BOOM IN DE ZOMER: de BERK

Vergelijkbare documenten
BOOM IN DE ZOMER: de BERK

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

Loep en ZadenTransportkaart ZOEK

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in)

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Van eitje tot vlinder

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

Wriemelbeestjes. Aanwijzingen begeleider: Laat gevangen diertjes naderhand weer los.

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\)

Molsla Paardenbloem. Achtergrondinformatie

GOED GEDAAN ZOEKBIJ!

Wriemelbeestjes. Als je een holletje gaat graven kom je kleine beestjes tegen. Kun jij kleine beestjes vinden als je in de bladhoop graaft?

De kleine beestjesclub

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.

4-7 jaar Scharrelavontuur. 4-7 jaar Scharrelavontuur. Sterke geuren. Aardegeuren. Pluk een blaadje van een plantje.

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht

Hoedjesplant. Aanwijzingen begeleider:

Bloemen en hun bezoekers

Lessuggesties voor groep 3 & 4

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

Dieren in de winter 3

Oude bomen. Opdracht 1 - Bijzondere bomen. Opdracht 2 De leeftijd van een boom meten. Benodigdheden

1 Actief in de natuur. Bodemgespuis en kriebeldiertjes

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

Opdrachten thema. Veluwe

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Van meizoentje tot liefkruid

De Vlaamse gaai is dol op eikels. De Vlaamse gaai is dus een boom-planter! Waarom zegt de Vlaamse gaai op het laatste plaatje Mijn boom mijn werk?

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

Aftekenlijst. Naam:

INSECTEN. werkboekje

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES

Boterbloemen in het gras

NME-leerroute Kabouters in het Westerpark

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Nachtvlinders. Glasvleugelpijlstaart. De sint-jansvlinder is een dagactieve nachtvlinder

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

Het is winter. op Landgoed Schothorst

Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Opdrachtkaarten Lente

[Konijn] Beschrijving: Vindplaats: Algemene Naam: konijn. Wetenschappelijke Naam: Oryctolagus cuniculus Levenscyclus. Voeding:

Raar, maar waar! Natuur Na

Wist je dat?... Overwintering van vlinders. Vragen. De vlinder. De levenscyclus..

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Lente. groep 3, 4 en 5

en 1+ Kauwtjes-zomertocht Suggesties voor inleiding en afsluiting:

inhoud blz. Vlinders 3 1. Insecten 4 2. De kop 5 3. De vleugels 6 4. Van ei tot vlinder 7 5. Dag en nachtvlinders 8 6. Voedsel 9 7. Vijanden 10 8.

Bomenpad Park Vredeoord. Antwoordenblad. Vul hier eerst jullie namen in:

inhoud blz. 1. Au! Dat prikt! 3 2. Stekels 4 3. Nacht 5 4. Op zoek naar eten 6 5, Egel, pas op! 7 6. Mensen 8 7. Het nest van de egel 9 8.

NME-leerroute Vlinders en spinnen in het park

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

Naam:_ KIKKERS. pagina 1 van 6

Vlinders kijken. op Landgoed Schothorst

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

inhoud 1. Ontdek 2. Insecten 3. Een hart klopt 4. Het spoor 5. De magneet 6. Zie ik dat wel goed 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Natuur dagboek. Op ontdekking in je achtertuin

Rode bosmier SOORTEN MIEREN

Opdrachtkaarten Herfst

Mijn Boom. Werkboekje. C.N.M.E. De Groenling

Koningin. Opdracht Wie van de drie? Bekijk de bijen in het doosje en zoek op. Welke bij is de koningin? Wat valt je op aan de koningin?

14 Speuren naar dieren Handleiding voor begeleiders 01

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

12 spits je oren eekhoorntjes, ga in een kring zitten met de ogen dicht. spits je eekhoorn-oortjes en luister goed. wat hoor je allemaal? ritselt er e

Ga je mee op watersafari?

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 14 en woensdag 15 april 2015 vervolg. Dit is het vervolg op het eerste deel van mijn verslag.

