Domeinspecifieke probleemoplosstrategieën

Vergelijkbare documenten
6 Vaardigheidsontwikkeling

Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN

Gemengde schakelingen

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn

JAN Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 34 punten.

Steven Werbrouck Practicum 2: Schakelen van weerstanden

Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 35 punten.

6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1

Serie. Itotaal= I1 = I2. Utotaal=UR1 + UR2. Rtotaal = R1 + R2. Itotaal= Utotaal : Rtotaal 24 = 10 + UR2 UR2 = = 14 V

5 Weerstand. 5.1 Introductie

Inleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken.

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

Systematische Probleem Aanpak (SPA) Voorbeeld opgave Electriciteit.

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 18 augustus Brenda Casteleyn, PhD

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2014-II

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 7, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement

Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit

Van Dijk Educatie Parallelschakeling 2063NGQ0571. Kenteq Leermiddelen. copyright Kenteq

6,1. Samenvatting door een scholier 2375 woorden 5 december keer beoordeeld. Natuurkunde Natuurkunde overal. Natuurkunde Overal vwo deel 1

Spanning en sensatie!!! Wat een weerstand!! Elektriciteit. 3HV H3 elektriciteit les.notebook February 13, Elektriciteit 3HV

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

Parallelschakeling - 2

natuurkunde vwo 2017-I

Toelatingstoets havoniveau natuurkunde max. 42 p, vold 24 p

Spanning versus potentiaal

12 Elektrische schakelingen

Natuurkunde Overal vwo deel 1 Samenvatting hoofdstuk 1 Verbanden met druk

R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk

Eindexamen havo natuurkunde pilot 2013-I

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I

Voortgangstoets NAT 4 HAVO week 11 SUCCES!!!

3.2 Instapprobleem met demonstratie Schakelingen van drie lampjes

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

4.2 Het instapprobleem Een roodgloeiende metaaldraad onderdompelen in water

Uitwerkingen van de opgaven in Basisboek Natuurkunde

4.2 Het instapprobleem Een roodgloeiende metaaldraad onderdompelen in water

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

Elektrische stroomnetwerken

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

4.0 Elektriciteit 2

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: elektriciteit

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

Krachten Hoofdstuk 1. Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen. Schoolexamen VWO-6: SE-3:

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

natuurkunde havo 2017-II

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

Tentamen Mechanica ( )

UITWERKINGEN Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na

Studievoorbereiding. Vak: Natuurkunde voorbeeldexamen. Toegestane hulpmiddelen: Rekenmachine. Het examen bestaat uit: 32 meerkeuzevragen

toelatingsexamen-geneeskunde.be

SPA+ MET VOORBEELDEN UIT DE NATUURKUNDE

HOGESCHOOL ROTTERDAM:

Practicum Zuil van Volta

Inhoudsopgave De weerstand

natuurkunde havo 2018-I

Begripstest: Kracht en beweging (FCI)

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren

Opgave 1 Millenniumbrug

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt:

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 3 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 14

Lessen in Elektriciteit

Elektro-magnetisme Q B Q A

Werkblad 1 Serieschakeling gelijke lampjes

vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode

Vraag Antwoord Scores

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen

Elektrische netwerken

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

Oplossing examenoefening 2 :

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

4 Krachten in de sport

Hfd 3 Stroomkringen. Isolator heeft geen vrije elektronen. Molecuul. Geleider heeft wel vrije elektronen. Molecuul.

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

Opgave 1 Er zijn twee soorten lading namelijk positieve en negatieve lading.

