Pilot. Crisistrajecten Jeugdzorg Plus



Vergelijkbare documenten
Tevredenheid en effectiviteit bij. Crisistrajecten Jeugdzorg Plus

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren

Handleiding MIS (Management Informatie Systeem)

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

Hoofdstuk 2. Nieuw Zorgaanbod: Gesloten jeugdzorg voor adolescenten met ernstige gedragsproblemen

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Perceelbeschrijving JeugdzorgPlus

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst

Praktijkgestuurd veranderingsonderzoek Orthopedagogisch Centrum Brabant

Factsheet Pilotonderzoek Gezin Centraal

Effectrapportage STOP De Waarden Training 9. A. van Duijvenbode J.W. Veerman

Factsheet Jeugdzorg Plus Instroomgegevens

Hulp voor jonge ouders. Informatie voor professionals

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

De gevolgen scheiding (strafciviel) voor behandeling en beleid. Christian van Dam, 27 mei 2010

Bijlage Programma van Eisen

CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14

Factsheet Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2015

AANMELDFORMULIER HORIZON, LOCATIE PRISMA

Evaluatie onderzoek. IOG-Erger Voorkomen

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID Onderdeel Pleegzorg. november 2008, uitgevoerd door:

Evaluatie project Spoedeisende Zorg Noord-Brabant Fase 2: opzet en resultaten registratiemonitor

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012

Perceelbeschrijving JeugdzorgPlus

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Evaluatieonderzoek Nieuw Zorgaanbod. Tussentijdse rapportage April 2009

Nieuw Zorgaanbod: Gesloten jeugdzorg voor adolescenten met ernstige gedragsproblemen *

Vragenlijst. GGZ Thermometer voor waardering door cliënten (volwassenenzorg versie )

AWBZ zorg bij Bureau Jeugdzorg (BJz)

Doelgroepanalyse Centrum voor Trauma en Gezin

Verzamelen gegevens: december 2013

Aanmeldingsformulier. voor. Zorgprogramma Doen wat werkt

Naar een nieuw perspectief. M.A.Gelsing GZ-psycholoog behandelcoördinator

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

maar niet alleen! Persoonlijk Toekomstgericht Deskundig


Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Lambrechts over de opvang van jongeren in particuliere en niet erkende opvanghuizen.

ThuisBest, juist voor probleemjongeren. Een effectieve manier van samenwerken

E 1.2 Reguliere pleegzorg, inclusief netwerkpleegzorg E 1.3 Crisispleegzorg E 2 Logeren/kortdurend verblijf

BergOp 4.1 Handleiding voor ROM

Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming. Mathilde Roubos Anjo Mangelaars

Clienttevredenheid verslavingskliniek Solutions Voorthuizen, een tussenrapportage

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT

Ervaren problemen door professionals

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht

Hulpverlening Lijn5. Kom verder! LVB - ZORG PROVINCIE NOORD-HOLLAND

BergOp 4.1 Handleiding voor gebruikers

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

Ervaringen van vrijwilligers

7,2 JEUGDTHERMOMETER GGZ CENTRUM KINDEREN EN JEUGD. Jongeren vanaf 12 jaar Ouders / verzorgers Ouderbegeleiding

gedrags- en maatschappijwetenschappen

Deel 2 Conclusies en aanbevelingen cliëntenraadpleging met de CQ-index Kortdurende ambulante GGZ. Delta Psychiatrisch Centrum Poortugaal

even Als kinderen en ouders geen raad meer weten

Kennisnetwerk HBO-docenten Bijeenkomst 16 september 2016

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder!

Dag- en nachtbehandeling 0 18 jaar. Informatie voor ouders en verzorgers

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de behandelaar of huisarts mee te sturen. In deze verklaring moet het volgende worden vermeld: een

De uitvoering van de schorsing en terugplaatsing in de praktijk. Dr. Karin Nijhof, onderzoeker Dhr. Richard Kummeling, trajectregisseur

MET CARDEA KUN JE VERDER

ZIKOS Indicatieformulier

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

v r o u w e n o p v a n g R SA MANUS informatie voor verwijzers

Yes We Can Fellow onderzoek

jongeren Op WeG NaAr ZeLf - StAnDiG - heid. WoODbRoOkErS

Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012

Datum 2 maart 2009 Onderwerp Kamervragen over het veiligheidsbed in justitiële jeugdinrichtingen

Risico- indicatoren Maart 2014

Jeugdbescherming in Nederland

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

1 De Kinderwetten: de tuchtschool en het rijksopvoedingsgesticht heden: van tucht en opvoeding naar opvang en behandeling 45

Er zijn als het moet. Visie van de William Schrikker Groep op gespecialiseerde jeugdzorg aan kinderen (van ouders) met een beperking

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie

2. VERBLIJF. 2A: Verblijf deeltijd

Vervolgonderzoek 2013 naar de reden van wachten van Zuid-Hollandse cliënten

Ervaringen van vrijwilligers

Voortgangsmonitor. Driehuis en gezinshuizen. JiO 9 maart Caroline van den Bel en Carolien Konijn

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG

Aantoonbare Effectiviteit: Onderzoek naar de residentiële jeugdzorg van Entréa

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

Ongemerkt problematisch. Marieke Zwaanswijk (onderzoeker NIVEL) Marijke Lutjenhuis (huisarts)

ONTSTAAN DOEL WERKGEBIED. De Taskforce werd in 2009 opgericht op initiatief van de provincie Limburg. Het wegwerken en weghouden van wachtlijsten

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Multi Systeem Therapie

ZIKOS Indicatieformulier

Factsheet gemeente Westland

Kinderen moeten gezond, veilig en met plezier kunnen opgroeien. Het liefst in een gezin. SAMEN ZORGEN VOOR DE JEUGD OP BONAIRE

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

HET BELANG VAN DE RELATIE

Behandeling van jongeren tussen 16 en 23 jaar

EXIT-VRAGENLIJST Jeugd & Opvoedhulp Handleiding

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Samenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s

Transcriptie:

Pilot Crisistrajecten Jeugdzorg Plus Tussenrapportage Effectiviteitsonderzoek Coleta van Dam Marc Delsing

Pilot Crisistrajecten Jeugdzorg Plus Tussenrapportage Effectiviteitsonderzoek

Praktikon B.V. Postbus 9104 6500 HE Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024-3611150 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024-3611152 2009 Praktikon B.V. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktikon. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 7 Hoofdstuk 2 Methode 11 2.1 Meetinstrumenten 11 2.2 Onderzoeksgroep en respons 12 Hoofdstuk 3 Resultaten 15 3.1 Doelgroep 15 3.2 Situatie 6 maanden na vertrek uit Rentray 19 Hoofdstuk 4 Samenvatting en conclusies 25 Bijlagen Bijlage 1 Toelichting Jeugdzorg Plus 27 Colofon 28

