1. Voorwoord. Veiligheidsmaatregelen. Nederlands LET OP. Waarschuwing



Vergelijkbare documenten
1. Voorwoord. Veiligheidsmaatregelen. Nederlands. Waarschuwing

Waarschuwingen. Controleer dat uw positie stabiel is voordat u uw reis begint.

Traffic Message Channel (TMC)

1. Deze handleiding gebruiken

GPS NAVIGATION SYSTEM QUICK START USER MANUAL

NAVIGATIE. Quick Start Guide X-302MH. Nederlands. Rev 1.0

HET NISSAN PRODUCT VOOR FLITSPALEN MELDINGEN KOPEN EN DOWNLOADEN

Gebruikershandleiding Nokia Maps

Gebruikershandleiding HERE Maps

Z-EMAP50 ESSENTIAL II NAVIGATION QUICK START GUIDE

INHOUDSOPGAVE. Inleiding. Veiligheidsvoorschriften. Waarschuwingen. Korte handleiding. Navigatiesysteem

Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera

Spraakbediening WERKINGSPRINCIPE. Uzelf duidelijk verstaanbaar maken. Belangrijke informatie

Handleiding en Tutorials

Z-E3756 NAVIGATION SNELSTARTGIDS NL

Handleiding Alpine Navigation

Multimedia Navigation New York 835 W

Handleiding. Nederlands

1. Wanneer een correctie moet worden gemaakt

GPS NAVIGATION SYSTEM NAV USER MANUAL MOTOR HOME

Auris. Handleiding navigatiesysteem (Entry)

A Oplaad-LED B Touchscreen C Aan/uitknop D Luidspreker E Externe antenneconnector F USB-aansluiting G RDS-TMC-aansluiting H Sleuf voor geheugenkaart

Met de app Kaarten kunt u een locatie zoeken en een route uitstippelen. Hiervoor heeft u een internetverbinding nodig.

1. RDS-TMC-informatie

Handleiding NX404E. Nederlands

Handleiding. Alpine Navigation System. Navigatiesoftware voor de Alpine Navigation System. Nederlands maart 2015, versie 1.0

1. AM/FM-radio gebruiken

Overzicht van het navigatiesysteem

PRIME/ESSENTIAL NAVIGATION QUICK START GUIDE

Navigatiesysteem. Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding HERE Drive

NaviControlCenter Document versie Juni 2011

Google Drive: uw bestanden openen en ordenen

InteGra Gebruikershandleiding 1

Hoofdstuk 1 Wat zit er in de doos

Traffic. Copyright TomTom B.V., Nederland. TomTom is een handelsmerk van TomTom B.V. Inleiding

Mapsource. handleiding Mapsource vs

Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

Z-N326 Z-N426 2DIN DEVICE NAVIGATION QUICK START GUIDE

Uw gebruiksaanwijzing. PIONEER AVIC-F220

BehervanhetnavigatiesystemviaBlue&Me

GPS Instructie MC de Kraats. Mapsource gebruik

ACSI HANDLEIDING GARMIN NÜVI 250

VITAMINE. VITale AMsterdamse ouderen IN de stad. Tablet Handleiding

Handleiding Navigatiesysteem Reaction

Handleiding voor het raadplegen en wijzigen van percelen

Hoofdstuk 1 Wat zit er in de doos

Handleiding voor het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer, onderdeel Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer via internet.

O-synce NAVI2move. Gebruikershandleiding NEDERLANDS

Pocket Earth Potpourri

Start de applicatie op om naar het inlogscherm te gaan. Onthoudt mijn gegevens

A Oplaadlampje B Aan/uitknop C Touchscreen D Connector E Luidspreker F USB-aansluiting G Reset-knop H Sleuf voor geheugenkaart. c USB-kabel.

Radio - werking RADIO - WERKING

1. Werking en gebruik van ESN

MG Car Club Regio West. Bert Ewalds

Waarschuwingen. Het onderstaande symbool geeft belangrijke of nuttige informatie aan die u in gedachte dient te houden.

Als je je telefoon als navigatiesysteem wilt gebruiken, raak je de knop TomTom aan in het startmenu van Windows Mobile.

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

Welkom bij de Picture Package Producer 2

Een register is een verzameling reglementeringen die hetzelfde doel hebben, nl. veiligheid

SMART MAP PRO. Prog. Ver. V3.00. Database Ver NVD-V003 OWNER'S MANUAL Please read before using this disc.

Gebruikers handleiding. JupiterPro. P2000 alarmontvanger

Handleiding Icespy MR software

Handleiding 103: Collecte Database (CDB) voor Wijkhoofden

Handleiding Glashart Media ipad applicatie

Nederlands. icn 600 serie. Versie 3.0. met Smart. Gebruikershandleiding

Introductie. Werking van RallySafe Unit. 1 De unit aanzetten

HDS Live Verkorte handleiding

Gebruikers handleiding. Mercurius. P2000 alarmontvanger

1 Inleiding. WIND Internet / 1

HTA Software - Klachten Registratie Manager Gebruikershandleiding

zūmo 590 Snelstartgids

Mobiel Internet Veiligheidspakket

Handleiding Park-line Android app. Download de app gratis in de Google Play Store

Introductie... Snelle uitleg... Aanraakbare items... Simpel zoeken en navigeren... Het gebruiken van bewegingen in Map View

Gebruikershandleiding SCORPIO Afhankelijk van het abonnement te bereiken via: Vaste telefoon Mobiele telefoon

TomTom XL. EasyPort TM -houder. Auto-oplader. RDS-TMC-ontvanger voor verkeersinfo* Documentatiepakket. USB-kabel. * Niet bij alle producten inbegrepen

Mobiel Internet Veiligheidspakket

Hoofdstuk 1 Wat zit er in de doos

SGH-A400 WAP browser Handleiding

Herberekenen BaseCamp GPS routes Motorclub Zwolle en Omstreken

a Touchscreen b Aan/uitknop c Geheugenkaart (SD-kaart)-sleuf d USB-aansluiting e Opladeraansluiting f Reset-knop

Download de WAE Music app

v3 2010Sygic, a.s.all rights reserverd. Gebruikershandleiding

NEDERLANDS. S n e l s t a r t g i d s GPS 100 S GLOBAL POSITIONING SYSTEM ONTVANGER. Instructies om u op weg te helpen! Niets overtreft een Cobra

MAAK DE BITT GAMETABLET QW TB-G100 GEREED VOOR GEBRUIK IN EEN PAAR SIMPELE STAPPEN 1. ONDERDELEN 2 2. DE BASIS OPZET VAN ANDROID 2

GO XSE Beknopte handleiding

1. Menuschermen en lijstschermen

Navigatie computer met TS software

Tanken op of nabij de route. 3 opties om een tankstation te selecteren

Gebruikershandleiding ABAX RITTEN- REGISTRATIE

TomTom Documentatiegids

Opstarten Ga naar start \ alle programma s \ algemene programma s \ geoweb Geoweb start automatisch op (zonder in te loggen)

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland

Taxis Pitane Link. (gebruikershandleiding) Censys BV - Eindhoven

NEDERLANDS. Snelstartgids GPS 100 GLOBAL POSITIONING SYSTEM ONTVANGER. Instructies om u op weg te helpen! Niets overtreft een Cobra

Een route invoeren en rijden met Sygic

Garmin BaseCamp & Garmin Zumo. Tips voor routes met routepunten Deel 1

Via de website kiest u onder de kop Direct naar het hoofdstuk Vliegverkeer bekijken.

