MMZ Medewerker Maatschappelijke Zorg



Vergelijkbare documenten
(M)MZ Persoonlijk begeleider Gehandicaptenzorg

MMZ Medewerker Maatschappelijke Zorg

92650 MMZ Medewerker Maatschappelijke Zorg

92662 (M)MZ Persoonlijk Begeleider Specifieke Doelgroepen

92661 (M)MZ Persoonlijk begeleider Gehandicapten Zorg Doorstroom

OER Medewerker Maatschappelijke Zorg. Niveau nv 3 BOL Cohort , startdatum: augustus 2014

92662 (M)MZ Persoonlijk begeleider Specifieke Doelgroepen Doorstroom

(M)MZ Persoonlijk begeleider Specifieke Doelgroepen

92662 (M)MZ Persoonlijk begeleider Specifieke Doelgroepen

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Kapper Niveau 3

EXAMENPLAN CGO 2012 DELTION COLLEGE

Onderwijs en Examenregeling. Beveiliger 2. Crebo niveau 2 BOL. Cohort ,5 jarige variant

OER Maatschappelijke Zorg Pers. Begeleider Gehandicaptenzorg

Combi-opleiding Verzorgende-IG / Medewerker Maatschappelijke Zorg (combi-opleiding VZ-IG / MMZ)

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Verzorgende IG BBL 3

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Verzorgende IG BOL 3

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding MBO Verpleegkundige

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding MZ Persoonlijk Begeleider Specifieke Doelgroepen. Persoonlijk Begeleider Specifieke Doelgroepen

HANDHAVER TOEZICHT EN VEILIGHEID

OER Mbo-Verpleegkunde. Niveau nv 4 BOL Cohort , startdatum: augustus 2013-februari 2014

EXAMENPLAN CGO 2011 DELTION COLLEGE

Oer MBO Verzorgende IG. Niveau nv 3 BBL Cohort , startdatum: augustus 2013

Helpende Zorg & Welzijn (speciale doelgroep)

MBO Verpleegkunde Crebo niveau NV4 BBL

Leidinggevende keuken jarig traject

EXAMENPLAN Crebonr. Kwalificatiedossier. Datum vaststelling examenplan. Startdatum. Crebonr. kwalificatie. Studiejaar diplomering

Pedagogisch werker Kinderopvang

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker N4 Kinderopvang

92661 (M)MZ Persoonlijk begeleider Gehandicapten Zorg

Examenplan 1.Overzicht

Examenplan voor de opleidingen tot Medewerker Maatschappelijke Zorg (MMZ) 1.Overzicht

Leidinggevende keuken jarig traject

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

(M)MZ Persoonlijk begeleider Gehandicapten Zorg Doorstroom

Examenplan Verzorgende IG / Maatschappelijke Zorg

Zelfstandig werkend kok 95420

EXAMENPLAN 2018 Persoonlijk Begeleider Gehandicaptenzorg (PBGZ)

Manager/ondernemer horeca 90303

Maatschappelijke Zorg

Onderwijsassistent. Niveau nv 4 BOL Cohort , startdatum: augustus 2013

EXAMENPLAN Datum vaststelling examenplan. Crebonr. Kwalificatiedossier. Naam kwalificatiedossier. Crebonr. kwalificatie. Studiejaar diplomering

Examenplan 1.Overzicht

Kennisbundels in relatie tot kwalificatiedossiers

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING

Examenplan , 2017 en 2018, examenplan en diplomavereisten Gespecialiseerd pedagogisch medewerker (p2) (HKS, vanaf augustus 2016)

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker N4 Kinderopvang

Examenplan Verzorgende IG / Maatschappelijke Zorg

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

OER (M)MZ Persoonlijk Begeleider Specifieke Doelgr. Niveau nv 4 BOL Cohort , startdatum: augustus 2014

Examenplan 1.Overzicht

Wijzigingsblad OER. Pedagogisch Medewerker Kinderopvang Crebonummer kwalificatiedossier Crebonummer kwalificatie Niveau 3

Wijzigingsblad OER. Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker Crebonummer kwalificatiedossier Crebonummer kwalificatie Niveau 4

Examenplan , 2016, examenplan en diplomavereisten Gespecialiseerd pedagogisch medewerker (p2) (HKS, vanaf augustus 2016)

Examenplan algemeen voorbeeld niveau 4 1.Overzicht 1.1.Specifieke examens Examenoverzicht opleiding: Sociaal Maatschappelijk Dienstverlener

EXAMENPLAN 2018 Persoonlijk Begeleider Gehandicaptenzorg (PBGZ)

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING

EXAMENPLAN 2016 Persoonlijk Begeleider specifieke doelgroepen (PBSD)

Onderwijs- en Examenregeling

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

92661 (M)MZ Persoonlijk begeleider Gehandicapten Zorg

Examenplan , 2017 en 2018, examenplan en diplomavereisten Onderwijsassistent (p3) (HKS, vanaf augustus 2016)

Onderwijs- en Examenregeling

Examenplan algemeen voorbeeld niveau 4 1.Overzicht 1.1.Specifieke examens Examenoverzicht opleiding: Sociaal Maatschappelijk Dienstverlener

Leidinggevende bediening 94161

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Onderwijs en Examenregeling 2011

Onderwijs- en Examenregeling

Leidinggevende bediening 94161

92632 Gespecialiseerd pedagogisch medewerker. Niveau nv 4 BOL Cohort , startdatum: januari 2014

Onderwijs- en Examenregeling

EXAMENPLAN 2017 Begeleider Specifieke Doelgroepen ( BSD)

92650 MMZ Medewerker Maatschappelijke Zorg

CONCEPT Format OER voor 2010 competentiegerichte opleidingen in het nieuwe format A. Basisgegevens

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Verzorgende IG BOL 3

Onderwijs- en Examenregeling

(M)MZ Persoonlijk begeleider Specifieke Doelgroepen

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Onderwijsassistent. Klik hier als u tekst wilt invoeren.

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

EXAMENPLAN 2018 Begeleider Gehandicaptenzorg ( BGZ)

Examenplan , 2017 en 2018, examenplan en diplomavereisten Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (P1) (HKS, vanaf augustus 2016)

Wijzigingsblad OER. Cohort _K16_OER_23183_Pedagogisch Werk 14_K16_EXAMENPLAN_25485_Onderwijsassistent

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Verzorgende IG BBL 3

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Brood en Banket. Zelfstandig werkend banketbakker

Maatschappelijke Zorg niveau 3 & 4. Een schematisch overzicht van de beroepsprestaties, werkprocessen en bijbehorende thema s per boek.

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme. Informatiemedewerker Niveau 3

Voorbeeld examenplan voor dubbelkwalificering

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding MBO Verpleegkundige

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Examenplan , 2016 examenplan en diplomavereisten Sociaal-cultureel werker (P2) (HKS, vanaf augustus 2016)

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING

Helpende Zorg en Welzijn Crebo niveau NV2 BBL Welslagen

EXAMENPLAN 2018 Combi VVT- BSD

naam opleiding Crebo niveau NV3 BBL

Handhaver Toezicht & Veiligheid Crebo niveau NV3 BBL

Wijzigingsblad OER. Cohort _K16_EXAMENPLAN_ _Combi_MZ-VZ-VVT-SD

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme

Transcriptie:

Onderwijs en Examenregeling 2012 MMZ Medewerker Maatschappelijke Zorg Crebo 92650 / MMZ. niveau NV3 BOL Cohort 2012-2015 Vitalis college ROC West Brabant Brinnr 25LX 1

