BIJ-ODIVERSITEIT Biodiversiteit, derde graad Doelstellingen Kinderen verklaren waarom wij voor veel producten afhankelijk zijn van de hommel/bij. Kinderen rubriceren de gevolgen van het verdwijnen van bijen/hommels. Materiaal - 1 werkblad per kind - puzzels biodiversiteit - stappenplan appelboom - krantenartikel - menukaart x 4 - verdrietige everzwijn - rollen toneel - tafellaken - bestek - 5 enveloppes Organisatie - Klassikaal Carrousel Voor je begint - Print het werkblad 1x voor elke leerling. - Print 1 stappenplan van de appelboom per groepje van 5 leerlingen. - Print het krantenartikel. - Print de verdrietige everzwijn. - Print de menukaart 4 keer. - Print de puzzels en knip ze uit. Verwijder de puzzelstukjes waar een appel of een zonnebloem op te zien is. - Print de rollen, knip ze uit elkaar en steek ze elk apart in een enveloppe. - Zet de hoeken klaar:
1. Everzwijn met krantenartikelen 2. Puzzels met het voorbeeld 3. Restaurant: tafel met tafellaken en bestek, de menukaarten en de rollen in de enveloppes. 1 Van appel tot bij en van bij tot appel? Verdeel de klas in groepjes van 5 kinderen. Zorg dat elk kind per groepjes 1 van de 5 kaartjes van het beeldverhaal heeft. De kinderen zoeken uit in welke volgorde ze moeten gaan staan. De kinderen vertellen samen hoe een appelboom ontstaat. Laat één groepje vooraan tonen en verwoorden waarom ze in die volgorde staan. De rest van de klas praat mee en geeft feedback. Vraag de kinderen vervolgens om verspreid in de klas op volgorde te staan. o Klopt het dat jullie op een rijtje staan? Welke opstelling zou beter zijn? Kom samen tot de conclusie dat he ze elkaar beter allemaal een hand geven en een kring vormen. Leg uit: o Wanneer er terug een bloem groeit, kan de bij opnieuw stuifmeel gaan halen en ontstaat er terug een appel. En ontstaat er terug een bloem en kan de bij er opnieuw stuifmeel halen. o Maak ook de volgende bedenking: Bijen vliegen van bloem tot bloem omdat ze nectar en stuifmeel nodig hebben om honing te maken. Ze laten telkens een beetje stuifmeel achter op de volgende bloem en zorgen zo per ongeluk voor de bestuiving. De bestuiving is dus geen doel van de bij op zich.
2 Carrousel: invloed van de bij op mens-dier-plant Verdeel de klas in 3 groepen. De kinderen ontdekken in een hoekenwerk de invloed van de bijen op de mens, de dieren en de planten. HOEK VAN DE MENS Kleed een hoekje aan zoals een restaurant: tafellaken over een bank, een paar glazen, bestek Op de tafel liggen een aantal menukaarten met daarop verschillende gerechten: - Appeltaart - Thee met honing - Pompoensoep - Boterham met confituur - Supplement van zonnebloemolie - Frietjes met mayonaise Leg er enveloppes met 2 verschillende rollen: de gasten en de ober. De gasten van het restaurant moeten om beurten een item van de menukaart proberen te bestellen. De ober heeft op zijn dialoog kaartje enkel staan sorry, dat hebben we niet meer!. Ze antwoorden op de vraag die hoort bij deze hoek hun werkblaadje. HOEK VAN DE PLANTEN Leg verschillende puzzels van een appelboom en bloemenboeket op tafel met het voorbeeldblad van wat ze moeten maken. Wanneer de kinderen de puzzels proberen te maken merken ze dat er stukjes ontbreken: de appels in de boomgaard, de zonnebloemen uit het boeket. Ze proberen de oorzaak hiervan te achterhalen en vullen dit in op het bijhorende werkblad. HOEK VAN DE DIEREN Het raadsel van de Everzwijn: In deze hoek ligt de prent van een verdrietig everzwijn. Vraag: Waarom is de everzwijn verdrietig? Naast de prent liggen een aantal krantenkoppen: Massale bijensterfte verontrust biologen Tamme kastanjes en andere noten, het favoriete kostje van de everzwijn en Bijen belangrijke nieuwe bestuivers voor tamme kastanjebomen. De kinderen zoeken het verband tussen de krantenartikelen en het verdrietige everzwijn. Ze vullen het antwoord in op het werkblad.