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

Vraag Antwoord Scores

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

Begripsvragen: Elektrisch veld

Natuurkunde. Wisselwerking & Beweging. VWO 3 Krachten en richting

Transcriptie:

Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 5: Vaardigheidsontwikkeling 5.2 Probleemoplossen Achtergrondinformatie Domeinspecifieke probleemoplosstrategieën Inleiding In het stuk Kennisbasis en probleemoplossen op de handboekwebsite staan twee algemene probleemoplosstrategieën: een fasering van het proces in analyse, planning, uitwerking en controle (ofwel de systematische probleemaanpak, SPA), en binnen dat proces het werken vanuit het gevraagde. Een voorwaarde voor probleemoplossen met behulp van deze strategieën in een bepaald leerstofdomein is een voldoende kennisbasis. Voor succesvol probleemoplossen zijn echter vaak ook domeinspecifieke, aan die kennisbasis gekoppelde oplosstrategieën nodig. Daarbij gaat het vooral om een nadere invulling van de fasen analyse en planning in de systematische probleemaanpak. Hieronder staan voorbeelden van die domeinspecifieke oplosstrategieën rond elektrische schakelingen en rond kracht en beweging. Bij de behandeling van het betreffende leerstofdomein kunnen die oplosstrategieën naar aanleiding van concrete ervaringen van leerlingen expliciet worden gemaakt. Figuur 2 ~ U = 230 V l = 45 m, d = 2,0 10 3 m ρ = 1,10 10 6 Ωm t gegevens E e Figuur 3 Stroomschema voor probleemoplossen vanuit het gevraagde. U l d A R ρ Figuur 4 gevraagde grootheid formules zoeken nieuwe onbekende? terugwerken eindantwoord I P e t E e Elektrische schakelingen Algemene elementen in de fase van probleemanalyse zijn tekening maken, gegevens (in standaardeenheden) op een rij zetten en het gevraagde identificeren. Bij opgaven over elektrische schakelingen bestaat die tekening uit een schakelschema, waarin direct de gegevens en het gevraagde kunnen worden opgenomen: zie de opgave over de elektrische boiler in figuur 1. 1 Elektrische boiler Een elektrische boiler is aangesloten op de netspanning. Het verwarmingselement van de boiler is gemaakt van nichroomdraad met een lengte van 45 m en een diameter van 2,0 mm. Hoeveel kwh elektrische energie verbruikt deze boiler als hij 4,5 uur is ingeschakeld? Figuur 1 Analyse De gegevens over het verwarmingselement lijken duidelijk: lengte l, diameter d en inschakeltijd t. Voor leerlingen lastiger te zien zijn de twee verborgen gegevens: de aansluiting op de netspanning U (van 230 V) en de legering nichroom als draadmateriaal (met volgens Binas een soortelijke weerstand ρ van 1,10 10 6 Ωm). Het overzicht van de gegevens en het gevraagde in een schakelschema ziet er dan uit als in figuur 2. Planning Met het werken vanuit het gevraagde (E e ) volgens het stroomschema van figuur 3 komt de planning van het probleemoplossen er dan als volgt uit te zien: E e = P e t, nieuwe onbekende P e = U I, nieuwe onbekende I = U/R, nieuwe onbekende R = ρ l/a, nieuwe onbekende A = ¼π d 2. In de volgende fase is de uitwerking van het probleem een kwestie van de reeks formules in omgekeerde richting invullen. Deze planning is ook te visualiseren in de vorm van het rekenschema van figuur 4. Serie- en parallelschakeling Een standaardvraagstuk bij de serieschakeling is het berekenen van de spanningsverdeling over de weerstanden in een opgave als die van figuur 5. Analyse De kenmerken van een serieschakeling zijn: de stroomsterkte in elk van de weerstanden is gelijk, de spanning van de spanningsbron verdeelt zich over de weerstanden. Planning Voor het berekenen van de spanningsverdeling over de in serie