Workshop Samsung Galaxy Tab 3

Transcriptie:

Owner s manual (Navigation) Mode d emploi (Navigation) Benutzerhandbuch (Navigation) Manuale dell utente (Navigazione) Gebruikershandleiding (Navigatie) Guía de usuario (Navegación) Ägarhandbok (Navigation) Manual do utilizador (Navegação) Brugervejledning (Navigation) HDD NAVIGATION SYSTEM SYSTEME DE NAVIGATION HDD HDD-NAVIGATIONSSYSTEM SISTEMA DI NAVIGAZIONE HDD HDD-NAVIGATIESYSTEEM SISTEMA DE NAVEGACIÓN HDD NAVIGATIONSSYSTEM MED HÅRDDISK SISTEMA DE NAVEGAÇÃO COM HDD (UNIDADE DE DISCO RÍGIDO) HDD-NAVIGATIONSSYSTEM

1. Voorwoord Veiligheidsmaatregelen Neem tijdens het gebruik van dit navigatiesysteem de onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht. Nadat u de handleiding hebt doorgelezen, kunt u deze het beste bewaren op een handige plaats (zoals in het handschoenenvak van uw auto). Waarschuwing Dit navigatiesysteem dient niet als vervanging van uw eigen beoordelingsvermogen. De suggesties van het navigatiesysteem kunnen nooit prevaleren boven de plaatselijke verkeersregels, uw eigen beoordelingsvermogen en/of uw kennis met betrekking tot veilig rijgedrag. Negeer suggesties van het navigatiesysteem indien deze suggesties tot gevolg hebben dat u een gevaarlijke of illegale manoeuvre maakt, in een gevaarlijke positie geraakt of in een gebied rijdt dat u als onveilig beschouwt. Het advies van het navigatiesysteem dient uitsluitend te worden beschouwd als een suggestie. Er zijn situaties waarin het navigatiesysteem de locatie van de auto onjuist weergeeft, niet de kortste route adviseert en/of u niet naar de gewenste bestemming leidt. In dergelijke situaties moet u vertrouwen op uw eigen rijvaardigheid en rekening houden met de aanwezige verkeersomstandigheden. Gebruik het navigatiesysteem niet om een route naar een hulpdienst te plannen. De database bevat geen complete lijst met locaties van hulpdiensten, zoals politie, brandweer, ziekenhuizen en klinieken. Vertrouw daarom op uw eigen beoordelingsvermogen en vraag zo nodig de weg. Als bestuurder bent u als enige verantwoordelijk voor uw veiligheid. Om verkeersongevallen of -overtredingen te voorkomen, moet u er rekening mee houden dat de werkelijke wegcondities en verkeersregels prevaleren boven de informatie in het navigatiesysteem. De software kan onjuiste of onvolledige informatie bevatten vanwege het tijdsverloop, gewijzigde omstandigheden en de aard van de gebruikte bronnen. Neem daarom altijd de werkelijke verkeersomstandigheden en -regels in acht tijdens het rijden. Het navigatiesysteem biedt geen informatie over, en houdt op geen enkele wijze rekening met, verkeersregels en andere geldende regels op de weg; de specificaties van de auto, zoals gewicht, hoogte, breedte, laadvermogen en/of snelheidsbeperkingen; wegcondities, waaronder weghelling en stijgingspercentage en/of de toestand van het wegdek; informatie over obstakels, waaronder hoogte en breedte van bruggen en tunnels en/of andere geldende verkeers- of wegcondities. In dergelijke situaties moet u vertrouwen op uw eigen rijvaardigheid en rekening houden met de aanwezige verkeersomstandigheden. Kijk zo min mogelijk op het scherm tijdens het rijden. De bestuurder mag het apparaat niet bedienen tijdens het rijden. De bestuurder mag het apparaat alleen bedienen nadat de auto is geparkeerd op een veilige plaats. Om veiligheidsredenen zijn sommige navigatiefuncties alleen beschikbaar wanneer de auto stilstaat en de handrem is aangetrokken. Nederlands Let op LET OP Zet tijdens het rijden het volume niet zo hard dat geluiden van buiten de auto niet meer te horen zijn. Autorijden zonder dat u het geluid van buiten de auto kunt horen kan leiden tot ongelukken. 251

Over deze handleiding Bij dit apparaat worden de volgende twee handleidingen geleverd: Gebruikershandleiding (audio, visueel, algemeen en installatie) In deze handleiding (hierna de Audiohandleiding genoemd) worden AV-functies en de bijbehorende bedieningsprocedures beschreven. Daarnaast vindt u in deze handleiding algemene veiligheidsmaatregelen en andere informatie over het gebruik van dit systeem. Gebruikershandleiding (navigatie) (deze handleiding) In deze handleiding (hierna de Navigatiehandleiding genoemd) worden navigatiefuncties en de bijbehorende bedieningsprocedures beschreven. In de beschrijvingen in deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat de standaardweergave is toegepast. Wanneer andere weergavegegevens worden gebruikt, zijn de indeling van het scherm en de pictogrammen anders dan in deze handleiding wordt vermeld. Bedenk dat het apparaat enigszins kan afwijken van de handleiding vanwege eventuele wijzigingen in de specificaties. Symbolen die worden gebruikt in deze handleiding : Lijsten die van belang zijn voor de bediening of die referentiegegevens bevatten. [ ]-knop : Een knop op het apparaat. [ ]-toets : Een menu-item op het scherm. : Titel en paginanummer van aanbevolen informatie. Opmerkingen bij het gebruik Nederlands Clarion is op geen enkele wijze aansprakelijk voor eventuele schade (inclusief, maar niet beperkt tot, de derving van winst of de wijziging of het verlies van gegevens) die het gevolg is van het gebruik of het niet kunnen gebruiken van dit product. Wanneer u het apparaat voor het eerst gebruikt of wanneer u het langere tijd niet hebt gebruikt, kan het 5 tot 15 minuten duren voordat de huidige locatie is bepaald met GPS. Zelfs wanneer u het apparaat vaak gebruikt, kan het 2 tot 3 minuten duren voor de huidige locatie kan worden bepaald met GPS wanneer de omstandigheden ongunstig zijn. De geleverde RDS TMC-informatie over verkeersongevallen is wellicht niet bijgewerkt. De geleverde RDS TMC-informatie dient enkel als indicatie. Wanneer een route (pad) niet kan worden berekend, verplaatst u de gewenste bestemming naar de dichtstbijzijnde grote weg en voert u de opdracht opnieuw uit. Het kan gebeuren dat de juiste route niet kan worden gevonden wanneer de auto zich te dicht bij de gewenste bestemming bevindt. 252

Inhoudsopgave 1. Voorwoord... 251 Veiligheidsmaatregelen... 251 Over deze handleiding... 252 Opmerkingen bij het gebruik... 252 Inhoudsopgave... 253 2. Basisbediening... 254 Bedieningsmodus wijzigen... 254 Menutypen en -bediening... 254 Functies van het kaartscherm... 258 Kaartscherm aanpassen... 264 Overzicht van procedures voor het opgeven van een bestemming... 267 3. De bestemming opgeven... 270 Zoeken naar uw bestemming vanuit het bestemmingsmenu... 270 Zoeken naar uw bestemming vanuit het kaartscherm... 274 Zoeken naar een POI met de functie voor POI-favorieten... 274 Zoeken naar uw bestemming via de lijst met favorieten/ veelgebruikte bestemmingen... 275 De bestemming instellen en de routeweergave starten... 276 4. Routeweergave... 278 Functies voor routeweergavescherm... 278 Over de stembegeleiding... 280 De route-instellingen wijzigen/bewerken... 280 Opmerkingen bij de routeweergave... 284 Opmerkingen bij de stembegeleiding... 285 5. Verkeersinformatie... 286 De verkeersinformatie weergeven... 286 Opmerkingen bij de verkeersinformatie... 289 6. Systeeminstellingen... 290 Algemene instellingen... 291 Navigatie-instellingen... 293 Audio-instellingen... 297 Het scherm aanpassen... 297 Gebruikersinstellingen... 297 Gegevens opslaan/bewerken... 298 Gegevens importeren met de SD-kaart... 300 Serviceopties... 301 Snelheidscamera s instellen... 302 7. Bewerkingen voor lijst met favorieten/veelgebruikte bestemmingen... 303 Wat is de lijst met favorieten/veelgebruikte bestemmingen?... 303 De lijst met favorieten/veelgebruikte bestemmingen gebruiken... 303 8. Bewerkingen uitvoeren met stemcommando s... 306 Functies van stemcommando s... 306 Lijst met stemcommando s (navigatiefuncties)... 308 Opmerkingen bij het uitvoeren van bewerking met de stemcommando s... 310 9. Overige... 311 Probleemoplossing... 311 Foutmeldingen... 311 Over fouten in de positiebepaling... 312 Nederlands 253

