondig te reinigen. In de plantaardige grondstoffen zelf zit ook water dat we, na zuivering, kunnen hergebruiken. De totale hoeveelheid water in m 3 hangt direct samen met de omvang van de te verwerken oogsten. Wij sturen dan ook niet op het watergebruik in absolute termen. In 216 is het watergebruik per ton product gelijk gebleven aan dat in 215. Zoveel mogelijk water wordt na zuivering opnieuw gebruikt. Dat kan echter niet altijd of onbeperkt vanwege voedselveiligheidseisen. Omdat we voedingsmiddelen produceren, moet het water van drinkwaterkwaliteit zijn. Water dat over is, wordt in de eigen installaties gezuiverd en op het oppervlaktewater geloosd of, na voorzuivering, op het openbare riool. In een groot aantal zuiveringsprocessen wordt methaan geproduceerd dat, net als aardgas, wordt gebruikt om stoomturbines aan te drijven. De kwaliteit van de eigen zuiveringsinstallaties is goed. In sommige gevallen wordt geloosd op oppervlaktewater waarvoor hoge kwaliteitseisen gelden. Dit stelt hoge eisen aan de zuiveringsinstallaties en het beheer ervan. Wij onderzoeken hoe we kwalitatief goed water uit onze productieprocessen dat we zelf niet meer nodig hebben, kunnen toepassen. Bijvoorbeeld als gietwater voor planten in nabijgelegen glastuinbouwkassen. Figuur 5. Watergebruik in m 3, per ton product 2,6 2,4 2,3 2,6 2,6 3, 2,5 De energiespecialisten op de vestigingen zijn, met hulp en ondersteuning van Cosun Food Technology Centre (CFTC), op diverse locaties bezig met het optimaliseren van processen of zelfs het geheel vervangen van stoomketels en randapparatuur. Alles met het doel de energie-efficiency verder te verhogen en daarmee de milieubelasting te verlagen. De toevoeging van een zevende trap in de verdampingsinstallatie in de suikerfabriek Dinteloord leidt tot een forse energiebesparing. Zelfs zodanig dat het ministerie van Economische Zaken Suiker Unie eind 216 de eerste Energy Award heeft toegekend. 2, 1,5 1,,5 1,5 1,5 1,8 1,8 1,6 1,1,9,7,8,8 212 213 214 215 216 Grondwater Leidingwater

RAPPORTAGE 18 Figuur 6. Hoeveelheid afval Figuur 7. Plantaardig restmateriaal in kilo, per ton product in kilo, per ton product 7 4, 5,1 6,8 5,8 6,6 1 57 38 43 54 6 8 5 4 3 2,3 3,5 3,2 3,4 6 4 2 1 2,6 2 1,4 2,8 3,3 2,6 3,2 212 213 214 215 216 212 213 214 215 216 Gemengd Overig gescheiden Hoeveelheid plantaardig restmateriaal dat extern wordt gecomposteerd of vergist AFVAL Cosun onderscheidt twee soorten restmateriaal: gescheiden en gemengd afval. Het gescheiden afval wordt afgevoerd en bestaat uit materialen als papier & karton, hout, stenen, kunststoffen & plastic, en chemische stoffen. Wat resteert, wordt aangeduid met gemengd afval. Per ton product zien we een toename in de hoeveelheid restmateriaal ten opzichte van 215. De hoeveelheid gemengd afval is toegenomen als gevolg van de sloop van bijvoorbeeld het oude washuis bij de suikerfabriek in Dinteloord en verbouwwerkzaamheden in Vierverlaten. Ook op andere productielocaties zijn verbouwingen uitgevoerd die fors extra afval hebben opgeleverd. Als we hiervoor corrigeren, neemt de hoeveelheid gemengd afval ten opzichte van 215 juist af. Om het in perspectief te plaatsen: per 1. kilo product dat onze fabrieken verlaat, resteert zo n zes kilo afval. Cosun streeft ernaar om afval zoveel mogelijk te voorkomen en bruikbare restmaterialen zo nuttig mogelijk in te zetten. Organisch restmateriaal Bij de drie suikerfabrieken van Suiker Unie zijn biomassavergistingsinstallaties in bedrijf die organische restanten uit onze productieprocessen omzetten in biogas. Dit doen we als er geen hoogwaardiger toepassing van deze restanten mogelijk is, bijvoorbeeld in veevoer. Is er meer restmateriaal dan we zelf kunnen vergisten op de locatie, dan brengen we dat bij voorkeur naar een externe biomassavergister. In beide gevallen is er voor ons geen sprake van afval maar van een economische en duurzame toepassing van restmateriaal. In 216 is de hoeveelheid plantaardig restmateriaal dat door derden is verwerkt afgenomen. De Suiker Unie-vestiging in Vierverlaten heeft meer organisch materiaal in de eigen biomassavergister omgezet in groen gas. Figuur 7 laat de hoeveelheid organisch restmateriaal zien die onze fabrieksterreinen heeft verlaten richting een externe biomassavergister of composteerder.

