Visie Doarpswurk op vervolg subsidieregeling plattelân Fryslân van Provinsje Fryslân. (versie 15 juni 2017) De meer dan 220 dorpshuizen, vaak grotendeels door de dorpsbewoners zelf gebouwd, zijn een levend bewijs van de grote onderlinge betrokkenheid in een samenleving waar men voor elkaar klaar staat. De inspiratie en saamhorigheid, kenmerkende eigenschappen van de mensen die de eerste dorpshuizen stichtten, zijn ook vandaag de dag nog volop in de dorpen aanwezig. Het gemeenschapsgevoel is er nog steeds springlevend. 1 1. Inleiding De provincie moet haar rol ten opzichte van het thema leefbaarheid herdefiniëren (zie ook Startnotitie Leefbaarheid van juni 2017). De nota Plattelandsbeleid 2014-2017, loopt eind 2017 af. De huidige subsidieregeling plattelân Fryslân die voortkomt uit deze nota loopt nog twee jaar door, namelijk tot en met 2019. Informeel spelen er echter geluiden dat de subsidieregeling die bedoeld is voor bouw, verbouw, renovatie en verduurzaming van dorpshuizen, na 2019 wordt herzien of afgeschaft. Jaarlijks is er op dit moment ongeveer 900.000,- aan subsidie beschikbaar. Een dorpshuis2 is een van de belangrijkste voorzieningen, zo niet de belangrijkste, voor leefbaarheid en sociale cohesie op het platteland. Dorpshuizen spelen een belangrijke rol in het samenbrengen van mensen. In alle onderzoeken naar krimp komt naar voren dat een In Fryslân zijn er plm. 240 dorpshuizen ontmoetingsplek in het dorp (of wijk) Geschatte waarde van dit belangrijk is voor mensen. Het gebouw maatschappelijke vastgoed ruim (dorpshuis) is een middel tot die 200.000.000,ontmoeting. Plm. 10.000 vrijwilligers houden de Hoewel de dorpsbewoners in de loop der dorpshuizen draaiende tijden veelvuldig blijk hebben gegeven van Totale Omzet alle dorpshuizen tussen hun inzet om een dorpshuis te realiseren de 10.000.000 en 12.000.000,en in stand te houden, kunnen zij dat niet Aantal gebruikers en bezoekers ligt rond alleen. Vrijwilligers steken veel tijd in het 1 miljoen per jaar. (bron: Doarpswurk dorpshuis als het gaat om het bestuur, het intern) beheer en de exploitatie. Veruit het grootste deel van de dorpshuizen wordt volledig gerund door vrijwilligers. Vrijwilligerswerk lijkt soms als een vanzelfsprekendheid te worden beschouwd als het gaat om leefbaarheid; het samen oppakken van dingen, omzien naar elkaar en verbinden van mensen, maar is dit wel zo n vanzelfsprekendheid? In het geval van (ver)bouw is er altijd sprake van eigen inbreng in de vorm van zelfwerkzaamheid en financiële middelen (vaak door acties in het dorp). Het gaat hierbij niet om een paar euro, maar om grote bedragen en projecten. 1 Uit Hart van het Platteland Driekwart eeuw dorpshuizen in Friesland (2003) p.38 2 N.B. waar dorpshuizen staat kan ook MFC e.d. staan. 1
Als vrijwilliger zijn zij daar ook verantwoordelijk voor. Als er voor gebouwen geen geld meer is of komt, dan zijn er ook geen verbindende activiteiten voor verschillende doelgroepen meer. Als de provincie Fryslân een overkoepelende rol ziet voor zichzelf op het gebied van leefbaarheid en vindt dat saamhorigheid en gemeenschapsgevoel ertoe doet, dan moet de dorpshuizenregeling, waarbij geld beschikbaar is voor bouw, verbouw, renovatie en verduurzaming, een onlosmakelijk onderdeel van het beleid zijn. Hieronder wordt dat verder toegelicht. 