DENDERMONDE Herziening gemeentelijk ruimtelijk structuurplan



Vergelijkbare documenten
13/ / Informatief deel

inleiding ruimtelijk structuurplan tienen stad TIENEN Juli 2006 Erwin Lammens ruimtelijk planner - planoloog

Herziening GRS Dendermonde

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Opwijk, herziening Gemeente Opwijk

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare

Ruimtelijk Structuurplan Vilvoorde. Inleiding

Inhoudstafel INLEIDING...2

Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel

Besluit van de Deputatie

12 Conceptuele benadering van de ruimtelijke structuur

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

1 Algemene inleiding bij de gecoördineerde versie van 2016

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem

VERSTEDELIJKT GEBIED ZANDLEEMGEBIED SCHELDE - DURME. afbakening stedelijk gebied sint-niklaas rivier- of beekvallei

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

TEKSTEN. ruimtelijk structuurplan kalmthout. gemeente kalmthout 31 maart 2006

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Kluisbergen. Gecoördineerde ontwerpversie

Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN PROCESNOTA Colofon

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne

ISTRUCTUURPLAN GLABBEEK

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

RUP Decof. Procesnota. Fase: Startnota. Mei Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001

Richtinggevend gedeelte

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV)

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg algemene inleiding algemene inleiding

DOSSIER VOOR DE GEMEENTERAAD

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Sint-Martens-Latem

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

Wijkraad Oudenburg. Agenda

Stad Gent werkt aan Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stedelijk Wonen

Gemeente Opwijk. Contact Stratenplan Openingsuren E-loket Aanmelden. normaal lettertype grootte medium lettertype grootte groot lettertype grootte

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN. GEMEENTE KAMPENHOUT Provincie Vlaams-Brabant

BPA CENTRUM ZUID, WIJZIGING A,


Stad harelbeke RUP bavikhove dorp west PROCESNOTA. april 2019, definitief vastgeteld

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare. In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare. Bindend gedeelte

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel

gemeente Zwevegem RUP Omleidingsweg IMOG en Moen-Trekweg december 2017, startnota

Actualisatie en gedeeltelijke herziening. Informatie- en inspraakvergadering

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

Landschap en ruimtelijke ontwikkeling

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS. ONTWERP GRS Inleidend deel

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Infovergadering woensdag 15 september 2010

DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden

PROCESNOTA RUP BEKINA PROVINCIE: OOST-VLAANDEREN GEMEENTE: KLUISBERGEN. Dossier nr RUP BEKINA DE ONTWERPERS:

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Bindend gedeelte Zwalm April 2012

GEMEENTE HEUVELLAND RUP Brandweerkazerne. Procesnota mei 2019

Amendementen. op het ontwerp van decreet

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

Wijkraad Roksem. Agenda

gemeente zwevegem RUP Transfo herziening A procesnota april 2019, fase startnota

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte

Stad harelbeke RUP Natuurgebied zuid. december 2018, procesnota, voorlopig vastgesteld


PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Provincieraadsbesluit

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof

Figuur 2: Situering van Opwijk binnen het RSV (bron:

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Infobundel Project Ruggeveld-Boterlaar-Silsburg 23 juni 2009

BEPERKTE HERZIENING GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SCHOTEN Informatievergadering. Wat is een (gemeentelijk) ruimtelijk structuurplan?

gemeente zwevegem RUP Gemeentepark procesnota december 2018, fase scoping

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 9180 MOERBEKE.

Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen

Gemeente Glabbeek RUP Zonevreemde recreatie. Procesnota mei 2018

2 planningsproces. ting van: DD-MM-JJJJ

Uw gemeente in cijfers: Dendermonde

2 planningsproces. 2.2 agenda RUP-procedure

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie. Erkende natuurreservaten

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college

RUP Centrum Infovergadering 23/08/2018

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP

p r o c e s n o t a R U P B e e l d b e p a l e n d e B a k e n s i n h e t l a n d s c h a p

Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

DEEL 3 : BINDEND GEDEELTE

RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN HECHTEL-EKSEL KAARTENBUNDEL

Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden

Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

Provincieraadsbesluit

Aan Federaal Aankoopcomité Kruidtuinlaan 50 bus Brussel

Stad harelbeke RUP MOLENeiland. juli 2018, fase scopingnota

Transcriptie:

DENDERMONDE Herziening gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ONTWERP VOOR VOORLOPIGE VASTELLING Stadsbestuur Dendermonde Franz Courtensstraat 11 9200 Dendermonde Grontmij Ruimtelijke Planning en Ontwerp september 2011

Verantwoording Titel : DENDERMONDE Herziening gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Subtitel : Ontwerp voorlopige vaststelling Projectnummer : 235029 Revisie : 18 Datum : september 2011 Auteur(s) : Rik Rousseau, Cindy Vandenbogaerde, Griet Van Waes, Piet De Rycke, Joke Zanders E-mail adres : griet.vanwaes@grontmij.be Gecontroleerd : GVW Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd : GVW Paraaf goedgekeurd : Contact : Grontmij Meersstraat 138A B-9000 Gent T +32 9 241 59 20 F +32 9 241 59 30 gent@grontmij.be www.grontmij.be blad 2 van 315

Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van. Zegel van de gemeente Op bevel, De Secretaris, De Voorzitter, Elke De Man Piet Buyse Het College van Burgemeester en Schepenen verklaart dat onderhavig Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan voor iedereen ter inzage heeft gelegen van.. tot en met.... Zegel van de gemeente Namens het College Op bevel, De Secretaris, De Burgemeester, Elke De Man Piet Buyse Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van. Zegel van de gemeente Op bevel, De Secretaris, De Voorzitter, Elke De Man Piet Buyse Verantwoordelijk ruimtelijk planner, Rik Rousseau Griet Van Waes blad 3 van 315

Inhoudsopgave 1 ALGEMENE INLEIDING...8 1.1 Structuurplanning, een proces van visie- en beleidsvorming...8 1.2 Het ruimtelijk structuurplan als kader voor ruimtelijke ontwikkelingen...8 1.3 Structuurplanning: een proces op drie sporen...9 1.4 Inhoud van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Dendermonde...10 1.5 Procesverloop...11 1.6 Het gevoerde ruimtelijk beleid...13 DEEL 1. INFORMATIEF GEDEELTE... 14 1 SITUERING VAN DENDERMONDE OP MACRONIVEAU...16 1.1 Ruimtelijke situering...16 1.2 Functionele situering...19 2 BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR OP MESONIVEAU...21 2.1 Doelstelling en methodiek...21 2.2 Evolutie van de ruimtelijke structuur...22 2.3 Bestaande nederzettingsstructuur...24 2.4 Bestaande ruimtelijk-economische structuur...32 2.5 Bestaande verkeersstructuur...36 2.6 Bestaande agrarische structuur...42 2.7 Bestaande natuurlijke structuur...50 2.8 Bestaande sociaal-culturele structuur...54 2.9 Bestaande ruimtelijke structuur van de deelruimtes...56 2.10 Synthese van de bestaande ruimtelijke structuur...65 3 JURIDISCHE CONTEXT EN PLANNINGSCONTEXT... 67 3.1 Juridische context...67 3.2 Planningscontext...77 4 Prognoses en ramingen... 117 4.1 Wonen...117 4.2 Bedrijvigheid...131 4.3 Groen...137 4.4 Recreatie...141 4.5 Gemeenschapsvoorzieningen...144 4.6 Kleinhandel en diensten...146 DEEL 2. RICHTINGGEVEND GEDEELTE...147 1 Uitgangshouding, visie, doelstelling en ruimtelijke concepten... 149 1.1 Uitgangshouding...149 1.2 Visie...151 1.3 Doelstellingen...152 1.4 Ruimtelijke concepten...153 2 Duurzaam watersysteem... 159 2.1 Beleidsdoelstelling...159 blad 4 van 315