Hoofdstuk 1 Inleiding Rentray Rentray is een orthopsychiatrische instelling voor jongeren met ernstige gedragsproblemen, in de leeftijd van 10 tot 23 jaar. Rentray biedt residentiële en ambulante interventies en heeft ca. 400 plaatsen, verdeeld over drie locaties in Gelderland en Flevoland. De locaties Rekken en Lelystad zijn justitieel, de locatie Eefde was dat ook, maar heeft sinds 1 januari 2008 de bestemming gesloten jeugdzorg en is sindsdien een Jeugdzorg Plus locatie 1. Het Jeugdzorg Plus aanbod op de locatie Eefde bestaat uit Residentiële behandelgroepen (119 plaatsen), het Moeder en Kind Huis (14 plaatsen) en de Pilot Crisistrajecten Jeugdzorg Plus (30 trajecten). In het streefbeeld Jeugdzorg Plus Rentray 2008-2012 2, geeft Rentray aan dat zij zich trajectverantwoordelijk voelt voor alle jongeren met machtiging gesloten jeugdzorg in haar zorggebied. Dat betekent dat zij ook na uitplaatsing van de jongere naar huis of naar een vervolgvoorziening de jongere nog enige tijd volgen en beschikbaar zijn voor vragen van ouders, jongeren en professionals. Pilot Crisistrajecten Jeugdzorg Plus De pilot Crisistrajecten Jeugdzorg Plus is een tijdelijke voorziening voor de provincies Flevoland, Overijssel en Gelderland 3. Het vormt een aanvulling op de bestaande jeugdzorg en gaat uit van een intersectorale samenwerking tussen de sectoren gesloten jeugdzorg, provinciaal gefinancierde jeugdzorg, jeugd-lvg en jeugd-ggz. Doel van de pilot is na te gaan of een andere manier van werken leidt tot adequatere behandeling en doorstroming naar andere sectoren en een beter resultaat. De pilot is bedoeld voor jongeren in een crisissituatie met een door de kinderrechter afgegeven machtiging gesloten plaatsing, en waarbij nog veel onduidelijkheden zijn over de problematiek en het benodigde behandeltraject. Deze jongeren worden voor een korte periode opgenomen in een Jeugdzorg Plus leefgroep van Rentray (Eefde). In die periode wordt diagnostiek uitgevoerd en wordt nagegaan welke vervolghulp voor de jongere moet worden ingezet. Die vervolghulp kan zijn: ambulante hulp, residentiële hulp binnen de jeugdzorg, LVG of GGZ, of behandeling in een andere Jeugdzorg Plus instelling. Behandeling vindt zoveel mogelijk plaats in een vervolgvoorziening in de eigen regio. Zodra er helderheid is over het noodzakelijke vervolgtraject wordt de betreffende vervolgvoorziening (ketenpartner) bij de Diagnose Advies Bespreking betrokken. De pilot is in januari 2008 gestart, heeft een looptijd van twee jaar en wordt gefinancierd door het ministerie voor Jeugd en Gezin. Er is financiering voor 30 trajecten van de jongeren per jaar. 1 Zie Bijlage 1 voor een toelichting over het zorgaanbod Jeugdzorg Plus. 2 Rentray (2008). Streefbeeld Jeugdzorg Plus Rentray 2008-2012. Operationalisatie en implementatie. Zutphen: Rentray. 3 De beschrijving van de pilot Crisistrajecten Jeugdzorg Plus is gebaseerd op het Streefbeeld Jeugdzorg Plus Rentray 2008-2012, zie noot 4. 7

Doelgroep De pilot Crisistrajecten Jeugdzorg Plus is bedoeld voor jongeren met een machtiging gesloten jeugdzorg, ernstige gedragsproblemen en waarbij nog onvoldoende inzicht is in de problematiek en de benodigde behandeling waardoor plaatsing op een reguliere behandelplek wordt bemoeilijkt. Deze jongeren vallen niet in de categorieën die op basis van het plaatsingsprotocol gesloten jeugdzorg met voorrang worden opgenomen in de instellingen voor gesloten jeugdzorg (1 t/m 3) 4. Zij komen daarom in de overgangsperiode, die tot 2010 loopt, meestal in de justitiële jeugdinrichtingen terecht (behandeling of opvang). Het doel van opname in het project is snel een intensieve langdurige crisisinterventie bieden. Er zijn geen contra-indicaties voor opname, maar als restrictie geldt geen acute psychiatrische problematiek of ernstige verslaving (het leven van de jongere wordt er door beheerst). Gaandeweg het project wordt ook terughoudend omgegaan met aanmeldingen waarbij vooraf al vaststaat dat er sprake is van een IQ lager dan 70. Aanmelding en trajectverloop Aanmelding voor de pilot gaat via de Bureaus Jeugdzorg (BJZ s) in de drie provincies alsmede de drie landelijk werkende instanties 5. Ieder BJZ beschikt over een coördinator gesloten jeugdzorg. Deze bepaalt of een jongere aan de criteria voor plaatsing in de pilot voldoet. Als de jongere daaraan voldoet wordt hij door het betreffende BJZ aangemeld bij BJZ Overijssel. Deze scant nog een keer de aanmelding en meldt de jongere vervolgens aan bij de Pilot Crisistraject (via de intake afdeling van Rentray). Na een jaar is besloten dat alle plaatsende instanties direct bij Rentray aan kunnen melden en is de stap via BJZ Overijssel komen te vervallen. Na opname worden jongeren gedurende een periode van drie maanden in de Jeugdzorg Plus crisisgroep van Rentray geplaatst. Deze periode wordt gebruikt voor observatie en diagnose. Na acht weken vindt er een Diagnose Advies Bespreking plaats, waarbij indien mogelijk, de zorginstelling die het vervolgtraject vorm gaat geven, wordt betrokken. De behandelverantwoordelijkheid wordt vervolgens overgedragen aan de betreffende zorginstelling. Gestreefd wordt de overplaatsing zo snel mogelijk na de Diagnose Advies Bespreking te realiseren. Liefst direct, maar in ieder geval binnen zes maanden na opname bij Rentray. Rentray blijft trajectverantwoordelijk. Dat betekent dat gedurende een periode van zes maanden na plaatsing van de jongere in het vervolgtraject, Rentray een terugkeergarantie biedt. Als de stap naar de vervolgvoorziening te groot is, kan de jongere worden teruggeplaatst bij Rentray. Ook is er de mogelijkheid tot het inzetten van pluszorg. Dit is extra zorg die nodig is om de behandeling te laten slagen, maar die niet regulier gefinancierd wordt. Nadat een jongere zes maanden in de vervolgvoorziening zit, wordt ofwel de plaatsing in de betreffende instelling gecontinueerd als een reguliere plaatsing, ofwel stroomt de jongere uit. De terugkeergarantie-periode eindigt in ieder geval zes maanden 4 Zie bijlage 1, toelichting Jeugdzorg Plus, voor uitleg over plaatsingsprotocol en categorieën. 5 William Schrikker Groep, Leger des Heils, SGJ Christelijke Jeugdzorg 8