geschakelde weerstanden zijn drie stappen nodig: Bereken de vervangingsweerstand R v van de schakeling: R v = + + Bereken met die vervangingsweerstand de stroomsterkte I in de schakeling: I = U/R v Bereken met die stroomsterkte de spanningen U 1, U 2, over elk van de weerstanden: U 1 = I, U 2 = I, Controle Ga in de volgende stap na of de berekende spanningsverdeling over de in serie geschakelde weerstanden juist is: Controleer of de som van de berekende spanningen U 1, U 2, gelijk is aan de spanning U van de spanningsbron, want in een serieschakeling geldt: U = U 1 + U 2 + 2 Spanningsverdeling In de figuur hiernaast zie je een serieschakeling van drie weerstanden, aangesloten op een Bereken de spanning over elk van de drie weerstanden. 63 Ω 18 Ω 35 Ω Figuur 5 Een standaardvraagstuk bij de parallelschakeling is het berekenen van de stroomverdeling over de weerstanden in een opgave als die van figuur 6. Analyse De kenmerken van een parallelschakeling zijn: de spanning over elk van de weerstanden is gelijk, de stroom die de spanningsbron levert verdeelt zich over de weerstanden. Planning Voor het berekenen van de stroomverdeling over de parallel geschakelde weerstanden is maar één stap nodig: Bereken de stroomsterkte I 1, I 2, in elk van de weerstanden: I 1 = U/, I 2 = U/, Controle Ga in de volgende drie stappen na of de berekende stroomverdeling over de parallel geschakelde weerstanden juist is: Bereken de vervangingsweerstand R v van de schakeling: 1/R v = 1/ + 1/ + Bereken met die vervangingsweerstand de stroomsterkte I die de spanningsbron levert: I = U/R v Controleer of de som van de berekende stroomsterktes I 1, I 2, gelijk is aan de stroomsterkte I die de spanningsbron levert, want in een parallelschakeling geldt: I = I 1 + I 2 + 3 Stroomverdeling In de figuur hiernaast zie je een parallelschakeling van drie weerstanden, aangesloten op een Bereken de stroomsterkte in elk van de drie weerstanden. 63 Ω 18 Ω 35 Ω Figuur 6 Combinatieschakeling Rekenen aan combinatieschakelingen is voor veel leerlingen lastig. Naast de wet van Ohm (U = I R) moet er een keuze gemaakt worden uit de in figuur 7 weergegeven regels voor de serie- en parallelschakeling. Vaak is het voor leerlingen moeilijk om te zien waar je moet beginnen, en om tijdens de berekeningen overzicht te houden. Er zijn twee hulpmiddelen om tijdens het oplossen van een opgave als die van figuur 8 overzicht te houden: het bijhouden van de gegevens en het resultaat van de berekeningen in een tekening zoals figuur 9 of een tabel zoals figuur 10. Analyse Bij de opgave van figuur 8 is met de regels voor serie- en parallel-

schakeling in het achterhoofd eigenlijk ook sprake van verborgen gegevens : de stroomsterkte in weerstand R 3 volgt direct uit de twee gegeven stroomsterktes (I 3 = I I 2 = 0,120 A), en de spanning over de weerstanden en R 3 volgt direct uit de twee gegeven spanningen (U 2 = U 3 = U U 1 = 3,0 V). Planning Na de analysefase is zowel de spanning over als de stroomsterkte in elk van de drie weerstanden bekend, zodat de gevraagde weerstandswaarden eenvoudig met R = U/I te berekenen zijn. Dit illustreert het belang van een diepgaande analyse van het probleem met de bestaande kennis over de eigenschappen van de serie- en parallelschakeling. Serieschakeling U 1 U 2 I 1 I 2 Parallelschakeling U 1 I 1 U 2 I 2 I bron U bron I bron U bron Spanningsregel Stroomregel Weerstandsregel U bron = U 1 + U 2 I bron = I 1 = I 2 R tot = + U bron = U 1 = U 2 I bron = I 1 + I 2 1/R tot = 1/ + 1/ Figuur 7 De spannings-, stroom- en weerstandsregel in serie- en parallelschakelingen. 4 Combinatieschakeling In de figuur hiernaast zie je een combinatieschakeling met enkele gegevens over R 3 R de spanning en de stroomsterkte: de spanningsbron heeft een spanning U = 12,0 V 1 0,030 A en levert een stroomsterkte I = 0,150 A, over de weerstand staat een spanning U 1 =, en in de weerstand is de stroomsterkte I 2 = 0,030 A. 0,150 A 12,0 V Bereken de waarde van elk van de drie weerstanden in deze schakeling. Figuur 8 3,0 V Figuur 9 Kenmerken van de tekening zijn: a) de spanning met twee boogjes over de weerstand, b) de stroom met een pijl naast de weerstand, en c) de weerstandswaarde geplaatst in de weerstand. 60 Ω 0,150 A 0,150 A 25 Ω 0,120 A 0,030 A 100 Ω 3,0 V 12,0 V U (V) I (A) R (Ω) Figuur 10 Kenmerken van de tabel zijn: a) in de kolommen de spanning, stroom en weerstand van de bron en de aparte weerstanden, b) de U-, I- en R- regels gelden voor de kolommen, en c) de wet van Ohm geldt voor de rijen. Bron R 3 + R 3 12,0 9,0 3,0 3,0 3,0 0,150 0,150 0,030 0,120 0,150 80 60 100 25 20 U-regel I-regel R-regel U bron = I bron R tot U 1 = I 1 U 2 = I 2 U 3 = I 3 R 3 U 2,3 = I 2+3 +3