3 Gewenste nederzettingsstructuur...165 3.1 Beleidsdoelstellingen...165 3.2 Elementen van de gewenste nederzettingsstructuur...165 3.3 Verdere uitwerking...171 3.4 Mogelijke acties...184 4 Gewenste ruimtelijk-economische structuur...188 4.1 Beleidsdoelstellingen...188 4.2 Elementen van de gewenste ruimtelijk-economische structuur...188 4.3 Mogelijke acties...204 5 Gewenste verkeersstructuur...206 5.1 Beleidsdoelstellingen...206 5.2 Elementen van de gewenste verkeersstructuur...206 5.3 Mogelijke acties...220 6 Gewenste natuurlijke structuur...223 6.1 Beleidsdoelstellingen...223 6.2 Elementen van de gewenste natuurlijke structuur...223 6.3 Mogelijke acties...238 7 Gewenste agrarische structuur...241 7.1 Beleidsdoelstellingen...241 7.2 Elementen van de gewenste agrarische structuur...242 7.3 Verdere uitwerking...244 7.4 Mogelijke acties...258 8 Gewenste sociaal-culturele structuur...259 8.1 Onderwijs...259 8.2 Recreatieve en sportvoorzieningen...260 8.3 Toerisme...265 8.4 Gemeenschapsvoorzieningen...268 8.5 Mogelijke acties...270 9 Ruimtelijke ontwikkelingsvisie Dendermonde en deelruimten... 273 9.1 Dendermonde in de Vlaamse Ruit...273 9.2 Dendermonde: vijf deelruimten...274 9.3 Schelde- en Dendervallei...275 9.4 Stedelijk gebied Dendermonde...278 9.5 Grembergen...287 9.6 Westelijke open ruimte...289 9.7 Zuidelijk grensgebied...293 DEEL 3. BINDEND GEDEELTE...295 1 Draagwijdte en werking bindende bepalingen.. 296 2 Selecties... 297 2.1 Deelruimten...297 2.2 Deelstructuren...297 3 Ruimtelijke instrumenten... 301 3.1 Ruimtelijke beleidsstudies en/of ruimtelijke uitvoeringsplannen...301 3.2 Stedenbouwkundige verordeningen...303 4 Andere acties en taakstellingen... 304 4.1 Wonen...304 4.2 Werken...305 blad 5 van 315