nadat de jongere bij Rentray is vertrokken. Tot drie maanden na de beëindiging van de terugkeergarantie-periode wordt de jongere nog gevolgd door de trajectbegeleider van Rentray in de vorm van nazorg. Een traject duurt in de ideale situatie een jaar: drie maanden gesloten crisisopvang, zes maanden vervolgtraject in een andere instelling en drie maanden nazorg. De trajectbegeleider van Rentray volgt de jongere tijdens het hele traject. De doelstelling van het project Crisistrajecten Jeugdzorg Plus is drieledig: 1. Direct hulp bieden aan moeilijk plaatsbare jongeren met ernstige gedragsproblemen en/of sectoroverschrijdende gezinsproblemen. Het project garandeert dat alle jongeren die op basis van een indicatie worden aangemeld ook echt opgenomen worden en een passend vervolgtraject aangeboden krijgen. 2. Het ontwikkelen en verspreiden van expertise. Door het uitwisselen van ervaringen en gedeelde verantwoordelijkheid zullen betrokken partijen in de toekomst beter in staat zijn om moeilijk gevallen direct te behandelen. Door samenwerking ontstaat een bunding van expertise van zorginstellingen uit verschillende domeinen. 3. Samenhang aanbrengen in het al aanwezig aanbod voor de doelgroep. Gedurende de tweejarige projectperiode wil men zoveel mogelijk informatie verzamelen over de doelgroep, aard van de problematiek, omvang van de benodigde zorg en de benodigde behandelzorg. Op basis daarvan kan een goed advies gegeven worden over welke ontwikkelingen nodig zin om de doelgroep binnen de drie provincies een structureel goed hulpaanbod te bieden. Onderzoeksvragen De Pilot Crisistrajecten Jeugdzorg Plus moet de financier en zorgtoewijzers informatie verstrekken over het verloop van het project. Onderzoek naar de processen en resultaten worden deels uitgevoerd door het projectteam zelf en deels door een extern bureau, Praktikon. De uitkomsten van het evaluatieonderzoek moeten aanknopingspunten bieden voor de verdere ontwikkelingen die nodig zijn om de doelgroep van Jeugdzorg Plus een passend structureel hulpaanbod te kunnen bieden in Flevoland, Overijssel en Gelderland. Het onderzoek richt zich op twee gebieden: (1) evaluatie van de pilot en (2) evaluatie van de zorg 6. Evaluatie van de pilot moet uitwijzen in hoeverre de pilot geslaagd is. In hoeverre zijn de doelen uit het projectplan gerealiseerd, zijn de van te voren vastgestelde normen behaald en in hoeverre zijn de samenwerkingspartners tevreden over de samenwerking? Evaluatie van de zorg moet uitwijzen wat het effect is van de pilot op de jongeren. Het betreft tevredenheid over de zorg, het uiteindelijke effect op de aard van de problematiek en het al dan niet aanbieden van passende zorg. 6 Zie ook: Rentray (2008). Onderzoek Pilot Crisistrajecten. Rekken/Eefde: interne notitie. Praktikon (2008). Onderzoek Pilot Crisistrajecten Jeugdzorg plus. Nijmegen: interne notitie. 9

De onderzoeksvragen voor Praktikon zijn als volgt geformuleerd: Evaluatie van de pilot 1. Wat is de tevredenheid van de verschillende partners (BJZ, Zorgaanbieders) over de intersectorale samenwerking? 2. Is er kennisuitwisseling en overdracht binnen de deelnemende organisaties? 3. Is er een sluitender zorgaanbod? Evaluatie van de zorg 1. Is er effect bij de jongeren te zien? 2. Zijn cliënten tevreden over de beantwoording van de hulpvraag? Voor de evaluatie van de pilot is een vragenlijst ontwikkeld die aan alle ketenpartners (zowel Bureaus Jeugdzorg als Zorgaanbieders) is voorgelegd. In januari 2009 is een eerste tussentijdse rapportage verschenen waarin verslag wordt gedaan van deze meting 7. In het najaar van 2009 wordt deze meting herhaald om na te gaan of er veranderingen zijn opgetreden. Daarover wordt in het voorjaar 2010 in de eindrapportage verslag gedaan. Voor de evaluatie van de zorg zijn in overleg met Rentray een aantal meetinstrumenten geselecteerd die antwoord moeten geven op de vraag in hoeverre de pilot effect sorteert bij de jongeren. Deze meetinstrumenten worden gedurende het traject van de jongere bij ouders en jongeren afgenomen. In de huidige rapportage wordt verslag gedaan over de eerste bevindingen gedurende de periode 1 januari 2008 (start pilot Crisistrajecten) tot 1 september 2009. De dataverzameling loopt nog door tot 31 december 2009. In het voorjaar van 2010 wordt in het eindrapport verslag gedaan over de gehele onderzoeksperiode. 7 Dam, C. van & J.W. Veerman (2009). Pilot Crisistraject Jeugdzorg Plus. Tussenrapportage Tevredenheidsonderzoek. Nijmegen: Praktikon. 10

Hoofdstuk 2 Meetinstrumenten en onderzoeksgroep 2.1 Meetinstrumenten Om na te gaan of de pilot effect heeft op het gedrag en de leefsituatie van de jongere en om na te gaan of ouders en jongeren tevreden zijn over de geboden zorg, worden op een aantal momenten in het traject vragenlijsten afgenomen bij ouders en jongere. In onderstaand schema een overzicht van de meetmomenten en de bijbehorende vragenlijsten. Overzicht meetmomenten en meetinstrumenten T1 Aanvang T2 Vertrek Rentray T3 Eindmeting T4 Follow-up meting Dossierinformatie: verkorte vorm SDI-NZA CBCL ouders YSR jongere Dossierinformatie: verkorte vorm SDI-NZA Exitlijst CBCL ouders YSR jongere Tevredenheid ouders - jongere Follow-up lijst (verkorte exitlijst) Meetmomenten De aanvangsmeting (T1) is het moment van opname van de jongere in Rentray. De jongere verblijft in principe drie maanden bij Rentray en vertrekt daarna naar een vervolgplek. Op dat moment vindt de tweede meting (T2) plaats. Het komt voor dat deze periode op Rentray langer duurt. De tweede meting verschuift dan overeenkomstig. Zes maanden na plaatsing in de vervolgvoorziening houdt de trajectverantwoordelijkheid van Rentray op. Op dat moment vindt de eindmeting (T3) plaats. Wanneer de jongere gedurende de periode van terugkeergarantie wordt teruggeplaatst bij Rentray, begint de trajectverantwoordelijkheid weer opnieuw. De eindmeting verschuift dan overeenkomstig. De follow-up meting (T4) vindt drie maanden na de beëindiging van de trajectverantwoordelijkheid plaats. Dossierinformatie: SDI-NZA Het Scoringsschema Demografische Informatie Nieuw Zorgaanbod (SDI-NZA 8 ; Nijhof, Van Dam, 2007), is een vragenlijst waarmee dossierinformatie gescoord kan worden. Deze wordt bij opname van de jongere in Rentray (T1) ingevuld door de behandelcoördinator. Omdat van de jongeren bij opname nog veel informatie onbekend is, wordt de SDI-NZA nog een keer ingevuld wanneer de jongere overgeplaatst wordt naar de vervolgvoorziening (T2). 8 Het SDI-NZA is een bewerkte versie van het SDI (Flipse, 2000) en werd ontwikkeld voor het evaluatieonderzoek naar Nieuw Zorgaanbod, dat later is opgegaan in Jeugdzorg Plus (zie bijlage 1). In verband met de vergelijkbaarheid is dit instrument ook ingezet in het huidige evaluatieonderzoek naar de Pilot Crisistrajecten Jeugdzorg Plus. 11