2. Basisbediening Raadpleeg de Audiohandleiding voor de procedure waarmee u het apparaat in- en uitschakelt en gedetailleerde informatie over de bedieningselementen van het bedieningspaneel. Bedieningsmodus wijzigen Druk op de [ NAVI]-knop (Navi/AV) als u wilt schakelen tussen het navigatiescherm en het audioscherm. Menutypen en -bediening In dit gedeelte worden de verschillende menuschermen op het aanraakscherm en de bediening van de menu s beschreven. Nederlands Bestemmingsmenu Druk op de [MENU]-knop om het scherm met het bestemmingsmenu weer te geven. Door het gewenste menu-item aan te raken kunt u menuschermen weergeven en bewerkingen uitvoeren om een bestemming in te voeren. Wanneer u in het onderste gedeelte van het scherm een menu-item aanraakt, wordt het bijbehorende menuscherm weergegeven. Zie Overzicht van procedures voor het opgeven van een bestemming (p. 267) en 3. De bestemming opgeven (p. 270) voor informatie over het invoeren van een bestemming. 5 4 1 Toets [ ] Hiermee wordt het scherm met het menu met favorieten weergegeven. Menu met favorieten/veelgebruikte bestemmingen (p. 255), 7. Bewerkingen voor lijst met favorieten/veelgebruikte bestemmingen (p. 303) 2 Toets [Muziek zoeken] Hiermee wordt het scherm met het zoekmenu voor muziek weergegeven. Music Catcher-bediening (Audiohandleiding) 1 2 3 3 Toets [Telefoon] Hiermee wordt het scherm met het telefoonmenu weergegeven. Telefoonbediening (Audiohandleiding) 4 Toets [Terug] Hiermee keert u terug naar het vorige scherm. 5 Toets [Route verwijderen] Hiermee beëindigt u de routeweergave voordat deze is afgelopen. De routeweergave annuleren (p. 281) 254

Menutypen en -bediening Menu met favorieten/veelgebruikte bestemmingen Als u de [ ]-toets in het bestemmingsmenu of in het menu met navigatiesnelkoppelingen aanraakt, wordt het scherm met de lijst met favorieten weergegeven. U kunt uw favoriete locaties opslaan in de lijst met favorieten. Plaatsen die regelmatig worden bezocht, worden automatisch vastgelegd in de lijst met veelgebruikte bestemmingen. Vanuit de 3D-lijst in het menu met favorieten/veelgebruikte bestemmingen kunt u een bestemming opgeven. Vanuit de 2D-lijst kunt u de items bewerken door ze te slepen en neer te zetten. Zie 7. Bewerkingen voor lijst met favorieten/veelgebruikte bestemmingen (p. 303) voor meer informatie. Nederlands 255

Menutypen en -bediening Menu met navigatiesnelkoppelingen Als u de [NAVI]-toets aanraakt in het scherm met de kaart voor de huidige locatie, wordt het menu met navigatiesnelkoppelingen weergegeven op het kaartscherm. Raak de gewenste menu-items of pictogrammen aan om bewerkingen uit te voeren. Nederlands Toets [ ]: Hiermee wordt het scherm met het menu met favorieten weergegeven. Toets [Best.]: Hiermee wordt het scherm met het bestemmingsmenu van het navigatiesysteem weergegeven. Toets [Route]: Hiermee wordt het scherm met het routemenu weergegeven. Toets [POI favoriet]: Hiermee wordt het scherm voor POI-favorieten weergegeven waarmee u op basis van vijf categorieën kunt zoeken naar POI s in de buurt of naar POI s op de route. U kunt de categorieën aanpassen door de [Instelling]-toets in het scherm met POI-favorieten aan te raken. De vijf categorieën kunnen ook worden aangepast via het instelmenu. Instellingen voor POIfavorieten (p. 295) Toets [ ]: De laatste stembegeleiding wordt herhaald. Toets [ ]: Hiermee verbergt u het menu met navigatiesnelkoppelingen. 256

Menutypen en -bediening Locatiemenu (menu op gescrollde kaart) Nadat u de kaart hebt gescrolld door het kaartscherm aan te raken, raakt u de [OK]-toets aan om het locatiemenu aan de linkerzijde van het scherm weer te geven. U kunt de locatie onder de cursor in het midden van het scherm instellen als bestemming of deze opslaan in het adresboek. Toets [Terug]: Hiermee keert u terug naar de positie op het kaartscherm voordat u de [OK]-toets aanraakte. Toets [Nieuwe best.]: Hiermee stelt u de locatie onder de cursor in als de bestemming. Wanneer er al een bestemming is ingesteld, wordt de oude bestemming geannuleerd zodra u de nieuwe bestemming instelt. Toets [Etappe inv.]: Wanneer er al een andere locatie is ingesteld als bestemming, kunt u de locatie onder de cursor instellen als routepunt. Wanneer u deze toets aanraakt, wordt het scherm voor het bewerken van de route weergegeven. Geef de gewenste volgorde voor de routepunten op. De route bewerken (p. 281) Toets [Omg. Info]: Hiermee wordt het categoriescherm met POI s in de omgeving van de cursor weergegeven. Toets [Huidig opsl.]: Hiermee slaat u de locatie onder de cursor op in het adresboek. Toets [Verwijder]: Wanneer de cursor een opgeslagen locatie aanwijst, wordt deze locatie uit het adresboek verwijderd wanneer u op deze toets drukt. Nederlands 257

Functies van het kaartscherm Kaarttypen Er zijn twee kaarttypen beschikbaar: de 2D-kaart en de 3D-kaart. Sommige bewerkingen, zoals het scrollen over de kaart, verschillen per kaarttype. Daarnaast kunt u twee kaarttypen tegelijk weergeven in een gedeeld scherm en de richting van de kaart wijzigen. Wijzig de weergave van de kaart aan de hand van uw voorkeuren. Scrollen over de kaart (p. 264), Het uiterlijk van de kaart aanpassen (p. 264) 2D-kaart 3D-kaart Nederlands De 2D-kaart is een vlak kaartscherm dat lijkt op een kaart uit een atlas. Deze kaart is geschikt voor het zoeken naar een bestemming en het controleren van de weg of de route. De 3D-kaart is een kaartscherm waarin een perspectief vlak boven de auto wordt ingenomen in de richting waarin de auto rijdt. Deze kaart is geschikt om een indruk te krijgen van de richting, omdat het perspectief van de rijrichting kan worden aangepast aan uw wensen. 258

Functies van het kaartscherm Aanduidingen op de kaart De aanduidingen op het kaartscherm zijn afhankelijk van de op dat moment geldende omstandigheden. In dit gedeelte worden de belangrijkste aanduidingen op het kaartscherm beschreven. Aanduidingen op de kaart voor de huidige locatie 0 9 8 7 6 5 1 2 3 4 1 AV-snelkoppelingstoets Hiermee wordt het menu met AVsnelkoppelingen weergegeven. Op de toets worden verschillende letters weergegeven waarmee de huidige modus van de AV-functie wordt aangegeven. 2 Naam huidige straat Hier wordt de naam van de huidige straat weergegeven. 3 Automarkering Hiermee wordt de huidige locatie en richting van uw auto aangegeven. U kunt deze markering wijzigen. Automarkering (p. 294) 4 Klok Hier wordt de huidige tijd weergegeven. 5 Toets [NAVI] Hiermee wordt het menu met navigatiesnelkoppelingen weergegeven. 6 Icoon snelheidslimiet Op plaatsen waar dit in de kaartgegevens opgeslagen is, toont dit icoon gewoonlijk de snelheidsbeperking van de huidige hoofdweg. Als de snelheidsgegevens gewijzigd worden, veranderen de cijfers op het pictogram en knippert de aanduiding gedurende enkele seconden. Het uiterlijk van de kaart aanpassen (p. 266) 7 Toets [2D/3D] Raak deze toets aan om het uiterlijk van de kaart te wijzigen. Het uiterlijk van de kaart aanpassen (p. 264) 8 Kaartschaal Hier wordt de schaal voor de huidige kaartweergave aangegeven. 9 Markering kaartrichting/gpsontvangststatus Hiermee wordt de kaartrichting aangegeven. Raak dit pictogram aan om de kaart weer te geven met de rijrichting naar boven of met het noorden naar boven. Het uiterlijk van de kaart aanpassen (p. 264) De ontvangststatus van het GPS-signaal wordt aangegeven met drie gekleurde punten onder de markering voor de kaartrichting. Blauw: ontvangst in 3D Geel: ontvangst in 2D Grijs: geen signaal ontvangen 0 TMC-aanduiding Als er TMC-informatie wordt ontvangen, is de TMC-aanduiding groen en wordt de tijd waarop voor het laatst gegevens zijn ontvangen, weergegeven boven de aanduiding. 5. Verkeersinformatie (p. 286) 259 Nederlands

