<naam voorzitter van de cliëntenraad van <locatienaam>>.

Vergelijkbare documenten
Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 27 mei 2019

Partijen : <Zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door <naam> bestuurder en <naam>, manager van de locatie <locatienaam 1>

Partijen : <naam locatie, zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door <directeur> en <locatiemanager>

Partijen : Stichting <naam zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door mevrouw A (directeur bestuurder), verder ook te noemen zorgaanbieder of verzoeker

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 25 januari 2016

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 17 maart 2015

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 10 augustus 2015

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 17 september 2015

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 6 mei 2016

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 30 december 2015

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 2 november 2011

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 19 november 2015

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 25 april 2017

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

ADVIES. het D, gevestigd te B, vertegenwoordigd door de heer E, directeur, verweerder

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - Artikel 11 onder h Wms (benoeming schoolleiding)

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.

Reglement Centrale Cliëntenraad Rivas Zorggroep vastgesteld in de overlegvergadering Raad van Bestuur - Centrale Cliëntenraad 21 december 2016

Reglement van de Commissie van Beroep

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College,

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 11 juli 2016

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer:

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 27 januari 2015

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

punt nadrukkelijke aandacht.

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs De school heeft adequaat opgetreden tegen het pesten van een leerling. ADVIES

: de Stichting Geschillen in de landbouw c.a.;

HUISHOUDELIJK REGLEMENT YASHODA BHAWAN. en de CLIENTENRAAD

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

SAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

Uitspraaknr De klacht. De feiten. De visie van partijen

ADVIES. de heer A, wonende te B, mede namens andere ouders van school C, klagers. mevrouw F, voorzitter van de medezeggenschapsraad van C, verweerster

Pre-ambule. Werkingsduur en wijzigingen reglement

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Reglement Werving- en Selectiecommissie De Woningstichting. gevestigd te Wageningen

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

REGLEMENT KLACHTENBEHANDELING EN KLACHTENADVIESCOMMISSIE NVGH/ALPHA.

Medezeggenschapsreglement van Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO te Groningen ( het samenwerkingsverband ).

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 2 juni 2016

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 23 november 2016

Klacht Verzoeker klaagt over de gang van zaken bij de hoorzitting van de commissie voor bezwaarschriften:

Klachtenregeling ZorgMies Nederland

Klacht over pedagogische handelwijze leerkracht en afhandeling van de klacht daarover; PO

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

SAMENVATTING Klacht over niet adequate lessenvervanging, optreden op ouderavond en handelen jegens leerling; VO

SAMENVATTING Klacht van werkneemster over handelen bovenschools manager en over klachtafhandeling bevoegd gezag; PO

Partijen : De cliëntenraad van <naam zorgaanbieder>, <naam afdeling>, vertegenwoordigd door de voorzitter en secretaris

Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad

Beoordeling Bevindingen

Klachtenregeling Slim! Educatief

Besluit tot instelling van de familie-/cliëntenraad Regio 2 Stichting Pleyade Locaties Eldenstaete, Tertzio, thuiszorg

1 KLACHTENADVIESCOMMISSIE

ANONIEM BINDEND ADVIES

Samenvatting. 1. Procedure

Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

HET COLLEGE VAN BEROEP VAN DE NVO NEDERLANDSE VERENIGING VAN PEDAGOGEN EN ONDERWIJSKUNDIGEN

Het bevoegd gezag van de VCOG wordt vertegenwoordigd door de directeur-bestuurder, dhr. E. Vredeveld.

Reglement cliëntenraad van Stichting Samen Veilig Midden-Nederland

REGLEMENT CENTRALE COMMISSIE VAN BEROEP VOOR EINDEXAMENS REGIO NIJMEGEN

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

Bij voorwaardelijke bevordering moet de school contact met ouders houden over de resultaten van de leerling. ADVIES

Woningeigenaar: De eigenaar van een koopwoning in de wijk en tevens lid van WWV De Volharding

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W.

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD Stichting Leerlingzorg Almere voortgezet onderwijs

Samenwerkingsovereenkomst cliëntenraad en Bureau Beckers.

REGLEMENT VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE SSH

Medezeggenschapsreglement van RSV Breda e.o. te Breda ( het samenwerkingsverband )

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris)

De Hypotheker Schiedam B.V., gevestigd te Schiedam, verder te noemen de Tussenpersoon,

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO

Klacht over inzet (inval)leerkracht gegrond omdat signalen van ouders over onvrede daarover niet goed zijn opgepakt.