Inhoudsopgave 1 Woord vooraf... 3 2 Leeswijzer... 4 3 Alles over het beroep... 5 3.1 Wat doet een Medewerker Maatschappelijke zorg?... 5 3.2 Wat kun je na je opleiding doen?... 6 4. Alles over de opleiding... 7 4.1 Wat ga je leren?... 7 A. Het Beroep... 7 B. Nederlands, rekenen, moderne vreemde talen... 9 C. Loopbaan en burgerschap... 10 4.2 Hoe is je opleiding ingedeeld?... 11 4.3 Alles over de beroepspraktijk... 15 4.4 Studiebelasting... 18 5 Alles over de begeleiding... 19 5.1 Begeleiding bij het leren op de opleiding... 19 5.2 Begeleiding bij een handicap, stoornis of belemmering... 20 5.3 Begeleiding bij het kiezen van een andere studie... 20 5.4 Klachten... 20 5.5 Help: ik voel me bedreigd, geïntimideerd of gediscrimineerd... 20 6 Alles over de beoordeling... 21 6.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen... 21 6.2 Kwalificerend beoordelen: examenplan... 23 A. Specifiek (Beroepsgericht)... 23 B. Generiek: Nederlands, rekenen en Engels... 26 C. Loopbaan & Burgerschap... 28 6.3 Studievoortgang... 30 Studievoortgangsregeling... 30 Overgangsregelingen... 31 Overgangsregeling van het 1 ste naar het 2 de leerjaar... 31 Overgangsregeling van 2 de naar het 3 de leerjaar... 31 6.4 Hoe is de organisatie van de examinering geregeld?... 31 6.5 Diplomeren... 32 6.6 Welke resultaten/bewijzen bewaart de school?... 32 6.7 Waar kun je terecht als je het met een beslissing niet eens bent?... 32 6.8 Inspectie... 33 7 Addendum... 34 Bijlage 1: Verantwoordingsblad onderwijsprogrammering... 36 Bijlage 2: Diverse documenten op de website... 37 Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 2

1 Woord vooraf Welkom op het Vitalis college, bij het cluster Welzijn Je hebt gekozen voor de opleiding naamopleiding MMZ / Medewerker Maatschappelijke zorg Bij het Vitalis college leiden we op vanuit de volgende missie: Groeien kan het beste als je jezelf kwetsbaar opstelt en je durft te verbinden. Wij scheppen de voorwaarden om je op te laten stellen en je te laten raken door de meerwaarde die je kunt hebben voor de maatschappij. Wij vragen van studenten zich te verbinden met elkaar en met de maatschappij. En gezamenlijk op te trekken in groei en maatschappelijke waarde. Hierin maken wij geen onderscheid tussen studenten en medewerkers. Marc van Campenhout, Algemeen directeur Vitalis college Welzijn Clustermanager Yvonne Vincenten brin nummer naam van de instelling 25LX ROC West-Brabant, Vitalis college crebonummer 92650 naam van de opleiding landelijk orgaan, kenniscentrum Calibris leerweg BOL niveau NV3 cohort 2012 Ingangsdatum 1 augustus 2012 1 februari 2013 Vervaldatum 15 februari 2015 1 augustus 2015 Datum waarop het bevoegd gezag de OER heeft vastgesteld Datum waarop de OER gepubliceerd is juli 2012 Medewerker Maatschappelijke zorg Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 3

2 Leeswijzer Beste student(e), Dit is de Onderwijs- en Examenregeling. We korten dit af tot OER. Met deze OER willen we je wegwijs maken in de opleiding waarvoor je gekozen hebt. De OER is een belangrijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst die je met het ROC West-Brabant hebt gesloten. Wat kun je vinden in deze OER? De opleiding kent een drievoudige kwalificatie. Naast de voorbereiding op het beroep richt de opleiding zich ook op jouw algemene vorming, persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijk functioneren. Dat betekent dat de opleiding bestaat uit drie algemene onderdelen: 1. je wordt opgeleid voor het beroep, 2. je moet voldoen aan algemene eisen voor Nederlands, rekenen en Moderne vreemde talen waarbij het opleidingsniveau bepaalt aan welke eisen je moet voldoen, 3. je wordt voorbereid op een loopbaan én een plek in de maatschappij. Om het diploma te behalen moet je als student voldoen aan de drie bovenstaande kwalificaties. In de OER vind je informatie over de manier waarop deze kwalificaties in het onderwijs en de examinering aan bod komen. De volgende onderwerpen zijn opgenomen in het OER: Een korte beschrijving van het beroep. Een overzicht van de opleiding die je gaat volgen. De manier waarop de opleiding en het onderwijs op school geregeld is. De manier waarop jouw vorming in de beroepspraktijk geregeld is. De begeleiding bij je studieloopbaan. De wijze van beoordelen en informatie over de examens. Achter in de OER vind je een aantal bijlagen: Bijlage 1 bevat de onderwijsplanning (het IDOP model) van de opleiding. Deze programmering geeft aan hoe de opleidingen er uit ziet qua inhoud, onderwijsvormen en tijdsbesteding. In bijlage 2 staat waar je informatie kunt vinden over regels en procedures die voor jou als student belangrijk zijn. Op de portal staat nog meer informatie over het Vitalis college en jouw opleiding. De portal is een afgeschermde internetsite van het Vitalis college waar je als student toegang toe hebt. Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 4

3 Alles over het beroep Deze opleiding gaat uit van het kwalificatiedossier: MBO / Welzijn 2012 / Maatschappelijke Zorg ( www.kwalificatiesmbo.nl ). Dit kwalificatiedossier is leidend voor het beroepsgerichte gedeelte van jouw opleiding. Het kwalificatiedossier beschrijft wat het beroep inhoudt én welke competenties, kennis en vaardigheden een beginnende beroepsoefenaar nodig heeft. 3.1 Wat doet een Medewerker Maatschappelijke zorg? Jouw baan Je kunt komen te werken bij instellingen die ondersteuning en zorg geven op gebied van persoonlijke verzorging, wonen, dagbesteding of vrije tijd. Denk hierbij aan bijvoorbeeld: een kleinschalige woonvorm voor ouderen of gehandicapten, een dak- en thuislozen tehuis, een psychiatrisch centrum, een zorgboerderij, een verzorging- of verpleeghuis, een sociale werkplaats. Je streeft ernaar mensen in de maatschappelijke zorg, ook wel cliënten genoemd, zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren in hun eigen omgeving en als lid van de samenleving. Je krijgt te maken met bijvoorbeeld: mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking en/of zintuiglijke beperking mensen met een psychiatrische aandoening mensen met een verslavingsprobleem mensen met een psychosociaal of gedragsprobleem mensen met ouderdomsklachten mensen die dak- of thuisloos zijn vrouwen ( en hun eventuele kinderen) en mannen die te maken hebben gehad met huislijk geweld a.s. tienermoeders mensen die in justitiële inrichtingen verblijven mensen die asiel zoeken in Nederland mensen met een combinatie van problemen Jouw werk Een Medewerker maatschappelijke zorg werkt als begeleider of groepsleider (in een activiteitencentrum of woongroep), maar ook als sociaal pedagogisch beroepskracht, supportmedewerker, ondersteuner, groepsbegeleider. Je levert informatie voor het plan van aanpak. Zo n plan kan ook wel een handelingsplan, interdisciplinair behandelplan, begeleidingsplan, trajectplan en ondersteuningsplan genoemd worden. Hierin staat beschreven welke ondersteuning je een cliënt moet geven. Je ondersteunt individuele cliënten of een groep cliënten zo goed mogelijk op gebied van persoonlijke verzorging, bij wonen, scholing, sport en vrije tijd. Wat voor ondersteuning een cliënt nodig heeft en welke wensen hij/zij heeft, is niet altijd duidelijk. Soms moet je achterhalen wat de wensen van de cliënt zijn. Je past de ondersteuning aan bij vragen, behoeften, voorkeuren, mogelijkheden, achtergrond en cultuur. Je houdt daarbij de begeleidingsdoelen en -afspraken, die beschreven staan in het plan van aanpak, als richtlijn. Je stimuleert de cognitieve, motorische, sociale, emotionele en creatieve ontwikkeling van cliënten bij activiteiten. Bijvoorbeeld bij muziek maken, knutselen, boodschappen doen, koken, huiswerk maken, sporten. Daarbij schat je voortdurend in met welk handelen je het beste resultaat kunt verkrijgen: motiveren, enthousiasmeren, coachen, ondersteunen, activeren (overhalen tot activiteiten), sturen of zorg Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 5