RAPPORTAGE 19 Bio-energie Suiker Unie maakt groen gas dat wordt gewonnen uit plantaardig restmateriaal, zoals bietenpuntjes, bladresten en een deel van de pulp die vrijkomt bij de verwerking van bieten tot suiker. Dit laatste gebeurt alleen als we de verse perspulp niet als veevoer kunnen afzetten. De productie van groen gas is een alternatief voor pulp drogen, dat veel meer energie kost. Suiker Unie produceert in drie installaties ruim 3 miljoen m 3 groen gas per jaar. Dit gas wordt voor het grootste deel aan het openbare net geleverd, omdat dit financieel gezien de aantrekkelijkste optie is. Wel rijdt bijna een derde van de vrachtauto s van Suiker Unie op eigen groen gas. Hiermee geven we inhoud aan de zogenaamde green deal met de overheid om het transport te verduurzamen. Ook andere productiebedrijven binnen Cosun winnen al jaren biogas uit proceswater. Dat gebeurt in zogenaamde methaanreactoren. De Aviko-vestiging Steenderen levert proceswater aan een nabijgelegen waterzuivering die er biogas en mineralen (vooral struviet) uit wint. Dit laatste levert bovendien een bijdrage aan het sluiten van mineralenkringlopen van plantenvoedingstoffen, zoals fosfaat. SLIM BENUTTEN RESTWARMTE Duynie Ingredients maakt, op basis van coproducten, ingrediënten voor fabrikanten van huisdiervoeding. Die coproducten komen uit onder andere aardappelzetmeel, bieten- en cichoreipulp en inuline, en ondergaan een aantal bewerkingen. Zo worden ze gedroogd. Het vocht uit een vaste, semivaste of vloeibare stof wordt dan verwijderd en het materiaal gaat bijvoorbeeld van 25% naar 9% drogestofgehalte. Duynie gebruikt voor dat drogen veelal duurzaam gewonnen warmte op basis van bijvoorbeeld snoeihoutsnippers uit de regio of restwarmte. Restwarmte is energie die normaal gesproken niet meer kan worden benut in het productieproces en dus verloren gaat. Door de restwarmte alsnog te benutten, krijgt ze economische waarde en kan het totale energiegebruik zo laag mogelijk worden gehouden. Restwarmte is beschikbare energie waarvan, in het kader van CO 2 -reductie, zoveel mogelijk gebruik gemaakt moet worden. BEPERKEN OVERLAST DOOR PRODUCTIE Cosun telt in totaal 35 productielocaties in binnen- en buitenland. De grootschalige productieprocessen van onze bedrijven leiden soms tot overlast voor de omwonenden. Als een fabriek dicht bij een woonwijk staat, kunnen omwonenden soms last hebben van geur of geluid. Ook de vrachtwagens die grond- en hulpstoffen vervoeren naar en van onze locaties kunnen voor overlast zorgen. Ruim tachtig procent van alle productielocaties noteerde in 216 niet één melding. Dat betekent dat slechts een beperkt aantal vestigingen meerdere meldingen ontvangen hebben. In 216 is het aantal klachten gestegen tot 168. De meeste klachten hebben te maken met hinder in de omgeving van de productievestigingen die ook in voorgaande jaren de meeste meldingen ontvingen. De stijging wijst erop dat de omwonenden meer overlast ervaren, wat een ongewenste ontwikkeling is. De klachten betreffen de fritesfabriek van Aviko in Lomm, de vestiging van Suiker Unie in Vierverlaten en voor het eerst ook de vestiging in Anklam (Duitsland).