2. Van verleden naar toekomst Uit ervaring van Doarpswurk blijkt dat er bij ieder afzonderlijk dorpshuis tussen de 10 en 15 jaar altijd wel een traject voor bouw, verbouw, renovatie en verduurzaming wordt opgestart. Vanuit de exploitatiebegroting kunnen er meestal geen reserveringen worden gedaan op dit gebied omdat het uitbaten van dorpshuizen in de meerderheid van de gevallen niet winstgevend genoeg is en er dus geen ruimte op de exploitatie over is. Verbouwen, renoveren, verduurzamen (en in sommige gevallen nieuwbouw) is een doorgaand proces en is niet op een gegeven moment klaar. Aanpassingen zijn nodig om dorpshuizen duurzaam, toekomstbestendig en veilig te houden. Aanpassingen en regelmatig onderhoud zijn daarnaast goedkoper dan het inlopen van achterstallig onderhoud. Tevens zijn bouw, verbouw, renovatie en verduurzaming langdurige trajecten die een aanloop hebben van gemiddeld 4 tot 5 jaar en in sommige gevallen 8 tot 9 jaar. Er zijn dus nu al trajecten ingezet en kosten gemaakt- waarvan de subsidieaanvraag pas in 2022 of verder zullen worden ingediend. Overige initiatieven die al verder in het proces zitten zijn wellicht in 2018 en 2019 klaar voor een subsidieaanvraag. Deze trajecten kunnen niet zomaar even versneld worden of van de baan worden geschoven. Een versnellingsagenda past daarnaast niet in de begroting en besluitvorming van gemeentes. Dit heeft te maken dat gemeentes hun bijdragen al hebben ingepland in de begroting. Een wijziging in de subsidieregeling moet dus tijdig bekend worden gemaakt. De afgelopen 10 jaar hebben er plm. 150 dorpshuizen gebruik gemaakt van de regeling. 3 De 900.000 die jaarlijks beschikbaar was en is, is de afgelopen jaren ook echt opgebruikt door dorpshuizen. Dat het nodig is, bleek ook in 2015 toen de subsidieregeling door de komst van het Iepen MienskipsFûns tijdelijk op 0 werd gezet. Dit leidde tot onrust, boosheid en paniek bij besturen van dorpshuizen, maar ook bij gemeentes. Door de onrust en het grote aantal projecten dat door het afschaffen in de knel dreigde te komen, is er in de zomer van 2015 alsnog gezorgd voor 5 ton. Uit cijfers van het verleden kun je extrapoleren voor de toekomst. Voor de komende tien jaar verwacht Doarpswurk wederom gemiddeld 15 initiatieven per jaar ( 150 in 10 jaar) met daarbij een toename van de verduurzamingprojecten. De gemiddelde provinciale bijdrage per dorpshuis is plus minus 70.000 inclusief verduurzaming. Voor 15 initiatieven blijft dus een investering van 1 miljoen op jaarbasis nodig vanuit de provincie. 3 Optelsom vanuit jaarverslagen Doarpswurk 2
Voor het verstrekken van geld is niet alleen de provincie betrokken. In onderstaand fictief rekenvoorbeeld wordt duidelijk hoe de verdeling van de investering er over het algemeen uitziet. Financieringsplan dorpshuis de Gearhing Gemeente 75000 Provincie 75.000 Oranjefonds 40.000 VSB 12.000 P.W. Janssens Friesche Stichting 5.000 Fundatie van den Santheuvel Sobbe 1.500 Prins Bernhard cultuurfonds 1.500 Fonds Bolsward Dronrijp 5.000 Acties Dorp 7.500 Zelfwerkzaamheid Eigen middelen 7.500 20.000 Totaal 250.000 Hieruit blijkt dat er altijd gezocht wordt naar een verdeling van de lasten en dat dorpsbewoners reeds een deel van het werk en kosten op zich nemen. In alle projecten investeert de gemeente al het grootste deel. De provinciale bijdrage van de provincie werkt erg positief in de onderhandelingen met de gemeenten en fondsen. In sommige gevallen wordt een provinciale bijdrage verplicht gesteld. Los van het financiële plaatje is anno 2017 de reden van het hebben van een dorpshuis niet dusdanig veranderd. Onderzoeken