Bij volwassenen intraveneus als infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van maximaal 1 mg/ml.

Vergelijkbare documenten
MODULE I: ALGEMENE GEGEVENS Datum : 8 april : Productinformatie Bladzijde : 1

Dit product mag niet gebruikt worden bij: Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.

Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Clonazepamoplossing 2 mg/ml 100 ml fl

Ernstige respiratoire insufficiëntie, acute intermitterende porfyrie, hyperkinesie bij kinderen en overgevoeligheid voor barbituraten.

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 6 december : Productinformatie Bladzijde : 1

RVG / 4 / 7. Version 2017_06 Page 1 of 6

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 31 juli : Productinformatie Bladzijde : 1

Dosering: zie kinderformularium. Gebruik de doseringen die vermeld staan onder coffeïne base, niet te verwarren met coffeïne citraat

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum: 8 april : Bijsluiter Bladzijde: 1

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Clobazam 2 mg, capsule

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

RVG / 4 / 7. Version 2014_03 Page 1 of 6

Package leaflet

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 26 oktober : Productinformatie Bladzijde : 1

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

Summary of product characteristics

CINNARIZINE TEVA 25 MG tabletten. Cinnarizine Teva 25 mg bevat 25 gram cinnarizine per tablet.

PYRIDOXINI HYDROCHLORIDUM oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 18 januari : Bijsluiter Bladzijde : 1

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

De tabletten zijn geel, rond, vlak met een breukstreep en de inscriptie Ac. Fol. 5.

LACTULOSE KELA 500ML FLES

BOOTS PHARMACEUTICALS PARACETAMOL 500 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 2 juni : Productinformatie Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf

4.1 Therapeutische indicaties Behandeling tuberculose indien orale/gastro-enterale toediening niet mogelijk is.

Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Xylometazoline hcl 0,1%/ tetracaine hcl 0,5% neusspray 5 ml

Strepsils Original bij beginnende keelpijn, zuigtabletten. Strepsils Citroen & Honing bij beginnende keelpijn, zuigtabletten

Summary of Product Characteristics

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 31 mei : Productinformatie Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BETAMINE 474,5 mg dragees

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 25 juli : Productinformatie Bladzijde : 1

Albert Heijn Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat

RVG / Version 2017_06 Page 1 of 6

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Meropenem 2 g medicatiecassette 100 ml (ZI )

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. TRANXÈNE, poeder voor oplossing voor injectie 50 mg. dikaliumclorazepaat

BIJSLUITER. PRIMIDON 10, 15, 25, 50 en 62,5 mg tabletten

PYRIDOXINI HYDROCHLORIDUM oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 18 januari : Productinformatie Bladzijde : 1

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Ethymal 250 mg/4 ml, siroop. Ethosuximide

Soluvit N, poeder voor oplossing voor intraveneuze infusie

CHLOORAMFENICOL 5 MG/ML TEVA oogdruppels. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 1 juni : productinformatie Bladzijde : 1

1.3. PRODUCT INFORMATION

BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Piperacilline 6 g / Tazobactam 0,75 g medicatiecassette, 100 ml (ZI )

STREPSILS + Lidocaïne

Volwassenen 1-2 tabletten per keer, maximaal 6 tabletten per dag.

M E MEDICINES EVALUATION BOARD

FOLIUMZUUR TEVA 0,5 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 22 februari : productinformatie Bladzijde : 1

BIJSLUITER. FENOBARBITAL 4 mg/ml drank met acetem

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik 100% m/v

EFEDRINE HCl TEVA 50 MG/ML oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 14 april : Productinformatie Bladzijde : 1

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Imovane 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Imovane bevat 7,5 mg zopiclon per tablet. 3. FARMACEUTISCHE VORM

Dit product mag niet gebruikt worden bij: Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling De ampullen bevatten 10 mg/ml of 20 mg/ml Lidocaine HCl en 10 µg/ml Adrenaline.

PART IB: SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Temazepam Aurobindo 10 mg en 20 mg, capsules bevatten 10 mg of 20 mg temazepam.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Xylometazoline EG bevat 1 mg xylometazolinehydrochloride per ml.