standaardoplosstrategie combinatieschakeling vertakkingspunten aangeven serie- of parallelschakeling zoeken vervangingsweerstand berekenen vereenvoudigde schakeling tekenen standaardschakeling? standaardschakeling Figuur 13 Stroomschema voor het vereenvoudigen van een combinatieschakeling tot een standaardschakeling. Een derde hulpmiddel bij het oplossen van opgaven over combinatieschakelingen is het vereenvoudigen van de schakeling tot een standaardschakeling waarvan de eigenschappen bekend zijn: een serie- of parallelschakeling. Voor opgaven zoals die in figuur 11 en 12 werkt deze oplosmethode in de fasen analyse en planning volgens het stroomschema van figuur 13 op de volgende manier: Teken de gegeven combinatieschakeling. Geef in die tekening de vertakkingspunten aan: de punten waar de stroom zich splitst in twee (of meer) stromen en de punten waar twee (of meer) stromen weer bij elkaar komen. Zoek tussen twee vertakkingspunten naar een serieschakeling of een parallelschakeling. Bereken de vervangingsweerstand van de gevonden serie- of parallelschakeling. Teken met behulp van deze vervangingsweerstand de vereenvoudigde schakeling. Ga na of deze vereenvoudigde schakeling een standaardschakeling is. Zo, dan kun je deze schakeling verder doorrekenen (afhankelijk van wat er is gegeven en wat er wordt gevraagd). Zo, laat dan het stroomschema nog een keer los op de vereenvoudigde schakeling, tot er uiteindelijk wél een standaardschakeling ontstaat. 5 Combinatieschakeling In de figuur hiernaast zie je een schakeling van drie weerstanden, aangesloten op een Bereken de stroomsterkte in de weerstanden en R 3. Figuur 11 6 Combinatieschakeling In de figuur hiernaast zie je een schakeling van drie weerstanden, aangesloten op een Bereken de spanning over de weerstanden en R 3. 50 Ω 20 Ω R 3 30 Ω R 3 20 Ω 30 Ω 50 Ω Figuur 12 Krachten samenstellen en ontbinden Algemene elementen in de fase van probleemanalyse zijn tekening maken, gegevens (in standaardeenheden) op een rij zetten en het gevraagde identificeren. Bij opgaven over krachten bestaat die tekening uit een krachtensituatie met het voorwerp en de krachten die daarop worden uitgeoefend: zie de opgave over de kogelstoter in figuur 14. 7 Kogelstoter Een kogelstoter stoot een kogel met een massa van 5,0 kg weg, zoals in de figuur hiernaast. Tijdens het wegstoten is de luchtwrijvingskracht op de kogel verwaarloosbaar klein. De spierkracht van de kogelstoter op de kogel is 134 N onder een hoek van 60º met de grond. Bereken de resultante van de krachten op de kogel (en daarmee de richting waarin de kogel wordt weggestoten). Figuur 14