RAPPORTAGE 2 21 Figuur 8. Aantal klachten door hinder van productievestigingen van Cosun 62 161 27 141 168 zou hebben. De planning was om in 216 zo n schoorsteen te bouwen, maar omdat het vergunningstraject nog niet is afgerond, kan pas op zijn vroegst in de loop van 217 met de bouw worden begonnen. 18 15 12 9 6 3 212 213 214 215 216 Bij de Aviko-vestiging in Steenderen speelt een andere kwestie. De voorgenomen bouw van een nieuw vrieshuis bij de fritesfabriek op deze locatie heeft geleid tot bezwaren van een aantal bewoners, vooral tegen de hoogte van het pand. Deze bezwaren zijn geen meldingen van overlast en dus ook niet opgenomen in de figuur hierboven. AVIKO De Aviko-productievestiging in Lomm heeft in 216 meer meldingen van geuroverlast ontvangen dan in 215. Deze kwestie speelt al een aantal jaren. In 214 heeft de onderneming de haalbaarheid en effectiviteit van diverse maatregelen om de geuroverlast terug te dringen onderzocht. Een aantal daarvan zijn in 215 op kleine schaal getest. Daaruit bleek dat een nieuwe schoorsteen de geur met ongeveer 8% zou kunnen verminderen en daarmee het meeste effect SUIKER UNIE Ook Suiker Unie kreeg in 216 meer meldingen van overlast dan in het jaar ervoor. De meeste betroffen de vestiging Vierverlaten. Ruim de helft daarvan had te maken met geur vanuit de biomassavergister. Daarnaast kwamen er meldingen binnen van geuroverlast bij de waterzuivering en de Betacalopslag. Ook transport naar en van de fabriek gaf aanleiding tot meldingen van hinder door omwonenden. Overleg tussen vertegenwoordigers van de omwonenden en specialisten van Suiker Unie heeft aantoonbaar bijgedragen aan de goede verstandhouding tussen de fabriek en omwonenden. Dankzij het overleg in de klankbordgroep heeft Suiker Unie gerichte maatregelen kunnen nemen om geuroverlast vanuit de biomassavergister zoveel mogelijk tegen te gaan. Ook zijn er contacten met vertegenwoordigers van de lokale gemeenschap Hoogkerk om zaken te bespreken. De omwonenden worden regelmatig uitgenodigd om zelf een kijkje te komen nemen in en rond de fabriek. Daarvoor is altijd veel belangstelling. De bezoekers krijgen uitleg over investeringen en maatregelen. Voor het eerst zijn er meldingen van overlast ontvangen bij de suikerfabriek in Anklam. Blijkbaar waren er al eerder meldingen binnengekomen bij de regionale overheid, maar die zijn niet doorgespeeld naar de fabriek. In verband met nieuwe vergunningaanvragen is afgesproken dat dit een punt van aandacht is en dat overlast voor de omgeving waar mogelijk wordt tegengegaan. NIEUW VRIESHUIS AVIKO Onderdeel van het omvangrijke investeringsprogramma van Aviko is de bouw van een nieuw vrieshuis bij de productielocatie in Steenderen. Met deze grootschalige opslagcapaciteit kan Aviko het energieverbruik voor het invriezen van producten verminderen en transportbewegingen naar verder gelegen opslagruimtes vermijden. Al vóór 216 zijn de eerste plannen ingediend bij de gemeente Bronckhorst - waarin de kern Steenderen ligt - in verband met de benodigde vergunningen. Ook de inwoners van Steenderen zijn geïnformeerd over de bouwplannen. De gemeente heeft de bouwplannen inmiddels goedgekeurd en het bestemmingsplan aangepast. Een aantal omwonenden maakt zich zorgen over de omvang van het vrieshuis. Vooral de geplande hoogte van 35 meter wekt weerstand op. Aviko heeft overlegd met vertegenwoordigers van de verontruste omwonenden maar dat heeft niet kunnen voorkomen dat deze kwestie aan de rechter is voorgelegd. Los van de gerechtelijke uitspraken die later dit jaar worden verwacht, wil Aviko in gesprek blijven met de omwonenden over nog bestaande knelpunten. Vanzelfsprekend zal Aviko het in het bestemmingsplan aangegeven beplanting- en beheersplan uitvoeren. Daarnaast heeft Aviko een convenant met de gemeente gesloten om te onderzoeken hoe de geplande nieuwbouw in het landschappelijke beeld kan worden ingepast door extra aanplanting rond het gebouw.