4.3 Verkeer...305 4.4 Natuur en groen...306 4.5 Landbouw...306 4.6 Sociaal-culturele aspecten...306 5 Geïntegreerde en gebiedsgerichte strategische projecten...308 5.1 Doortrekking N41...308 5.2 Stationsomgeving Dendermonde...308 5.3 Stadsdeel Sint-Gillis...309 5.4 Epicentrum, omgeving Oude Dender, kernwinkelhart en site Kazerne...309 5.5 Vestinggordel...309 5.6 Randstedelijk groengebied Oud Klooster-Zwijveke...310 5.7 Den Briel...310 5.8 VPK...310 6 Samenwerking en overleg...311 DEEL 4. BIJLAGEN... 312 1 Evaluatie bestaande kleinere bestemmingszones voor bedrijvigheid cfr. gewestplan op het grondgebied van Dendermonde...313 blad 6 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE Kaartenlijst Kaart 1. Situering Dendermonde op macroniveau...16 Kaart 2. Situering Dendermonde...16 Kaart 3. Evolutie van de ruimtelijke structuur (18 de eeuw tot heden)...23 Kaart 4. Bestaande nederzettingsstructuur...24 Kaart 5. Bestaande bevolkingsdichtheid Dendermonde...28 Kaart 6. Bestaande ruimtelijk-economische structuur...32 Kaart 7. Bestaande verkeersstructuur...36 Kaart 8. Bestaande verbindingen openbaar busvervoer...39 Kaart 9. Bestaande leidingen...41 Kaart 10. Bestaande agrarische structuur...42 Kaart 11. Bestaande natuurlijke structuur...50 Kaart 12. Bestaande voorzieningen...54 Kaart 13. Bestaande toeristisch-recreatieve voorzieningen...54 Kaart 14. Bestaande ruimtelijke structuur deelruimte Schelde- en Dendervallei...58 Kaart 15. Bestaande ruimtelijke structuur deelruimte Mespelare...58 Kaart 16. Bestaande ruimtelijke structuur deelruimte pool van Dendermonde, Sint-Gillis en Hoogveld...62 Kaart 17. Bestaande ruimtelijke structuur deelruimte pool van Baasrode en Den Briel...62 Kaart 18. Bestaande ruimtelijke structuur deelruimte Appels...63 Kaart 19. Bestaande ruimtelijke structuur deelruimte Oudegem...63 Kaart 20. Bestaande ruimtelijke structuur deelruimte Schoonaarde...64 Kaart 21. Bestaande ruimtelijke structuur deelruimte Grembergen...65 Kaart 22. Synthese van de bestaande ruimtelijke structuur...65 Kaart 23. Gewestplan (KB 07/11/1978)...68 Kaart 24. Bovenlokale ruimtelijke uitvoeringsplannen...68 Kaart 25. Goedgekeurde BPA's en gemeentelijke RUP's...71 Kaart 26. Herbevestigde agrarische gebieden BVR 24 oktober 2008...72 Kaart 27. Specifieke natuurbeschermingsmaatregelen...74 Kaart 28. Beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten...75 Kaart 29. Uittreksel landschapsatlas...99 Kaart 30. Onbebouwde percelen in woongebied en goedgekeurde verkavelingen...117 Kaart 31. Inventarisatie aanbod bedrijvigheid...133 Kaart 32. Bestaande kleinere bestemmingszones voor bedrijvigheid cfr. gewestplan op het grondgebied van Dendermonde (KMO-splinters)...133 Kaart 33. Gewenste nederzettingsstructuur...165 Kaart 34. Ontwikkelingsperspectieven binnengebieden...171 Kaart 35. Gewenste ruimtelijk-economische structuur...188 Kaart 36. Gewenste verkeers- en vervoersstructuur...206 Kaart 37. Gewenste wegencategorisering...206 Kaart 38. Gewenst fietsroutenetwerk...217 Kaart 39. Gewenste natuurlijke structuur...223 Kaart 40. Gewenste agrarische structuur...242 Kaart 41. Gewenste sociaal-culturele structuur...259 Kaart 42. Gewenste ruimtelijke structuur deelruimte Schelde-Dendervallei...275 Kaart 43. Gewenste ruimtelijke structuur Mespelare...278 Kaart 44. Gewenste ruimtelijke structuur deelruimte 'Stedelijk gebied Dendermonde...278 Kaart 45. Gewenste ruimtelijke structuur Pool van Dendermonde, Sint- Gillis en Hoogveld...278 Kaart 46. Gewenste ruimtelijke structuur binnenstad...281 Kaart 47. Gewenste ruimtelijke structuur Pool van Baasrode, Den Briel en Gendhof...286 Kaart 48. Gewenste ruimtelijke structuur Grembergen...287 Kaart 49. Gewenste ruimtelijke structuur Westelijke open ruimte...289 Kaart 50. Gewenste ruimtelijke structuur Appels...289 Kaart 51. Gewenste ruimtelijke structuur Schoonaarde...290 Kaart 52. Gewenste ruimtelijke structuur Oudegem...290 Kaart 53. Gewenste ruimtelijke structuur Zuidelijk grensgebied...293 Kaart 54. Synthese gewenste ruimtelijke structuur Dendermonde...294 blad 7 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE 1 ALGEMENE INLEIDING 1.2 Het ruimtelijk structuurplan als kader voor ruimtelijke ontwikkelingen Het ruimtelijk structuurplan is het resultaat van een structuurplanningsproces. 1.1 Structuurplanning, een proces van visie- en beleidsvorming Structuurplanning is de soort van ruimtelijke planning die momenteel gehanteerd wordt in Vlaanderen. De structuurplanning wordt gezien als een middel om tot een goed ruimtelijk beleid te komen. In het document Structuurplanning: een handleiding voor de gemeenten (AROHM, Afdeling Ruimtelijke Planning, 1994) staat structuurplanning omschreven als een dynamisch en continu proces van visie- en beleidsvorming met betrekking tot de kwaliteit van de ruimte en de realisatie ervan. De structuurplanning situeert zich met andere woorden op het domein van de beleidsvoorbereiding: ze is gericht op de voorbereiding van de beleidsdoelstellingen en op het onderzoek en de toetsing ervan aan de beschikbare middelen. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in werking getreden sinds 1 september 2009, vormt de juridische basis voor de opmaak van ruimtelijke structuurplannen. Artikel 2.2.1 stelt het volgende: Onder ruimtelijk structuurplan wordt verstaan een beleidsdocument dat het kader aangeeft voor de gewenste ruimtelijke structuur. Het geeft een langetermijnvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied in kwestie. Het is erop gericht samenhang te brengen in de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering van beslissingen die de ruimtelijke ordening aanbelangen. Het geheel van de ruimtelijke ordening wordt als volgt gekaderd (artikel 1.1.4): De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit. Artikel 1.1.3 van het decreet bepaalt dat de ruimtelijke ordening van het Vlaams Gewest, de provincies en de gemeenten wordt vastgelegd in ruimtelijke structuurplannen, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verordeningen. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is het ruimtelijk voorkomen een van de basisgegevens. Het volledige gemeentelijke structuurplanningsproces zal dan ook een sterk ruimtelijke invalshoek kennen. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is bedoeld om het kader te creëren, waarbij een duidelijke ruimtelijke toekomstvisie bepaalt wat waar kan, zonder bepaalde sectoren te benadelen. blad 8 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE Het structuurplan is een beleidsplan met een juridische indicatieve waarde. Het ruimtelijk kader wordt aangegeven voor het gemeentelijk huisvesting-, economisch-, mobiliteits- en milieu- en natuurbeleid. Alle gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, gemeentelijke verordeningen en andere gemeentelijke uitvoeringstaken met ruimtelijk-structurele consequenties (zoals de (her)aanleg van wegen, dorpsherwaardering of milieu- en natuurinfrastructuur) dienen zich te richten naar het goedgekeurd ruimtelijk structuurplan. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt verder dat het structuurplan moet bestaan uit drie delen: het informatief gedeelte, met de bestaande ruimtelijke structuur, de problemen en potenties, de trends en prognoses het richtinggevend gedeelte, met de gewenste ruimtelijke structuur het bindend gedeelte, dat het kader levert voor de uitvoerende maatregelen waarmee men de gewenste ruimtelijke structuur wil realiseren. Het ruimtelijk structuurplan is slechts bindend voor de overheid, maar nooit voor de bewoner. Structuurplannen kunnen geen beoordelingsgrond vormen voor vergunningsaanvragen, noch voor het stedenbouwkundig uittreksel en attest. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt vastgelegd voor een termijn van vijf jaar, maar het blijft in ieder geval van kracht totdat het door een nieuw definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is vervangen. 