Figuur 15 teken krachtensituatie krachten ontbinden? kies handige x- en y-richting bereken F x en F y met standaardformules F s = 134 N 60º F z = 49 N Figuur 16 Stroomschema voor probleemoplossen bij het ontbinden van een kracht in twee onderling loodrechte richtingen. teken krachtensituatie krachten samenstellen? kies handige x- en y-richting bereken F res en α met standaardformules Figuur 17 Stroomschema voor probleemoplossen bij het samenstellen van twee onderling loodrechte krachten. Analyse De standaardvragen bij de analyse van een krachtensituatie zijn de volgende: om welk voorwerp gaat het, welke krachten worden op dat voorwerp uitgeoefend, en welke grootte en richting hebben die krachten? Het voorwerp waar het in deze opgave om gaat is de kogel. Daarop worden twee krachten uitgeoefend: de zwaartekracht F z en de spierkracht F s. De zwaartekracht is te zien als een verborgen gegeven : F z = m g = 49 N. Dat leidt tot de in figuur 15 weergegeven krachtensituatie. Planning De standaardvraag bij de planning van het oplossen van een krachtensituatie is de volgende: is het nodig om krachten te ontbinden en/of samen te stellen? Als het antwoord op die vraag is, kan gewerkt worden volgens de stroomschema s in figuur 16 en/of 17. In deze opgave moet F s worden ontbonden in een geschikt gekozen of voorde-hand-liggende x- en y richting (horizontaal resp. verticaal) met behulp van de daarvoor beschikbare standaardformules: F x = F cos α en F y = F sin α. Daarna is in deze opgave het samenstellen van krachten aan de orde door eerst in de y- richting de resultante F res,y van F z en F s,y te bepalen, en daarna door de resultante F res van F res,y en F s,x te bepalen met de daarvoor beschikbare standaardformules: F = (F x 2 + F y 2 ) en tan α = F y /F x. Controle Het resultaat van de berekening is te controleren door de krachtensituatie op schaal te tekenen, daarin de resultante te construeren en na te gaan of de grootte en richting van geconstrueerde resultante overeenstemmen met de berekeningen. Krachtenevenwicht Bij een voorwerp dat in rust is of met een constante snelheid beweegt is sprake van krachtenevenwicht. Ook in dat soort situaties kan het ontbinden en samenstellen van krachten een rol spelen. Nieuw daarbij ten opzichte van het voorgaande is het toepassen van de regel voor krachtenevenwicht (ΣF = 0) in de beide (gekozen) richtingen, zoals in de opgave van figuur 18. 8 Vliegtuig Een straalvliegtuig met een massa m van 15,0 10 3 kg vliegt op een bepaald moment met een snelheid v van 140 m/s. De piloot wil met die snelheid naar een grotere hoogte, en laat het vliegtuig stijgen onder een hoek van 15º met het aardoppervlak. Op het vliegtuig wordt door de lucht een kracht uitgeoefend die je opgebouwd kunt denken uit een kracht loodrecht op de vliegrichting (de lift F l ) en een wrijvingskracht tegen de vliegrichting in (de drag F d ). Voor deze laatste kracht geldt F d = 150 kn bij de gegeven snelheid van 140 m/s. Bereken de lift F l die de lucht op het vliegtuig uitoefent, en bereken de stuwkracht F st die de straalmotoren van het vliegtuig moeten leveren. Figuur 18 F st =? Figuur 19 y F l =? F d = 150 kn x 15º F z = 147 kn Analyse Met het vliegtuig als voorwerp ontstaat de krachtensituatie van figuur 19 (ruwweg op schaal). Planning De planning is vergelijkbaar met die uit de vorige opgave over de kogelstoter. Door als x-as de bewegingsrichting te kiezen (en de y-as loodrecht daarop), hoeft alleen de zwaartekracht F z ontbonden te worden. Daarna kan als laatste stap de regel voor krachtenevenwicht worden toegepast in beide richtingen (want: het vliegtuig is in rust in de y-richting en beweegt met een constante snelheid in de x-richting): ΣF y = F z,y F l = 0 en ΣF x = F st F d F z,x = 0. Daaruit volgen de beide gevraagde krachten. Controle Het resultaat van de berekeningen is weer te controleren door de krachtensituatie op schaal te tekenen. Een meer globale controle is de volgende: door de kleine stijghoek van 15º zal volgens figuur 19 de berekende lift F l iets kleiner zijn dan de zwaartekracht F z, en zal de berekende stuwkracht F st iets groter zijn dan de drag F d.