Gedragsproblemen: CBCL en YSR Om gedragsproblematiek bij jongeren te meten worden bij opname in Rentray (T1) door ouders en jongere respectievelijk de Child Behavior Checklist (CBCL; Verhulst, Van der Ende, & Koot, 1996) en de Youth Self-Report (YSR; Verhulst, Van der Ende, & Koot, 1997) ingevuld. Een half jaar na plaatsing in de vervolgvoorziening (eindmeting; T3) worden deze lijsten weer ingevuld. Hoewel de jongere dan (vaak) nog niet uitbehandeld is, hij is pas 6 maanden behandeld in de vervolgvoorziening, is de verwachting dat de problematiek van de jongere dan al afgenomen is omdat de jongere in een op zijn problematiek afgestemde behandelvoorziening is opgenomen. Leefsituatie: Exitlijst PCJ+en Follow-up PCJ+ Om de leefsituatie van de jongeren een half jaar na plaatsing in de vervolgvoorziening in kaart te brengen wordt de exitlijst Pilot Crisistrajecten Jeugdzorg Plus (Exitlijst PCJ+, Van Dam & Nijhof, 2008) ingevuld bij de eindmeting (T3). In deze exitlijst wordt informatie verzameld rondom 11 indicatoren: Welzijn/gelukkig, Contact met gezin, Relatie, Sociaal netwerk/vrije tijd, Dagbesteding, Woonsituatie, Politiecontacten/ probleemgedrag, Terugblik effect behandeling, Financiën, Middelengebruik, Nazorg/Hulpverlening na vertrek. Deze lijst wordt tijdens een gesprek tussen de trajectbegeleider en de jongere ingevuld. Bij sommige indicatoren wordt ook gevraagd wat de indruk van de trajectbegeleider is. T.a.v politiecontacten en middelengebruik wordt in de exitlijst alleen gevraagd naar de indruk van de trajectbegeleider. De jongere vult deze vragen in bij de tevredenheidslijst (zie onder). De Follow-up PCJ+ is een verkorte versie van de Exitlijst PCJ+ en deze wordt drie maanden na de eindmeting telefonisch bij de jongere afgenomen (T4). Het telefoongesprek wordt gevoerd door ofwel de trajectbegeleidster ofwel de mentor van de jongere (oud-mentor Rentray). De 11 indicatoren van de Exitlijst PCJ+ zijn wel behouden, maar niet alle vragen worden nogmaals gesteld. Tevredenheid: Tevredenheidslijst Bij de eindmeting (T3), wordt aan ouders en jongeren gevraagd om de tevredenheidslijst in te vullen. Deze lijst is gebaseerd op de GGZ-thermometer (Trimbos-instituut, 2003) en waar nodig specifiek voor dit project aangepast. Naast tevredenheid over de geboden zorg, het trajectverloop en de trajectbegeleidster, wordt ook gevraagd naar politiecontacten en middelengebruik van de jongere. Deze lijst wordt door ouders en jongere afzonderlijk ingevuld en opgestuurd naar Praktikon, samen met de CBCL en YSR. 2.2 Onderzoeksgroep en respons Onderzoeksgroep In deze rapportage wordt gerapporteerd over de gegevens die verzameld zijn in de periode vanaf de start van de pilot (1 januari 2008) tot 1 september 2009. 12

In deze periode zijn 42 jongeren opgenomen. Eén jongere bleek achteraf mis geplaatst te zijn, hij voldeed niet aan de criteria van de doelgroep van de pilot. Drie van de 41 jongeren zijn één of twee keer tijdelijk bij Rentray teruggeplaatst. De onderzoeksgroep bestaat uit 20 jongens en 21 meisjes met een gemiddelde leeftijd van 15 jaar en 11 maanden. Van de 41 jongeren zijn 31 jongeren in deze periode in een vervolgvoorziening geplaatst. De gemiddelde verblijfsduur van jongeren op de pilotgroep in Rentray was 4,8 maanden, met een minimum van 1 maand en een maximum van 8 maanden. Vijf jongeren verbleven 3 maanden of korter op de pilotgroep, 14 tussen de 3 en 6 maanden en 12 jongeren langer dan 6 maanden met een maximum van acht maanden. Respons Om na te gaan of de ingevulde vragenlijsten representatief zijn voor de totale onderzoeksgroep is het van belang te weten van hoeveel jongeren de betreffende vragenlijsten ingevuld zijn, afgezet tegen het aantal jongeren waarvan vragenlijsten ingevuld hadden moéten zijn. In onderstaand overzicht wordt de respons op de verschillende meetinstrumenten weergegeven. Tabel 1. Responspercentages T1 Aanvang T3 Eindmeting T4 Follow-up meting Meetinstrument N N retour Respons N N retour Respons N N retour Respons SDI-NZA T1-T2 31 28 90% 9 CBCL 41 32 78% 17 10 59% YSR 41 33 81% 17 14 82% Exitlijst 17 14 82% Tevredenheid Ouders 17 11 65% Tevredenheid Jongere 17 14 82% Follow-up lijst 12 9 75% Een percentage van 80% wordt in het algemeen als voldoende beschouwd. Bij de metingen die bij de jongeren zelf worden uitgevoerd, ligt de respons rond de 80% of hoger. Deze zijn voldoende om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Van de 31 jongeren die in de onderzoeksperiode in een vervolgvoorziening zijn geplaatst, is bij 17 jongeren de periode van terugkeergarantie verstreken; bij hen wordt de eindmeting afgenomen. De trajectbegeleidster heeft met bijna alle jongeren een eindgesprek kunnen houden. Bij twee jongeren is dat niet gelukt omdat deze ten tijde van de eindmeting niet te traceren waren. Bij één jongere gaat het eindgesprek nog plaatsvinden. De metingen bij ouders liggen in het algemeen iets lager, tussen de 59% en 78%. Vooral bij de eindmeting blijken ouders minder bereid of in staat om de vragenlijsten in te vullen. Bij 9 van de 12 jongeren heeft een follow-up meting plaatsgevonden. Omdat ten tijde van de analyses nog niet alle follow-up vragenlijsten ontvangen en/of verwerkt zijn, wordt daarover in dit rapport nog niet gerapporteerd. 9 Bij de dossieranalyse zou men 100% respons verwachten. Op 1 september 2009 was bij 3 jongeren de tweede meting nog niet ingevuld en/of naar ons verstuurd. Deze zullen wel nog komen. 13

14

Hoofdstuk 3 Resultaten 3.1 Doelgroep Dossieranalyse Van de jongeren die vanaf januari 2008 tot 1 september 2009 in Rentray zijn opgenomen en uitgestroomd vanaf de crisisgroep, zijn de dossiers geanalyseerd. Dit is twee keer gedaan: bij opname van de jongeren in Rentray en bij plaatsing in de vervolgvoorziening. Op deze manier wordt duidelijk welke informatie bij opname vooral ontbreekt. In de tabellen 2 t/m 5 worden de achtergrondkenmerken, DSM-diagnosen, problematiek jongere en problematiek in het gezin, van deze jongeren weergegeven. Bij de bespreking van de resultaten worden in principe de resultaten besproken van de informatie zoals bekend bij vertrek uit Rentray. Van de opgenomen jongeren is 69% van Nederlandse afkomst (ouders in Nederland geboren), en 39% is bij Rentray geplaatst vanuit de thuissituatie. Bijna alle jongeren hebben eerdere hulpverlening ontvangen en de meeste jongeren gaan op het moment van opname naar school (Tabel 2). Bij opname is bij 25% van de jongeren een DSM-diagnose bekend; op het moment van plaatsing in de vervolgvoorziening, is dat van alle jongeren bekend. Bijna alle jongeren hebben twee DSM-diagnosen, waarbij de diagnose oppositionele gedragsstoornis (ODD) het vaakst wordt gesteld (bij 14 jongeren), al dan niet in combinatie met andere DSMdiagnosen. Ook de diagnosen hechtingsstoornis (bij 8 jongeren) problemen in de ouder kind relatie (bij 7 jongeren) PTSS (bij 5 jongeren) en bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling (bij 5 jongeren) komen relatief vaak voor in combinatie met andere stoornissen (Tabel 3). Bij bijna alle jongeren (ruim 80%) is sprake van externaliserende en internaliserende gedragsproblematiek, persoonlijkheidsproblemen, problemen op school, spijbelen en een risicovolle vriendengroep. Omdat deze problemen bij bijna alle jongeren voorkomen, kan ervan uitgegaan worden dat bij een meerderheid van de jongeren sprake is van een combinatie van deze factoren. Veelvoorkomende problemen zijn ook politiecontacten (71%), softdrugsgebruik (68%) geweld tegen gezinsleden (64%) en traumatische ervaringen (61%) (Tabel 4). Daarnaast is er bij alle jongeren sprake van problemen in de ouder-kind relatie en is er bij de meeste jongeren (86%) sprake van een instabiele opvoedingsomgeving (veel wisselende opvoedingssituaties) en een licht tot ernstig bedreigde opvoedingssituatie (veel ruzies, slechte opvoedingsvaardigheden, mishandeling). Bij tweederde van de ouders van de jongeren is sprake van eigen problematiek, zoals verslaving, psychische of fysieke problemen (Tabel 5). Als we kijken naar de verschillen tussen dossieranalyses bij opname en bij plaatsing van de jongeren in de vervolgvoorziening, dan zien we dat gedurende de periode in Rentray 15