Bijlage 8 LEDENRAAD / RAAD VAN AANGESLOTENEN REGLEMENT van Vereniging Buma en Stichting Stemra beide statutair gevestigd te Amstelveen

Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. ADVIES

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.

Transcriptie:

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 18-001 Datum : 23 februari 2018 Partijen : <naam cliëntenraadslid 1>, <naam cliëntenraadslid 2> en <naam cliëntenraadslid 3>, voormalige leden van de cliëntenraad <locatienaam>, verzoekers en De stichting <naam zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door de directeur van regio Zuid en de manager Diensten en Welzijn, zorgaanbieder en <naam voorzitter van de cliëntenraad van <locatienaam>>. Het geschil Zorgaanbieder heeft bij brief van 24 augustus 2017 aan verzoekers, die per 1 april 2017 zijn benoemd als lid van de cliëntenraad <naam locatie>, laten weten dat hun lidmaatschap na afloop van de proefperiode van een half jaar niet omgezet wordt in een definitief lidmaatschap en derhalve per 1 oktober 2017 eindigt. Verzoekers zijn het niet eens met de redenen die zorgaanbieder aan het besluit ten grondslag heeft gelegd en vinden dat de opzegging onzorgvuldig is verlopen. De voorzitter van deze cliëntenraad ondersteunt wel het besluit van zorgaanbieder om het lidmaatschap van verzoekers te beëindigen.

Verloop van de procedure Tussen 4 september 2017 en 4 oktober 2017 hebben verzoekers telefonisch en via de e-mail informatie over het geschil aan de Landelijke commissie van vertrouwenslieden (verder te noemen LCvV of de commissie) doen toekomen. Op 4 oktober 2017 hebben verzoekers aangegeven het besluit van zorgaanbieder door de LCvV te willen laten toetsen. Aan zorgaanbieder is bij brief van 5 oktober 2017 gevraagd of hij dit verzoek ondersteunt. Zorgaanbieder heeft hier op 12 oktober 2017 schriftelijk bevestigend op geantwoord en verzocht een bindende uitspraak te doen en heeft daarbij ook een inhoudelijk verweer aangeleverd. Partijen hebben afschrift van de ingediende stukken ontvangen. Op 21 december 2017 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Bevoegdheid en ontvankelijkheid Op grond van - art. 10 lid 1 van de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorgsector en - art. 2.14 in de regeling Medezeggenschap van cliënten van <naam zorgaanbieder> V1.0, en - art. 2 lid 2 en lid 3 van het reglement van de LCvV, acht de commissie zich bevoegd een uitspraak over het geschil te doen en wordt het verzoek ontvankelijk verklaard. Standpunten van de zorgaanbieder Zorgaanbieder heeft schriftelijk en mondeling ter zitting, zakelijk en verkort weergegeven, het navolgende naar voren gebracht. De cliëntenraad <naam locatie> moest na het vertrek van de voorzitter en diverse leden in 2017 volledig opnieuw bezet worden. Zeven personen die zich hiervoor vrijwillig aanboden is te kennen gegeven dat de gangbare en voorgeschreven procedure van werving en selectie gevolgd zou worden. Van deze zeven zijn vervolgens <naam cliëntenraadslid 1> en <naam 2

cliëntenraadslid 3> in de nieuwe cliëntenraad terechtgekomen. Anderen van deze groep, die geen lid van de cliëntenraad werden, zijn met elkaar de, wat is gaan heten, oren en ogen groep gaan vormen. <Naam voorzitter cliëntenraad <locatienaam>> die al secretaris van de centrale cliëntenraad was en die gevraagd was in de periode tot aan installatie van een nieuwe raad de honneurs op deze locatie tijdelijk waar te nemen, solliciteerde op de vacature van voorzitter. Eerder was hij gevraagd in de sollicitatiecommissie plaats te nemen maar vanwege zijn eigen sollicitatie is hij daar weer uitgegaan. Voor alle nieuw aangestelde leden gold op grond van het medezeggenschapsreglement van <naam zorgaanbieder> eerst een proefperiode van een half jaar. Het is gebruikelijk dat tegen het einde van die proefperiode er een evaluatie plaatsvindt. Met <naam voorzitter cliëntenraad <locatienaam>> heeft het evaluatiegesprek plaatsgevonden, verzoekers zijn op herhaaldelijke uitnodigingen van zorgaanbieder voor het evaluatiegesprek niet ingegaan. Het is bij <naam zorgaanbieder> nog niet eerder voorgekomen dat nieuw aangestelde leden niet door de proefperiode heenkomen. Er waren bij aanvang al twijfels over de geschiktheid van <naam cliëntenraadslid 1>; de regiodirecteur werd gewaarschuwd dat deze bij een eerder lidmaatschap van een andere raad voor veel onrust en problemen had gezorgd. Leden van de centrale cliëntenraad gaven bij zorgaanbieder aan het niet te zien zitten dat hij zou terugkeren in een medezeggenschapsfunctie. Deze bedenkingen heeft de regiodirecteur tijdens het sollicitatiegesprek met hem open en eerlijk op tafel gelegd. Hij heeft daarbij aangegeven dat hij die voorgeschiedenis niet zelf heeft meegemaakt en daarom vond dat <naam cliëntenraadslid 1> ondanks zijn reputatie wel een kans verdiende. Vervolgens ging het al snel nadat de nieuwe raad van start ging niet goed. <Naam voorzitter cliëntenraad <locatienaam>> onderschrijft dit ter zitting. Hij heeft hierover eind mei 2017 al signalen bij zorgaanbieder afgegeven. Hij bemerkte dat verzoekers regelmatig met elkaar en met de ogen en orengroep overlegden en hem en het andere nieuwe raadslid daar buiten lieten. Verzoekers waren erg vaak verhinderd om geplande bijeenkomsten en activiteiten voor de cliëntenraad bij te wonen. Tijdens vergaderingen werden de voorzitter en het andere 3