Bloemen en hun bezoekers

Weegbree. Suggesties ter voorbereiding

Auditieve oefeningen bij het thema: Kriebelbeestjes

NME-leerroute Aarde, lucht en water

Bloemen en hun bezoekers

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

Leerpad Holle Wegen Halen. Opdrachten. Holle_Wegen_OPDRACHT.indd 1 20/04/10 14:04

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 1-2

7-12 jaar Scharrelavontuur jaar Scharrelavontuur

Op pad met. kabouter Wouter en kabouter Lilly. Ik heb ook een dochter. Zij heet Lilly en woont in hetzelfde bos.

Voorbereiding post 5. Mmm... lekker snoepen! Groep

uitga uitg v a e v 2013

Lokken & Verleiden GROEP 5-6

natuurboekje van zomer 2017

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

Kruidentuin in de klas

Onderzoek op de Boerderij 2010 Buitenopdrachten

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

SPREEKBEURT ROODKEELANOLIS

Voorbereiding post 4. Van ven en veen Groep 3-4

Start: Welk dier hoort bij...?

De grond waarop wij wonen

Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving

lesdoelen - De kinderen ontdekken:

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep

Voorbereiding post 3. Oei, ik groei! Groep 1-2-3

Transcriptie:

BOOM IN DE ZOMER: de BERK NODIG: waarneemvel 1a Hoe leer je een BERK kennen? ONDER: - lepel - kleurpotlood De stam van de boom. DOE 1. Bekijk de stam goed. Hoe ziet de schors eruit? Hoe voelt berkenschors? Heeft berkenschors een geur? kruis aan op het waarneemvel wat je ziet. 2. Kijk omhoog in de boom. Zie je meer licht, of zie je meer schaduw? Pluk een blad. Bekijk het blad goed. kruis op je waarneemvel aan wat klopt. Maak een wrijfafdruk van je blad. 3. Maak een klein kuiltje tussen de wortels: gebruik de lepel. Neem een beetje grond in je hand. Dit is grond waar een Berk graag in groeit. Doe opdracht 3 op het waarneemvel EXTRA: Leg je handen op de stam en doe je ogen dicht. Voel deze boom prettig aan? Vind je dit een aantrekkelijke boom, en waarom?

BOOM IN DE ZOMER: de BEUK NODIG: waarneemvel 1a ONDER: Hoe leer je een BEUK kennen? - lepel - kleurpotlood De stam van de boom. DOE 1. Bekijk de stam goed. Hoe ziet de schors eruit? Hoe voelt beukenschors? Heeft beukenschors een geur? kruis aan op het waarneemvel wat je ziet. 2. Kijk omhoog in de boom. Zie je meer licht, of zie je meer schaduw? Pluk een blad. Bekijk het blad goed. kruis op je waarneemvel aan wat klopt. Maak een wrijfafdruk van je blad. 3. Maak een klein kuiltje tussen de wortels: gebruik de lepel. Neem een beetje grond in je hand. Dit is grond waar een Beuk graag in groeit. Doe opdracht 3 op het waarneemvel EXTRA: Leg je handen op de stam en doe je ogen dicht. Voel deze boom prettig aan? Vind je dit een aantrekkelijke boom, en waarom?

BOOM IN DE ZOMER: de ELS NODIG: waarneemvel 1b ONDER: Hoe leer je de ELS kennen? - lepel - kleurpotlood De stam van de boom. DOE 1. Bekijk de stam goed. Hoe ziet de schors eruit? Hoe voelt Elzenschors? Heeft Elzenschors een geur? kruis aan op het waarneemvel wat je ziet. 2. Kijk omhoog in de boom. Zie je meer licht, of zie je meer schaduw? Pluk een blad. Bekijk het blad goed. kruis op je waarneemvel aan wat klopt. Maak een wrijfafdruk van je blad. 3. Maak een klein kuiltje tussen de wortels: gebruik de lepel. Neem een beetje grond in je hand. Dit is grond waar een Els graag in groeit. Doe opdracht 3 op het waarneemvel EXTRA: Leg je handen op de stam en doe je ogen dicht. Voel deze boom prettig aan? Vind je dit een aantrekkelijke boom, en waarom?