hebben uitgewezen dat het dorpshuis in al zijn verschijningsvormen steeds vaker wordt gezien als basisvoorziening voor het dorp. Het is het sociale cement in de mienskip. Het biedt traditioneel onderdak voor (sport)verenigingen, horeca-activiteiten, sociaal- culturele activiteiten. Daarnaast zijn er taken en voorzieningen bijgekomen. Denk daarbij aan: bibliotheken, kinder- en peuteropvang, fysiotherapeuten, activiteiten in het kader van de WMO (in samenwerking met gemeentes), pinautomaten etc. Dit past in de trend van decentralisatie en meer dingen lokaal organiseren. Het dorpshuis is daarnaast een broeinest van duurzame initiatieven zoals duurzame dorpstuinen en energiecoöperaties. Het Fries Sociaal Planbureau heeft in 2016 het belang van de aanwezigheid van bepaalde voorzieningen in dorpen onderzocht. In onderstaande afbeelding komt duidelijk naar voren dat de aanwezigheid van een dorpshuis in kleine dorpen (onder de 500 inwoners) belangrijker wordt gevonden dan de aanwezigheid van bijvoorbeeld een basisschool. 3
Bij een gemeenschappelijk verantwoordelijkheid voor leefbaarheid en sociale cohesie, hoort een gemeenschappelijke financiering van zowel provincie, gemeente als vrijwilliger. De overheden hebben en houden een taak om deze vorm van sociale infrastructuur te ondersteunen. 3. Conclusie en aanbevelingen Dorpshuizen vervullen een belangrijke rol in de Mienskip en zijn essentieel voor leefbaarheid op het platteland in Fryslân. Dit was zo in het verleden en blijft in de toekomst onverminderd belangrijk. Afgelopen jaren hebben vele dorpshuizen de stap gemaakt op weg naar bouw, verbouw, renovatie en verduurzaming. Voor het toekomstbestendig maken en houden van dorpshuizen blijkt iedere 10 à 15 jaar een dergelijk traject nodig: behouden is onderhouden. Dat de regeling succesvol is, blijkt wel uit dat er de afgelopen jaren veelvuldig gebruik van is gemaakt. Voor de gemeente is cofinanciering een vereiste dan wel stimulans om ook bij te dragen. Financiering gebeurt al in de driehoek provincie, gemeente en burger. Het puur bij de gemeente neerleggen, lijkt niet wenselijk en is ook niet de toekomst waar we naartoe moeten willen op een thema waar een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid bestaat. Toen in 2015 de regeling tijdelijk op 0 werd gezet, werd duidelijk dat dit veel onrust en protest veroorzaakte waarna het weer gerepareerd moest worden. Het is fundamenteel om op de toekomst te anticiperen. Op basis van het recente verleden en het heden blijft er volgens Doarpswurk behoefte aan een provinciale regeling voor bouw, verbouw, renovatie en verduurzaming van dorpshuizen. Over de vorm wil Doarpswurk graag meedenken. Daarnaast is het volgens ons nodig om de achterban te raadplegen. Uiteraard moet de informatie uit deze rondes verwerkt worden in het te vormen beleid en subsidieregelingen. Op de korte termijn moet er goede onderbouwing en daarna communicatie plaatsvinden over de toekomst van de regeling richting dorpshuizen en gemeentes om onrust te voorkomen en duidelijkheid te scheppen. 4
4. Relevante documenten - Intern onderzoek naar de aard en frequentie van de subsidieverlening dorpshuizen (2002). Provincie Fryslân. - Functionele oplossingen voor multifunctionele vraagstukken (2003) door o.a. de vroegere Stichting Samenwerking van Dorpshuizen in Friesland. - Fluchskrift voorzieningen en mobiliteit op het Friese platteland (2016). Onderzoek door Fries Sociaal Planbureau. 5