Functies van het kaartscherm Aanduidingen op de gescrollde kaart De aanduidingen worden weergegeven nadat u de kaart hebt gescrolld. Tijdens het scrollen is alleen de cursor zichtbaar op de kaart. 5 1 2 Nederlands 1 Toets [Terug] Hiermee keert u terug naar de kaart met de huidige locatie. 2 Toets [OK] Hiermee geeft u het locatiemenu weer. U kunt de locatie onder de cursor instellen als de bestemming of deze opslaan. Locatiemenu (menu op gescrollde kaart) (p. 257) 3 Scrollcursor Deze cursor wordt weergegeven wanneer de kaart wordt gescrolld. 3 4 4 Informatie over breedtegraad/ lengtegraad Hiermee wordt informatie over de breedtegraad/ lengtegraad van de locatie onder de cursor weergegeven. U kunt instellen of u deze informatie wilt weergeven. Informatie voor scrollen op de kaart (p. 296) 5 Locatie-informatie Wanneer u de cursor op een opgeslagen locatie, bestemming of routepunt plaatst, wordt de naam weergegeven. Als het TMC-pictogram in de cursor staat, wordt de TMC-informatie weergegeven. 260

Functies van het kaartscherm Aanduidingen tijdens de routeweergave Nadat u een bestemming hebt ingesteld en bent begonnen met rijden, worden de route en verschillende routegegevens weergegeven op de kaart. Functies voor routeweergavescherm (p. 278) 6 5 4 1 2 3 1 Kleine pijl voor de detailweergave voor afslagen Hier wordt de richting van de afslag en de afstand tot het volgende punt op de route aangegeven. U kunt instellen of u deze informatie wilt weergeven. Instellingen voor kaart met routeweergave (p. 293) 2 Verwachte aankomsttijd en afstand tot bestemming Hier worden de verwachte aankomsttijd op de plaats van bestemming en de afstand van de huidige locatie tot de plaats van bestemming weergegeven. De resterende tijd en afstand naar het volgende routepunt worden daarnaast weergegeven, mits er ten minste één routepunt is ingesteld. 3 Routeweergave De route naar de bestemming wordt weergegeven. De kleur van de route kan worden gewijzigd. Routekleur (p. 294) 4 Richting voor bestemming Geeft de richting aan vanaf de huidige locatie naar de bestemming. 5 Punt op de route Geeft een punt op de route aan. 6 Naam volgende kruisende weg en afstand De afstand tot het volgende kruispunt en de naam van de volgende kruisende weg worden weergegeven wanneer u nog ongeveer 600 m of 600 yards (2 km of 1,4 mijl op een snelweg) bent verwijderd van de kruising. Nederlands 261

Functies van het kaartscherm Kaartsymbolen Dit navigatiesysteem geeft informatie over wegen en faciliteiten aan met symbolen en kleuren. Kleuren van de wegen Snelwegen : (Geel met rode rand) Hoofdwegen : (Rood) Secundaire wegen : (Geel) Kaartsymbolen (voorbeelden) De volgende kaartsymbolen worden weergegeven op de kaart. Gemeentehuis Autoverhuurbedrijf Universiteit of hogeschool Kazerne Tankstation Hotel Vliegveld Historische bezienswaardigheid Restaurant Nederlands Centraal station Museum (wetenschap) Museum (kunst) Winkelcentrum Station VVV-kantoor Supermarkt Veerpont P+R-parkeerplaats Golfbaan Parkeerplaats Recreatiegebied Haven Parkeerterrein Sportcomplex Haven Parkeergarage Bibliotheek Overige faciliteiten Pictogrammen voor bijzondere locaties Pictogrammen voor bijzondere locaties worden weergegeven in het kaartscherm voor een kruispunt, enzovoort. U kunt zelf instellen of de pictogrammen moeten worden weergegeven. Weergave van pictogrammen voor bijzondere locaties (p. 294) Ziekenhuis Benzinestationn Parkeer Hotel Restaurant 262

Functies van het kaartscherm Symbolen voor TMC-verkeersinformatie Als het systeem RDS-TMC-verkeersinformatie ontvangt, wordt gedetailleerde TMC-verkeersinformatie voor de route weergegeven op de kaart. TMC-verkeersinformatie wordt op de kaart aangegeven met symbolen en verkeersopstoppingen met een kleur. 5. Verkeersinformatie (p. 286) Voorbeeld van TMC-verkeersinformatie op de kaart Kaartscherm met huidige locatie en verkeersinformatie Scherm met TMC-verkeersinformatie voor de route Gebruikte symbolen voor TMC-verkeersinformatie Ongeluk Auto met pech Gevaar Spookrijder Verkeersopstopping Vertraging Wegwerkzaamheden Afgesloten weg Tegenliggers Wegversmalling Slecht wegdek Gladde weg Beperkt zicht vanwege mist Regen Sneeuw Weer Nederlands Wind Informatie Grote evenementen Kleur voor verkeersopstopping Afgesloten : Paars Opstopping : Rood Matig : Geel Vrije doorstroming : Groen Geen gegevens (onbekend) : Niet weergegeven (geen kleur) 263

Kaartscherm aanpassen Scrollen over de kaart Als u het kaartscherm aanraakt, wordt er een cursor in het midden van het scherm weergegeven waarmee u over de kaart kunt scrollen. Op de 2D-kaart raakt u de kaart aan om deze te verplaatsen in de richting van de positie die u hebt aangeraakt. Houd uw vinger op de kaart om in de richting van de positie te scrollen. Op de 3D-kaart raakt u het bovenste gedeelte van de kaart aan om in de aangeraakte richting te scrollen. Raak het linker- of rechtergedeelte van de kaart aan om de kaart te draaien. 2D-kaart In-/uitzoomen op de kaart Druk op de [OUT]-knop (uitzoomen) of de [IN]- knop (inzoomen) om de schaal van de kaart te wijzigen. De 2D-kaart kan in 11 stappen worden aangepast en de 3D-kaart in 10 stappen. Nederlands 3D-kaart [IN]-knop (inzoomen): De schaal van de kaart wordt vergroot waardoor u meer details ziet. Houd de knop ingedrukt om de vrije zoommodus te activeren. [OUT]-knop (uitzoomen): Hiermee wordt de schaal van de kaart verkleind, waardoor u een groter gebied ziet. Houd de knop ingedrukt om de vrije zoommodus te activeren. Voor de 2D/2D- of 2D/3D-kaart werken deze knoppen alleen voor de rechterkaart. Als u de linkerkaart wilt aanpassen, moet u eerst de linkerkaart aanraken voordat u deze knoppen kunt gebruiken. Toets [Terug]: Hiermee keert u terug naar de huidige locatie in het kaartscherm. Toets [OK]: U kunt de locatie onder de cursor instellen als de bestemming of opslaan in het adresboek. Locatiemenu (menu op gescrollde kaart) (p. 257) Kaart met de huidige positie van de auto weergeven Als u op de [MAP]-knop drukt, wordt de kaart met de omgeving van de huidige positie weergegeven, met de positie van de auto in het midden. Wanneer de auto rijdt, is dit ook het geval. Het uiterlijk van de kaart aanpassen U kunt de richting of het uiterlijk van de kaart in het kaartscherm aanpassen. Voorbeelden 2D-kaart 264