teken krachtensituatie kies handige x- en y-richting kracht(en) ontbinden? bereken F x en F y krachtenevenwicht? gebruik krachtregels in x- en y-richting: ΣF x = 0 en ΣF y = 0 gebruik krachtregels in x- en y-richting: ΣF x = m a x en ΣF y = m a y Figuur 20 Stroomschema voor probleemoplossen rond krachtensituaties. De hierboven gevolgde domeinspecifieke oplosstrategie is eenvoudig uit te breiden naar krachtensituaties waarin geen sprake is van krachtenevenwicht in de x- en/of de y-richting. In dat geval worden in de laatste stap de regels ΣF x = 0 en ΣF y = 0 vervangen door ΣF x = m a x en/of ΣF y = m a y. Het kader hieronder en het stroomschema van figuur 20 geven stapsgewijs de domeinspecifieke oplosstrategie bij krachtensituaties (al dan niet met krachtenevenwicht) weer. Zo n oplosstrategie is te expliciteren aan de hand van de ervaringen van de leerlingen met het oplossen van een reeks opgaven zoals die van figuur 14 en 18. En dat kan op een vergelijkbare manier ook voor (onderdelen van) andere leerstofdomeinen. Domeinspecifieke oplosstrategie: kracht en beweging Volg de onderstaande stappen bij de analyse en planning van probleemoplossen rond krachtensituaties. Analyse Om welk voorwerp gaat het? Welke krachten worden er op dat voorwerp uitgeoefend? En welke grootte en welke richting hebben die krachten? Maak een tekening van de krachtensituatie, en zet de gegevens (in de juiste eenheden) en het gevraagde daarin. Is er wel of geen sprake van krachtenevenwicht? Of, met andere woorden: is het voorwerp in rust of beweegt het met een constante snelheid langs een rechte lijn (wel krachtenevenwicht), of beweegt het voorwerp versneld (geen krachtenevenwicht)? Planning Kies een handige, onderling loodrechte x- en y-as, en definieer de positieve en de negatieve richting. Bij een voorwerp in rust is dat meestal een horizontale x-as en een verticale y-as. Bij een bewegend voorwerp is dat meestal een x-as in de bewegingsrichting en een y-as loodrecht op die bewegingsrichting. Ontbind de krachten als dat nodig is langs de gekozen x- en y-as, en bereken de krachtcomponenten met de daarvoor beschikbare standaardformules: F x = F cos α en F y = F sin α. Stel de krachten en krachtcomponenten langs de gekozen x-as en langs de gekozen y-as samen, en let daarbij op het teken (positief of negatief). Pas de regels voor kracht en beweging toe langs de gekozen x-as en langs de gekozen y-as. In een situatie van krachtenevenwicht (met het voorwerp in rust of in beweging met een constante snelheid in de x- en/of de y-richting) zijn die regels ΣF x = 0 en/of ΣF y = 0 (ofwel de eerste wet van Newton). In een situatie zonder krachtenevenwicht (met een versnelde beweging van het voorwerp in de x- en/of de y-richting ) zijn die regels ΣF x = m a x en/of ΣF y = m a y (ofwel de tweede wet van Newton).