1.3 Structuurplanning: een proces op drie sporen De omzendbrief RO 97/02 van 14 maart 1997 over het gemeentelijk structuurplanningsproces (B.S. 28/03/1997) geeft aan dat het ruimtelijk structuurplan niet een doel op zich is, maar slechts een van de producten in een continu proces voor een goed ruimtelijk beleid: Het ruimtelijk beleid moet evenzeer gericht zijn op het procesmatige (het plannings- en besluitvormingsproces en de betrokkenheid van alle partners). In de aangehaalde Handleiding voor gemeenten wordt een aanpak voorgesteld waarbij gelijktijdig op drie sporen wordt gewerkt: werken aan een lange termijnvisie op de gewenste ontwikkeling van de gemeente inpikken op dringende problemen en kansen creëren van een maatschappelijk draagvlak. Werken aan een langetermijnvisie is structureel bezig zijn vanuit een algemene visie op kwaliteit en duurzaamheid. Deze werkwijze, ook wel lineair planningsproces genoemd, wordt gekenmerkt door een analytische en geïntegreerde aanpak hetzij vanuit concrete problemen hetzij vanuit een veeleer abstracte benadering op basis van waarden en normen van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling. Inpikken op dringende problemen en kansen is strategisch werken aan knelpunten en mogelijkheden die zich voordoen en niet kunnen wachten tot de langetermijnvisie is uitgewerkt. Het spreekt vanzelf dat deze bottomup benadering moet gebaseerd zijn op de detectie van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten en de intenties met betrekking tot een duurzame ontwikkeling niet mag hypothekeren. Op deze wijze zal het concreet werken aan knelpunten en mogelijkheden ook de visie op lange termijn mee helpen tot stand brengen. Beide werkwijzen of sporen zijn derhalve als complementair te beschouwen. blad 9 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE Het werken met de bevolking heeft als doel: de plannen en voorstellen inhoudelijk te verbeteren en ze een hogere realiteitswaarde te geven omwille van het feit dat ze op die manier worden geïnspireerd en gedragen door de bevolking een draagvlak te creëren een bijdrage te leveren tot een meer democratische en open samenleving bevolkingsgroepen te sensibiliseren voor ruimtelijke kwaliteit en een verantwoord ruimtelijk beleid een contract tussen bevolking en overheid tot stand te brengen. Dit spoor doet de inzichten in het ruimtelijk gebeuren, de invloed erop en de verantwoordelijkheid ervoor bij de verschillende groepen in de bevolking toenemen. In die zin kan men hier spreken van emancipatorisch werk. Maar tegelijk is dit spoor een politiek proces, dat de geloofwaardigheid van beleid en administratie kan versterken. 1.4 Inhoud van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Dendermonde Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt opgebouwd uit een informatief, een richtinggevend en een bindend gedeelte. Het informatief gedeelte bevat informatie over de bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente, over de toekomstige ruimtebehoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten en over de bestaande plannen voor het grondgebied van de gemeente. Het richtinggevend gedeelte geeft de doelstellingen en prioriteiten weer van de gemeente inzake ruimtelijke ordening. Het bevat een beschrijving van de gewenste ruimtelijke structuur en van de maatregelen, middelen, instrumenten en acties tot uitvoering ervan. Het gemeentebestuur mag bij het nemen van beslissingen niet afwijken van het richtinggevend gedeelte, tenzij omwille van onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtelijke behoefte van de verschillende maatschappelijke activiteiten of omwille van dringende sociale, economische of budgettaire redenen. Het bindend gedeelte bevat de onderdelen van het ruimtelijk structuurplan die bindend zijn voor het gemeentebestuur. blad 10 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE 1.5 Procesverloop 1.5.1 Verloop van het planningsproces Het procesverloop wordt georganiseerd in volgende fasen: De eerste fase omvat de opmaak van een procesnota. De volgende aspecten komen hierbij aan bod: algemeen stappenschema en producten van het planproces overzicht van de overleg- en beslissingsmomenten en de voorziene timing groepen, organisaties, overheden en personen die bij het planningsproces moeten worden betrokken checklist met nodige aanpassingen en discussiethema s. In de tweede fase wordt het GRS verwerkt in een startnota. De startnota omvat volgende zaken: de bestaande ruimtelijke structuur de planningscontext de knelpunten, kwaliteiten en kansen visie en concept voor de gewenste ontwikkeling het verloop van het planningsproces. Op basis van de startnota en het vooroverleg wordt het voorontwerp - bestaande uit een informatief, een richtinggevend en een bindend deel - opgemaakt. Na terugkoppeling met het college van burgemeester en schepenen wordt dit voorontwerp voor advies voorgelegd aan een algemene raadscommissie van de gemeenteraad, de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening en andere adviesraden, stuurgroep en een structureel vooroverleg met de hogere overheden. voorgelegd aan de plenaire vergadering, de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening en de bevolking. Na deze adviesronde wordt het voorontwerp na terugkoppeling met het college van burgemeester en schepenen aangepast tot een ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De gemeenteraad stelt het ontwerp van ruimtelijk structuurplan voorlopig vast. Vanaf dit moment wordt het ontwerp structuurplan via een wettelijk vastgelegde procedure bijgewerkt en definitief goedgekeurd. Tijdens het openbaar onderzoek worden terug bevolkingsvergaderingen georganiseerd. Na het openbaar onderzoek worden de adviezen en bezwaarschriften gebundeld en formuleert de Gecoro een gemotiveerd advies aan de gemeenteraad. De gemeenteraad stelt het aangepast gemeentelijk ruimtelijk structuurplan definitief vast. Het definitief vastgesteld gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt vervolgens doorgestuurd voor goedkeuring naar de Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen. Na goedkeuring verschijnt het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Dendermonde in Belgisch Staatsblad, waarna het van kracht wordt en het bestaande GRS vervangt. 1.5.2 Overlegorganen Communicatie en overleg vormen een fundamenteel onderdeel van het structuurplanningsproces. Tijdens de opmaak van het GRS worden meerdere overlegmomenten voorzien met de ambtelijke werkgroep, de stuurgroep, het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de GECORO en de bevolking. Op basis van deze adviesronde wordt het voorontwerp aangepast en na terugkoppeling met het college van burgemeester en schepenen blad 11 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE De ambtelijke werkgroep is als volgt samengesteld: College van Burgemeester en Schepenen: Piet Buyse, burgemeester Leen Dierick, eerste schepen Bart Van Malderen, tweede schepen Carine Verhelst, derde schepen Dirk Abbeloos, vierde schepen Martine Van Hauwermeiren, vijfde schepen François De Bleser, zesde schepen Marius Meremans, zevende schepen Theo Janssens, achtste schepen Secretaris: Elke De Man dienst stedenbouw en ruimtelijke ordening: Chris Delens, adj. stedenbouwkundig ambtenaar Wendy Janssens, technisch medewerker Rik Rousseau, Diensthoofd Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Mobiliteit (vanaf 07/2011) dienst wegen en waterlopen: Jan Everaert dienst infrastructuur: Hubert Platteaux dienst huisvesting: Anita De Bruyne dienst groen en natuur: Tarcy Verstraeten dienst leefmilieu: Ingrid D Hondt dienst mobiliteit: Karel Brits dienst middenstand en onderwijs: Dirk Van Hecke Grontmij: Rik Rousseau (tot en met 06/2001), Griet Van Waes De ambtelijke werkgroep kan, indien nodig, worden uitgebreid met volgende externe deskundigen wanneer een specifiek thema aan bod komt: Gecoro: Marc Vereecken Agentschap Wegen en Verkeer De Lijn Infrabel Provinciale dienst waterlopen Waterwegen en Zeekanaal Politie Intercommunale DDS. De stuurgroep wordt als volgt samengesteld: ambtelijke werkgroep middenstandsraad: Judith De Smedt landbouwraad: Maurits Dierick jeugdraad: Elke Merckx cultuurraad: Lut Dierickx minaraad: Wim Debbaudt sportraad: Luc Dierick welzijnsraad: Lieve De Witte derde Wereldraad huisvestingsmaatschappijen: SM Volkswelzijn Dendermonde C.V. Dendermondse Volkswoningen blad 12 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE CVBA Sociale Bouw- en Kredietmaatschappij arrondissement Dendermonde Gewestelijke Maatschappij voor Woningbouw s.v. C.V. Hulp in Woningnood. Polderbesturen: Vlassenbroek Sint-Onolfs Grembergen Beneden Dender Intercommunale DDS. De ambtelijke werkgroep en de stuurgroep kunnen worden uitgebreid of beperkt indien dit noodzakelijk blijkt tijdens het proces. 1.6 Het gevoerde ruimtelijk beleid Een afstemming is noodzakelijk met het lopende afbakeningsproces voor het stedelijk gebied van Dendermonde; Zowel de woonbehoeftenstudie als de behoeftenstudie bedrijvigheid dient na tien jaar te worden herbekeken; De ontwikkelingen aan Den Briel zijn onderzocht in een masterplan door de provincie Oost-Vlaanderen. Deze ontwikkelingen kunnen meegenomen worden in het Ruimtelijk Structuurplan Dendermonde; De afbakeningsprocessen voor landbouw, natuur en bos zijn ondertussen al ver gevorderd. Hiermee kon in 2000 nog geen rekening gehouden worden; Er is een nieuwe Vlaamse Codex ruimtelijke ordening, die voor bepaalde beleidsaspecten (bijvoorbeeld zonevreemde woningen) vertrekt van andere uitgangspunten; De provincie heeft een beleidskader voor windturbines uitgewerkt; De bindende bepalingen van het huidige GRS zijn gerealiseerd en er zijn al diverse RUP s gerealiseerd. Voornamelijk omwille van deze punten is het aangewezen de uitgangspunten van het GRS aan te passen aan de nieuwe situatie. Dendermonde beschikt sinds 2000 over een goedgekeurd ruimtelijk structuurplan. Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Dendermonde is op 25 januari 2011 goedgekeurd. Er loopt momenteel echter een procedure bij de Raad van State; het RUP werd op 12 augustus 2011 geschorst. Een aantal beleidsopties dat dit afbakeningsproces in zich draagt en een aantal nieuwe knelpunten op gemeentelijk niveau, leidden tot de nood aan het herzien van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Een structuurplan wordt volgens de Vlaamse Codex vastgesteld voor een planperiode van 5 jaar. Intussen is deze termijn reeds overschreden. De bestaande toestand en de planningscontext zijn sindsdien sterk gewijzigd. Volgende zaken vormden de voornaamste aanleiding om het Ruimtelijk structuurplan van Dendermonde van 2000 te herzien: blad 13 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE DEEL 1. INFORMATIEF GEDEELTE blad 14 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE blad 15 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE 1 SITUERING VAN DENDERMONDE OP MACRONIVEAU 1.1 Ruimtelijke situering Kaart 1. Situering Dendermonde op macroniveau Kaart 2. Situering Dendermonde Dendermonde is een stad met een oppervlakte van 5.515ha (bron NIS), gelegen in de driehoek Gent-Antwerpen-Brussel. De Stad bestaat uit een achttal deelgemeenten (Appels, Baasrode, Dendermonde, Grembergen, Mespelare, Oudegem, Schoonaarde, Sint-Gillis). De gemeente maakt deel uit van de provincie Oost-Vlaanderen en het arrondissement Dendermonde. Randgemeenten van Dendermonde zijn kloksgewijs Zele, Hamme, Buggenhout, Lebbeke, Aalst, Lede, Wichelen en Berlare. Op macroschaal wordt de Dendermondse ruimte gekenmerkt door een aantal aspecten: de samenvloeiing van de Schelde, de Dender, de diversiteit in traditionele landschappen, de centrale ligging binnen de Vlaamse Ruit en door een aantal structuurbepalende weginfrastructuren. 1.1.1 Knooppunt van twee grote rivieren Door Dendermonde stromen twee grote rivieren: de Zeeschelde en de Dender. De riviervalleien scheiden en verbinden tezelfdertijd. In Dendermonde vormen de Zeeschelde en de Dender over een belangrijke lengte een natuurlijke grens tussen verschillende gemeenten. Ze vormen een scheidende zone tussen de omliggende traditionele landschappen. Het zijn belangrijke barrières voor mobiliteit. Inwoners van Dendermonde en omgeving, alsook het doorgaand verkeer, zijn aangewezen op de schaarse bruggen. Op een hoger schaalniveau beschouwd, hebben de Schelde en de Dender een verbindend karakter. Hun verbindende betekenis als dynamische corridors is van landschapsecologisch belang. Deze grote rivieren doorstromen een uitgestrekt gebiedsdeel met zeer verschillende landschappen en fungeren hiertussen als verbindingslijnen die van belang zijn voor migraties van plant- en diersoorten. Anderzijds kunnen voor het milieu schadelijke effecten van activiteiten via deze rivieren over een groot deel van Vlaanderen en tot in de Noordzee worden verspreid. Verder vormen ze als waterwegen sinds lang belangrijke verkeersassen over het water. Samenvattend kan worden gesteld dat deze grote rivieren een verbindende betekenis hebben op macroschaal. Op een meer lokaal schaalniveau vormen ze evenwel belangrijke barrières. 1.1.2 Ligging in vier traditionele landschappen Landschappen zijn de afspiegeling van een eeuwenlang gebruik en vormgeving van het land door de bevolking, geënt op de mogelijkheden geboden door het natuurlijk milieu. De van nature aanwezige verschillen tussen de landschapstypen werden aldus geleidelijk door menselijk ingrijpen nog verder gedifferentieerd. Hierdoor ontstond in Vlaanderen een unieke combinatie van traditionele landschappen met een uitgesproken identiteit 1. Elk van deze vier aspecten zal hieronder nader worden toegelicht. 1 Landschapstypering M. Antrop en S. Van Damme in: Landschapszorg in Vlaanderen, U.G. 1995. blad 16 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE Dendermonde kan als een grensgebied worden aanzien van vier traditionele landschappen: Straatdorpengebied van Lokeren Rupelstreek en Klein Brabant Scheldevallei stroomafwaarts Gent Land van Wetteren-Lede. De eerste twee landschappen zijn onderdeel van de Zandstreek. Het Land van Wetteren-Lede is onderdeel van de Zandleemstreek en de Scheldevallei wordt gerangschikt onder de Valleien in Vlaanderen 2. Relatief kleine delen van vier van deze landschappen liggen in Dendermonde en komen er met elkaar in contrast. Dendermonde stad vormt centraal in de raakvlakken een nieuw landschap van stedelijk woongebied. De verscheidenheid in landschappen die bestaat op een groter schaalniveau komt in Dendermonde tot uiting op een lager schaalniveau. Hierbij moet worden benadrukt dat deze landschappen hierdoor geen overgangssituaties zijn van het ene naar het andere. Integendeel, deze landschappen hebben vanuit hun specifieke onderliggende fysische componenten een eigen historische ontwikkeling ondergaan en de hieruit resulterende landschapskenmerken zijn er nog in mindere of meerdere mate zichtbaar. Wel is het zo dat samen met de industrialisatie, de band tussen menselijk gebruik en natuurlijk milieu steeds vager is geworden, waardoor landschappen steeds meer op elkaar begonnen te lijken en hun eigen identiteit deels verloren ging. 1.1.2.1 Straatdorpengebied van Lokeren Dit vlak en laaggelegen (3-6m hoogte) zandgebied in Grembergen loopt in het westen door tot de Gentse Kanaalzone, in het noorden tot het Waasland. De zuid- en oostgrens wordt gevormd door de Scheldevallei. Er is een invloed van permanent grondwater op betrekkelijk geringe diepte, de ontwatering gebeurt overwegend via een betrekkelijk dicht stelsel van sloten en grachten. Het is een oud cultuurlandschap met een mozaïek van kleine akker- en weilandpercelen, omzoomd met bomenrijen en houtkan- ten en ontwaterd via een dicht stelsel van sloten en grachten. De voor dit landschap typerende compartimentering door serreteelt en dichte bebouwing langs wegen is in Grembergen veel minder uitgesproken. 1.1.2.2 Rupelstreek en Klein-Brabant Een overwegend vlak tot licht golvend, vanouds dichtbebouwd gebied ten zuiden van de Scheldevallei en vanaf Dendermonde stad naar het oosten doorlopend tot de Rupelvallei. Ten zuiden ligt het Land van Merchtem. Vooral het deel op Dendermonde en oostelijk ervan vormt een complex gestructureerd landschap met kleine compartimenten gevormd door open ruimte, bebouwing en bossen en grote verstedelijkte kernen. Er zijn enkele smalle, weinig ingesneden beekvalleien. 1.1.2.3 Scheldevallei stroomafwaarts Gent De Schelde en haar alluvia tussen Gent en Antwerpen vormt een duidelijke landschappelijke eenheid met een eigen karakter. Daarom is ze in de landschapsindeling als ruimtelijke identiteit weerhouden. De alluviale vlakte van de Schelde is, in tegenstelling tot naburige gemeenten, grotendeels langs de rechteroever gesitueerd, binnen twee grote meanders. Als gevolg van de indijking van de Schelde verkleinde het overstroombare areaal drastisch en verloor de vallei haar relatie met de rivier. Tussen Wetteren en Kruibeke komen nog enkele zoetwatergetijdegebieden voor. Door een systematische indijking van de Schelde zijn een reeks van poldergebieden ontstaan. In Dendermonde zijn dit het Vlassenbroek, het broek van Grembergen en de Sint-Onolfspolder. Deze laaggelegen gebieden (ca. 2m hoog) worden ontwaterd via een dicht net van sloten en grachten en bestaan traditioneel uit weiden en hooilanden. Op de natste gronden vond vroeger ook wijmenteelt plaats. Aan de rand van de vallei zijn stuifzandduinen gevormd. Dit gebeurde ook in Dendermonde, namelijk in Appels en Grembergen (Groot Zand en Klein Zand), zoals in veel andere gemeenten zijn deze geomorfologisch interessante gebieden bijna volledig ingenomen door bebouwing. De Scheldevallei vormt in Dendermonde de grens tussen de andere drie landschapstypes. 2 Kaart van de traditionele landschappen in het Vlaamse Gewest, M. Antrop, S. Van Damme 1995. blad 17 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE 1.1.2.4 Land van Wetteren-Lede Een zeer zwak golvend zandleemgebied (5-9 m hoog) dat ten zuiden van de Scheldevallei en vanaf Dendermonde stad naar het westen doorloopt tot de Scheldevallei van Gent tot Doornik. Ten zuiden ligt het Land van Zottegem. Het is een relatief open landschap dat grotendeels door akkerland wordt ingenomen. Voorts zijn er verspreide lintvormige bewoningskernen, kleine hoogstamboomgaarden en serres, in de beekvalleien zijn er overwegend weilanden alsook (knot)bomenrijen en kleine bosjes. 