RAPPORTAGE 21 GOED WERKGEVERSCHAP Het succes van de onderneming wordt voor een stevig deel bepaald door onze medewerkers. Door goed opgeleide en gemotiveerde mensen die zich elke werkdag weer inzetten om samen een goed product te leveren of daaraan in welke vorm dan ook bijdragen. Als werkgever nemen we verantwoordelijkheid door ervoor te zorgen dat zij hun werk veilig kunnen doen, dat hun kennis en expertise op peil blijven en dat zij zich kunnen blijven ontwikkelen. Cosun heeft relatief meer senior medewerkers dan junioren. Dat stelt ons voor de opgave om te investeren in de vitaliteit van oudere medewerkers die langer in het arbeidsproces blijven dan een aantal jaren geleden. Maar als deze senioren met pensioen gaan, moeten er voldoende gekwalificeerde jongeren zijn die de vacatures kunnen invullen. Dat stelt Cosun voor nog een opgave, namelijk om tijdig voldoende gekwalificeerde jonge mensen te werven en hen binnen de bedrijven verder op te leiden. In figuur 9 is te zien dat het aantal medewerkers, uitgedrukt in voltijdbanen/fte, de afgelopen jaren licht is gestegen. 4.5 4. 3.5 3. Figuur 9. Aantal medewerkers 3.81 3.396 3.834 3.477 4.182 3.799 4.26 3.912 4.387 3.896 een actueel overzicht van alle interne opleidingen en trainingen, en kunnen ze hun belangstelling voor een training of cursus melden. Het gemiddeld aantal opleidingsdagen per fte bedraagt ongeveer drie werkdagen op jaarbasis. ingedeeld naar businessgroep SVZ1 Suiker Unie 28 51 Aviko 118 Sensus15 Duynie 2 Cosun R&D (CFTC)19 2 Staf Cosun Cosun heeft elk jaar studenten die voor hun opleiding een stage komen doen of een onderzoeksproject uitvoeren. In 216 waren dat er 118 in totaal, allen bij Nederlandse vestigingen van Cosun. Driekwart van de stagiairs volgt een hogere of academische studie. De stagiairs krijgen de gelegenheid om praktijkervaring op te doen in hun vakgebied en worden daarbij begeleid door ervaren professionals. 2.5 2. 212 213 214 215 216 Gemiddeld aantal fte (excl. ingeleend) Gemiddeld aantal fte (incl. ingeleend) OPLEIDING EN TRAINING Alle medewerkers moeten hun kennis en expertise op peil houden, ook als ze al jaren bij Cosun werken. Sommige trainingen zijn verplicht, zoals die over hygiënevoorschriften, veiligheid en nieuwe apparatuur. Andere worden aangeboden om vaardigheden te onderhouden of nieuwe kennis te verwerven. Intern krijgen mensen kansen om zich te kwalificeren voor andere functies door aanvullende opleidingen te volgen. Om deze beter bekend en toegankelijk te maken, hebben we een intranetsite ingericht. Hier krijgen medewerkers VEILIG WERKEN Veiligheid blijft een punt van aandacht en zorg. De totaalscore (index 216: 21) is weliswaar iets gedaald in vergelijking met voorgaand jaar maar het aantal incidenten en ongevallen met verzuim is nog steeds te hoog. Het indexcijfer betreft het aantal geregistreerde verzuimongevallen per 1. fte. Cosun streeft in 217 naar minder dan 6,4 registraties op basis van de VCA-index. Dit betekent een extra inspanning van alle betrokkenen: alert zijn op onveilige situaties, elkaar aanspreken op onveilig gedrag en elkaar aansporen om de veiligheidsregels altijd strikt te volgen. Vanaf 217 hanteert Cosun de VCA-index: de term waarmee de injury frequency (IF) wordt aangeduid. De IF-norm wordt als volgt berekend: IF = A x 1../t, waarbij A = het aantal ongevallen, leidend tot werkstaking/werkverlet of ziekteverzuim in één jaar en t = het totaal aantal arbeidsuren