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. Fenistil dimetindeenwaterstofmaleaat 1 mg/ml, druppels voor oraal gebruik, oplossing

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

RVG Version 2017_06 Page 1 of 5

Beclometason Sandoz Nevel 50, neusspray suspensie 50 microgram/dosis

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Summary of product characteristics

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

Water voor injecties Fresenius Kabi, oplosmiddel voor parenteraal gebruik.

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Paracetamol Teva 1 g tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Elke tablet bevat 1g paracetamol.

Thymoseptine is een traditioneel geneesmiddel op basis van planten; het gebruik bij deze specifieke indicatie is uitsluitend gebaseerd op traditie.

PRIMENE 10 % Deel IB1 1/5

Informatie voor de patiënt

ARTELAC ARTELAC ARTELAC EDO NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. ARTELAC 3,20 mg/ml Oogdruppels. ARTELAC EDO 3,20 mg/ml Oogdruppels (TRAMEDICO) XIV B 11

DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik

Summary of Product Characteristics / 1 van 6

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Aztreonam 8g = 120ml elastomeerpomp

Transcriptie:

Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Fenobarbital 1 ml = 10 mg infusievloeistof 1. Naam van het geneesmiddel Fenobarbital 1 ml = 10 mg infusievloeistof 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Een ampul bevat 10 mg/ml fenobarbital, een ampul bevat 1 ml. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1 3. Farmaceutische vorm Infusievloeistof 4. Klinische gegevens 4.1 Therapeutische indicaties Status epilepticus 4.2 Dosering, wijze van toediening en voor toediening gereed maken Voor intraveneuze toediening. Bij volwassenen intraveneus als infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van maximaal 1 mg/ml. Bij kinderen intraveneus als infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml, in 30 minuten (in geval van vochtbeperking mag het volgende schema aangehouden worden: verdun het volume van het benodigde aantal mg met tenminste een gelijk volume aan infusievloeistof). De maximale toedieningssnelheid is 2 mg/kg/min. 4.3 Contra-indicaties Overgevoeligheid voor barbituraten, porfyrie, en ernstige respiratoire insufficiëntie, vanwege het risico op ademhalingsdepressie. Bij kinderen tevens hyperkinesie. Voorzichtigheid is geboden bij porphyria cutanea tarda omdat dit kan verergeren, bij leverfunctiestoornis vanwege een vertraagd metabolisme en bij geneesmiddelmisbruik in de anamnese omdat bij fenobarbital verslaving kan optreden. Dit product mag niet gebruikt worden bij: Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen. 4.4 Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Bij kinderen jonger dan 5 jaar: De IV vloeistof bevat propyleenglycol en alcohol. Er zijn geen alternatieve producten die deze hulpstoffen niet of in mindere mate bevatten. Wees bij neonaten en jonge kinderen met een onverklaarbare metabole acidose alert op een mogelijke propyleenglycolintoxicatie. Vanwege het risico van levensbedreigende huidreacties, met name in de eerste weken van de behandeling is extra controle op symptomen (progressieve huiduitslag vaak met blaren of slijmvliesletsel) aangewezen. Bij dergelijke symptomen van Stevens-Johnsonsyndroom of toxische epidermale necrolyse de behandeling onmiddellijk staken en bij deze patiënt fenobarbital nooit meer inzetten.