3 Het belang van bij-odiversiteit Overloop samen met de leerlingen de antwoorden op het werkblaadje. Vraag hen wat het verband is tussen alle drie de hoeken. Kom via een onderwijs leergesprek tot het volgende inzicht: Bijen zijn belangrijke bestuivers. Dankzij de bijen worden verschillende bloemen en planten bevrucht. Dat zorgt ervoor dat er veel verschillende bloemen en planten zijn en dat zorgt dat weer voor eten voor veel verschillende dieren én voor de mens. Zoveel verschillen in de natuur en de veelheid aan soorten planten en dieren noemen we biodiversiteit. Het gaat nu niet goed met de bij, veel bijen sterven, en dat is slecht voor onze biodiversiteit. 4 Gevolgen in De Kapstok* Samen met de kinderen rubriceer je nu gevolgen in een kapstok. Je kan ook een echte kapstok nemen, er drie touwtjes aan hangen en met post-its en kaartjes werken. Schrijf bovenaan: Gevolgen van het verdwijnen van de bijen. Kom samen met de kinderen tot de volgende rubrieken: Voor de mens, voor de planten en voor de dieren. Gebruik daarbij de input uit het carrousel.
Laat de kinderen nadenken over de gevolgen van het verdwijnen van de bijen. Gebruik hiervoor opnieuw de input uit de carrousel. De kinderen classificeren de gevolgen in de kapstok. Benoem de werkvorm als de kapstok zodat je nadien hierop kan reflecteren. Tip: Vraag door wanneer de kinderen een gevolg ergens plaatsen. Durf de plaatsing in vraag te stellen. Klopt het wel dat dit gevolg op die plek staat? Veeg gerust gevolgen terug weg en schrijf ze op een andere plek. Of teken naast de eerste kapstok opnieuw een kapstok en begin opnieuw. Vergelijk met de oude kapstok. Bij deze werkvorm gaat het niet over het eindresultaat maar wel over het denkproces dat door de kapstok wordt gevisualiseerd. Mogelijke gevolgen: Voor de planten: - Er zijn geen aardbeien meer. - De bloemen verdwijnen. - Het landschap gaat er saaier uit zien. - Het groen verdwijnt. - Er zijn geen aardappels meer. - Een hele hoop groenten en fruit verdwijnt. (zie lijst bij achtergrondinformatie) Voor de mens: - Ik ga geen thee met honing meer kunnen drinken. - Vrijdagavond gaat een stuk minder gezellig worden als er geen frietjes meer zullen zijn. - Als de bijenwas verdwijnt, dan gaat mijn lippenbalsem ook verdwijnen. - Voor de dieren: - Als bepaalde grassen verdwijnen dan gaan koeien geen eten meer hebben. - Dan gaan eekhoorns geen eikels meer vinden. - Dan sterven er een heleboel dieren uit. - Dan is de natuurlijke vijand van een bepaalde diersoort uitgestorven en dan gaan er - veel te veel van die diersoort komen.
5 Reflectie Overloop samen het denkproces. - Waarover heb je met behulp van de kapstok nagedacht? Uit welke 3 delen bestond de kapstok? - Vind je dit een nuttige oefening? Vind je het nuttig om gevolgen in groepen op te delen? Waarom wel/niet? - Kan je de kapstok ook voor andere thema s gebruiken? Geef een voorbeeld. * De Kapstok is een visueel model uit het boek DenkBeelden van Michel van de Ven. Het gebruik van het model stelt kinderen in staat om beter te categoriseren.