1.1.3 Centrale ligging binnen de Vlaamse Ruit Dendermonde is gesitueerd binnen de Vlaamse Ruit, een concept dat in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen geïntroduceerd werd en een ruitvormig gebied omschrijft dat grofweg begrensd wordt door Antwerpen - Gent - Brussel - Leuven. De ontwikkelingsperspectieven voor de Vlaamse Ruit worden op het gewestelijk niveau verder uitgewerkt waarbij de onderlinge samenhang tussen de steden van het netwerk een belangrijke rol zal spelen. Dit zal ondermeer zijn consequenties hebben voor het ruimtegebruik voor woningbouw en voor economische activiteiten. De bevolkingsconcentratie in de Vlaamse Ruit is duidelijk hoger dan in de rest van Vlaanderen. Het arrondissement Dendermonde heeft een hoge bevolkingsdichtheid: 553,7 inwoners per km², terwijl het gemiddelde voor het Vlaams gewest op 452,4 inwoners per km² ligt 3. De bevolkingsgroei in het arrondissement daarentegen ligt onder het Vlaamse gemiddelde. Op basis van de kaart Grootstedelijke invloedssferen (Van Der Haegen, 1981) kan Dendermonde worden gesitueerd op de rand van de grootstedelijke invloedssfeer van Brussel. Enkel de deelgemeente Grembergen zou gelegen zijn in een overlappingsgebied van grootstedelijke invloedssferen, namelijk van Antwerpen en Gent. Binnen de genoemde grootstedelijke invloedssferen worden nog regionaalstedelijke invloedssferen herkend. De situatie is in Dendermonde in dit opzicht relatief complex. Op basis van de kaart regionaalstedelijke invloedssferen ligt Dendermonde in het overlappingsgebied van de regio- naal-stedelijke invloedssferen: het noorden in die van Sint-Niklaas, Gent en Antwerpen, het zuiden in deze van Brussel en Aalst. Volgens Van Hecke en Van der Haegen ( Hiërarchie van de stedelijke kernen in Vlaanderen, 1997) is Dendermonde een gemeente waar een grote of een regionale stad minder dan 15% van de aantrekkingskracht vertegenwoordigt. De regionaalstedelijke invloedssferen oefenen er dus slechts een zwakke invloed op uit. Dendermonde behoort tot de 8 best uitgeruste kleine steden in Vlaanderen. Die acht kleine steden zijn niet alleen zeer goed uitgerust maar hebben ook een hoge attractiviteit op de eigen bevolking. 1.1.4 Weginfrastructuren In de omgeving van Dendermonde zijn een aantal autowegen gesitueerd. Het zijn de E17/A14 Gent-Antwerpen, de E40/A10 Gent-Brussel, en op grotere afstand de E19/A1 Antwerpen-Brussel. De hoofdwegen vormen als geheel de drager voor het wegvervoer over langere afstand. Ze verzorgen de verbindingen met Gent, Antwerpen, Brussel en de rest van België en het buitenland. Binnen deze maas van hoofdwegen vormen de primaire wegen A12 Antwerpen-Brussel en N16 Sint-Niklaas-Mechelen de belangrijkste wegen op Vlaams niveau. Al deze wegen vormen samen een netwerk van doorgaande wegen. Dendermonde is aangesloten op dit netwerk: rechtstreeks via de N41 en de N47. Dit houdt in dat de ontsluiting van Dendermonde een tegenstelling laat zien. Enerzijds is Dendermonde centraal gelegen binnen de Vlaamse Ruit, met steden als Antwerpen, Brussel en Gent in de onmiddellijke nabijheid. Anderzijds zijn de verbindingen met de snelwegen veeleer matig te noemen. Dendermonde is een echt knooppunt van treinsporen. Vanuit Dendermonde vertrekken er spoorlijnen in vier richtingen: Sint-Niklaas, Mechelen, Brussel en Gent. Vooral de verbinding naar Brussel, en dit als gevolg van de minder goede wegverbinding met deze stad, biedt een reële meerwaarde aan de mobiliteit in Dendermonde. Een verkorting van de reistijd en een gelijkmatige spreiding van het treinaanbod over de uren tussen beide steden kan deze positie enkel nog versterken. 3 http://aps.vlaanderen.be/lokaal/lokale_statistieken.htm, cijfers 2007. blad 18 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE Op het grondgebied van Dendermonde liggen verder nog de treinhalten Sint-Gillis, Oudegem en Schoonaarde. De treinhalte Baasrode-Zuid, ligt juist op het grondgebied van de gemeente Buggenhout. De frequentie van de treinen is ongeveer één IR-trein per uur in de verschillende richtingen, aangevuld met een P/L trein. In de spitsuren neemt de frequentie van de treinen toe. Naast het personenvervoer is het spoorwegennet binnen de Vlaamse Ruit ook van belang voor het goederenvervoer. 1.2 Functionele situering 1.2.1 Centrumpositie van Dendermonde Op basis van de kaart Kleinstedelijke invloedssferen en de stedelijke hiërarchie in Vlaanderen (Van Der Haegen, 1981), kan worden gesteld dat Dendermonde als kleinstedelijk centrum een invloedssfeer heeft die, naast Dendermonde zelf, (nagenoeg) de volledige gemeenten Buggenhout en Sint-Amands omvat, voorts het grootste deel van de gemeenten Lebbeke, Berlare, Zele en Hamme en een kleiner deel van de gemeenten Wichelen, Opwijk, Merchtem, Londerzeel en Bornem. Uit een ander onderzoek blijkt dat het invloedsgebied van het centrum van Dendermonde beperkt is tot de stad zelf (43.000 inwoners). Ook voor de inwoners van de gemeenten Buggenhout en Lebbeke (30.000 inwoners) is de invloed van het centrum van Dendermonde tamelijk groot (+40%). De aantrekkingskracht van Dendermonde op de inwoners van Hamme (23.000 inwoners) is zwak (+20%) en voor inwoners uit Berlare, Opwijk, Lokeren, Wichelen en Sint-Amands (78.000 inwoners) nog zwakker (+5%). Welke gegevens ook worden gevolgd, duidelijk is dat het invloedsgebied van het winkelbestand in de binnenstad van Dendermonde beperkt is door andere nabijgelegen steden. Binnen de invloedssfeer wonen ruim 100.000 consumenten. De andere steden zijn bovendien vlot bereikbaar voor de kleinere gemeenten eromheen. Voor de bovenlokale niet-commerciële voorzieningen is de aantrekkingskracht van Dendermonde wel wat groter. De belangrijkste regionale voorzieningen in Dendermonde bestaan uit onderwijs (secundair), medische verzorging (AZ), recreatie (Olympos), arbeidsbemiddeling (VDAB) en rechtspraak. Omliggende gemeenten zoals Lebbeke, Buggenhout, Zele en Opwijk zijn voor dergelijke bovenlokale functies aangewezen op Dendermonde. De invloedssferen van zowel kleinstedelijke, regionaal-stedelijke als grootstedelijke centra, plus de complexe functionele differentiatie van deze invloedssferen hebben een belangrijke invloed op de mobiliteit in de regio. Deze geven aanleiding tot verplaatsingen in verschillende richtingen, zowel vanuit als richting Dendermonde: pendelbewegingen voor werk en blad 19 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE school, heen en weer verplaatsingen voor aankopen, voor juridische, administratieve en medische dienstverlening. 1.2.2 Werkpendel 4 In het jaar 1991 bedroeg de totale werkpendel naar Dendermonde 12.279 personen, waarvan 6.024 afkomstig van buiten Dendermonde en 6.255 van binnen Dendermonde. In 2001 bedroeg de totale werkpendel naar Dendermonde 11.335 personen, waarvan 5.085 afkomstig van buiten Dendermonde en 6.250 van binnen Dendermonde. Het aantal werkenden van buiten Dendermonde is nagenoeg gelijk gebleven, maar de tewerkstelling van Dendermondenaren binnen de eigen gemeente is gedaald tussen 1991 en 2001. Van de 5.085 werkenden van buiten Dendermonde waren er in 2001 3.543 afkomstig uit het eigen arrondissement. Op zijn beurt kende Dendermonde een uitgaande pendel naar het arrondissement van 1.938 werkenden. Uit deze gegevens blijkt dat ruwweg de helft van het woon-werkverkeer in Dendermonde door de eigen inwoners wordt veroorzaakt. Het gaat hierbij dus om relatief korte afstanden. Brussel, het arrondissement Halle- Vilvoorde en het arrondissement Aalst vormen vervolgens de belangrijkste werkgelegenheidspolen voor de Dendermondenaren. Op zijn beurt vervult Dendermonde een centrumfunctie inzake tewerkstelling binnen het eigen arrondissement. 1.2.3 Schoolpendel 5 De schoolpendel naar naburige arrondissementen is veeleer beperkt. Inzake de vervoermiddelen blijken fiets en motorfiets de meest populaire vervoermiddelen te zijn. Van de scholieren die in Dendermonde naar school gaan, kiest de helft voor de fiets of motorfiets als vervoermiddel (3.616). 