Voorzichtigheid is geboden bij ernstige lever- en/of nierfunctiestoornissen en bij depressieve en suïcidale patiënten. Controle op verschijnselen van zelfmoordgedachten en -gedrag wordt aanbevolen. Er bestaat gevaar voor gewenning en afhankelijkheid bij langdurige behandeling. Om onthoudingsverschijnselen, zoals langdurige slapeloosheid, gegeneraliseerde insulten en delirium te voorkomen, de behandeling niet plotseling staken en zeer langzaam uitsluipen. Bij optreden van een megaloblastaire anemie de behandeling staken en behandelen met foliumzuur en/of vitamine B12. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen Fenobarbital induceert onder andere CYP3A4 en CYP2C en glucuronyltransferase. Het kan 1 3 weken duren voordat de inductie maximaal is én voordat het effect na staken is verdwenen. Relevant: Toename fenobarbital: het effect kan toenemen door valproïnezuur en stiripentol. Afname fenobarbital: de instelling op fenobarbital kan tijdelijk worden beïnvloed tijdens behandeling met etoposide, methotrexaat ('high dose') en teniposide, met als mogelijk gevolg een te lage fenobarbitalconcentratie. Andersom kan de plasmaconcentratie van etoposide, methotrexaat en teniposide dalen door fenobarbital. Dit 'omgekeerde effect' op het oncolyticum is echter ondergeschikt aan het effect op fenobarbital. Fenobarbital induceert het metabolisme van: andere anti-epileptica (als fenytoïne, topiramaat, lamotrigine, perampanel, zonisamide) alprazolam, anticonceptiva, antipsychotica, atorvastatine, bedaquiline, caspofungine, chloorpromazine, corticosteroïden, cumarinederivaten, disopyramide, DOAC's, doxycycline, HCV-middelen, HIV-middelen, immunosuppressiva, irinotecan, itraconazol, ivabradine, ketoconazol, kinidine, levonorgestrel (als noodanticonceptie), methadon, midazolam, mirtazapine, panobinostat, posaconazol, propafenon, simvastatine, theofylline, ticagrelor, tricyclische antidepressiva, tyrosinekinaseremmers, ulipristal, verapamil, voriconazol, zolpidem, en van atorvastatine en simvastatine en hun actieve metabolieten. Niet relevant: Fenobarbital induceert het metabolisme van: brivaracetam, cyclofosfamide en de actieve en inactieve metabolieten, praziquantel en rufinamide. Overig effect: de maximaal getolereerde dosis paclitaxel bij combinatie met fenobarbital is hoger dan zonder fenobarbital. In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met doxorubicine en hypericum. Niet beoordeeld: het kan de absorptie van griseofulvine remmen. De depressieve werking op het centrale zenuwstelsel van alcohol, centraal aangrijpende analgetica, antihistaminica, antidepressiva, hypnotica, anxiolytica, MAO-remmers en antipsychotica wordt versterkt.

4.6 Gebruik bij zwangerschap en borstvoeding Gebruik tijdens het eerste trimester van de zwangerschap verhoogt het risico op aangeboren afwijkingen. Afwijkingen van het aangezicht (dysmorfe kenmerken en schisis), hart, ledematen en urinewegen zijn gemeld. Daarnaast zijn langetermijneffecten, zoals verminderd cognitief functioneren gemeld. Bij gebruik tot aan de bevalling kunnen onthoudingsverschijnselen bij de neonaat optreden, zoals hyperactiviteit, tremor, hyperreflexie en slaapstoornissen. De verschijnselen treden 1-14 dagen na de geboorte op. Fenobarbital kan vitamine K-deficiëntie met als gevolg stollingsstoornissen bij de pasgeborene veroorzaken. (Parenterale) toediening van vitamine K aan de pasgeborene wordt aanbevolen. Het gebruik van fenobarbital tijdens de bevalling kan ademhalingsdepressie en andere verschijnselen van overdosering bij de neonaat geven (zie Tx.). Fenobarbital gaat in grote hoeveelheden over in de moedermelk. Kan stapelen bij de zuigeling vanwege de lange halfwaardetijd. Bij de zuigeling kunnen bijwerkingen, zoals sedatie en voedingsproblemen optreden. Bij plotseling staken van borstvoeding kunnen onthoudingsverschijnselen bij de zuigeling optreden. Gebruik tijdens het geven van borstvoeding wordt ontraden. 4.7 Beïnvloeding van rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Fenobarbital heeft in de therapeutische dosering een ernstig negatieve invloed op de rijvaardigheid. Autorijden wordt ontraden tot 1 jaar na start van de therapie. 4.8 Bijwerkingen Bij kinderen: Sterk sederend (wel gewenning). Bij kinderen kunnen paradoxale opwinding en hyperactiviteit optreden. Sufheid en lusteloosheid treden vooral op in het begin van de behandeling. Verder zijn gemeld hoofdpijn, nystagmus, dubbelzien, duizeligheid, ataxie, misselijkheid, braken, osteomalacie, Dupuytren-contractuur, acute psychotische reacties en overgevoeligheidsreacties waaronder exfoliatieve dermatitis, delirium en hyperpyrexie. Zelden kunnen optreden Stevens-Johnsonssyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN), systemische lupus erythematodes, megaloblastaire anemie en andere bloedbeeldafwijkingen. Bij het optreden van SJS of TEN moet de behandeling worden gestaakt. De behandeling mag niet worden hervat. Het risico hierop is het hoogst in de eerste weken. Intraveneuze toediening kan leiden tot hypotensie, shock, laryngospasmen en apneu. Het aantal absences kan toenemen. Bij kinderen kunnen gedragsstoornissen optreden, zoals prikkelbaarheid, agressie, slaapstoornissen en hyperactiviteit. Bij ouderen kunnen agitatie en verwardheid optreden. Uitlokking van een aanval van porfyrie is gemeld. Bij langdurig gebruik kunnen optreden verminderde botmineraaldichtheid, osteopenie, osteoporose en botbreuken. Bij chronisch gebruik: osteomalacie.