RAPPORTAGE 22 Figuur 1. Aantal verzuimongevallen Figuur 11. Ziekteverzuim in % 35 32 3 26 24 21 5 3,5 3,8 3,8 3,9 4, 3 4 25 3 2 2 15 1 1 212 213 214 215 216 212 213 214 215 216 Totaal aantal verzuimongevallen bij Cosun-bedrijven, uitgedrukt per 1. medewerkers. Percentage ziekteverzuim bij de Cosun-bedrijven, exclusief zwangerschappen. - op basis van alle werknemers en ingeleende arbeidskrachten op de locatie - in één jaar. Deze index is exclusief ongevallen gerelateerd aan externe partijen die een integrale opdracht op een locatie hebben aangenomen. Alleen die ongevallen worden meegeteld die leiden tot minimaal een hele werkdag verzuim aansluitend op de dag waarop het ongeval heeft plaatsgevonden. De doelstelling voor 217 is een IF lager dan 6,4. In 216 was dit 9,8. In de businessgroepen werken veiligheidskundigen met speciale programma s die medewerkers moeten aansporen om veilig te werken. Hoewel de aanpak verschilt, zijn er ook veel overeenkomsten. Kern is dat de medewerkers direct betrokken worden bij veiligheid. Dat heeft prioriteit en daaraan wordt gewerkt met trainingen en instructies voor alle medewerkers. Maar daarmee zijn nog niet alle ongevallen verleden tijd. Daarom zijn vooral in productieomgevingen veel acties gestart die de veiligheid moeten vergroten en medewerkers bewust moeten maken hoe ze daaraan zelf kunnen bijdragen. Alleen aanpassingen in de structuur of apparatuur zijn niet afdoende. In het kader van TPM (onderdeel Safety, Health & Environment) wordt hier al veel aandacht aan besteed. Het gaat vooral om veilig gedrag van de medewerkers. Vrouw 23% Man 77% GEZONDHEID EN FITHEID Het verzuimcijfer binnen Cosun stijgt al enkele jaren licht. In 215 bedroeg dit 3,9%, in 216 was dat 4,%. In vergelijking met het gemiddelde ziekteverzuimcijfer in de industrie (215: 4,8%, bron: CBS) is dit relatief laag. Of er een relatie is met de nog steeds stijgende gemiddelde leeftijd van onze medewerkers, is niet vast te stellen. Met het oog op het gemiddeld steeds oudere personeelsbestand (vergrijzing) en de hogere pensioenleeftijd, zijn de businessgroepen met de meeste medewerkers, Aviko en Suiker Unie, een aantal jaar geleden gestart met programma s die medewerkers ondersteunen en stimuleren om fit te worden en te blijven. Zo n programma kost geld. Maar als deze investering wordt afgezet tegen de kosten van langdurig ziekteverzuim, is duidelijk dat dit geld goed wordt besteed. Nog los van de gezondheidswinst voor de deelnemers. DIVERSITEIT In een aantal bedrijven zijn mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt werkzaam. Dit vraagt om aandacht en begeleiding. De inzet is deze medewerkers zo te coachen dat ze na verloop van tijd zo zelfstandig mogelijk hun werk kunnen doen. Het is soms wat zoeken en uitproberen om een passende plek te vinden voor bijvoorbeeld Wajongers. De praktijk leert dat, als het inderdaad lukt, beide partijen heel tevreden zijn over hoe het gaat. Diversiteit in termen van man-vrouwverhouding en sociaalculturele achtergrond is voor Cosun geen doorslaggevend selectiecriterium bij het vervullen van vacatures of in interne loopbaantrajecten. De geschikte persoon op de juiste plaats is de toetssteen waarbij diversiteit in de samenstelling van teams wel een rol speelt. In 216 zagen we een verschuiving in het voordeel van vrouwen. Zij maken nu 23% uit van de hele populatie.