cliëntenraadslid verbaal onder vuur genomen door verzoekers. Dit andere nieuw aangestelde cliëntenraadslid heeft daarom na enkele vergaderingen besloten er weer mee te stoppen. Zij voelde zich onheus bejegend en buitengesloten door verzoekers. Zorgaanbieder heeft geen probleem met kritische cliëntenraadsleden maar vindt wel dat er sprake moet zijn van wederzijds vertrouwen, respectvolle communicatie en een werkbare sfeer. Ook de managers vonden dat in het overleg met verzoekers er geen goed overleg mogelijk was en een wij tegen zij sfeer bestond. Het feit dat <naam cliëntenraadslid 1> veelvuldig zorgaanbieder mailt vanaf zijn werkadres (hij is medewerker van de Dienst Justitiële Inrichtingen) wordt als voorbeeld genoemd van onplezierig stemming maken. Managers geven aan dat van de lijst met nog openstaande actiepunten van de vorige cliëntenraad die verzoekers aanhalen, er veel punten al opgelost zijn of dat men er mee bezig is. Zij kregen van verzoekers evenwel nauwelijks de kans om uit te leggen waarom bepaalde dingen lang duren of waarom iets op centraal niveau geregeld wordt en niet op locatie. Al deze zaken had zorgaanbieder bij de tussentijdse evaluatie met verzoekers willen bespreken maar verzoekers gaven op diverse datumvoorstellen telkens aan niet te kunnen komen en gingen per e-mail de discussie aan over de achtergrond en noodzaak van evaluatie. Het lukte dus niet om de situatie op de voorgeschreven wijze, voor zover die er al is, op te lossen. Na de uitnodiging voor een gesprek escaleerde de situatie op een manier die zorgaanbieder nog niet eerder zo heeft meegemaakt. Eind augustus zag zorgaanbieder zich daarom genoodzaakt de opzegginsbrief te sturen. Reglementair is bepaald dat er een proeftijd geldt, dus zorgaanbieder heeft van die mogelijkheid gebruik gemaakt. Dat de inhoud van de opzeggingsbrief voor alle drie de verzoekers exact gelijkluidend was, komt omdat de redenen voor het beëindigen overeenkwamen. Dat betrof het vaak en zonder tijdige afmelding niet aanwezig zijn op bepaalde bijeenkomsten, het stellen van individuele belangen boven het algemeen belang en het onvoldoende voldoen aan het profiel. Ter zitting erkent zorgaanbieder dat de in de brief genoemde redenen afwezigheid op het regio-overleg en afwezigheid bij plenaire vergaderingen bij nader inzien niet juist blijken. De andere redenen blijven wel staan. 4