vooral meer duidelijk is geworden ten aanzien van de aanwezigheid van persoonsgerelateerde problematiek van de jongeren. Overigens wordt in deze tabellen alleen weergegeven wanneer er van bepaalde problematiek sprake is. Van een aantal jongeren is ook duidelijk geworden dat bepaalde problematiek niet aanwezig is, terwijl dat bij opname nog onbekend was. Dit komt in deze tabellen niet naar voren. Gedragsproblemen Aan alle jongeren die in de periode 1 januari 2008 tot 1 september 2009 zijn opgenomen op de crisisgroep van Rentray is gevraagd om de YSR in te vullen; aan ouders is gevraagd de CBCL in te vullen. In Tabel 6 zijn de resultaten van ouders en jongeren weergegeven. Wat opvalt is dat ouders beduidend meer problemen bij de jongeren ervaren dan de jongeren zelf. Ouders ervaren vooral veel problemen op het gebied van Externaliserende gedragsproblemen en dan specifiek Regelovertredend en Agressief gedrag. Ouders zien ook veel Internaliserende problematiek bij hun kinderen. Jongeren zelf scoren op geen enkele schaal gemiddeld genomen in het klinische gebied, zij ervaren geen ernstige problemen. Relatief gezien scoren zij het hoogste op Aandachtsproblemen en Angstig/Depressief; zij ervaren meer Internaliserende dan Externaliserende problematiek. 16

Tabel 2 Achtergrondkenmerken doelgroep bij opname (N=28) N % Etniciteit Nederlands 19 69% Biologische moeder aanwezig 26 93% Biologische vader aanwezig 11 42% Woonsituatie voorafgaand aan plaatsing in Rentray Thuissituatie 11 39% Andere residentiële instelling 7 25% JJI 9 32% Zwervend 1 4% Eerdere hulpverlening 25 89% Dagbesteding Basisonderwijs 2 7% Voortgezet onderwijs 12 43% Voortgezet speciaal onderwijs 7 25% ROC 3 11% Geen 4 14% Tabel 3 DSM-diagnose doelgroep bij plaatsing in vervolgvoorziening (n=28) N % DSM-Diagnose bij binnenkomst 7 25% DSM-Diagnose bij vertrek 28 100% Voorkomende diagnosen ODD 2 ODD-angst 1 ODD-gedragsstoornis 1 ODD-hechtingsstoornis 3 ODD-identiteitsstoornis 1 ODD-problemen in ouder kind relatie 2 ODD-bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling 2 ODD-psychotische stoornis 1 Gedragsstoornis- hechtingsstoornis 3 Gedragsstoornis-bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling 1 Gedragsstoornis- problemen in ouder kind relatie 1 PTSS-ADHD 1 PTSS-Hechtingsstoornis 1 PTSS-ODD 1 PTSS- problemen in ouder kind relatie 1 PTSS-Pervasieve stoornis 1 Hechtingsstoornis- bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling 1 Bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling- problemen in ouder kind relatie 1 Depressie- problemen in ouder kind relatie 1 Identiteitsproblemen-problemen in ouder kind relatie 1 Pervasieve stoornis-cannabismisbruik 1 17

Tabel 4 Aanwezigheid problematiek bij de jongere zoals bekend in dossier bij opname en vertrek (plaatsing in vervolgvoorziening) uit Rentray (N=28) Opname Vertrek N % N % Persoonsgerelateerd Problemen rondom zwangerschap/geboorte 5 18% 7 25% Licht verstandelijke handicap 5 18% 4 14% Externaliserend gedrag 24 86% 28 100% Internaliserend gedrag 18 64% 27 96% Suïcidepoging 4 14% 6 21% Automutilatie 5 18% 6 21% Persoonlijkheidsproblemen 9 32% 23 82% Traumatische ervaringen 15 54% 17 61% Sexueel misbruik door derden 5 18% 5 18% Sex overschrijdend gedrag 9 32% 10 36% Politiecontact 18 64% 20 71% Geweld tegen gezinsleden 15 55% 18 64% Middelengebruik Roken 14 50% 18 64% Alcohol 7 25% 10 36% Softdrugs 14 50% 19 68% Harddrugs 8 29% 10 36% Omgeving Spijbelen 23 82% 23 82% Schoolproblemen 21 75% 24 86% Risicovolle vriendengroep 24 86% 26 92% N.B. grote verschillen (4 of meer jongeren) zijn vetgedrukt Tabel 5 Aanwezigheid problemen in het gezin zoals bekend in dossier bij opname en vertrek (plaatsing in vervolgvoorziening) uit Rentray (N=28) Opname Vertrek N % N % Problemen ouder kind relatie 28 100% 28 100% Instabiele opvoedingsomgeving 24 86% 25 89% Slechte kwaliteit opvoeding 24 86% 25 89% Mishandeling door ouders 9 32% 11 39% Geweld tussen ouders 14 50% 15 54% Problematiek ouders 12 43% 19 68% Huisvesting ouders 3 11% 3 11% Financiële problemen gezin 5 18% 6 21% Problemen met sociaal netwerk gezin 12 43% 12 43% Politiecontacten gezin 8 29% 9 32% Sexueel misbruik in het gezin 2 7% 2 7% N.B. grote verschillen (4 of meer jongeren) zijn vetgedrukt Tabel 6 Scores op de CBCL (ouders) en YSR (jongere) bij opname in Rentray Ouders Jongere Probleemschalen N M SD 32 56,69 9,11 Angstig/Depressief 29 65,34 8,43 32 59,00 6,72 Teruggetrokken/Depressief 29 67,10 8,88 32 57,72 9,24 Lichamelijke klachten 29 60,55 9,53 32 55,47 5,80 Sociale problemen 29 65,97 7,35 32 56,50 5,51 Denkproblemen 29 66,69 9,51 32 55,28 5,88 Aandachtsproblemen 29 62,41 5,45 32 62,66 7,04 Regelovertredend gedrag 29 74,00 7,82 32 56,59 6,23 Agressief gedrag 29 74,86 11,00 32 56,19 10,58 Internaliseren 29 66,48 6,55 32 58,34 10,26 Externaliseren 29 74,00 7,84 32 55,63 10,04 Totale gedragsproblemen 29 70,69 6,67 32 56,69 9,11 Scores boven de klinische grens (er is sprake van aanzienlijke problematiek) zijn vetgedrukt. 18