overnemen. Zo nodig pas je de begeleiding aan, als er veranderingen bij de cliënt of in de situatie optreden. Daarnaast lever je ook een bijdrage aan de opvoeding van jonge cliënten. Je voert activiteiten met een groep cliënten uit en zorgt dat ze gemotiveerd de activiteit uitvoeren. Je zorgt voor een goede sfeer en houdt de voortgang de cliënten tijdens de activiteit in de gaten. Zo nodig pas je de activiteit aan. Als je veranderingen opmerkt in het gedrag en de gezondheid van de cliënt of in de situatie, dan kan je de ondersteuning aanpassen en zo nodig op tijd ingrijpen. Indien nodig geef je veranderingen door aan je leidinggevende en aan je team. Verder ben je op de hoogte van ziektebeelden, handicaps en problemen, die bij de cliënten voorkomen. Je weet welke gevolgen deze ziektebeelden, de handicaps en problemen voor de cliënt kunnen hebben. Jouw sector Je bent actief in de sector sociaalagogisch werk, in de branches gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg, maatschappelijke opvang, ziekenhuizen, welzijnsinstellingen, sociale werkplaatsen, penitentiaire inrichtingen of asielzoekerscentra. Jouw kwaliteiten Je hebt direct contact met cliënten, daarom is jouw persoonlijkheid doorslaggevend. Je gaat een professionele relatie met de cliënten aan. De ontwikkeling van deze kwaliteiten en eigenschappen kunnen je daarbij helpen: Betrokken: je hebt interesse in maatschappelijke vraagstukken in het algemeen en in jouw cliënt specifiek. Vanzelfsprekend met de nodige professionele afstand. Empathisch: je kunt je inleven in de situatie van de cliënt en je ziet, waardeert en respecteert zijn kwaliteiten, talenten en mogelijkheden. Assertief: je kunt op een juiste, positieve manier voor jezelf opkomen. Representatief: als vertegenwoordiger van jouw organisatie houd je van een positieve en professionele uitstraling. / Je bent communicatief vaardig. Integer: je bent betrouwbaar en handelt volgens ethische normen en de beroepscode. 3.2 Wat kun je na je opleiding doen? Je kunt na je opleiding Medewerker maatschappelijke zorg een leuke baan zoeken, maar nog even doorleren kan ook. Je kunt doorstromen naar een niveau 4 opleiding, zoals de opleiding Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg of Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen. Of je kunt kiezen voor andere MBO opleidingen op niveau 4, zoals Pedagogisch werker, Sociaal cultureel werker, Onderwijsassistent, Sociaal-maatschappelijk dienstverlener of MBO Verpleegkundige. Met het diploma Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg of Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen kun je doorstromen naar HBO opleidingen, bijvoorbeeld de opleiding Sociaal pedagogische hulpverlening/social Work of de opleiding HBO Verpleegkunde. Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 6

4. Alles over de opleiding Het onderwijs binnen het Vitalis college gaat uit van drievoudige kwalificatie: 1) het beroep, 2) taal en rekenen en 3) loopbaan en burgerschap. In paragraaf 4.1 kun je hier meer over lezen. Het onderwijs binnen het Vitalis college is competentiegericht. Bij competentiegericht onderwijs sluit het onderwijs nauw aan bij de beroepspraktijk. Op school werkt je bijvoorbeeld aan een opdracht die je ook tegen kunt komen in de praktijk. Daarnaast is het leren in de praktijk een belangrijk onderdeel van de opleiding. Dit noemen we de beroepspraktijkvorming (BPV). In paragraaf 4.2 en 4.3 staat hoe het leren op school en in de beroepspraktijk vorm krijgt. Ten slotte kun je in paragraaf 4.4 lezen hoeveel tijd je gemiddeld kwijt bent met je studie. Het onderwijs is zoveel mogelijk afgestemd op jouw specifieke kennis en ervaring. Het doel is dat je aantoont succesvol te kunnen functioneren in de beroepspraktijk. Dit betekent dat: jij als student gestimuleerd wordt om een actieve rol te nemen in je leerproces. jij en je studieloopbaan centraal staan. jouw leerervaringen in de beroepspraktijk een grote rol spelen Het onderwijsprogramma is afgeleid van de beroepspraktijk. de kerntaken, werkprocessen, bijbehorende beroepsproducten en competenties het uitgangspunt vormen voor het beroepsgerichte deel van het opleidingsprogramma. er geleerd wordt in de context van de beroepspraktijk. er geïntegreerd beoordeeld wordt in de context van de beroepspraktijk. Niet alleen na afloop maar ook tijdens je leerproces. vooraf bekend is waar je op beoordeeld wordt en welke eisen hiervoor gehanteerd worden. 4.1 Wat ga je leren? De opleiding voldoet aan een aantal wettelijke eisen voor wat betreft beroep, algemene vorming én loopbaan en burgerschap: De eisen van het beroep staan beschreven in het kwalificatiedossier. In dat dossier staan ook de specifieke eisen voor Nederlands, rekenen en Moderne vreemde taal die nodig zijn voor het uitoefenen van het beroep. Naast specifieke eisen bestaan er ook algemene of generieke eisen voor Nederlands, rekenen en Moderne vreemde taal. Deze eisen zijn afhankelijk van het opleidingsniveau. Verder krijg je te maken met wettelijke eisen voor Loopbaan en burgerschap. Bovenstaande onderdelen zijn door de minister vastgesteld en dus wettelijk verplicht. Om een diploma te ontvangen moet je voldoen aan de eisen van het kwalificatiedossier, de algemene eisen voor taal en rekenen én de eisen voor Loopbaan en burgerschap. A. Het Beroep Bij competentiegericht onderwijs ligt het accent op de taken die horen bij het beroep. Voor het goed uitvoeren van deze taken heb je competenties nodig. Deze competenties bestaan uit een combinatie van kennis, vaardigheden en gedrag. In het kwalificatiedossier staat welke competenties een beginnende beroepsbeoefenaar moet beheersen. Belangrijke begrippen van het kwalificatiedossier zijn kerntaken, werkprocessen en competenties. Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 7

Kerntaak Kerntaken geven de belangrijkste werkzaamheden van de beroepsoefenaar weer. Deze taken zijn kenmerkend voor het beroep waarvoor jij wordt opgeleid. In het geval van de Medewerker Maatschappelijke zorg is er bijvoorbeeld de kerntaak Opstellen van een plan van aanpak. Werkproces Een werkproces bestaat uit een aantal samenhangende activiteiten die horen bij een kerntaak. Die activiteiten hebben een begin, een eind en leiden tot een duidelijk resultaat. Een voorbeeld van een werkproces is: " Inventariseert hulpvragen van de cliënt ". Overzicht kerntaken en werkprocessen Voor jouw opleiding ziet het overzicht van de kerntaken en werkprocessen er als volgt uit: K1: Medewerker maatschappelijke zorg K2: Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg K3: Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen Kwalificatie Kerntaak Werkproces K1 K2 K3 Kerntaak 1: Opstellen van een plan van aanpak 1.1 Inventariseert hulpvragen van de cliënt x x x 1.2 Schrijft het plan van aanpak x x 1.3 Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplan x x Kerntaak 2: Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg 2.1 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging 2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden x x x x x x 2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding x x x 2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaalmaatschappelijk gebied x x x 2.5 Ondersteunt de cliënt bij het voeren van de regie over zijn leven x x 2.6 Ondersteunt het sociale systeem x x 2.7 Voert verpleegtechnische handelingen uit x Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatieen professiegebonden taken Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 8