987 leerlingen komen te voet en 1.764 per auto. 1.207 scholieren maken gebruik van de autobus en 216 maken gebruik van de trein. Leerlingen vanuit de nabije arrondissementen kiezen voor uiteenlopende vervoerswijzen: vanuit Halle Vilvoorde domineert de trein (141) en de autobus (100), vanuit Sint-Niklaas en vanuit Aalst de auto (respectievelijk 72 en 121). Schoolpendel vanuit Dendermonde naar het nabije arrondissement Aalst gebeurt vooral per fiets of motorfiets (205) en autobus (174). De schoolpendel naar Gent gebeurt vooral per trein (250) en in mindere mate per fiets (158). Hieruit kan men concluderen dat het verkeer naar de secundaire scholen vooral per fiets, motorfiets en veel minder per auto gebeurt. De rol van het openbaar vervoer, trein en bus, is significant. Deze vaststelling doet het belang van goede fietsvoorzieningen toenemen. Het ruimtelijk structuurplan Dendermonde dient bijgevolg ook ruimte te voorzien voor fietsroutes, zeker in aansluiting met de scholenconcentraties. Concluderend kan men stellen dat Dendermonde een centrumfunctie vervult voor de omliggende gemeenten, maar op haar beurt een pendelstad richting Brussel vormt. De centrale situering van Dendermonde in de driehoek Antwerpen, Brussel en Gent maakt dat de stad tot alle drie de invloedssferen behoort qua tewerkstelling. 4 NIS, volkstelling 1991 en ESE 01/10/2001. 5 NIS, volkstelling 1991. blad 20 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE 2 BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR OP MESONIVEAU een lokale weg in het bebouwde gebied eveneens tot de nederzettingsstructuur. Tevens wordt de historische evolutie van de ruimtelijke structuur kort toegelicht. Dit verschaft een elementair inzicht in de totstandkoming van de huidige ruimtelijke structuur en biedt een duiding omtrent de gelaagdheid van de ruimtelijke elementen en patronen. 2.1 Doelstelling en methodiek De bestaande ruimtelijke structuur geeft de structuurbepalende elementen aan die aanwezig zijn in Dendermonde. Dit zijn de ruimtelijke elementen die een structurerend vermogen hebben en die invloed uitoefenen op de ruimtelijke ontwikkelingen. De werking en de invloed van deze structuren moet beschouwd worden op - een niet nader te definiëren - lange termijn. De bestaande ruimtelijke structuur biedt belangrijke aanknopingspunten en bouwstenen voor de opbouw van de gewenste ruimtelijke structuur. De bestaande ruimtelijke structuur op gemeentelijk niveau wordt beschreven aan de hand van vijf componenten: de nederzettingsstructuur, de ruimtelijk-economische structuur, de verkeersstructuur, de agrarische structuur en de natuurlijke structuur. Hierbij worden ook de elementen beschreven van bovengemeentelijk niveau. Deze oefenen een grote invloed uit op de reële en mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente en leggen relaties tussen Dendermonde en de ruimere omgeving. De beleidsbevoegdheid voor deze structuren berust in principe (ook) bij hogere overheden. Het is belangrijk om op te merken dat de componenten geen eenduidige onderverdeling aanbrengen in het grondgebied van de gemeente. Het is met andere woorden mogelijk dat dezelfde ruimtelijke elementen behoren tot verschillende componenten. Zo behoort een landbouwbedrijf tegelijkertijd tot de nederzettingsstructuur als tot de agrarische structuur, of behoort blad 21 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE 2.2 Evolutie van de ruimtelijke structuur 2.2.1 18 de eeuw: Dendermonde als vestingstad omgeven door uitgestrekte meersgebieden en kleine kernen Dendermonde is op de Ferrariskaart (1770-1777) duidelijk herkenbaar als vestingstad. De Gentsesteenweg en de steenweg op Brussel dringen tot in het hart van de stad door. De Markt bevindt zich op de kruising van beide assen. Een derde as die duidelijk herkenbaar is, is de oude vest. Hier bevond zich immers de oude middeleeuwse omwalling. Deze oude vest zorgt voor een duidelijke scheiding in de 18 de -eeuwse stad. Ten noorden toont de stad zich in zijn middeleeuwse, compacte vorm. Enkel in de noordwestelijke hoek komen nog open stukken voor. Ten zuiden van de oude vest vertoont de stad een meer opengewerkte structuur, gedomineerd door de aanwezigheid van een aantal religieuze en caritatieve instellingen (o.m. begijnhof). Dit gedeelte bevond zich oorspronkelijk buiten de middeleeuwse omwalling. Langs Schelde en Dender bevonden zich uitgestrekte meersgebieden. Beide rivieren vertoonden nog hun natuurlijk meanderend patroon. Baasrode heeft zich ontwikkeld langs de Schelde tot een economische pleisterplaats voor schippers en handelaars, in concurrentie met Dendermonde. Schepen uit Antwerpen en andere plaatsen meerden aan in Baasrode, dat een druk bezocht handelscentrum was. De kernen Grembergen, Appels, Oudegem en Lebbeke onderscheidden zich duidelijk als aparte, landelijke entiteiten. Ten zuidoosten van Dendermonde bevonden zich een aantal kleinere, rijvormige gehuchten, vaak aangeduid met het toponiem straete (o.m. Hullekensstraete en Dyckstraete). 2.2.2 19 de begin 20 e eeuw: de stad barst uit haar voegen met het station als groeipool voor stedelijke uitbreiding in zuidwestelijke richting De politieke stabiliteit in de tweede helft van de 19de eeuw deed de noodzaak voor een beschermende omwalling van de stad verdwijnen (m.u.v. de periode van de Frans-Duitse oorlog). De aanleg van spoorwegverbindingen richting Gent, Mechelen, Brussel, Sint-Niklaas en Lokeren luidde samen met de aanleg van haveninfrastructuur, de ontmanteling van de stadswallen in. Het station (d.w.z. de aanwezige spoorweginfrastructuur) trok veel spoorwegpersoneel aan dat zich vooral in Sint-Gillis zou vestigen. Ook het pendelverkeer zorgde voor een vermindering van de uitwijking naar Brussel en Wallonië, zodat de mensen zich in eigen streek vestigden. De industrie trok weg uit de volgebouwde stad. De stad kent haar grootste uitbreiding in zuidoostelijke richting. Er kwam een nieuwe kerk, een kerkplein en rechtlijnige urbanisatieassen (vb. de Van Langenhovenstraat als ontsluiting van de Boonwijk en de Potiaulaan). De oude rijgehuchten (Hullekenstraete, Dyckstraete, enz.) klitten samen tot een kern met stedelijke allure. De Sint-Gillislaan/Heirbaan fungeert als structuurdrager van deze nieuwe ontwikkeling. De uitbreiding van Sint-Gillis voltooit zich in zuidelijke richting met de aanleg van de tuinwijk Klein Parijs. Enkel aan de stadspoorten werden de oude stadswallen rond de kern van Dendermonde stelselmatig verder doorbroken. Het slechten van de vestingen aan de noord- en westzijde greep uiteindelijk pas plaats vanaf het midden van de jaren 30. De Scheldebocht van Briel - Oude Briel kent een sterke industriële ontwikkeling. Dit is voornamelijk te danken aan de strategische ligging tussen Schelde, de spoorlijn Dendermonde - Antwerpen en de steenweg richting Mechelen. Ook de kern Baasrode kende een sterke groei, van 5.204 inwoners in 1910 tot 6.839 inwoners in 1960. 2.2.3 Tweede kwart Midden 20 ste eeuw: verdere stadsgroei De stad breidt stelselmatig verder uit. Het station blijft hierbij een belangrijk gegeven, maar ook andere factoren bepalen mee deze groei: de lokale textielindustrie, de verbetering en verdere uitbouw van het (steen)wegennet en het openbaar vervoer. blad 22 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE 2.2.4 Laatste kwart 20 e eeuw: Dendermonde en Sint-Gillis, maar ook omringende kernen, breiden fors uit Kaart 3. Evolutie van de ruimtelijke structuur (18 de eeuw tot heden) Vanaf de zeventiger jaren komt de stedelijke ontwikkeling opnieuw in een stroomversnelling terecht. Het zwaartepunt situeert zich ook nu weer aan de zuidoostelijke flank van de stad. Het oude gehucht Boonwijk, Sint-Gillis en de Keurwijk kennen een forse uitbreiding, o.a. via initiatieven van sociale woningbouwmaatschappijen en de Intercommunale DDS. Langs de noordelijke flank wordt de stad voorzien van een nieuwe ontsluitingsweg, de Noordlaan. Woonuitbreidingen doen zich voor langs de Dammenlaan en de wijk rond Sint-Christianastraat. De Dender wordt via een nieuw kanaal rond de stad geleid. Dit kanaal snijdt de oude Scheldemeersen in twee. Het industrieterrein Hoogveld is eind jaren 1970 - begin jaren 1980 volop in ontwikkeling. Daarnaast vinden we grootschalige industrie terug in de Scheldebocht van Oude Briel, langs de Schelde tussen Dendermonde en Grembergen, in de kern van Sint-Gillis, ten zuiden van de Boonwijk en ten oosten van Oudegem. Ook de kernen Appels, Grembergen en Baasrode kennen grootschalige uitbreidingen. 2.2.5 Eind 20 ste eeuw: verdere uitbreiding in oostelijke richting De aanleg van de N41 (ringweg) en de realisatie van het bedrijvenpark Hoogveld waren de voornaamste ruimtelijke ingrepen tijdens de afgelopen twee decennia. Ook ten zuiden van de Mandekensstraat (grondgebied Buggenhout) wordt een bedrijventerrein aangelegd. In de kern van Sint-Gillis en ten noorden van de stad ruimen industriële sites plaats voor nieuwe woonprojecten. Voorts vonden grootschalige woonuitbreidingen plaats ten oosten van de stad. Vanaf het laatste decennium van de 20 e eeuw worden wooninbreidingsprojecten en verbouwen van bestaande woningen en panden steeds belangrijker. blad 23 van 315