3.2 Situatie 6 maanden na plaatsing in de vervolgvoorziening In de periode januari 2008 tot september 2009 hebben 17 jongeren het traject bij Rentray afgerond; zij zijn geplaatst in een vervolgvoorziening of weer naar huis gegaan en de periode van de terugkeergarantie is verstreken. Bij 14 jongeren heeft inmiddels het exitgesprek plaatsgevonden, ouders en jongere hebben opnieuw de CBCL en YSR ingevuld en zij hebben een vragenlijst over tevredenheid ingevuld. Van 7 jongeren is door ouders zowel bij opname als ten tijde van de exitmeting een CBCL ingevuld, 11 jongeren hebben zowel bij opname als bij de exitmeting een YSR ingevuld. In de tabellen 7 en 8 worden de gemiddelde scores en de effecten weergegeven 10. Naast de gemiddelde score wordt in deze tabellen ook het percentage respondenten gegeven dat boven de klinische grens scoort. In Tabel 9 worden de resultaten van de exitlijst weergegeven en in Tabel 10 en 11 de resultaten van de tevredenheidslijst van ouders en jongeren. Gedragsproblemen CBCL en YSR Bij aanvang ervaren alle ouders bij hun kinderen internaliserende problematiek, en de meesten ook externaliserende problematiek. Ten tijde van de exitmeting, 6 maanden nadat de jongere bij Rentray is vertrokken, geven ouders aan dat de problematiek bij hun kinderen drastisch is afgenomen. Op geen enkele schaal van de CBCL ervaren ouders gemiddeld genomen nog ernstige gedragsproblemen bij hun kinderen. Ook het percentage respondenten dat nog boven de klinische grens scoort is sterk vermindert. De effectsizes zijn hoog, de effecten zijn groot te noemen (Tabel 7). De jongeren zelf ervaren zowel bij opname als ten tijde van de exitmeting, gemiddeld genomen nauwelijks problemen. Op het gebied van externaliserende problemen ervaart 64% van de jongere bij aanvang wel ernstige problemen. Ten tijde van de exitmeting geeft één jongere aan nog ernstige externaliserende problemen te hebben. Ook bij de jongeren zijn grote effectsizes te zien, wat erop duidt dat ze nog minder problemen ervaren dan bij opname, vooral ten aanzien van internaliserende problematiek (Tabel 8). Sociale omgevingsfactoren Zes maanden na vertrek uit Rentray, verblijven de meeste jongeren nog in een residentiële instelling (79%). De meeste jongeren volgen een opleiding (79%), hebben dagelijks contact met de ouders (64%), hebben een relatie (64%), hebben een goed sociaal netwerk (93%), hebben geen politiecontacten gehad sinds hun vertrek uit Rentray (79%), gebruiken geen softdrugs (79%) en hebben geen schulden (100%). Opgemerkt moet worden dat het hier niet steeds om dezelfde groep jongeren gaat die op alle factoren positief scoren. De meeste jongeren vinden dat ze wat gehad hebben aan de hulpverlening die ze na Rentray hebben ontvangen (57%). Ook vinden de meeste jongeren dat het na hun vertrek uit Rentray in het algemeen beter met ze gaat (79%), het contact met ouders en 10 Omdat de aantallen respondenten die zowel een aanvangs- als een exitmeting hebben, lager zijn dan de aantallen respondenten bij aanvang, kunnen de gemiddelde scores in de Tabellen 7 en 8 afwijken van de scores in Tabel 6. 19

het gezin is verbeterd (64%). Verder geven alle jongeren aan dat ze tevreden zijn met hoe hun leven nu verloopt en dat ze gelukkig zijn (Tabel 9). Tevredenheid De meeste ouders en jongeren wisten voldoende over wat het crisistraject inhield en wat ze ervan konden verwachten; jongeren wel wat minder dan ouders. In Rentray voelden de meeste jongeren zich op hun gemak (86%) serieus genomen (82%) en de hulpverleners deden hun werk goed (86%). Bijna alle jongeren geven een rapportcijfer van 7 of hoger voor de periode in Rentray. De scores van ouders komen in het algemeen daarmee overeen. De helft tot tweederde van ouders en jongeren is tevreden over de behandeling in de vervolgvoorziening en het resultaat daarvan tot nu toe. Ouders zijn daarover meer tevreden dan de jongeren en ouders geven aan nog niet altijd voldoende grip te hebben op de problematiek van de jongere. Jongeren vinden vaker dat hun behandelplan niet naar wens is uitgevoerd. Ook geven ouders en jongeren aan dat zij niet altijd konden meebeslissen over het verloop van de behandeling. Over de trajectbegeleider zijn bijna alle ouders en jongeren heel tevreden: deskundig, betrouwbaar, respectvol en ze luistert goed. Tweederde van de ouders en jongeren geeft een rapportcijfer van 7 of hoger voor de gehele begeleiding tot nu toe, inclusief de vervolghulp (Tabel 10). Uit opmerkingen die ouders en jongeren nog toevoegen aan de tevredenheidslijst, blijkt dat jongeren vooral de beslotenheid en strenge regels vervelend vinden. Ook ouders geven aan moeite te hebben met de strenge regels (Tabel 11). 20

Tabel 7. Verandering en effecten CBCL bij opname en einde traject Aanvang N=7 Einde N=7 Probleemschalen M SD % klin M SD % klin ES Effect Angstig/Depressief 69,86 4,88 57,1 57,29 6,82 0,0 2,12 ++ Teruggetrokken/Depressief 70,43 8,77 57,1 55,29 4,96 0,0 2,13 ++ Lichamelijke klachten 58,57 6,80 0,0 56,57 7,00 0,0 0,29 ++ Sociale problemen 62,29 7,89 14,3 56,43 7,11 0,0 0,78 ++ Denkproblemen 67,71 4,57 42,9 56,00 5,26 0,0 2,38 ++ Aandachtsproblemen 63,00 3,70 0,0 54,43 5,13 0,0 1,92 ++ Regelovertredend gedrag 72,00 8,39 71,4 58,57 8,75 14,3 1,57 ++ Agressief gedrag 67,71 8,36 71,4 54,86 5,46 0,0 1,82 ++ Internaliseren 69,00 2,31 100,0 54,00 12,00 28,6 1,74 ++ Externaliseren 69,71 8,91 85,7 52,71 12,19 14,3 1,64 ++ Totale gedragsproblemen 69,14 5,40 85,7 52,86 11,48 28,6 1,81 ++ Scores boven de klinische grens (er is sprake van aanzienlijke problematiek) zijn vetgedrukt. % klin= percentage cliënten dat boven de klinische grens scoort. ES = Effect Size <0,20 = verwaarloosbaar effect; 0,20 0,49 = klein effect; 0,50 0,79 = middelgroot effect; >0,80 = groot effect. Grote effecten zijn vetgedrukt. Effect: - = verslechterd; 0 = onveranderd; + = verbeterd, maar niet klachtenvrij; ++ = verbeterd en klachtenvrij Tabel 8. Verandering en effecten YSR bij opname en einde traject Aanvang N=11 Einde N=11 Probleemschalen M SD % klin M SD % klin ES Effect Angstig/Depressief 59,55 13,28 18,2 51,91 4,11 0,0 0,78 ++ Teruggetrokken/Depressief 62,36 7,80 9,1 51,73 2,53 0,0 1,83 ++ Lichamelijke klachten 62,00 11,87 18,2 52,36 3,35 0,0 1,11 ++ Sociale problemen 56,36 6,58 9,1 52,18 3,87 0,0 0,77 ++ Denkproblemen 59,09 6,20 9,1 53,91 5,11 0,0 0,91 ++ Aandachtsproblemen 56,27 5,14 0,0 52,00 2,14 0,0 1,08 ++ Regelovertredend gedrag 64,00 8,60 27,3 58,45 5,47 0,0 0,77 ++ Agressief gedrag 59,73 7,38 0,0 52,27 2,90 0,0 1,33 ++ Internaliseren 60,36 12,91 36,4 45,55 7,41 0,0 1,41 ++ Externaliseren 60,64 12,30 63,6 53,45 6,50 9,1 0,73 ++ Totale gedragsproblemen 59,27 11,46 45,5 47,82 7,26 0,0 1,19 ++ Scores boven de klinische grens (er is sprake van aanzienlijke problematiek) zijn vetgedrukt. % klin= percentage cliënten dat boven de klinische grens scoort. ES = Effect Size <0,20 = verwaarloosbaar effect; 0,20 0,49 = klein effect; 0,50 0,79 = middelgroot effect; >0,80 = groot effect. Grote effecten zijn vetgedrukt. Effect: - = verslechterd; 0 = onveranderd; + = verbeterd, maar niet klachtenvrij; ++ = verbeterd en klachtenvrij 21