Kwalificatie Kerntaak Werkproces K1 K2 K3 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen x x x x x x x x x 3.4 Voert coördinerende taken uit x x 3.5 Voert beheertaken uit x 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning x x x Competentie Je werkt aan de kerntaken en werkprocessen met behulp van competenties. Een competentie is het vermogen om in de beroepspraktijk je werk goed te doen. Dit vermogen bestaat uit een combinatie van kennis, houding en vaardigheden. Voor het MBO gelden 25 competenties (zie de tabel hieronder). Welke competenties binnen jouw opleiding aan bod komen, is afhankelijk van het opleidingsniveau en het beroep. A Beslissen en activiteiten initiëren N Onderzoeken B Aansturen O Creëren en innoveren C Begeleiden P Leren D Aandacht en begrip tonen Q Plannen en organiseren E F Samenwerken en overleggen Ethisch en integer handelen G Relaties bouwen en netwerken S Kwaliteit leveren R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten H Overtuigen en beïnvloeden T Instructies en procedures opvolgen I Presenteren U Omgaan met verandering en aanpassen J Formuleren en rapporteren V Met druk en tegenslag omgaan K Vakdeskundigheid toepassen W Gedrevenheid en ambitie tonen L Materialen en middelen inzetten X Ondernemend en commercieel handelen M Analyseren Y Bedrijfsmatig handelen B. Nederlands, rekenen, moderne vreemde talen Voor wat betreft Nederlands, rekenen en Moderne vreemde talen (MVT) wordt er een onderscheid gemaakt tussen specifieke (beroepsgerichte) en generieke kwalificatie-eisen. Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 9

Specifieke kwalificatie-eisen In je beroep krijg je te maken met werkzaamheden waar een bepaald beheersingsniveau van de Nederlandse taal voor nodig is. Denk bijvoorbeeld maar eens aan het schrijven van een rapportage. Deze eisen staan in het kwalificatiedossier genoemd. In dat dossier staan ook de specifieke eisen voor rekenen en MVT. In de opleidingen waar Nederlands, rekenen en MVT deel uitmaken van het beroep, worden deze vaardigheden ontwikkeld en geëxamineerd. Generieke kwalificatie-eisen Bij generieke kwalificatie-eisen voor Nederlands, rekenen en MVT gaat het om eisen die algemeen gelden voor een bepaald opleidingsniveau. Het gaat daarbij om basiskennis en vaardigheden die voor alle studenten van belang zijn. Voor de kwalificatie-eisen van Nederlands en rekenen wordt er gewerkt met het referentiekader van Meijerink (1F, 2F, 3F en 4F) die een opklimmende graad van moeilijkheid aangeven. Voor elk referentieniveau is aangegeven wat studenten paraat hebben (weten), functioneel kunnen gebruiken (toepassen) en wat ze begrijpen (weten waarom). Voor MVT wordt gebruik gemaakt van het Europese Referentiekader (ERK). Bij MVT wordt bij elke vaardigheid de taalniveaus A1, A2, B1 en B2 beschreven. In het examenplan staat welke onderdelen van Nederlands, rekenen en MVT getoetst worden en aan welke eisen jij moet voldoen. Bij de start van de opleiding word je beginniveau voor taal en rekenen bepaald, waardoor zichtbaar wordt op welk niveau je de vaardigheden beheerst. In de opleiding ontwikkel jij deze vaardigheden tot het vereiste niveau. C. Loopbaan en burgerschap Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling is een volledig onderdeel van de opleiding. Dit onderdeel komt onder meer terug tijdens de studieloopbaan begeleiding (SLB). Het gaat daarbij om het vinden van een goede aansluiting tussen jouw kwaliteiten en interesses én de mogelijkheden die het beroepenveld kan bieden. Loopbaanoriëntatie en ontwikkeling bestaat uit de volgende elementen: Capaciteitenreflectie: Motievenreflectie: Werkexploratie: Loopbaansturing: Netwerken. Burgerschap De beschrijving van burgerschap verwoordt de eisen die de multiculturele Nederlandse samenleving aan haar burgers en inwoners stelt. De leerlijn Burgerschap is samengesteld uit vier dimensies: politiek-juridische dimensie, economische dimensie deelname aan het arbeidsproces en consumentisme, sociaal-maatschappelijke dimensie, vitaal burgerschap. Op de website www.mboraad.nl vind je meer informatie over Loopbaan en Burgerschap. Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 10

4.2 Hoe is je opleiding ingedeeld? In de opleiding gaat het om leren in de beroepspraktijk (BPV) en leren op school. Deze twee vormen van leren staan niet los van elkaar maar vormen een eenheid. In deze paragraaf kun je lezen hoe het onderwijsprogramma op school eruit ziet. In de volgende paragraaf (paragraaf 4.3) staat hoe het onderwijs in de BPV wordt aangeboden. Grofmazig leerplanschema MMZ niveau 3 BOL Fase 1 Periode 1 2 3 4 Integraal Aansturing BP. 1.1 Informatie verzamelen (O) Werkproces 1.1 BP. 1.1 Informatie verzamelen(o) Werkproces 1.1 BP. 1.2 Ondersteunen in de leefomgeving ( O ) Werkproces 2.2/2.4/3.6 THEMA Communicatie Leefomgeving van de cliënt ( BP. ) ++ Verzorging en begeleiding van de cliënt ( Curriculum ) BP. 1.3 Ondersteunen bij activiteiten ( O ) Werkproces 2.3 / 3.3 Aansturing BP. 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften ( K ) Methodisch handelen BP. 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften ( K ) methodemix Werkproces 2.1 / 3.3 Verzorging en begeleiding van de cliënt BPV Project ----------------- 2 dgn./ minimaal 14 u. per wk. --> ma.dag en di.dag Vital Society 2 dgn./ minimaal 14 u. per wk. --> ma.dag en di.dag 2 dgn./ minimaal 14 u. per wk. --> ma.dag en di.dag Intervisie ----------------- ----------------------- -------------------------- ---------------------------- Integrale opdrachten Beroepsprestatie Verdiepingsopdracht Themaaansturing Workshops - Wegwijzer - Praktijkvoorbereiding - Drama basis - Beeldend / beeld v. jezelf - Drama rollenspel - Levensboek - 1x extern / N. Veste - 2x keuze-wrksh. intern Burgerschap TOA x x x Conceptueel Nederlands TOA x x x Engels -- -- -- -- Rekenen TOA x x x Vakkennis ( thema s KD.) PGO. X X X X College X X X ------ Vaardigheden X X X X SLB Leerprestatie Loopbaan: * Het ontwikkelen van je beroepsbeeld Vitalis College / 11

Fase 1 Periode 1 2 3 4 * Het ontwikkelen van je opleidingsbeeld * Je professionele ontwikkeling doorlopende aandacht! Tevens Leren- en Leervaardigheden meenemen / integreren; zie Kompas Reflectie / monitoring competentiescoretabel. Fase 2 Periode 5 6 7 Integraal BP. 2.1 Omgaan met grensoverschrijdend gedrag ( K ) Werkproces 2.4 / 3.3 / 3.6 Aansturing: BP. 2.2 Begeleiden van een groep (K) BP. 2.2 Begeleiden van een groep ( K ) Werkproces 2.4 / 3.3 BP. 2.3 Bevorderen van de leefomgeving ( K ) Werkproces 1.1 / 2.2 / 3.6 THEMA Specifieke Doelgroepen Mensen met verstandelijke / lichamelijke of meervoudige beperking(en) Verantwoordingsverslag over de kwalificerende BP. s 1.4 2.1 2.2 2.3 ( K ) AG. methodemix Fase 2 Verantwoordingsverslag: werkproces 1.1 / 2.1 / 2.4 AG.: werkproces 2.1 / 2.2 >>>>> ( Aansturing ) BP. 3.1 Methodisch begeleiden bij activiteiten (K) Plannen van activiteiten voor de diverse (MMZ.-) doelgroepen BPV 2 dgn./ minimaal 14 u. per wk. - -> wo.dag en do.dag 2 dgn./ minimaal 14 u. per wk. - -> wo.dag en do.dag 4 dgn./ minimaal 28 u. per wk.-- >ma-, wo-, do-, vrijdag Project Vital Society X Intervisie --------- -------- -------- Integrale opdrachten Beroepsprestatie Verdiepingsopdracht Themaaansturing X Workshops - Validation - Voeten in de Jungle - Rouwverwerking Burgerschap Geïntegreerd in aanbod onderwijs-curriculum / inspanningsverplichting concretiseren. X Conceptueel Nederlands x x x Vaardigheden SLB Engels -- -- -- Rekenen x x x Vakkennis ( thema s KD. ) PGO. College Loopbaan: * Het ontwikkelen van je X X Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 12