Standpunten van verzoekers Door verzoekers is ter zitting en in de schriftelijke stukken, zakelijk en verkort weergegeven, het navolgende naar voren gebracht. <Naam cliëntenraadslid 1> was in 2011 gedurende een jaar lid van een andere cliëntenraad binnen <naam zorgaanbieder>; dat betrof de locatie waar zijn moeder indertijd verbleef. Hij erkent dat hij een pro-actieve aanpak voorstaat en kritische vragen stelt aan het bestuur en het management en indien nodig daar toezichthouders in betrekt. Hij acht dat zijn plicht, zeker wanneer de kwaliteit van zorg en de veiligheid van de bewoners in het geding is of er regels niet nageleefd worden. Hij werd in 2017 geattendeerd op vacatures voor de cliëntenraad locatie <naam locatie> en heeft daar toen op gereageerd. Hij wilde voorzitter worden en anders lid. Dat <naam voorzitter cliëntenraad <locatienaam>> voorzitter werd, bevreemdde verzoekers wel omdat hij meerdere petten ophad: secretaris van de CCR, lid van de sollicitatiecommissie en hij doet ook veel vrijwilligerswerk voor St. <naam zorgaanbieder>. Verzoekers vinden dat zoiets bespreekbaar moet zijn en hebben dit dus ook aangekaart maar de voorzitter voelde zich daar direct door aangevallen. Verzoekers hebben vaak ervaren dat <naam voorzitter cliëntenraad <locatienaam>> zich achter zorgaanbieder schaarde in plaats van samen met hen op te komen voor het belang en welzijn van de bewoners en hun familie op de locatie. Dat de zeven personen die zich vrijwillig hadden aangemeld begin 2017 niet de nieuwe raad mochten vormen, vinden verzoekers ook tekenend er voor dat zorgaanbieder de medezeggenschap zelf sterk in eigen hand wil houden, wil controleren en niet gediend is van kritiek of weerwerk. Deze zeven personen waren zeer gemotiveerd om direct actief aan de slag te gaan en de lange lijst met nog openstaande actiepunten van de vorige raad aan te gaan pakken. Vervolgens hebben verzoekers die lijst vanuit de nieuwe cliëntenraad voortvarend aan willen pakken maar kregen geen gehoor bij de managers en ook de voorzitter deed niet zijn best om dingen op te lossen. Het andere nieuwe lid liet zich nooit horen. Verzoekers geloven niet dat zij vertrokken is vanwege onheuse bejegening door hen. Zij horen hier op de zitting voor het eerst 5

van en vinden dat als dat de reden geweest is, zij daarover eerder geïnformeerd hadden moeten worden. Verzoekers waren inderdaad soms verhinderd voor bijeenkomsten en activiteiten die overdag ingepland werden maar dat is omdat zij alle drie een drukke baan hebben en alleen s avonds voor het cliëntenraadswerk beschikbaar zijn. Dit was vooraf bekend en als er sprake is van verhindering meldden zij zich altijd tijdig met kennisgeving af. De regiobijeenkomst is niet voor leden. Dat verzoekers contact met de oren en ogen groep onderhielden vinden zij logisch, daarvoor is die groep bedoeld. Verzoekers waren om uiteenlopende redenen tijdens de zomermaanden verhinderd voor het evaluatiegesprek en wilden bovendien wel graag vooraf weten waarom dat gesprek zou moeten plaatsvinden. De opzegging kwam voor verweerders geheel onverwacht. Inhoudelijk vinden zij de argumenten niet kloppen en zij zijn gegriefd dat hun inzet en goede bedoelingen niet gewaardeerd werden. Zij wilden juist het gemeenschappelijke cliëntenbelang dienen en begrijpen niet wat zorgaanbieder bedoelt met dat zij het individuele belang daarboven zouden hebben gesteld. Verzoekers geven aan vanwege de gebeurtenissen niet opnieuw lid van deze cliëntenraad te willen worden maar willen toch graag een beoordeling van de gang van zaken omdat zij de wijze waarop er bij St. <naam zorgaanbieder> met de cliëntmedezeggenschap wordt omgegaan zorgelijk vinden. Overwegingen en conclusies van de LCvV De commissie overweegt dat de lezingen van partijen sterk uiteen lopen over de vraag of er sprake was van al dan niet goed functioneren van verzoekers als cliëntenraadslid en van bereidheid tot samenwerking en respectvolle omgang met andere cliëntenraadsleden en met de zorgaanbieder. Inhoudelijk blijken partijen ook een uiteenlopende visie te hebben op wat goede samenwerking en goede medezeggenschap behelst. Daarbij verschillen de lezingen ook sterk over de door de cliëntenraad behandelde onderwerpen (de puntenlijst), of dit urgente problemen betrof en of zorgaanbieder daar adequaat mee bezig was. Voorts verwijten partijen elkaar over en weer dat er geen afspraak tot stand kwam voor een evaluatiegesprek. Voor de commissie zijn al deze aspecten van de zaak op grond van hetgeen er is voorgelegd en aangedragen, niet feitelijk en objectief vast te stellen. Wat een aangewezen grondhouding is voor een cliëntenraad(slid) 6