Behandeling van status epilepticus met fenobarbital en diazepam, beide i.v. toegediend, kan leiden tot ernstige ademhalingsdepressie, laryngospasme en apneu. 4.9 Overdosering Symptomen: Depressie van het CZS en het cardiovasculaire systeem, zich uitend in ataxie tot coma. Verder: Cheynes-Stokesademhaling, hypothermie gevolgd door koorts, hypo- of areflexie, tachycardie, hypotensie, verlaagde urineproductie, collaps en ademhalingsstilstand. Kristalurie is kenmerkend voor een ernstige intoxicatie. Late gevolgen: pneumonie, hartfalen, urinewegontsteking. Therapie: Symptomatisch. Hemodialyse is mogelijk. Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie op www.toxicologie.org 5. Farmacologische eigenschappen 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Werkt depressief op het centraal zenuwstelsel. In lage doseringen heeft fenobarbital een sedatief effect en in hogere doseringen een anticonvulsief effect. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Metabolisme: in de lever tot de inactieve metaboliet p-hydroxyfenobarbital. Eliminatie: met de urine, waarvan 25% onveranderd. Halfwaardetijd: 2 6 dagen bij volwassenen, 20-80 uur bij kinderen en 40-400 uur bij neonaten. Na intraveneuze toediening treedt de werking na ongeveer 5 minuten in. 6. Farmaceutische gegevens 6.1 Lijst van hulpstoffen Propyleenglycol Alcohol 96% NaOH Water voor injectie 6.2 Gevallen van onverenigbaarheden Fenobarbital mag niet tegelijk worden toegediend met geneesmiddelen en andere infuusvloeistoffen dan aangegeven bij punt 6.6. 6.3 Houdbaarheid Het product is 2 jaar houdbaar bij kamertemperatuur. Na verdunnen in infuusvloeistof is het product 24 uur houdbaar bij 20 C. 6.4 Speciale voorzorgen bij opslag N.v.t. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Het product is verpakt in glazen 2 ml ampullen, de ampullen zijn per 12 stuks verpakt in een doos. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Infuusvloeistof: NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat

7. Fabrikant Apotheek Catharina Ziekenhuis Michelangelolaan 2 5623 EJ Eindhoven 8. Datum van herziening van de tekst 31-03-

SPC Verantwoordingsformulier Bron: 1. Naam van het geneesmiddel Productdossier 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Productdossier 3. Farmaceutische vorm Productdossier 4.1 Therapeutische indicaties Productdossier 4.2 Dosering, wijze van toediening en voor toediening gereed maken Productdossier Handboek parenteralia 4.3 Contra-indicaties. IM 22-3- 4.4 Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik IM 22-3- 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen IM 22-3- 4.6 Gebruik bij zwangerschap en borstvoeding IM 22-3- 4.7 Beïnvloeding van rijvaardigheid en het vermogen om IM 22-3- machines te bedienen 4.8 Bijwerkingen IM 22-3- 4.9 Overdosering IM 22-3- 5.1 Farmacodynamische eigenschappen IM 22-3- 5.2 Farmacokinetische eigenschappen IM 22-3- 6.1 Lijst van hulpstoffen Productdossier 6.2 Gevallen van onverenigbaarheden Handboek parenteralia 6.3 Houdbaarheid Productdossier Handboek parenteralia 6.4 Speciale voorzorgen bij opslag Productdossier 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Productdossier 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Productdossier Handboek parenteralia * Neem voor een uitdraai van het handboek parenteralia contact op via infoapo@catharinaziekenhuis.nl Beoordeling PVA Farmaceutische patiëntenzorg intern Datum: 04-04- Paraaf: MKS