Fase 2 Periode 5 6 7 beroepsbeeld * Het ontwikkelen van je opleidingsbeeld * Je professionele ontwikkeling doorlopende aandacht! Tevens Leren- en Leervaardigheden meenemen / integreren; zie Kompas Reflectie / monitoring competentiescoretabel. Fase 3 Periode 8 9 10 Integraal Beroepsprestatie THEMA BPV BP. 3.1 Methodisch begeleiden bij activiteiten (K) Werkproces 2.3 / 2.4 / 3.6 BP. 3.2 Verdiepen in de doelgroep (K) Werkproces 1.1 / 3.3 / 3.6 Plannen van activiteiten voor de diverse (MMZ.-) doelgroepen 4 dgn./minimaal 28 u. per wk >ma-, wo-, do-, vrijdag evt. Buitenland stage X BP. 3.3 Bevorderen van deskundigheid en kwaliteit ( K ) Werkproces 3.1 / 3.2 Kwaliteit in zorg / begeleiding 4 dgn./ minimaal 28 u. per wk.-->ma-, wo-, do-, vrijdag Verantwoordingsverslag over de kwalificerende BP. s 3.1 3.2 3.3 ( K ) AG. methodemix Fase 3 Verantwoordingsverslag: werkproces 1.1 / 3.3 AG.: werkproces 2.3 / 3.6 Kwaliteit in zorg / begeleiding 4 dgn./ minimaal 28 u. per wk.-->ma-, wo-, do-, vrijdag Project Verdiepingsopdracht Intervisie -------- XX XX Integrale opdrachten Themaaansturing / X Gastdocent Workshops - Themadag N. Veste - Palliatieve zorg - Intimiteit en seksualiteit Burgerschap Afronding Conceptueel Nederlands x Engels -- Rekenen x Vakkennis ( thema s KD.) PGO. College Vaardigheden SLB Afronding van: L ( B ) Loopbaan: * Het ontwikkelen van je beroepsbeeld * Het ontwikkelen van je opleidingsbeeld * Je professionele ontwikkeling doorlopende aandacht! Reflectie / monitoring competentiescoretabel. X --------------- Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 13

Fase 3 Periode 8 9 10 Tevens Leren- en Leervaardigheden meenemen / integreren; zie Kompas Een voorbeeld van een periode: Fijnmazig Raamwerk: MMZ BOL Niveau 3 Periode 2 Cohort 2012 Thema: Leefomgeving van de cliënt (BP) / Verzorging en begeleiding cliënt( Curriculum) BP 1.2. Ondersteunen in de leefomgeving. WK PGO Vaardigheid College Workshop Ned Rek Eng Sport/spel W1 Anatomie ADL. verz Veiligheid/ hygiëne W2 Fysiologie ADL. verz Ontw. fases v.d. mens 1 W3 Pers hygiëne ADL. verz Ontw. fases v.d. mens 2 W4 Voeding Eten/ drinken Ontw. fases v.d. mens 3 W5 Ergonomie Pols/ bloed/ temp Ontw. Stoornis 1 Beeldend, beeld van jezelf W6 Beroepshouding Mobiliteit/ tiltechniek Drama Basis x x x Samenwerkingsspel x x x Puzzelspel x x x Burchtbal x x x Bew.oefening a.d.h.v. muziek x x x Aanleren van dansjes Ontw. Stoornis 2 x x x Vertrouwensspel W7 Protocollen Voorl. geven Groepsdynamica x x x Vertrouwensspel Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 14

Hoe ziet een lesweek eruit? 1 e jaar BOL 2012-2013 Periode 2 niveau 3 en 4. Cohort 2012 Weekrooster 1e jaar BOL Periode 2 Opleiding met praktijkdagen 1 08.30-09.00 Workshop 2 09.00-09.30 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 3 09.30-10.00 Sport en spel 4 10.00-10.30 90 min. 60 min. 5 10.45-11.15 Nederlands SLB/ BP PGO SLB / BPV 60 min. 6 11.15 11.45 60 min. 60 min. 90 min. Praktijkdag Praktijkdag 7 11.45-12.15 Burgerschap 8 12.45-13.15 60 min. 9 13.15 13.45 SLB Alg. 10 13.45-14.15 60 min. 11 14.30 15.00 Vaardigheid SLB Alg. 420 min. 420 min. 12 15.00-15.30 90 min. 60 min. Project Vital week 60 min. Begeleid werken project Vital week. 13 15.30-16.00 College 14 16.00-16.30 60 min. 60 min. 15 16.30-17.00 Verwerking College 60 min. 4.3 Alles over de beroepspraktijk In de Praktijkovereenkomst (POK) wordt vastgelegd waar je de BPV uitvoert en voor welke periode. Bij aanvang van iedere nieuwe BPV-periode wordt er een nieuwe POK gemaakt. Je volgt een opleiding in de sector Zorg en Welzijn. Dit is een 24-uurssector. Tijdens de praktijkdagen werk je volgens de roostering van de stageplaats. Dat betekent dat je werkt met onregelmatige diensten zowel doordeweeks als in het weekend. Werktijden en diensten Het aantal dagen stage per week kan per periode verschillen. Een student BOL heeft 2, 3 of 4 dagen per week stage. Een stageweek van 4 dagen omvat 26 tot 30 uur BPV en een stageweek van 3 dagen 21 tot 24 uur. Een stageweek van 2 praktijkdagen heeft een minimum van 14 uur. De planning van het aantal praktijkdagen vindt plaats volgens een BPV-schema. Gedurende de opleiding ziet dit er als volgt uit: BPV schema Niveau 3, opleidingsduur van 2,5 jaar Periode Praktijkdagen BPV.- plaats 2-3 en 4 2 dgn. / week A 5 en 6 2 dgn. / week B Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 15

BPV schema Niveau 3, opleidingsduur van 2,5 jaar Periode Praktijkdagen BPV.- plaats 7 en 8 4 dgn. / week B 9 en 10 4 dgn. / week C Praktijkdagen BOL (schooljaar 2012-2013) Gedurende een periode heb je op vaste dagen BPV. In onderstaande tabel staat voor schooljaar 2012-2013 op welke dagen BPV staat ingeroosterd. Periode Opleiding Ma Di Wo Do Vr 2, 3 en 4 MMZ N3+N4 X X 5 en 6 MMZ ( niveau 3) X X 5 en 6 MZ ( N4) X X 7 en 8 MMZ ( niveau 3) X X X X 7 en 8 MZ ( N4) X X X X 9 en 10 MMZ ( niveau 3 ) X X X X 9 en 10 MZ ( N4) X X X 11 en 12 MZ ( N4) X X X X Procedure BPV-plaatsen RBB West-Brabant Vitalis welzijn Het RBB West-Brabant is het centrale punt voor de planning van de BPV voor de opleidingen Gezondheidszorg en (M)MZ van: Avans Hogeschool in Breda, niveau 5 (HBO-verpleegkundige) Kellebeek College in Roosendaal, zorghulp, helpende, verzorgende, verpleegkundige en (M)MZ Vitalis College in Breda, zorghulp, helpende, verzorgende, verpleegkundige en (M)MZ Je kunt het RBB West-Brabant bereiken van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur via 076-5733318 of rbb@partnersinopleiden.nl. Wij doen ons uiterste best om alle studenten zo goed mogelijk van een BPV-plaats te voorzien. Dit doen we aan de hand van een aantal regels. Deze regels zijn (worden) vastgesteld in overleg tussen school en RBB. Uitgangspunten plaatsing Het RBB plaatst studenten op een BPV-plaats op basis van opleiding, woonplaats, eerdere BPV, belangstelling en eventuele uitstroom/specialisatie. Hiertoe worden de persoons- en adresgegevens gebruikt zoals deze bij de onderwijsinstelling zijn opgegeven. Bij de plaatsing gebruikt het RBB de volgende uitgangspunten: Afspraken BPV-plaatsen De BPV-plaatsen worden standaard geregeld vanuit het RBB. Het RBB maakt hierover afspraken met zorg- en welzijnsinstellingen in de regio. Je mag niet zelf een BPV-plaats zoeken, tenzij je toestemming hebt van het RBB om een bepaalde locatie/organisatie te benaderen. Ook als er iets wijzigt in je BPV-plaats of als je onverhoopt een andere plaats nodig hebt, dient dit altijd via het RBB te gaan. Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 16