RAPPORTAGE 23 MELDING VERMOEDENS MISSTANDEN Cosun heeft in 215 een geheel vernieuwde gedragscode geïntroduceerd onder de noemer Cosun Principes. Deze principes reflecteren de normen en het gedrag waaraan men Cosun-medewerkers moet kunnen herkennen. De principes bieden houvast bij het maken van integere keuzes en in zakelijk handelen. Aanvullend zijn er specifieke regelingen binnen Cosun en de mogelijkheid om (vermoedens van) misstanden te melden, desgewenst anoniem. Als iemand een vermoeden heeft van een misstand of integriteitschending door een of meer collega s is het van belang dat hij de mogelijkheid heeft dit te melden bij zijn leidinggevende, of als dat niet mogelijk of wenselijk is, bij een vertrouwenspersoon. Met het oog op de toegankelijkheid is hiervoor een speciaal meldingssysteem ingericht via Speak Up. Melders kunnen in hun eigen taal en desgewenst anoniem contact leggen met de vertrouwenspersoon via de telefoon of website. Met enige regelmaat vestigen wij de aandacht op deze mogelijkheid. Via Speak Up is in 216 slechts één melding geregistreerd. De melding betrof een initiatief bij een van de buitenlandse vestigingen. In tweede instantie gaf de melder aan de kwestie binnen de eigen vestiging te willen bespreken en geen verdere opvolging te geven aan de melding. Figuur 13. Meldingen vermoeden van misstanden 4 9 2 1 1 De meldingen van mogelijke misstanden worden zo snel mogelijk na de melding opgepakt. We stellen vast dat het goed is dat deze mogelijkheid er is en dat er in de praktijk gebruik van wordt gemaakt. Soms betreft een melding onderwerpen die eigenlijk beter besproken kunnen worden met de leidinggevende van de melder, de afdeling P&O of de lokale ondernemingsraad. Het gaat dan om zaken als de werksfeer, als hinderlijk ervaren gedrag van een collega of de relatie tussen leidinggevende en medewerker. In dit soort gevallen moedigt de vertrouwenspersoon melders aan eerst te proberen het probleem via de interne route op te lossen. De enige melding in 216 valt in deze categorie en is afgehandeld binnen de eigen vestiging. De Cosun-regeling Melding vermoedens misstanden is inmiddels acht jaar oud en moet worden getoetst aan de in juli 216 ingevoerde Wet Huis voor de klokkenluider. Ook is het goed om de regeling opnieuw onder de aandacht te brengen binnen alle Cosun-bedrijven, gelet op de daling van het aantal meldingen. 8 6 4 2 212 213 214 215 216 Veiligheid, zowel fysiek als sociaal, is een kernbegrip in de Cosun Principes. Deze zijn niet alleen van toepassing op alle medewerkers maar ook op de bestuurders en toezichthouders van de coöperatie. In de loop van 215 is de nieuwe code via diverse kanalen bij allen onder de aandacht gebracht, zowel via de lijnorganisatie als via eigen media als websites, personeelsbladen en bijsluiters bij de salarisstrook. Parallel zijn instrumenten ontwikkeld die leidinggevenden helpen om de Cosun-code en het gedrag dat daarbij hoort te introduceren en onder de aandacht te houden.

Royal Cosun 217