Kaartscherm aanpassen 3D-kaart 2D/2D-kaart 2D/3D-kaart Raak de [2D/3D]-toets op het kaartscherm met de huidige positie van de auto aan. Het menu voor de kaartweergave wordt weergegeven. U kunt deze instellingen ook aanpassen bij [Navigatie] in het instelmenu. Instellingen voor kaartweergave (p. 293) Toets [D] /[d]: Hiermee scrollt u door het scherm met het menu voor de kaartweergave. Toets [2D]: De kaartweergave wordt gewijzigd in de platte weergave zoals in een atlas. Toets [3D]: De kaartweergave wordt gewijzigd in de 3D-kaart met een perspectief boven de auto in de rijrichting van de auto. Als u de 3D-hoek wilt wijzigen, stelt u de optie 3D weergave in, zoals hierna wordt beschreven. Toets [2D/2D]: Hiermee worden twee 2D-kaarten weergegeven, respectievelijk rechts en links in het gedeelde scherm. Dit is handig als u twee kaarten op verschillende schaal wilt bekijken. Als u de richting of schaal van de linkerkaart wilt wijzigen, stelt u de optie Linker kaart richting of Inst. weergave links in, zoals hierna wordt beschreven. Toets [2D/3D]: Hiermee kunt u links een 2D-kaart en rechts een 3D-kaart weergeven in het gedeelde scherm. Als u de richting of schaal van de linkerkaart wilt wijzigen, gebruikt u de optie Linker kaart richting of Inst. weergave links, zoals hierna wordt beschreven. Details weergeven : Tijdens de routeweergave: stel deze optie in op AAN om aan de linkerkant van het scherm de lijst met de naam, afstand en afslagrichting van de kruispunten weer te geven. [AAN] Het detailscherm voor afslagen wordt weergegeven. [UIT] Het detailscherm voor afslagen wordt verborgen. Kruispunt zoomen : Hiermee wijzigt u de instelling voor inzoomen op een kruispunt waarmee de richting van de afslag op het volgende kruispunt wordt aangegeven. [AAN] Hiermee kunt u de close-up van het kruispunt weergeven. [UIT] Hiermee kunt u de close-up van het kruispunt verbergen. Kaart richting : Hiermee wijzigt u de kaartrichting. Deze optie is beschikbaar wanneer de hoofdkaart of de rechterkaart is ingesteld op de 2D-modus. [In rijrichting] De kaart wordt weergegeven met de rijrichting boven. [Noorden] De kaart wordt weergegeven met het noorden boven. Nederlands 265

Kaartscherm aanpassen Nederlands Inst. weergave links : Hiermee wijzigt u de schaal van de linkerkaart. Deze optie is beschikbaar wanneer u een gedeelde kaartmodus hebt geselecteerd. [+] De schaal van de kaart wordt vergroot waardoor u meer details ziet. [ ] Hiermee wordt de schaal van de kaart verkleind, waardoor u een groter gebied ziet. Linker kaart richting : Hiermee wijzigt u de kaartrichting van de linkerkaart. Deze optie is beschikbaar wanneer het gedeelde kaartscherm wordt weergegeven. [In rijrichting] De kaart wordt weergegeven met de rijrichting boven. [Noorden] De kaart wordt weergegeven met het noorden boven. 3D weergave : Hiermee wijzigt u hoek van de 3D-kaart. Deze optie is beschikbaar wanneer de 3D-kaart wordt weergegeven. [Instellen] De toetsen voor het instellen van de hoek worden weergegeven. U kunt de hoek vergroten door de [E]-toets aan te raken en verkleinen door de [e]-toets aan te raken. Icoon snelheidslimiet : Hiermee verandert u de werking van het snelheidsbeperkingspictogram. [ ] Het pictogram knippert en u hoort u piep als de snelheidsbeperking in de kaartgegevens verandert. [ ] Het pictogram knippert als de snelheidsbeperking in de kaartgegevens verandert. [UIT] De functie is uitgeschakeld. Toets [Verb. kaart]: Hiermee verbergt u de kaart en geeft u het scherm weer dat alleen het volgende punt op de route bevat (detailscherm). Dit scherm kunt u ook weergeven als u op de [MAP]-knop blijft drukken. Wanneer het navigatiesysteem zich niet in de modus voor routeweergave bevindt, wordt het scherm met het kompas voor de richting weergegeven. LET OP LET OP De werkelijke snelheidsbeperking kan veranderen afhankelijk van de tijd of andere omstandigheden. Gelieve tijdens het rijden altijd de werkelijke verkeersomstandigheden en -regels in acht te nemen. Indien de werkelijke snelheid hoger ligt dan de snelheidsbeperking in de gegevens, zal het pictogram niet knipperen en zult u de piep niet horen. 266

Overzicht van procedures voor het opgeven van een bestemming Voer de volgende procedure uit op het navigatiesysteem om de routeweergave te starten: Selecteer de gewenste zoekmethode in het scherm met het bestemmingsmenu en zoek vervolgens naar de gewenste bestemming. Selecteer een geschikte methode op basis van de plaats die u zoekt. Controleer de positie van de plaats die is gevonden via het scherm met het instelmenu voor de locatie of het scherm met het menu voor plaatsen en stel vervolgens de bestemming in. U kunt de gevonden plaats opslaan in het adresboek of u kunt de informatie bevestigen en instellen als bestemming. Start de routeweergave in het scherm met het instelmenu voor de route. U kunt ook andere voorstellen voor routes weergeven of de informatie voor de route controleren. Naast de bovengenoemde procedure kunt u ook een bestemming opgeven door over de kaart te scrollen of het menu met favorieten/veelgebruikte bestemmingen te gebruiken. Bestemming instellen door het adres op te geven In dit gedeelte wordt de basisprocedure voor het instellen van de bestemming beschreven. Er wordt een voorbeeld gebruikt waarin de bestemming wordt opgegeven door een adres in te voeren via het bestemmingsmenu. Lees deze uitleg goed door, want de procedure lijkt erg op de andere invoermethoden voor bestemmingen. Zie 3. De bestemming opgeven (p. 270) voor informatie over de andere invoermethoden. 1. Druk op de [MENU]-knop. Het bestemmingsmenu van het navigatiesysteem wordt weergegeven. 2. Raak de [Adres]-toets aan. Het scherm voor het invoeren van het adres wordt weergegeven. 4. Raak de naam van het land aan waar u naartoe wilt. De naam van het gekozen land wordt weergegeven. Nederlands 3. Controleer de weergegeven landnaam (de vorige landnaam wordt weergegeven). Als de naam van het land waar u naartoe wilt niet wordt weergegeven, raakt u de [Land]-toets aan. Ga anders verder met stap 5. [I] / [i] Hiermee kunt u door de lijst scrollen met één item tegelijk. [D] / [d] Hiermee kunt u door de lijst scrollen met één pagina tegelijk. 267

Overzicht van procedures voor het opgeven van een bestemming 5. Raak de [Stad]-toets aan. U kunt het invoeren van een stad overslaan en rechtstreeks de straatnaam invoeren. Wanneer u de [OK]-toets aanraakt, wordt de lijst met steden weergegeven, zelfs als u nog niet alle tekens hebt ingevoerd. Als tijdens het invoeren van de letters het aantal steden kleiner dan of gelijk aan vijf wordt, wordt de lijst automatisch weergegeven. 7. Raak de naam van de stad aan waar u naartoe wilt. Het systeem keert nu terug naar het invoerscherm voor adressen. 6. Voer de naam van de gewenste stad in door de letters op het scherm en vervolgens de [OK]-toets aan te raken. Nederlands [ ] Hiermee verwijdert u de laatst ingevoerde letter. [Terug] Hiermee keert u terug naar het vorige scherm. [Alle steden] Hiermee geeft u alle steden weer in het land dat is opgegeven voor de zoekopdracht. [Laatste 5 steden] Hiermee geeft u een lijst weer met de laatste vijf steden die u hebt gebruikt. Raak de naam van de stad aan waar u naartoe wilt. [Alle wissen] Hiermee verwijdert u alle ingevoerde letters. [A-Z] Hiermee opent u een invoertoetsenbord voor alfabetische tekens. [Accent] Hiermee opent u een invoertoetsenbord voor speciale tekens. [0-9] Hiermee opent u een invoertoetsenbord voor cijfers. [Symbolen] Hiermee opent u een invoertoetsenbord voor symbolen. [OK] Hiermee wordt de zoekopdracht in de database gestart met de opgegeven tekens waarna een lijst met steden wordt weergegeven. [(Alfabet)] Hiermee scrollt u door de lijst op basis van de beginletter. Het totale aantal items in de lijst wordt links in het scherm aangegeven. 8. Raak de [Straat]-toets aan. Het scherm voor het invoeren van de straat wordt weergegeven. U hoeft de straatnaam niet in te voeren. Als u de [OK]-toets aanraakt, gaat u naar stap 13. 9. Voer de naam van de gewenste straat in door de letters op het scherm en vervolgens de [OK]-toets aan te raken. Voer de straatnaam op dezelfde manier in als de stad. De lijst met straatnamen wordt weergegeven. 268