BOOM IN DE ZOMER: de EIK NODIG: waarneemvel 1c ONDER: Hoe leer je de EIK kennen? - lepel - kleurpotlood De stam van de boom. DOE 1. Bekijk de stam goed. Hoe ziet de schors eruit? Hoe voelt Eikenschors? Heeft Eikenschors een geur? kruis aan op het waarneemvel wat je ziet. 2. Kijk omhoog in de boom. Zie je meer licht, of zie je meer schaduw? Pluk een blad. Bekijk het blad goed. kruis op je waarneemvel aan wat klopt. Maak een wrijfafdruk van je blad. 3. Maak een klein kuiltje tussen de wortels: gebruik de lepel. Neem een beetje grond in je hand. Dit is grond waar een Eik graag in groeit. Doe opdracht 3 op het waarneemvel EXTRA: Leg je handen op de stam en doe je ogen dicht. Voel deze boom prettig aan? Vind je dit een aantrekkelijke boom, en waarom?

BOOM IN DE ZOMER: TAMME KASTANJE NODIG: waarneemvel 1b ONDER: Hoe leer je een TAMME KASTANJE kennen? - lepel - kleurpotlood De stam van de boom. DOE 1. Bekijk de stam goed. Hoe ziet de schors eruit? Hoe voelt Kastanjeschors? Heeft Kastanjeschors een geur? kruis aan op het waarneemvel wat je ziet. 2. Kijk omhoog in de boom. Zie je meer licht, of zie je meer schaduw? Pluk een blad. Bekijk het blad goed. kruis op je waarneemvel aan wat klopt. Maak een wrijfafdruk van je blad. 3. Maak een klein kuiltje tussen de wortels: gebruik de lepel. Neem een beetje grond in je hand. Dit is grond waar een Kastanje graag in groeit. Doe opdracht 3 op het waarneemvel EXTRA: Leg je handen op de stam en doe je ogen dicht. Voel deze boom prettig aan? Vind je dit een aantrekkelijke boom, en waarom?

BOOM IN DE ZOMER: de ROBINIA NODIG: waarneemvel 1b ONDER: Hoe leer je de ROBINIA kennen? - lepel - kleurpotlood De stam van de boom. DOE 1. Bekijk de stam goed. Hoe ziet de schors eruit? Hoe voelt Robiniaschors? Heeft Robiniaschors een geur? kruis aan op het waarneemvel wat je ziet. 2. Kijk omhoog in de boom. Zie je meer licht, of zie je meer schaduw? Pluk een blad. Bekijk het blad goed. kruis op je waarneemvel aan wat klopt. Maak een wrijfafdruk van je blad. 3. Maak een klein kuiltje tussen de wortels: gebruik de lepel. Neem een beetje grond in je hand. Dit is grond waar een Robinia graag in groeit. Doe opdracht 3 op het waarneemvel EXTRA: Leg je handen op de stam en doe je ogen dicht. Voel deze boom prettig aan? Vind je dit een aantrekkelijke boom, en waarom?

BOOM IN DE ZOMER: de ESDOORN NODIG: waarneemvel 1a ONDER: Hoe leer je de ESDOORN kennen? - lepel - kleurpotlood De stam van de boom. DOE 1. Bekijk de stam goed. Hoe ziet de schors eruit? Hoe voelt Esdoornschors? Heeft Esdoornschors een geur? kruis aan op het waarneemvel wat je ziet. 2. Kijk omhoog in de boom. Zie je meer licht, of zie je meer schaduw? Pluk een blad. Bekijk het blad goed. kruis op je waarneemvel aan wat klopt. Maak een wrijfafdruk van je blad. 3. Maak een klein kuiltje tussen de wortels: gebruik de lepel. Neem een beetje grond in je hand. Dit is grond waar een Esdoorn graag in groeit. Doe opdracht 3 op het waarneemvel EXTRA: Leg je handen op de stam en doe je ogen dicht. Voel deze boom prettig aan? Vind je dit een aantrekkelijke boom, en waarom?