Bereikbaarheid BPV-plaatsen De BPV-plaats is voor jou met het openbaar vervoer te bereiken. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat je zelf de afstand van en naar een openbaarvervoerhalte kan overbruggen. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat je zelf inspanningen levert om ook tijdens onregelmatige diensten op de BPV-plaats te kunnen komen (bijvoorbeeld meerijden, afspraken maken met collega-studenten). Het is ook mogelijk dat een zorg- en welzijnsinstelling mogelijkheden biedt om intern te verblijven. Type zorg- en welzijnsinstelling Bij het matchen wordt gestreefd naar een spreiding in type zorg- en welzijnsinstellingen gedurende de studie. Dit is afhankelijk van het aanbod van BPV-plaatsen. Wanneer je een bepaalde uitstroom/specialisatie hebt gekozen, dan word je in dat leerjaar ook geplaatst in een passende instelling. Wanneer dit onverhoopt niet mogelijk is, wordt dit in een vroeg stadium met jou en school besproken. Voor de BPV in bepaalde leerjaren kun je een belangstellingsformulier invullen. Dit geldt voor Helpende zorg en welzijn tweede leerjaar, (M)MZ derde leerjaar. Gezien het beperktere aanbod in BPV-plaatsen voor lagerejaars, worden hier geen belangstellingsformulieren opgevraagd. Wel wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met woonplaats en achtergrond. Op een belangstellingsformulier kun je aangeven waar je graag je BPV wilt doen. Deze belangstellingsformulieren geven geen garantie voor een bepaalde instelling, locatie of branche. Op het formulier kun je ook aangeven waar je per se niet naar toe wilt. Er zijn verschillende mogelijkheden om in het buitenland BPV te volgen. Kijk voor meer informatie op portal onder I-BPV. Werktijden en diensten Je volgt een opleiding in de zorg en welzijn. Dit is een 24-uurssector. Dat betekent dat je ook onregelmatige diensten en weekenddiensten draait. Hierbij wordt uiteraard rekening gehouden met de arbeidstijdenwet en afspraken in de CAO. Houd er rekening mee dat je minimaal een keer op een leerafdeling geplaatst kan worden. Procedure bekendmaking BPV en bezwaar Een aantal weken voorafgaand aan een BPV-periode maakt het RBB een conceptplanning. Het RBB bespreekt de conceptplanningen eerst met de SLB-er en past deze indien nodig aan. Vervolgens worden de conceptplanningen op portal geplaatst. De studenten kunnen deze inzien. Elke student kan op school en thuis inloggen op portal. Wanneer de conceptplanningen gereed zijn wordt dit vanuit school gecommuniceerd. Op de conceptplanning staat een termijn genoemd. Indien je wilt reageren op deze planning kun je binnen de gestelde termijn contact opnemen met het RBB. Een BPV-plaats kan in deze conceptfase gewisseld worden onder de volgende omstandigheden: - indien studenten, in overleg met het RBB, onderling wisselen van BPV-plaats - indien de zorg- en welzijnsinstelling bezwaar maakt tegen de plaatsing. RBB zoekt dan een andere BPV-plaats - indien door uitval/wisseling van een andere student een beter passende BPV-plaats beschikbaar is gekomen - indien in overleg met school blijkt dat de student zijn/haar competenties of leerdoelen duidelijk aantoonbaar niet kan behalen binnen de instelling Vanaf het moment dat de planning definitief is kan de BPV-plaats alleen nog gewijzigd worden in het geval dat: - zorg- en welzijnsinstelling bezwaar maakt tegen de plaatsing (met reden, bijvoorbeeld vanwege eerdere problemen binnen instelling) - in overleg met school alsnog blijkt dat de student zijn/haar competenties of leerdoelen duidelijk aantoonbaar niet kan behalen binnen de instelling. Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 17

Wanneer zich bijzondere situaties voordoen in de loop van de opleiding waarin bovenstaande regels niet voorzien, wordt in overleg tussen school, RBB, student en indien nodig zorg- en welzijnsinstelling naar een oplossing gezocht. Contact met de zorg- en welzijnsinstelling Wanneer de definitieve planningen op portal staan, staat hier altijd een datum bij wanneer je contact op kunt nemen met de zorg- en welzijnsinstelling. Bij sommige instellingen moet je ook solliciteren, dit staat dan ook vermeld. Sommige zorg- en welzijnsinstellingen zullen zelf al contact opnemen met jou, andere wachten af tot je zelf contact opneemt. Als je niets hoort van de zorg- en welzijnsinstelling, dan kun je altijd zelf even bellen. In de BPV-box (www.brabantzorg.net/bpv-box) vind je van een aantal instellingen meer informatie over je BPV. Jouw gegevens Het plannen van de BPV-plekken vindt plaats via een besloten beveiligd internetsysteem waar zorg- en welzijnsinstellingen kunnen zien wie bij hen op stage komt. Zorg- en welzijnsinstellingen hebben een aantal gegevens nodig ruim voordat jij daar komt, waaronder je burgerservicenummer. Daarom vragen wij alle nieuwe studenten of wij van tevoren hun burgerservicenummer mogen doorgeven aan de zorg- en welzijnsinstelling waar ze hun BPV doen. Je krijgt hierover bericht thuis. Ouderejaars hebben dit bericht al gehad. Bijzondere situaties Mocht je al bij de start van de opleiding weten dat je wegens bepaalde redenen (bijv. chronische ziekte/aandoening) niet op een bepaalde BPV-plaats of type BPV-plaats geplaatst kunt worden, dan dien je dit in een zo vroeg mogelijk stadium bij de studieloopbaanbegeleider te melden en een formulier in te vullen. De SLB-er bepaalt in overleg met de BPV-coördinator vervolgens of voor jou een uitzondering gemaakt kan worden op bovenstaande BPV-regels. Dit geldt alleen als de student dit bij aanvang van de studie meldt of als dit vanaf een bepaald moment tijdens de opleiding geldt. Neem in het laatste geval contact op met je studieloopbaanbegeleider. 4.4 Studiebelasting Een opleiding kent een minimaal aantal contacturen per leerjaar. Voor een voltijd-opleiding (BOL) ligt de wettelijke eis op 850 uren. Voor BOL-deeltijd en BBL-studenten is dat 300 uur. Het Verantwoordingsblad onderwijsprogrammering (zie bijlage 1) geeft een overzicht van het aantal uren per leerjaar. Daarin staat dat het aantal uren en de verdeling daarvan voldoen aan de wettelijke eisen en de normen van het Vitalis college. Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 18