Overzicht van procedures voor het opgeven van een bestemming 10.Raak de naam van de straat aan waar u naartoe wilt. Het systeem keert nu terug naar het invoerscherm voor adressen. 13.Controleer de locatie en raak vervolgens de [OK]-toets aan. Het instelmenu voor de route wordt weergegeven met de kaart met daarop de geselecteerde bestemming. 11.Raak de [Huisnummer]-toets aan. Het scherm voor het invoeren van het huisnummer wordt weergegeven. In dit scherm kunt u de gevonden plaats opslaan of faciliteiten (POI) in de omgeving zoeken. Instelmenu voor de locatie (p. 276) 14.Raak de [Start]-toets aan. De routeweergave wordt gestart. U hoeft het huisnummer niet in te voeren. Als u de [OK]-toets aanraakt, gaat u naar stap 13. 12.Voer het huisnummer in door de cijfers op het scherm en vervolgens de [OK]-toets aan te raken. Het instelmenu voor de locatie wordt weergegeven. De gevonden plaats wordt aangegeven met op de kaart. In dit scherm kunt u ook kiezen voor alternatieve routes die aan andere voorwaarden voldoen, meer informatie over de route vinden en routepunten instellen. Instelmenu voor de route (p. 276) Nederlands Het bereik van de huisnummers die u kunt invoeren, wordt onder in het scherm weergegeven. 269

3. De bestemming opgeven Zoeken naar uw bestemming vanuit het bestemmingsmenu U kunt verschillende methoden gebruiken om te zoeken naar een bestemming vanuit het bestemmingsmenu. Gebruik een geschikte methode voor de plaats waar u naartoe wilt. Bestemmingsmenu: scherm 1 Nederlands Bestemmingsmenu: scherm 2 1. Druk op de [MENU]-knop. Het scherm met het bestemmingsmenu wordt weergegeven. Raak de [ ]-toets (Volgende) aan om het volgende menuscherm weer te geven. U kunt het scherm met het bestemmingsmenu ook weergeven door de [Best.]-toets in het menu met navigatiesnelkoppelingen aan te raken. Dit menu kunt u weergeven door de [NAVI]-toets op het kaartscherm aan te raken. 2. Raak de gewenste zoekmethode aan. Zie de betreffende gedeelten voor de verdere procedure. 270

Zoeken naar uw bestemming vanuit het bestemmingsmenu Op adres Zie Bestemming instellen door het adres op te geven (p. 267) voor informatie over het instellen van de bestemming met [Adres]. Op adresboek Hiermee kunt u een plaats die is opgeslagen in het navigatiesysteem, instellen als bestemming. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u eerst plaatsen opslaan in het navigatiesysteem. Adresboek (p. 298) 1. Raak de [Adresboek]-toets aan. 2. Raak in het adresboek dat wordt weergegeven de gewenste locatie aan. [Sort.] U kunt de sorteermethode selecteren. [naar nr.]: items worden weergegeven in de volgorde waarin ze zijn opgeslagen. [naar naam]: items worden op alfabetische volgorde weergegeven. [naar symbool]: items worden weergegeven op pictogramtype. [naar groep]: items worden weergegeven in groepen. Raak de [Geen (nieuwe)]-toets aan als u een nieuwe locatie wilt opslaan. Zie Adresboek (p. 298) voor informatie over het opslaan of bewerken van items. 3. Controleer de bestemming en raak vervolgens de [OK]-toets aan. 4. Raak de [Start]-toets aan. Op POI (Points of Interest) Selecteer de categorie van de plaats en verklein de selectie door het gebied of de naam op te geven en vervolgens te selecteren naar welke plaats u wilt gaan. Wanneer u de [naar naam]-toets aanraakt, kunt u zoeken door de naam in te voeren. 1. Raak de [POI]-toets aan. 2. Raak de gewenste categorie aan. Wanneer er een aanvullende lijst met categorieën wordt weergegeven, raakt u de gewenste categorie aan. 3. Voer de naam van de stad en de plaats in. 4. Raak de gewenste plaats aan in de lijst die wordt weergegeven. [naar afstand] De lijst wordt gesorteerd op locaties in de buurt wanneer u deze toets aanraakt. Deze toets wordt weergegeven wanneer de lijst is ingesteld op alfabetische volgorde. [naar naam] De lijst wordt gesorteerd in alfabetische volgorde wanneer u deze toets aanraakt. Deze toets wordt weergegeven wanneer de lijst is ingesteld op de volgorde voor locaties in de buurt. 5. Controleer de bestemming en raak vervolgens de [OK]-toets aan. 6. Raak de [Start]-toets aan. Op POI in de omgeving Selecteer de categorie van de plaats en zoek vervolgens naar plaatsen in de omgeving van de huidige locatie. 1. Raak de [POI in omgeving]-toets aan. 2. Raak de gewenste categorie aan. Wanneer er een aanvullende lijst met categorieën wordt weergegeven, raakt u de gewenste categorie aan. 3. Raak de gewenste plaats aan in de lijst die wordt weergegeven. 4. Controleer de bestemming en raak vervolgens de [OK]-toets aan. 5. Raak de [Start]-toets aan. Nederlands 271

Zoeken naar uw bestemming vanuit het bestemmingsmenu Nederlands Naar huis Wanneer u uw thuisadres hebt opgeslagen in het navigatiesysteem, kunt u eenvoudig de routeweergave naar uw huis instellen. Als u uw thuisadres niet hebt opgeslagen, kunt u dit doen door de [Thuis (nieuw)]-toets aan te raken. Wanneer de lijst met zoekmethoden wordt weergegeven, slaat u uw thuisadres op met de gewenste methode. U kunt uw thuisadres ook vastleggen via [Opgeslagen gegevens] in het instelmenu. Thuislocatie (p. 298) 1. Raak de [Thuis]-toets aan. 2. Raak de [Start]-toets aan. De route naar uw huis wordt berekend en de routeweergave wordt gestart. Op vorige bestemming Eerder gebruikte bestemmingen worden vastgelegd in de lijst met vorige bestemmingen (maximaal 100 locaties). U kunt een bestemming invoeren door de bestemming te selecteren in deze lijst. Wanneer de lijst met vorige bestemmingen meer dan 100 items bevat, worden de oudste automatisch gewist. 1. Raak de [ ]-toets (Volgende) aan. 2. Raak de [Vorige bestemmingen]-toets aan. 3. Raak in de lijst met vorige bestemmingen de plaats aan waar u naartoe wilt. 4. Raak de [OK]-toets aan. 5. Raak de [Start]-toets aan. Op vorig startpunt U kunt de laatste startlocatie instellen als bestemming. Wanneer u een terugweg wilt plannen vanaf een bereikte bestemming, is dit de beste methode om de nieuwe bestemming snel in te stellen. 1. Raak de [ ]-toets (Volgende) aan. 2. Raak de [Vorige startpunten]-toets aan. 3. Controleer de bestemming en raak vervolgens de [OK]-toets aan. 4. Raak de [Start]-toets aan. Op postcode U kunt op bestemmingen zoeken door een landnaam en de postcode van de gewenste plaats in te voeren. In sommige landen of districten kan het lastig zijn bepaalde plaatsen te vinden. In dergelijke gevallen kunt u zoeken op postcode gebruiken als een aanvulling op het zoeken op adressen. 1. Raak de [ ]-toets (Volgende) aan. 2. Raak de [Postcode]-toets aan. 3. Raak de [Land]-toets aan en vervolgens de toets met de gewenste landnaam. 4. Raak de [Postcode]-toets aan. Het scherm voor het invoeren van de postcode wordt weergegeven. 5. Voer de postcode in door de cijfers op het scherm aan te raken. 6. Raak de [OK]-toets aan. Zie het betreffende gedeelte voor uw land voor de rest van de procedure. Als [Land] is ingesteld op Nederland of het Verenigd Koninkrijk 1. Raak de [Zoek nauwkeurig]-toets aan. [Zoek gebied] Hiermee geeft u de naam weer van de stad die hoort bij de ingevoerde postcode. De procedure voor het zoeken van een plaats is gelijk aan die voor het zoeken op een adres. 2. Controleer de bestemming en raak vervolgens de [OK]-toets aan. Als er een andere plaats wordt weergegeven dan de plaats waar u naartoe wilt, raakt u de [Terug]-toets aan om terug te keren naar het vorige scherm. Vervolgens voert u de onderstaande procedure bij Als [Land] niet is ingesteld op Nederland of het Verenigd Koninkrijk uit. 3. Raak de [Start]-toets aan. Als [Land] niet is ingesteld op Nederland of het Verenigd Koninkrijk 1. Raak de [Zoek gebied]-toets aan. 2. Raak de naam van de gewenste stad aan om deze te selecteren. Het scherm voor het invoeren van het adres wordt weergegeven. 3. Voer zo nodig de straatnaam en het huisnummer in en raak de [OK]-toets aan. 4. Raak de [Start]-toets aan. 272