Tabel 9. Frequentieverdelingen op sociale omgevingsfactoren volgens de jongere (N=14) Factoren N % Woonsituatie ½ jaar na plaatsing in vervolgvoorziening Gezinssituatie 2 14% Residentiële instelling 11 79% Kamertraining 1 7% Dagbesteding Opleiding 11 79% Vrijwilligerswerk 1 7% Geen concrete dagbesteding 2 14% Contact met ouders Dagelijks 9 64% Wekelijks-maandelijks 4 29% Geen contact 1 7% Gemiddeld rapportcijfer kwaliteit contact Moeder 7,4 Vader 6,7 Relatie Geen relatie 5 36% Wel relatie 9 64% Waarvan langdurig (> 1,5 jaar) 3 21% Sociaal netwerk/vrije tijd Dagelijks-wekelijks contact met overige familie, vrienden, vereniging of 93% andere belangrijke volwassenen Politiecontacten Geen politiecontacten sinds vertrek uit Rentray 11 79% Wel politiecontacten sinds vertrek uit Rentray 3 21% Middelengebruik Softdrugs maandelijks 1 7% Softdrugs paar keer per jaar 2 14% Sofdrugs niet 11 79% Alcohol wekelijks 2 14% Alcohol maandelijks 3 21% Alcohol paar keer per jaar 2 14% Alcohol niet 7 50% Schulden Geen schulden 14 100% Hulpverlening direct na vertrek Ambulant 2 14% Residentieel 8 57% Besloten behandelgroep 4 29% Hulpverlening na vertrek was zinvol 8 57% Terugblik effect behandeling Sinds vertrek Rentray algemeen beter 11 79% Beter contact met ouders en het gaat beter in het gezin. 9 64% Welzijn Ben je gelukkig? Gemiddeld rapportcijfer 8,67 % voldoende 14 100% Tevreden met hoe het nu gaat? Gemiddeld rapportcijfer 8,33 % voldoende 14 100% 22

Tabel 10. Frequentieverdeling op tevredenheid volgens ouders (N=11) en jongeren (N=14) Jongeren N=14 Ouders N=11 Tevredenheidsaspecten N % N % Crisistraject algemeen Voldoende informatie over crisistraject algemeen 9 64% 8 73% Ouders/jongere weet wat het inhoudt? 8 57% 8 73% Ouders/jongere voldoende informatie over wat te verwachten 11 79% 10 91% Periode Rentray Jongere voelt zich op gemak 12 86% 7 64% Ouders/jongere voelen zich serieus genomen 12 86% 9 82% Hulpverleners doen werk goed 12 86% 10 91% Rapportcijfer Rentray 7 13 93% 9 82% Vervolgvoorziening Ouders/jongere meebeslist over behandeling 8 57% 6 55% Behandelplan gemaakt in vervolgvoorziening 9 64% 8 73% Ouders/jongere ingestemd met behandelplan 10 71% 7 64% Behandelplan naar wens uitgevoerd volgens ouders/jongere 6 43% 8 73% Resultaat behandeling Behandeling juiste aanpak voor problemen 7 50% 9 82% Ouders/jongere meer greep op klachten/problemen jongere 7 50% 6 55% Jongere voldoende vooruit gegaan door behandeling 8 57% 7 64% Jongere beter in staat dingen doen die hij/zij wil 10 71% 7 64% Jongere beter omgaan met mensen en/of situaties 9 64% 9 82% Trajectbegeleider Voldoende deskundig 12 86% 11 100% Vertrouwen in begeleider 11 79% 10 91% Respect voor ouders/jongere 14 100% 11 100% Luisteren naar jou 13 93% 10 91% Rapportcijfer begeleiding tot nu toe 7 9 64% 8 73% Tabel 11. Opmerkingen ouders en jongeren bij open vragen. Wat is goed aan crisistraject? Opmerkingen ouders en jongeren: Jongere: goede hulp, veel geleerd, goede hulpverleners Ouders: duidelijkheid + structuur behandeling, communicatie, diagnostisch onderzoek, goede afspraken Wat is niet goed aan crisistraject? Opmerkingen ouders en jongeren: Jongere: beslotenheid, strenge regels, groot leeftijdsverschil, traagheid met afspraken. Ouders: onderwijs, behandeld als crimineel, strenge regels, traagheid. 23

24

Hoofdstuk 4. Samenvatting en conclusies Doelgroep Bij de jongeren is veelal sprake van een oppositionele gedragsstoornis en/of een hechtingsstoornis. Combinaties van stoornissen komen bij bijna alle jongeren voor. Bij alle jongeren is sprake van externaliserende gedragsproblematiek én problemen in de ouder-kind relatie. Daarnaast is er veelal sprake van internaliserende problematiek, problemen op school, problemen met risicovolle vrienden en politiecontacten. Jongeren komen uit instabiele, bedreigende opvoedingssituaties en de ouders van de jongeren hebben in het algemeen zelf ook veel psychische klachten. Bij opname ervaren ouders forse externaliserende en internaliserende gedragsproblematiek bij hun kinderen. Vooral scores op regelovertredend en agressief gedrag zijn hoog. Jongeren zelf ervaren bij opname nauwelijks problemen. Gesteld kan worden dat de doelgroep van de Pilot Crisistrajecten Jeugdzorg Plus gekenmerkt wordt door ernstige problematiek. Jongeren kampen met forse individuele problemen, problemen in het gezin én de omgeving. Interessant is om na te gaan in hoeverre deze doelgroep qua problematiek overeenkomt met andere Jeugdzorg Plus instellingen en/of andere reguliere residentiële instellingen. Situatie 6 maanden na vertrek uit Rentray Zes maanden na plaatsing in de vervolgvoorziening verblijven de meeste jongeren nog in een residentiële instelling. De jongeren scoren in het algemeen goed op het gebied van opleiding, contact met ouders, sociaal netwerk, middelengebruik en politiecontacten. Jongeren en ouders zijn positief over de trajectbegeleiding. Ze zijn vooral tevreden over de periode in Rentray en de trajectbegeleidster. Over de vervolgplek en de resultaten van behandeling tot nu toe zijn relatief wat minder ouders en jongeren tevreden. Zes maanden na plaatsing in de vervolgvoorziening is de gedragsproblematiek van de jongeren, zowel volgens ouders als de jongeren zelf, drastisch afgenomen. Jongeren vertonen geen ernstig probleemgedrag meer. 25