DIER IN DE ZOMER: het KONIJN NODIG: waarneemvel 2 ONDER: Zijn er veel konijnen in deze tuin? sporen-voorbeelddoos DOE : Jonge konijnen graven veel oefenholletjes. Zoek of je ze kunt vinden. Kijk ook uit naar andere konijnensporen. 1. Schrijf op wat je gevonden hebt Verzamel een paar keutels als bewijs. Verleidelijk voedsel voor konijnen. Op de achterkant vind je voorbeelden. DOE 2. Verzamel van elk soort voedsel 1 blad. maar PAS OP: een VOS vindt konijnen erg verleidelijk: ren terug naar deze boom, als er alarm wordt geslagen (lees EXTRA) Schrijf op wat je gevonden hebt EXTRA: Als er gevaar dreigt, waarschuwen konijnen elkaar: ze stampen met hun achterpoot op de grond, dus Tijd-waarnemer: stampen als de zandloper bijna leeg is! (TIP: mensenoren horen minder dan konijnenoren: als ze niks horen, in je handen klappen)

KONIJNEN VOEDSEL PAARDENBLOEM Let op: - gele bloemen met erg veel bloemblaadjes - pluizebollen Soms zijn die er niet, zoek dan naar blaadjes op de grond: - Ze groeien in polletjes bijelkaar - Ze komen zonder stengel uit de grond (kijk op het plaatje) - Elk blad lijkt op een groffe zaag. VERS GRAS Let op: - lange sprietige blaadjes - als je ze tegen het licht houdt, zie je lijntjes van de ene punt naar de andere lopen - soms zitten er pluimen aan de plant: dat zijn de grasbloemen dan oude grasbladeren Verse grasbladeren zijn lichter groen SMALLE WEEGBREE Let op: - Lange smalle bladeren. - Ze groeien in een polletjes - Ze komen zonder stengel uit de grond Soms bloeit de plant, de bloemen zien er vreemd uit: - een mini sigaartje aan het eind van een kale stengel - een tutu van meeldraden

DIER IN DE ZOMER: de KIKKER NODIG: waarneemvel 2 ONDER: Krijgen de kikkervisjes al pootjes? - Schepnet een plekje langs de vlonder in het moeras. DOE 1. Probeer met het schepnet een paar kikkervisjes te vangen. Doe ze in het water van het aquarium Hoeveel kikkervissen heb je gevangen? 2, Bekijk de kikkervisjes in het bakje. Zien ze er allemaal hetzelfde uit? Schrijf op het waarneemvel wat je gezien hebt. Giet ze terug in het water en doe nieuw water in het bakje 3 Zie je ook volwassen kikkers? zijn ze allemaal even groot? Kun je ze ook zien kwaken? (kijk op de achterzijde van deze kaart) Kruis aan wat je gezien hebt.

DIER IN DE ZOMER: de EGEL NODIG: waarneemvel 2 ONDER Kunnen de EGELS genoeg eten vinden? sporen-voorbeelddoos EGELS leven 's nachts - Een egel die je overdag ziet, is ziek of dood. Dus egels hoef je niet te zoeken Maar soms vind je wel sporen: ga op zoek naar egelpoep! DOE 1. Kijk in de sporen-voorbeelddoos. Kijk goed hoe egelpoep er uit ziet. EGELS lopen graag langs heggen en randen van paden. Dus: neus bij de grond en zoeken maar! Schrijf op wat je gevonden hebt 2. EGELS zijn dol op kleine beestjes: wormen, pissebedden en slakken. (Kijk op de achterkant van dit blad) Zoek tussen oude bladeren en stronken. (je hoeft de beestjes niet te vangen!) Is er genoeg eten voor EGELS te vinden? Schrijf op wat je ontdekt hebt

VERLOKKELIJK EGEL-VOEDSEL MALSE REGENWORMEN Regenwormen leven meestal in de grond. Je vind ze ook wel onder vochtig oud blad of onder oude boomstronken SAPPIGE SLAKKEN Je hebt slakken met een huisje maar ook slakken zonder huisje. Je vindt ze het makkelijkst op vochtige plekjes, kijk eens onder oude boomstronken. KLEINE BEESTJESCRÜSLI kleine beestjes heb je in allerlei soorten: snelle en langzame, zonder pootjes, met ongelooflijk veel pootjes, het maakt een egel allemaal niet uit: voor hem zijn het knapperige hapjes!