Zoeken naar uw bestemming vanuit het bestemmingsmenu Op snelwegoprit/-afrit U kunt een snelwegoprit of -afrit instellen als bestemming. 1. Raak de [ ]-toets (Volgende) aan. 2. Raak de [Oprit/Afrit snelweg]-toets aan. 3. Raak de [Land]-toets aan en zo nodig de landnaam. 4. Raak de [Snelweg]-toets aan. 5. Voer de naam van de snelweg in en raak de [OK]-toets aan. 6. Raak in de weergegeven lijst de gewenste snelweg aan. 7. Selecteer de [Oprit]- of [Afrit]-toets. 8. Raak in de weergegeven lijst met op- en afritten de plaats aan waar u naartoe wilt. [naar afstand] De lijst wordt gesorteerd op locaties in de buurt wanneer u deze toets aanraakt. Deze toets wordt weergegeven wanneer de lijst is ingesteld op de volgorde voor punten langs de weg. [volgens weg] De lijst wordt gesorteerd in de volgorde voor punten langs de weg wanneer u deze toets aanraakt. Deze toets wordt weergegeven wanneer de lijst is ingesteld op de volgorde voor locaties in de buurt. 9. Controleer de bestemming en raak vervolgens de [OK]-toets aan. 10.Raak de [Start]-toets aan. Op kruispunt U kunt een kruispunt opgeven als bestemming door de twee namen van de straten die elkaar kruisen, in te voeren en deze als bestemming in te stellen. 1. Raak de [ ]-toets (Volgende) aan. 2. Raak de [Kruispunt]-toets aan. 3. Raak de [Land]-toets aan en zo nodig de landnaam. 4. Raak de [Stad]-toets aan, voer de naam van de stad in en raak de [OK]-toets aan. U kunt ook doorgaan zonder een stad in te voeren. 5. Raak in de weergegeven lijst met steden de gewenste stad aan. 6. Raak de [1e straat]-toets aan, voer de straatnaam in en raak de [OK]-toets aan. 7. Raak in de weergegeven lijst met straten de gewenste straat aan. 8. Selecteer de tweede straat met dezelfde procedure. 9. Controleer de bestemming en raak vervolgens de [OK]-toets aan. 10.Raak de [Start]-toets aan. Op opgeslagen routes Hiermee selecteert u een eerder opgeslagen route, die u vervolgens instelt als de nieuwe route. Als u deze functie wilt gebruiken, moeten er een of meer routes zijn opgeslagen. Wanneer er momenteel een route met ten minste één routepunt is ingesteld, kunt u deze vastleggen door de [Geen (nieuwe)]-toets aan te raken. U kunt ook de huidige route vastleggen met het routemenu. Opgeslagen route (p. 299) 1. Raak de [ ]-toets (Volgende) aan. 2. Raak de [Opgeslagen routes]-toets aan. 3. Raak in de lijst met opgeslagen routes de route aan die u wilt instellen. 4. Raak de [Start]-toets aan. Op extra POI U kunt de gegevens die u hebt gedownload van de website, instellen als bestemming. Raadpleeg de Clarion-website voor meer informatie over de instelmethode. 273 Nederlands

Zoeken naar uw bestemming vanuit het kaartscherm U kunt naar een plaats zoeken door over te kaart te scrollen en de gevonden plaats vervolgens instellen als bestemming. 1. U scrollt de kaart door het kaartscherm aan te raken en de cursor zo te verplaatsen naar de gewenste positie. Raak de [OK]-toets aan. Scrollen over de kaart (p. 264) 2. Controleer de bestemming en raak vervolgens de [Nieuwe best.]-toets aan. 3. Raak de [Start]-toets aan. Wanneer u een plaats zoekt die ver van de huidige locatie ligt, wijzigt u de schaal van de kaart om sneller te kunnen zoeken. Zoeken naar een POI met de functie voor POIfavorieten In het menu met navigatiesnelkoppelingen kunt u snel een bestemming opgeven door te zoeken naar een plaats in de buurt van de huidige positie of langs de route op basis van vijf POI-categorieën die zijn opgegeven in het instelmenu. Wanneer de bestemming is ingesteld, kunt u POI s langs de route die u wilt bezoeken, opgeven als routepunten waarnaar u snel kunt zoeken. U kunt de vijf categorieën aanpassen in het instelmenu. Instellingen voor POI-favorieten (p. 295) Nederlands 1. Raak de [NAVI]-toets op het kaartscherm aan. Het menu met navigatiesnelkoppelingen wordt weergegeven. 2. Raak de [POI favoriet]-toets aan. Het scherm voor POI-favorieten wordt weergegeven. 3. Selecteer een categorie door deze aan te raken. De lijst met plaatsen in de buurt van of langs de route voor de geselecteerde categorie wordt weergegeven. Wanneer de bestemming al is ingesteld, worden de volgende toetsen boven in het scherm weergegeven. [naar afstand] Wanneer u op deze toets drukt, wordt de lijst met POI s in de buurt weergegeven, geordend op afstand ten opzichte van de huidige locatie. Deze toets wordt weergegeven als het scherm met de lijst van POI s langs de route actief is. [Route tonen] Wanneer u op deze toets drukt, wordt de lijst met POI s langs de route weergegeven, geordend op afstand ten opzichte van de huidige locatie. Deze toets wordt weergegeven als het scherm met de lijst van POI s in de buurt actief is. 4. Selecteer de gewenste bestemming door deze aan te raken. 5. Raak de [Start]-toets aan. De routeweergave naar de bestemming wordt gestart. Als de route al aanwezig is, wordt de geselecteerde POI toegevoegd als routepunt. 274

Zoeken naar uw bestemming via de lijst met favorieten/ veelgebruikte bestemmingen U kunt een bestemming invoeren door deze te selecteren in de lijst met favoriete of veelbezochte plaatsen die u hebt opgeslagen. Zie De lijst met favorieten/veelgebruikte bestemmingen gebruiken (p. 303) voor meer informatie over het gebruik van de lijst met favorieten/veelgebruikte bestemmingen. Op favoriet U kunt een bestemming invoeren door een plaats te selecteren in de lijst met favorieten die u eerder hebt opgeslagen. 1. Raak de [ ]-toets aan vanuit het bestemmingsmenu of het menu met navigatiesnelkoppelingen. De lijst met favorieten wordt weergegeven. Als het gewenste pictogram niet wordt weergegeven, raakt u de [N]-toets of de [n]- toets aan om door de lijst te scrollen. 2. Raak het pictogram aan dat u wilt instellen als bestemming. Het scherm met het instelmenu voor de locatie wordt weergegeven. 3. Controleer de bestemming en raak vervolgens de [OK]-toets aan. 4. Raak de [Start]-toets aan. Op veelgebruikte bestemming U kunt een bestemming invoeren door een plaats te selecteren in de lijst met veelgebruikte bestemmingen. Plaatsen die u invoert als bestemming, worden automatisch opgeslagen in de lijst met veelgebruikte bestemmingen. 1. Raak de [ ]-toets aan vanuit het bestemmingsmenu of het menu met navigatiesnelkoppelingen. De lijst met favorieten wordt weergegeven. 2. Raak de [ ] (Frequent)-toets aan. De lijst met veelgebruikte bestemmingen wordt weergegeven. Als het gewenste pictogram niet wordt weergegeven, raakt u de [N]-toets of de [n]- toets aan om door de lijst te scrollen. 3. Controleer de bestemming en raak vervolgens de [OK]-toets aan. 4. Raak de [Start]-toets aan. Nederlands 275