INFORMATIEF GEDEELTE 2.3 Bestaande nederzettingsstructuur 6 Kaart 4. Bestaande nederzettingsstructuur 2.3.1 Demografisch profiel en huisvestingssituatie 2.3.1.1 Bevolkingsevolutie Tabel 1. Bevolkingsevolutie in Dendermonde 1991-2007 aantal inwoners 1991 42.510 2000 43.137 2007 43.521 Evolutie 1991-2007 +1.011 Procentuele evolutie 1991-2007 +2,38% Bron: FOD Economie Algemene Directie Statistiek Op 1 januari 2007 telde Dendermonde 43.521 inwoners. Ten opzichte van 1991 is dit een stijging met 2,38% of een toename van 1.011 inwoners. Tabel 2. Bevolkingsevolutie in Dendermonde 2007-maart 2010 aantal inwoners 2007 43.521 2008 43.928 2009 44.095 Maart 2010 44.288 Evolutie 2007-maart 2010 +767 Procentuele evolutie 2007-2010 +1,02% 6 Bronnen: afbakening structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Dendermonde (mei 2007) en gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (november 2000). In 2008 en 2009 steeg het bevolkingscijfer respectievelijk tot 43.928 en 44.095 inwoners en op 1 maart 2010 telde Dendermonde 44.288 inwoners. De bevolkingstoename blijft dus aanhouden, maar dan nog meer uitgesproken. 2.3.1.2 Bevolkingspiramide Figuur 1. Bevolkingspiramide Dendermonde op 1/1/2007 mannen -2000-1500 -1000-500 0 500 1000 1500 2000 Bron: FOD Economie Algemene Directie Statistiek vrouw en 90-94 80-84 70-74 60-64 50-54 40-44 30-34 20-24 10-14 Zowel bij de mannen als bij de vrouwen is de leeftijdsklasse 45-49 jaar het sterkst vertegenwoordigd in 2007. Bij de jongeren is het aandeel mannen het hoogst, bij de oudere leeftijdsklassen zijn er opvallend meer vrouwen. Ten opzichte van 1991 is de totale bevolking in Dendermonde gestegen, al geldt dit niet voor alle leeftijdsgroepen. De groep 20 tot 39-jarigen is in de periode 1991-2007 met meer dan een vijfde gedaald. De 80-plussers zijn relatief gezien het sterkst toegenomen, met iets meer dan een vierde. Ook de groep van de babyboom is in 2007 met ruim 20% toegenomen. 0-4 blad 24 van 315