5 Alles over de begeleiding 5.1 Begeleiding bij het leren op de opleiding Onder studieloopbaanbegeleiding (SLB) verstaan we alle activiteiten die erop gericht zijn om studenten te begeleiden bij een resultaatgerichte studieloopbaan. Je krijgt een studieloopbaanbegeleider toegewezen met wie je de resultaten en ontwikkeling van jouw leerroute bespreekt. Deze studieloopbaanbegeleider heeft vanuit de opleiding een sleutelrol in je studieloopbaanplanning. Je wordt begeleid om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor je studieloopbaan. Je wordt begeleid op het persoonlijk vlak. Je gaat dus: gericht informatie verzamelen over kenmerken, mogelijkheden en eisen van opleiding en beroep. inzicht krijgen in de eigen capaciteiten, interesses, waarden, persoonskenmerken en ontwikkeling van competenties. bovenstaande informatie over opleiding, beroep en eigen persoon eigen maken en op grond daarvan keuzes maken. reflecteren op evaluaties en beoordelingen en daar vervolgens acties aan verbinden. zorgen voor een gevuld (digitaal ) portfolio en een Plan van Aanpak waarin je je ontwikkeling zichtbaar maakt. de bewijzen uit je portfolio laten zien aan de studieloopbaanbegeleider Deze zijn voorwaarde om aan examens te kunnen deelnemen. De SLB begeleider heeft hierin een adviserende rol. Individuele begeleiding krijg je van de studieloopbaanbegeleider en je BPV-begeleider op stage. Voorbeelden van individuele begeleiding zijn: je beginsituatie helder krijgen, individuele leervorderingen bespreken, bewijsstukken portfolio checken, stage-ervaringen bespreken, feedback geven op persoonlijke leerdoelen en acties. Groepsbegeleiding van de SLB-er vindt plaats in een groep en is gericht op begeleiding die voor alle studenten min of meer gelijk is. Uitgangspunten bij SLB SLB is een vorm van begeleiding waarbij de student wordt geleerd om zelf verantwoordelijk te zijn voor zijn of haar studieloopbaan. De studieloopbaanbegeleider (SLB-er) begeleidt de student bij dit proces. De student en de studieloopbaanbegeleider werken aan het zo goed mogelijk doorlopen van de studie. Dat betekent dat: De SLB-er is het eerste aanspreekpunt voor de student. De belangrijkste taak van de SLB-er is de student snel op weg te helpen. De begeleiding staat in het teken van inzicht in én verantwoordelijkheid nemen voor de eigen studieloopbaan. In de benadering van de SLB-er naar de student toe is een duidelijke opbouw aanwezig. Van een gestructureerd en verplicht aanbod naar zelfsturend leren. Bij de start van de opleiding wordt de student intensief begeleid. De docent neemt dan meestal het initiatief, geeft aanwijzingen en maakt afspraken met de student. Met andere woorden de docent zit dicht op de huid van de student. Geleidelijk aan komt de verantwoordelijkheid steeds meer te liggen bij de student. De SLB-er bekijkt steeds samen met de student wat er aan ondersteuning (maatwerk) nodig is. De studieloopbaanbegeleiding eindigt pas als de student uitgestroomd is. Stroomt een student door omstandigheden tussentijds uit, dan behoort daar ook begeleiding bij. Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 19

De SLB-er heeft tevens een taak bij de begeleiding van de student op de praktijk/stage. De SLBer is de contactpersoon voor de betreffende praktijk-/stagebegeleider van de student. Uitgangspunten zijn : - bezoekfrequentie aan de praktijkplaats van de BBL-student is 1x per schooljaar. - bezoekfrequentie aan de stageplaats van de BOL-student is 2x per schooljaar. - Hiernaast kan het contact verlopen middels telefoon en /of mail. - Bij calamiteiten rondom de student kan de frequentie van het bezoek hoger zijn/worden. Middelen die worden ingezet om het doel van de SLB te bereiken: het portfolio (werkportfolio = ontwikkelingsportfolio), gesprekken, groepsbijeenkomsten. 5.2 Begeleiding bij een handicap, stoornis of belemmering Een indicatie wordt bij aanvang of tijdens je studie gesteld. Er volgt een melding bij SS&B (Servicecentrum Studie & Beroep) wat kan resulteren in extra begeleidingstijd binnen en/of buitenschools. De aard en omvang van de begeleiding worden bepaald in samenspraak met jou de school en SS&B. Heb je een REC (regionaal expertise centrum) indicatie en LGF (leerling gebonden financiering) dan kan er in overleg met SS&B gekeken worden of dit gebruikt kan worden voor extra begeleiding of voorzieningen. Waarbij in acht wordt genomen dat de student tot een beroepsbeoefenaar wordt opgeleid en ook als dusdanig zelfstandig moet kunnen functioneren. 5.3 Begeleiding bij het kiezen van een andere studie Tijdens het doorlopen van je studie kan je soms tot de conclusie komen dat de opleiding die je gekozen hebt niet haalbaar is. Dit kun je bespreken met je studieloopbaanbegeleider. Deze verwijst je door naar het Onderwijsservicebureau Zorg (OSB Zorg). De Trajectbegeleider Zorg van het OSB Zorg gaat verder met je in gesprek en zal samen met jou (en je ouders/verzorgers) kijken naar de te nemen vervolg stappen. Tevens bestaat de mogelijkheid tot doorverwijzen naar de 3 e lijnszorg. 5.4 Klachten Binnen het Vitalis college is er een bezwaar- en klachtenregeling van kracht. Deze kan op diverse momenten in werking gaan. De bezwaar- en klachtenregeling staat op de website van het Vitalis college onder de keuzeknop studenten : Link: www.vitaliscollege.nl. De bezwaar- en klachtenregelingen zijn gebaseerd op het deelnemersstatuut, waarin de rechten en plichten van studenten zijn vastgelegd. Het deelnemersstatuur kun je op dezelfde plaats vinden als de bezwaar- en klachtenregelingen. 5.5 Help: ik voel me bedreigd, geïntimideerd of gediscrimineerd Speciaal hiervoor zijn er binnen het Vitalis college een tweetal vertrouwenspersonen aangesteld. De verwijzing naar deze personen kan via de studieloopbaanbegeleider, begeleiders, instructeurs, studentenloket of via het servicebureau plaats vinden. Je kunt ook zelfstandig contact zoeken met de vertrouwenspersoon. Aan het begin van je opleiding krijg je een folder met de namen van de vertrouwenspersonen en hoe en waar ze te bereiken zijn. Je meldingen worden in vertrouwen behandeld. De directeur van het Vitalis college wordt geïnformeerd over het aantal meldingen en de aard van die meldingen. Dit gebeurt zonder de naam van de melder. Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 20

6 Alles over de beoordeling De opleiding kent twee soorten beoordelingen: Ontwikkelingsgericht beoordelen; beoordelen om te leren. Deze beoordelingen zijn onderdeel van het opleidingsprogramma. Kwalificerend beoordelen; beoordelen om te kijken of je voldoet aan de eisen voor een diploma. Deze beoordelingen vind je in het examenplan. Voor wat betreft het kwalificerend beoordelen zijn alle partijen gebonden aan de regels van het Examenreglement Competentiegericht Onderwijs (CGO) van het ROC West-Brabant, het handboek examinering van het Vitalis college en de aanvullende regels van het Cluster. Deze zijn te vinden op de portal. In bijlage 2 zijn hiervoor de links opgenomen. 6.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen Tijdens de uitvoering van een Fase (zie tabel paragraaf 4.2) werk je onder andere aan de beroepsprestaties. Soms zijn deze beroepsprestaties ontwikkelingsgericht. Ook de aftekenlijsten van de verschillende vakken en jouw portfolio zijn voorbeelden van een ontwikkelingsgerichte beoordeling. In de voortgangsregeling staat onder 6.3 precies aangegeven wat de (ontwikkelingsgerichte) normen zijn om door te mogen naar het volgende leerjaar. Een aantal beroepsprestaties zijn kwalificerend, d.w.z. het zijn examens die je met een voldoende moet af sluiten om je diploma te behalen. Deze beroepsprestaties vind je terug in het examenplan (zie paragraaf 6.2). Toetsplan Medewerker Maatschappelijke zorg Crebocode: 92650 cohort: 2012 BOL/BBL: BOL ROC West-Brabant, Vitalis college,cluster Welzijn Toetsnaam/-code Setting Toets- School BPV vorm Periode afname Aantal kansen VT-M-01 X Schriftelijk 1 2 LW-A-01 X 1 LP-A-01 loopbaan X Opdracht 1 LP-A-02 loopbaan X Opdracht 1 LP-A-03 loopbaan X Opdracht 1 TOA-NL-Lezen X Schriftelijk 1 1 TOA-NL-Luisteren X Schriftelijk 1 1 TOA-Rekenen X Schriftelijk 1 1 TOA-LB X Schriftelijk 1 1 VT-M-02 X Schriftelijk 2 2 LW-A-02 X 2 BP-M-1.1 X X Opdracht 2 BP-M-1.2 X X Opdracht 2 VT-M-03 X Schriftelijk 3 2 LW-A-03 X 3 Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 21