tegenover de zorgaanbieder (controlerend, confronterend, meedenkend, meebewegend), is in algemene zin ook geen rechtsvraag waar de commissie zich over uit kan spreken. De commissie overweegt dat een proefperiode van enkele maanden bij het aanstellen van nieuwe cliëntenraadsleden in de zorgsector niet ongebruikelijk is, en ook zinvol te achten is. Partijen kunnen in die periode bezien of er wederzijds aan verwachtingen voldaan wordt en of er een klik is. Is dit niet het geval dan kan binnen deze proeftijd laagdrempelig de samenwerking weer beëindigd worden. Daarbij zal, naar analogie met het arbeidsrecht, gelden dat de proeftijd wel vooraf tussen partijen overeengekomen moet zijn, dat een opzegging gemotiveerd dient te worden en dat men zich naar algemene redelijkheids- en billijkheidseisen dient te gedragen. Een tussentijds evaluatiemoment, zeker wanneer de proefperiode een half jaar bedraagt en er zich in die tijd bedenkingen voor doen, ligt daarbij naar oordeel van de commissie dan voor de hand. Wanneer men eenmaal formeel is aangesteld/benoemd als lid zullen er vervolgens verzwaarde eisen gaan gelden voor een besluit tot schorsing of beëindiging van een lidmaatschap door de zorgaanbieder. Deze zullen moeten waarborgen dat raadsleden niet louter wegens een te kritische of confronterende houding weggestuurd kunnen worden. De commissie acht zich op grond van hetgeen te dezen door partijen is aangedragen wel voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen dat het besluit tot beëindiging van de samenwerking tijdens de proefperiode rechtsgeldig is en redelijk en billijk geacht moet worden. Daartoe wordt overwogen dat het reglement cliëntenraden van <naam zorgaanbieder> in art. 2.2 bepaalt: c. Leden van de LCR worden op voordracht van de LCR benoemd door de betreffende manager en de voorzitter wordt benoemd door de directeur. Dit met inachtneming van een proefperiode van 6 maanden en dat in de aanstellingsbrieven aan verzoekers d.d. 21 maart 2017 is vermeld: U heeft zich aangemeld als kandidaat raadslid voor de cliëntenraad. (..) Er zal in eerste instantie een termijn van zes maanden worden aangehouden (van 1 april tot 1 oktober 2017). (..) In oktober zal de cliëntenraad het vervolg met u verder afstemmen. 7

Er was kortom te dezen sprake van een vooraf bekendgemaakte en op het reglement gebaseerde proeftijd die als rechtsgeldig overeengekomen te beschouwen is. Ten aanzien van de opzegging geldt vervolgens dat zorgaanbieder deze gemotiveerd heeft kenbaar gemaakt in de brief van 24 augustus 2017 nadat het niet lukte om tot een evaluatiegesprek te komen. De commissie tekent hierbij nog wel aan dat zorgaanbieder de redenen in de brief van 24 augustus 2017 wel zeer algemeen heeft geformuleerd door ze letterlijk uit de profielschets en het reglement over te nemen. Ter zitting bleek vervolgens een aantal redenen achteraf niet juist en de voor zorgaanbieder meest zwaarwegende argumenten jegens verzoekers werden pas ter zitting nader gespecificeerd. De commissie beveelt de zorgaanbieder graag aan: - om voortaan duidelijker aan kandidaat leden te berichten en/of in het reglement te vermelden dat een evaluatie gesprek gangbaar is; - wanneer een beëindiging van de samenwerking in de proeftijd aanstaande is en/of de betrokkene vraagt er zelf om, de gesprekonderwerpen vooraf bekend te maken; - in dergelijke gevallen, ook wanneer het een cliëntenraad in proeftijd betreft, bij gesignaleerde problemen in samenwerking en/of communicatie om tijdig coaching en begeleiding aan te bieden. Voornoemde bemerkingen zijn echter niet zo zwaarwegend dat volgens de commissie gesproken moet worden van onredelijk handelen of onbillijke/onzorgvuldige besluitvorming. Oordeel De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden oordeelt dat het besluit tot opzegging van het lidmaatschap aan de cliëntenraad <naam locatie> van verzoekers binnen de proeftijd van een half jaar in redelijkheid genomen kon worden. 8

Deze uitspraak is vastgesteld door de voorzitter van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden, mevrouw mr. S.B. de Pauw Gerlings-Döhrn, en de leden de heer mr. A.J. Heerma van Voss, en de heer drs. R. Kuhn. Vastgesteld en ondertekend d.d. 23 februari 2018 mr. S.B. de Pauw Gerlings-Döhrn voorzitter mr. L. Bos secretaris 9