De bestemming instellen en de routeweergave starten Instelmenu voor de locatie Instelmenu voor de route Nederlands In het instelmenu voor de locatie, dat wordt weergegeven als u de gevonden plaats instelt als bestemming, kunt u afhankelijk van de situatie de volgende handelingen uitvoeren: Toets [OK]: Hiermee stelt u de locatie die op de kaart wordt aangegeven met, in als bestemming. Toets [Toevoegen]: Als er al een bestemming is ingesteld, kunt u de locatie bij de instellen als routepunt. Geef aan in welke volgorde de punten onderweg moeten worden gepasseerd. De route bewerken (p. 281) Toets [POI in omgeving]: U kunt zoeken naar een plaats van de opgegeven categorie in de omgeving van de locatie bij de en deze plaats instellen als bestemming. De zoekprocedure is vergelijkbaar met de procedure voor het zoeken naar POI s. Op POI in de omgeving (p. 271) Toets [POI info]: Wanneer het navigatiesysteem informatie over de gezochte locatie bevat, kunt u deze weergeven door op de [POI info]-toets te drukken. Toets [Locatie opslaan]: Hiermee slaat u de gevonden locatie op in het adresboek. Toets [ ]: Raak deze toets aan om van de kaart naar het kaartscrollscherm te gaan. U kunt de locatie van de gezochte plaats aanpassen. De naam van de weg dichtbij de cursor wordt onder in het scherm weergegeven. Voor de 2D-kaarten knippert de weg die is ingesteld als bestemming wanneer de schaal 200 m of kleiner is. Wanneer u de volgende plaatsen instelt als bestemming, moet u de positie van de knipperende weg controleren: Plaats waar stijgende en dalende wegen uiteenlopen Plaats vlakbij een kruispunt of viaduct Plaats waar geen weg in de buurt is Wanneer u de bestemming invoert, wordt het instelmenu voor de route weergegeven met de kaart die de voorgestelde routes aangeeft. U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren vanuit dit scherm, afhankelijk van de situatie: Als er ongeveer 30 seconden lang geen toets wordt aangeraakt nadat deze toets verschijnt, wordt de weergave van de route automatisch gestart. Toets [Start]: Hiermee start u de routeweergave naar de bestemming. Toets [Andere routes]: U kunt ook kiezen voor andere routes op basis van andere prioriteiten. Dit kunt u ook instellen in het routemenu. Een andere route selecteren (p. 283) [Snelste route] Hiermee wordt de route weergegeven waarvoor de minste tijd nodig is. [Vermijd snelweg] Hiermee wordt de route weergegeven waarbij snelwegen zo veel mogelijk worden vermeden. [Kortste route] Hiermee wordt de route met de kortste afstand weergegeven. [OK] Hiermee wordt de opgegeven route weergegeven. Toets [Route info]: Hiermee wordt de informatie van de voorgestelde route op het scherm weergegeven. [Overzicht] U kunt de route op de kaart controleren. Wanneer u de [F]-toets aanraakt, scrollt de kaart zodat de cursor de rijrichting van de voorgestelde route volgt. Wanneer u de [R]- toets aanraakt, scrollt de kaart zodat de cursor de omgekeerde richting van de voorgestelde route volgt. Wanneer u de [G]-toets aanraakt, wordt het scrollen tijdelijk onderbroken. 276

De bestemming instellen en de routeweergave starten [Simulatie] Hiermee wordt automatisch de simulatie van de routeweergave met de bewegende automarkering gestart. Wanneer u de [G]-toets aanraakt, wordt de simulatie tijdelijk gestopt. Met de [P]-toets kunt u de simulatie weer starten. Wanneer u de [p]-toets aanraakt, stopt de simulatie en keert u terug naar het vorige scherm. Toets [Etappe erbij]: Hiermee voegt u routepunten toe aan de voorgestelde route op de kaart. Als de lijst voor de zoekmethode voor plaatsen wordt weergegeven, kunt u plaatsen die u wilt instellen als routepunten, zoeken en selecteren. Hiervoor kunt u vergelijkbare methoden gebruiken als voor het invoeren van een bestemming. Als het scherm voor het bewerken van de route wordt weergegeven, raakt u de [Etappe erbij]-toets aan. U kunt maximaal vijf routepunten opgeven. Routepunten kunt u ook instellen nadat de routeweergave is gestart. De route bewerken (p. 281) Nederlands 277

4. Routeweergave Nadat u een bestemming hebt ingevoerd en de routeweergave hebt gestart, wordt u langs de route geleid aan de hand van de weergave op het scherm en de stem. Functies voor routeweergavescherm Naast het kaartscherm worden er nog verschillende andere schermen weergegeven tijdens de routeweergave, afhankelijk van de situatie. Druk op de [MAP]-knop om te schakelen tussen de volgende schermen. Kaartscherm voor een kruispunt Wanneer u ongeveer 300 m of 300 yd (1 km of 1 mijl op een snelweg) bent verwijderd van het volgende punt op de route, wordt het scherm gesplitst en wordt aan de linkerkant het kaartscherm voor een kruispunt weergegeven. U kunt instellen of het kaartscherm voor een kruispunt moet worden weergegeven. De standaardinstelling is AAN. Het uiterlijk van de kaart aanpassen (p. 264) 1 Nederlands 1 Punt op de route Geeft het volgende punt op de route aan. 2 Routeweergave Geeft aan in welke richting u moet reizen. 2 3 3 Aanduiding resterende afstand Geeft de resterende afstand tot het volgende punt op de route aan met een staafgrafiek. 278

Functies voor routeweergavescherm Detailscherm voor afslagen op de route Het scherm is altijd in tweeën gedeeld en het detailscherm voor afslagen op de route wordt aan de linkerkant weergegeven als Details weergeven is geactiveerd. Het detailscherm voor afslagen bevat de punten op de route die het dichtst bij de auto in de buurt zijn en verandert dan ook tijdens de reis. Wanneer u het volgende punt op de route nadert, wordt het scherm aan de linkerkant automatisch gewijzigd in het kaartscherm voor een kruispunt. U kunt instellen of het detailscherm voor afslagen moet worden weergegeven. De standaardinstelling is UIT. Het uiterlijk van de kaart aanpassen (p. 264) 1 1 Toets [I] / [i] Hiermee scrollt u in het detailscherm voor afslagen op de route. Wanneer u de [I]-toets aanraakt, wordt het detailscherm voor afslagen voor de volgende punten op de route weergegeven. 2 2 Detailscherm voor afslagen De lijst met punten op de route en aanwijzingen voor afslaan wordt aangepast aan de items in de buurt van de positie van de auto en verandert steeds tijdens de reis. Nederlands Andere schermen tijdens de route In het instelmenu voor de kaart met routeweergave bij de navigatie-instellingen kunt u andere functies instellen, zoals de weergave van een kleine pijl die de afslag aangeeft of van het kaartscherm voor een kruispunt. Instellingen voor kaart met routeweergave (p. 293) 3D-weergave voor wegsplitsing Wanneer u onderweg bent op de snelweg en ongeveer 1 km of 1 mijl bent verwijderd van het volgende punt op de route met een wegsplitsing, wordt het scherm in tweeën gedeeld. Aan de linkerkant wordt de informatie over de wegsplitsing met een 3D-afbeelding weergegeven. Kleine pijl voor afslagen op de kaart De richting van de afslag en de afstand naar het volgende punt op de route worden weergeven in de linkerbovenhoek van het scherm. 279