DIERTJES IN DE ZOMER: de VLINDER NODIG: waarneemvel 3 ONDER Zijn er vandaag vlinders te vinden? vlinderkaart De bloemen in de KRUIDENTUIN (LET OP: bij slecht weer of harde wind kan je beter een andere opdrachtkaart kiezen) DOE 1 kijk of je vlinders op de bloemen kunt zien. Zijn het allemaal dezelfde vlinders? Kan je met de kaart ontdekken hoe ze heten? Schrijf op wat je gezien hebt. DOE 2 de BLAUWE VLAG zoek daar naar spinsels in de struiken kijk in het spinsel: Wat zie je? Wat denk je dat het zijn? Kijk op de achterkant van deze kaart. Schrijf op wat je ontdekt hebt "

UIT HET LEVEN VAN EEN VLINDER: VLINDERS eten nectar uit bloemen, Ze hebben een lange roltong van soms wel 4 cm Daarmee haal je nectar uit de diepste bloemen! Nadat twee vlinders gepaard hebben, legt het vrouwtje eitjes. Uit de eitjes kruipen RUPSEN: ze lijken helemaal niet op vlinders. Ze eten meestal bladeren. Als ze groot gegeten zijn, maken ze een doosje van zichzelf. In het doosje veranderen ze in een vlinder. Die breekt het doosje open en vliegt weg.

DIERTJES IN DE ZOMER: de LIBEL NODIG: waarneemvel 3 ONDER Is dit moeras aantrekkelijk voor LIBELLEN? een plek op de vlonder waar je ook open water ziet. Kijk op de achterkant van deze kaart. Doe daarna de opdrachtjes op de voorkant. DOE 1 zie je LIBELLEN? Hoeveel? Zien ze er allemaal dezelfde uit? Zie je WATERJUFFERS? Hoeveel? Zien ze er allemaal hetzelfde uit? Zie je ook paartjes vliegen? Hoeveel? Schrijf op wat je ontdekt hebt DOE 2 Kijk in het aquarium. Zie je een waterjufferlarve? Tik ze voorzichtig aan met de grasspriet: Wat gebeurt er? Zie je een libellenlarve? Tik ze voorzichtig aan met de grasspriet: Wat gebeurt er? Schrijf op wat je ontdekt hebt

LIBELLEN & WATERJUFFERS Hoe houd je ze uit elkaar? WATERJUFFER In rust vleugels bijelkaar Ze zijn niet zo groot. LIBEL in rust de vleugels gespreid Ze zijn groot (soms erg groot) Libellen en waterjuffers worden geboren ónder water De eerste drie jaar van hun leven wonen ze onder water. Ze zien er dan wat anders uit: uit: Na drie jaar kruipen ze het water Ze barsten uit hun vel Vrijende libellen vliegen samen: Je noemt dat een rad (oud woord voor wiel) mannetje n vrouwtje

DIERTJES IN DE ZOMER: de VLIEG NODIG: waarneemvel 3 ONDER Wat vind een vlieg aantrekkelijk? de RODE VLAG DOE kijk in de glazen pot. Wat zie je allemaal? (kijk op de achterkant van deze kaart) Ruik aan de pot (deksel eraf): Vind je het lekker ruiken? Schrijf op wat je ontdekt hebt DOE zoek in de buurt naar bloeiende SCHERMBLOEMEN. (kijk op het plaatje) Wacht een zandloper lang of er vliegen op af komen. Kijk wat ze doen. Ruik zelf aan de bloem: Vind je het lekker ruiken? Zou een vlieg dit luchtje lekker vinden? Schrijf op wat je ontdekt hebt

UIT HET LEVEN VAN EEN VLIEG: Vliegen zijn dol op mest, poep en rottende dingen. De volwassen vliegen leggen daar hun eitjes: De larven die eruitkomen heten MADEN. Ze lijken helemaal niet op vliegen. Ze liggen midden in hun eten te schranzen. Als ze uitgegeten zijn, maken ze een doosje van zichzelf! In het doosje veranderen ze in een vlieg Volwassen vliegen eten vooral zoet.