Crebocode: 92650 cohort: 2012 BOL/BBL: BOL ROC West-Brabant, Vitalis college,cluster Welzijn Toetsnaam/-code Setting Toets- Periode BP-M-1.3 X X vorm Opdracht afname 3 Aantal kansen VT-M-04 X Schriftelijk 4 2 LW-A-04 X 4 Voldoende aangetoond Crebocode: 92650 cohort: 2012 BOL/BBL: BOL ROC West-Brabant, Vitalis college,cluster Welzijn Toetsnaam/-code Setting Toets- School BPV vorm Periode afname Aantal kansen VT-M-05 X Schriftelijk 5 2 VT-M-06 X Schriftelijk 6 2 Toets Rekenen X Schriftelijk 4 1 Toets Nederlands X Schriftelijk 4 1 Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 22

Beoordelaa r BPV Beoordelaa r School Aantal Beoordelaa rs Periode Aantal Herk. Zelf School BPV Inkoop 6.2 Kwalificerend beoordelen: examenplan In het examenplan komt de drievoudige kwalificering naar voren. Examinering richt zich op: 1) het beroep, 2) algemene vorming voor taal en rekenen en 3) loopbaan en burgerschap. Voor elk onderdeel is er in deze paragraaf een examenplan opgenomen. A. Specifiek (Beroepsgericht) Opleidingsnaam: MMZ. Cohort: 2012-2015 Vitalis college Crebocode: 92650 X BOL OBBL Brondocument KD. 2012 Maatschappelijke Zorg onderdeel van ROC West Brabant O Economie O Gezondheidszorg O Pedagogie X Welzijnszorg O Vastgesteld op datum: Ex. Code Examenproduct Examen Kwalificerende gedeelte Cesuur / Weging Kerntaak/ Competenties Werkprocessen Plaats examen Afnamecondities KBP-M-1.4 Kwalificerende BP. 1.4: Ondersteunen bij basisbehoeften Fase 1 KVV-M-F1 Verantwoordingsverslag Fase 1 X 2.1 3.3 X 2.1 3.3 C, D, F, K E, Q C, D, F, K E, Q Aangetoond 1 X 4 2 X Aangetoond 1 X 4 2 X KAG-M-F1 Assessmentgesprek Fase 1 X 2.1 3.3 C, D, F, K E, Q Aangetoond 1 X 4 2 X KBP-M-2.1 KBP-M-2.2 KBP-M- 2.3 Kwalificerende BP.'s : 2.1 Omgaan met grensoverschrijdend gedrag 2.2 Begeleiden van een groep 2.3 Bevorderen van de leefomgeving X 2.4-3.3-3.6 2.4-3.3 1.1-2.2-3.6 CU - EQ - DJM CELQU - EQ DN-CLRT-DJM Aangetoond 1 X 5-6 2 X Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 23

Beoordelaa r BPV Beoordelaa r School Aantal Beoordelaa rs Periode Aantal Herk. Zelf School BPV Inkoop Ex. Code Examenproduct Examen Kwalificerende gedeelte Cesuur / Weging Kerntaak/ Competenties Werkprocessen Plaats examen Afnamecondities KVV-M-F2 KAG-M-F2 Verantwoordingsverslag Fase 2 Assessmentgesprek Fase 2 X 1.1 2.1 2.4 X 2.1 2.2 N F U D C Aangetoond 1 X 7 2 X Aangetoond 1 X 7 2 X KBP-M-3.1 KBP-M-3.2 KBP-M-3.3 Kwalificerende BP.'s 3.1 Methodisch begeleiden bij activiteiten 3.2 Verdiepen in de doelgroep 3.3 Bevorderen van deskundigheid en kwaliteit X 2.3-2.4-3.6 1.1-3.3-3.6 3.1-3.2 CDLQ-CELQU-DJM DN - EQ - DJM K - T Aangetoond 1 X 8-9 2 X KVV-M-F3 KAG-M-F3 Verantwoordingsverslag Fase 3 Assessmentgesprek Fase 3 X 1.1 3.3 X 2.3 3.6 N E C D Aangetoond 1 X 10 2 X Aangetoond 1 X 10 2 X Herkansing De opleiding kent drie kwalificerende momenten (zie het examenplan). Deze zijn leidend gedurende de opleiding (de doorstroom-opleiding kent één kwalificerend moment aan het einde van het doorstroom jaar). Ieder kwalificerend moment bestaat uit de methodemix met drie onderdelen, namelijk: - Kwalificerende BP.('s) - Verantwoordingsverslag - Assessmentgesprek op school Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 24

De student moet (op het niveau van werkprocessen en competenties) al de onderdelen behalen volgens de normscore voldoende c.q. 'aangetoond'. Indien dit niet het geval is volgt een herkansing of reparatie (zie ook Handleiding Kwalificering Algemeen). 1 Kwalificerende BP.( 's) De student dient van de beoordelingslijst uit de BP.('s) 100% van de competenties met normscore aan te tonen. Indien niet alle competenties binnen het (gevraagde) werkproces behaald zijn, kunnen deze alsnog behaald worden. De manier waarop is afhankelijk van de oorzaak: Oorzaak A De student heeft de opdracht uitgevoerd, maar een of meerdere competenties binnen het werkproces zijn onvoldoende aangetoond. De student heeft recht op een herkansing van het betreffende werkproces van de BP. De assessor geeft op de herkansingsopdracht aan welk werkproces en welke competentie(s) van welke BP. dit betreft. De reeds behaalde competenties van dat werkproces blijven behouden. Oorzaak B De student heeft het werkproces niet kunnen uitvoeren, omdat de situatie zich in het werkveld niet voordoet. De student krijgt de gelegenheid om betreffend werkproces via dezelfde opdracht in een andere werksetting uit te voeren of via een simulatieopdracht op school uit te voeren. Een simulatieopdracht moet qua niveau, complexiteit en verantwoordelijkheid altijd vergelijkbaar zijn met de originele kwalificerende opdracht. De opdracht zal altijd worden uitgevoerd in een (gesimuleerde) beroepssituatie. 2 Verantwoordingsverslag Indien de student in het verantwoordingsverslag een competentie niet voldoende heeft verantwoord, volgt een herkansing van het verantwoordingsverslag. 3 Assessmentgesprek Indien de student in het assessmentgesprek een competentie niet voldoende heeft aangetoond, volgt een herkansing van het assessmentgesprek. Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 25

Plaats Aantal Herk. Periode Cesuur Duur Niveau B. Generiek: Nederlands, rekenen en Engels Code: Examen Inhoud Toets vorm Afnamecondities Aantal beoordelaars Nederlands KN-2F-le & lu KN-2F-ge KN-2F-sp Centraal examen Nederlands Instellingsexamen Mondelinge taalvaardigheid Instellingsexamen Mondelinge taalvaardigheid KN-2F-sc Instellingsexamen Schrijfvaardigheid Rekenen KR-2F Centraal examen Rekenen 2F Luisteren Lezen Digitaal 90 min. 2F Gesprekken voeren Mondeling 15 min. 2F Spreken Mondeling 15 min. zie toelichting 1 72,3 1 School Digitale toets zie toelichting zie toelichting 8 1 School 1 9 1 School 1 2F Schrijven Digitaal 90 min. 10 1 School 1 2F Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden Digitaal 90 min. zie toelichting 7 4 1 School Digitale toets 1 Toelichting cesuur voor Nederlands en rekenen: Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= 1 cijfer) en het cijfer van het instellingsexamen (= 1 cijfer) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer van 1-10). Het eindcijfer voor Nederlands mag niet lager dan een 5 zijn. Het eindcijfer voor rekenen mag niet lager zijn dan een 5 zijn. Vitalis college / Onderwijs- en Examenregeling 26