Beantwoording onderzoeksvragen In antwoord op de vooraf gestelde onderzoeksvragen Is er effect bij de jongeren te zien? en Zijn cliënten tevreden over de beantwoording van de hulpvraag? kan het volgende gesteld worden. Er zijn duidelijke effecten te zien bij jongeren, vooral ten aanzien van de gedragsproblematiek, zoals door ouders en jongeren gerapporteerd. Verder geven alle jongeren bij het eindgesprek aan dat zij gelukkig en tevreden zijn met het leven dat zij nu leiden. Bij het eindgesprek scoren jongeren eveneens positief op de sociale omgevingsfactoren. Dat kan deels verklaard worden doordat de meeste jongeren nog in een residentiële voorziening verblijven. Een aantal factoren, zoals opleiding en politiecontacten worden hierdoor beïnvloed. De positieve scores op factoren als drugsgebruik, contact met ouders, sociaal netwerk en relatie wijzen er echter ook op dat de behandeling mogelijk al zijn vruchten af begint te werpen. Deze factoren worden minder beïnvloed door het verblijf in een residentiële setting an sich, maar zijn vaak wel het doel van behandeling. Analyses van de follow-up meting geven hier wellicht een nog beter beeld van. Ten aanzien van de tevredenheid lijken cliënten in het algemeen tevreden over de beantwoording van de hulpvraag. Cliënten zijn vooral tevreden over de periode in Rentray. Ten aanzien van de behandeling in de vervolgvoorziening is er minder tevredenheid, vooral over de mate waarin zij hebben mee kunnen beslissen over de behandeling en het behandelplan. Nog niet alle ouders en jongeren zijn tevreden over het resultaat van de behandeling tot nu toe, maar het is aannemelijk dat dit komt doordat de meeste jongeren nog in behandeling zijn. Samenvattend kan gesteld worden dat de resultaten erop wijzen dat de jongeren in de juiste, op hun problematiek afgestemde behandelvoorzieningen zijn terechtgekomen en dat ouders en jongeren in het algemeen redelijk tevreden zijn over het verloop van het traject. 26

Toelichting Jeugdzorg Plus BIJLAGE 1 Sinds de wijziging van de Wet op de Jeugdzorg per 1 januari 2008, is het mogelijk om jongeren met ernstige gedragsproblemen die behandeling in een gesloten setting nodig hebben binnen de gesloten jeugdzorg te plaatsen. Tot die tijd konden deze jongeren alleen in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) worden geplaatst, omdat gesloten plaatsing binnen de provinciaal gefinancierde jeugdzorg niet mogelijk was. Deze jongeren werden dan civielrechtelijk in een JJI geplaatst middels een civielrechtelijke kinderbeschermingsmaatregel (ondertoezichtstelling of voogdij) in combinatie met een door de kinderrechter afgegeven machtiging tot plaatsing in een justitiële jeugdinrichting. Omdat de samenplaatsing van civielrechtelijk geplaatste jongeren met strafrechtelijk veroordeelde jongeren door politiek en maatschappij toenemend als onwenselijk werd gezien, zijn vanaf 2005 voorbereidingen getroffen om gesloten behandeling ook binnen de jeugdzorg mogelijk te maken. Daarvoor waren een wijziging van de Wet op de Jeugdzorg en de opbouw van de benodigde capaciteit noodzakelijk. Om de benodigde capaciteit te realiseren is vanaf 2005 door provinciale jeugdzorgaanbieders nieuw zorgaanbod voor deze doelgroep ontwikkeld. Tevens hebben de ministeries van Justitie en VWS (later Jeugd en Gezin) overeenstemming bereikt over het overhevelen van enkele JJI s naar de gesloten jeugdzorg 11 (onder meer Rentray, locatie Eefde, OGH te Zetten, Het Keerpunt te Cadier en Keer etc.). Tot januari 2010 zal de capaciteit van de gesloten jeugdzorg nog verder opgebouwd worden; enkele JJI s zullen nog overgeheveld worden naar de gesloten jeugdzorg. In de overgangsperiode van januari 2008 tot januari 2010 geldt een plaatsingsprotocol 12, waarin is vastgelegd dat de meest kwetsbare jeugdigen voorrang krijgen bij de plaatsing in de gesloten jeugdzorginstellingen. Er worden 7 ernstcategorieën gehanteerd, waarbij de categorieën 1 t/m 3 de meest kwetsbare jeugdigen betreft (slachtoffer van gedwongen prostitutie, sexueel misbruik of geestelijke en lichamelijke mishandeling). Zij mogen beslist niet meer samengeplaatst worden met strafrechtelijke jeugdigen. De categorieën 4 t/m 7 (in bescherming nemen tegen zichzelf danwel tegen verdere escalatie in de omgeving) worden zoveel mogelijk geplaatst in een instelling voor gesloten jeugdzorg. Als dat niet mogelijk is worden ze in een JJI geplaatst. Het vanuit de provinciaal gefinancierde jeugdzorg ontwikkelde gesloten jeugdzorgaanbod en de overgehevelde JJI s, hebben in 2008 een gezamenlijk streefbeeld ontwikkeld voor het nieuwe sectoronderdeel gesloten jeugdzorg. Daarbij hebben zij ook de nieuwe naam voor deze sector geïntroduceerd: Jeugdzorg Plus. De verantwoordelijkheid voor de sector gesloten jeugdzorg ligt tot 2013 bij het Ministerie voor Jeugd en Gezin. Daarna wordt de verantwoordelijkheid overgedragen aan de provincies en wordt de gesloten jeugdzorg onderdeel van de provinciaal gefinancierde jeugdzorg 13. 11 Zie www.jeugdzorgplus.nl en www.jeugdengezin.nl voor actuele informatie rondom de Jeugdzorg Plus aanbieders. 12 (2007) Plaatsingsprotocol Gesloten Jeugdzorg met preambule. Te downloaden via http://kennisbank.mogroep.nl/index.php 13 De beschrijving van de ontwikkeling naar Jeugdzorg Plus is ontleend aan de Informatiebrochure Gesloten Jeugdzorg van het Programmaministerie Jeugd en Gezin, directie Jeugdzorg. Te downloaden via http://jeugdengezin.nl/dossiers/geslotenjeugdzorg/default.asp 27

Colofon Praktikon BV is een zelfstandige en onafhankelijke organisatie voor onderzoek en ontwikkeling in jeugdzorg en onderwijsgerelateerde zorg. Praktikon wil instellingen voor jeugdzorg en scholen voor speciaal onderwijs helpen hun werk bij de aanpak van opgroei- en opvoedingsproblemen zo goed mogelijk te doen. Praktikon hoopt hiermee een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van het werk en aan het verantwoorden hiervan. Vanuit deze doelstellingen wordt samengewerkt met de Radboud Universiteit Nijmegen en de Stichting Entréa, een organisatie voor jeugdzorg, onderwijs, onderzoek in Gelderland. Over de auteurs Mevr. dr. Coleta van Dam en de heer dr. Marc Delsing zijn als onderzoekers verbonden aan Praktikon 28