NODIG: waarneemvel 3 DIERTJES IN DE ZOMER: HOMMEL en BIJ Rode stift ONDER Vinden HOMMELS en BIJEN dezelfde bloemen aantrekkelijk? Een plek waar veel soorten bloemen bloeien. DOE 1. Zie je een HOMMEL of een BIJ op een bloem? Kijk op de achterkant van deze kaart. Wat is de kleur van de bloem? Wat is de vorm van je bloem? Zie je HOMMELS of BIJEN of allebei? Vul in met de stift. Probeer zoveel mogelijk bloemen te bekijken. Schrijf op wat je ontdekt hebt DOE plaatje) 2. bekijk zoveel mogelijk BIJEN en HOMMELS. Verzamelen ze ook stuifmeel? (kijk op het Turf hieronder wat je ziet: Zonder stuifmeel Met stuifmeel BIJEN HOMMELS Schrijf op wat je ontdekt hebt, veeg daarna met het lapje deze kaart weer schoon

BLOEM KLEUR BLOEMVORM BIJ OF HOMMEL 1 2 3 4 5 Schrijf op wat je ontdekt hebt, veeg daarna met het lapje deze kaart weer schoon

DIERTJES IN DE ZOMER: Het LIEVEHEERSBEESTJE NODIG: waarneemvel 3 ONDER loep-kijker wat lokt lieveheersbeestjes? de tuinbonenakker. DOE Zwarte bonenluis DOE EXTRA 1. lieveheersbeestjes en hun larven zijn dol op bladluizen: Ze eten ze op!. Zoek tussen de tuinboonbloemen of je bladluizen ziet (kijk op de plaatjes) Kijk dan of je lieveheersbeestjes kunt ontdekken. Of een larve : (kijk achterop deze kaart) Schrijf op wat je ontdekt hebt 2. mieren zijn ook dol op bladluizen: Bladluizen maken suikerstroop waar de mieren van smullen. Ze beschermen de luizen dan ook tegen de lieveheersbeestjes! Zie je veel mieren bij de luizen: Dan vind je waarschijnlijk weinig lieveheersbeestjes Schrijf op wat je ontdekt hebt Als je een lieveheersbeestje ziet, kun je het voorzichtig vangen. Laat het naar het topje van je vinger lopen: Wacht tot het wegvliegt

UIT HET LEVEN VAN EEN LIEVEHEERSBEESTJE: VADER EN MOEDER NA DE PARING LEGT MOEDER EITJES OP EEN BLAD, IN DE BUURT VAN VEEL BLADLUIZEN HET LIEVEHEESRBEESTJE EET LEKKER BLADLUIZEN DAARNA T HET EEN LIEVEHEERSBEESTJE OM MEE TE PAREN. UIT EEN EITJE KOMT EEN LARVE UIT DE POP KOMT EEN LIEVEHEERSBEESTJE DAT ER EERST HEEL BLEEK UITZIET: DE STIPPEN EN DE KLEUR KOMEN PAS NA EEN HALF UURTJE DE LARVE EET BLADLUIZEN TOT ZE DIK EN ROND IS. DAN SPINT ZE ZICH VAST AAN EEN BLAD EN VERANDERT IN EEN POP

VOGELS IN DE ZOMER (Els) NODIG waarneemvel 4 ONDER 1 Zijn er nog vogels aan het broeden? ( je moet erg stil zijn bij deze opdracht! ) Kijk waar het nestkastje hangt. DOE Als het rondje hiernaast ROOD is, >>>> is het nestkastje bewoond. (Ga anders door met onderzoek 2) Blijf 1 zandloper lang stil kijken: vliegt er een vogel in- of uit? Kijk op de achterkant naar de plaatjes. Welke vogel heb je gezien? Schrijf op wat je hebt gezien (bij A). ONDER 2 Is er al voedsel voor jonge vogels te vinden? (wormen bijvoorbeeld) Stethoscoop (= doktersgereedschap) Een vlak stukje grond op het pad DOE Vogels kunnen wormen in de grond horen! ónze oren moet je daarbij helpen: Doe de stethoscoop in je oren Houd de luisterschijf op de grond Beweeg niet en luister heel goed: - Is het warm genoeg, dan hoor je zacht knarsen: Vogels kunnen wormen vangen! Schrijf op wat je ontdekt hebt (bij B).

VOGELS IN DE ZOMER (esdoorn) NODIG waarneemvel 4 ONDER 1 Zijn er nog vogels aan het broeden? ( je moet erg stil zijn bij deze opdracht!) Kijk waar het nestkastje hangt. DOE Als het rondje hiernaast ROOD is, >>>> is het nestkastje bewoond. (Ga anders door met onderzoek 2) Blijf 1 zandloper lang stil kijken: vliegt er een vogel in- of uit? Kijk op de achterkant naar de plaatjes. Welke vogel heb je gezien? Schrijf op wat je hebt gezien (bij A). ONDER 2 Is er genoeg eten te vinden voor jonge vogels? - Kleine beestjespincet - Loep-kijker - Beestjeszoekkaart Zoek een plek waar struiken groeien. Neem de paraplu bij het koffertje mee. DOE Doe de paraplu open. Houd hem omgekeerd onder een struik. Schud aan de takken, maar laat de struik heel! - Zie je beestjes in de paraplu? Vang ze met het kleinebeestjes pincet, Bekijk ze in de loep-kijker. Probeer ze te vinden op de zoekkaart. - Laat ze weer los en breng de paraplu terug. Schrijf op wat je gezien hebt (bij B).

VOGELS IN DE ZOMER (robinia) NODIG waarneemvel 4 ONDER 1 Zijn er nog vogels aan het broeden? ( je moet erg stil zijn bij deze opdracht!) Kijk waar het nestkastje hangt. DOE Als het rondje hiernaast ROOD is, >>>> is het nestkastje bewoond. (Ga anders door met onderzoek 2) Blijf 1 zandloper lang stil kijken: vliegt er een vogel in- of uit? Kijk op de achterkant naar de plaatjes. Welke vogel heb je gezien? Schrijf op wat je hebt gezien. ONDER 2 Zijn er nog vogels nesten aan het bouwen? Kalk-ei Zoek een goede plek om een nest te bouwen. Waarom heb jullie die plek gekozen? Is daar ook een echt nest te ontdekken? Schrijf op op het waarneemvel (bij B). DOE Probeer samen een nest te bouwen: zoek takjes op de grond. Je mag maar met 1 hand werken!!! Is het nest klaar? Probeer dan of het ei erin blijft liggen. Schrijf op hoe het gegaan is (bij B).

VOGELS IN DE ZOMER (Berk & Beuk) NODIG waarneemvel 4 ONDER 1 Zijn er nog vogels aan het broeden? ( je moet erg stil zijn bij deze opdracht!) Kijk waar het nestkastje hangt. DOE Als het rondje hiernaast ROOD is, >>>> is het nestkastje bewoond. (Ga anders door met onderzoek 2) Blijf 1 zandloper lang stil kijken: vliegt er een vogel in- of uit? Kijk op de achterkant naar de plaatjes. Welke vogel heb je gezien? Schrijf op wat je hebt gezien (bij A). ONDER 2 Hoeveel vogels zijn er te horen? Luistertoeter Zoek een plekje waar je kunt zitten. DOE Luister naar de vogels om je heen. Gebruik je luistertoeter. En doe je ogen dicht. Zingen alle vogels hetzelfde? Hoeveel verschillende liedjes hoor je? Kun je sommige vogels ook zien zingen?: Kijk dan op de achterkant naar de plaatjes. Schrijf op wat je hebt gehoord (bij B).

VOGELS IN DE ZOMER (eik) NODIG waarneemvel 4 ONDER 1 Zijn er nog vogels aan het broeden? ( je moet erg stil zijn bij deze opdracht!) Kijk waar het nestkastje hangt. DOE Als het rondje hiernaast ROOD is, >>>> is het nestkastje bewoond. (Ga anders door met onderzoek 2) Blijf 1 zandloper lang stil kijken: vliegt er een vogel in- of uit? Kijk op de achterkant naar de plaatjes. Welke vogel heb je gezien? Schrijf op wat je hebt gezien (bij A). ONDER 2 Gebruiken alle vogels hetzelfde nestmateriaal? nest-kaartjes De Ekster en de Roodborst. DOE Sorteer het nestmateriaal in de twee 'nesten". Wat zou een Ekster gebruiken? Wat zou een Roodborstje gebruiken? Kijk op de achterkant van de platen: Heb je een goede keus gemaakt?. Doe de materialen weer terug in het kistje. Schrijf op wat je ontdekt hebt (bij A).

VOGELS IN DE ZOMER (kastanje) NODIG waarneemvel 4 ONDER 1 Zijn er nog vogels aan het broeden? ( je moet erg stil zijn bij deze opdracht!) Ga naar de hoek van de vlonder in het moeras. Kijk waar de eendenkorf staat. DOE Als het rondje hiernaast ROOD is, >>>> is het eendennest bewoond. (Ga anders door met onderzoek 2) Blijf 1 zandloper lang stil kijken: gaat er een vogel in- of uit? Kijk op de achterkant naar de plaatjes. Welke vogel heb je gezien? Schrijf op wat je hebt gezien (bij A). ONDER 2 Is er voor watervogels eten te vinden? Onderwaterkijker De hoek van de vlonder in het moeras DOE Ga op je buik liggen. Kijk door de onderwaterkijker (om de beurt, anders krijg je een bult op je hoofd!!! ) Zie je beestjes? Zie je sappige waterplanten? Schrijf op wat je ontdekt hebt (bij A).

KLEUREN IN DE ZOMER NODIG waarneemvel 8A ONDER Welke kleur hoort echt bij de zomer? Kleurpotloden VRAAG zomerkleur? Aan welke kleur denken jullie zelf als Gebeurt er iets met je als je die kleur ziet? Schrijf op het waarneemvel (bij A) zoek een plekje waar veel kleuren te zien zijn. je hebt 1 zandloper de tijd DOE Kijk op die plek om je heen. Maak de zomer-kleuren top-10: De kleur die je het meeste ziet, geef je 10 punten. De kleur die je het minste ziet, geef je 1 punt. Wat voor punt geef je de andere kleuren? Vul in en kleur op je waarneemvel (bij B). Welke kleur vind je zelf aantrekkelijk?

LUCHTJES IN DE ZOMER NODIG waarneemvel 7 ONDER Wat vind jij een echte zomergeur? Sponsbakje Een plek met grond, planten, bloemen en struiken. DOE Steek je neus in zoveel mogelijk natuur: blaadjes, grassprieten, grond, bomen, bloemen enz. wrijf er zachtjes over, of krab eraan, dat maakt verborgen geurtjes vrij. gevonden. TIP: maak je neusgaten vochtig, dan ruik je beter! - gebruik het sponsje. (honden hebben ook altijd een natte neus) Laat elkaar het lekkerste ruiken dat je hebt. Schrijf op wat jij het lekkerste vind ruiken Neem van de lekkerste geur een voorbeeld mee. (als dat kan natuurlijk)

BLOEMEN IN DE ZOMER (berk, esdoorn) NODIG: waarneemvel 5 ONDER Wie laat zich lokken door de KLAPROOS? Insecten-zoekkaart Een bloeiende KLAPROOS op de akkers van de natuurtuin. Kijk op de achterkant va deze kaart voor bijzonderheden. DOE Bekijk de bloem van de KLAPROOS. Hoe probeert deze bloem te verleiden? - met kleur? - met geur? - met veel stuifmeel? - met een zoet hapje? - Kijk op de achterzijde van deze kaart voor tips. Welke insecten komen er op af? (gebruik de zoekkaart) Vul in op je waarneemvel. DOE probeer een bloem te vinden die door een HOMMEL wordt bezocht. Kijk en luister wat het diertje doet. Valt je iets op aan het zoemen? Zo trilt ze extra stuifmeel los!! Vul in op je waarneemvel.. KLAPROOS

KLAPROOS STEMPEL MEELDRADEN MET VEEL STUIFMEEL! VOEL MET JE VINGER: PAARS POEDER! GEEN ZOETIGHEID! RODE KLEUR: ZICHTBAAR VOOR HOMMELS NAUWELIJKS GEUR: RUIK ZELF, MAAR PAS OP ALS JE HOOIKOORTS HEBT Als de bloem is uitgebloeid, gaan de zaden groeien: Ze groeien in een doosje kun je al zaaddoosjes ontdekken?

BLOEMEN IN DE ZOMER NODIG: waarneemvel 5 ONDER Wie laat zich lokken door de BERENKLAUW? Insecten-zoekkaart Zoek de BERENKLAUW in het weiland bij de boomgaard. Kijk op de achterzijde van deze kaart voor bijzonderheden DOE Bekijk de bloemen van de BERENKLAUW. Hoe probeert deze bloem te verleiden? - met kleur? - met geur? - met veel stuifmeel? - met een zoet hapje? Wie zal daarop afkomen? (gebruik de zoekkaart.) en vindt een antwoord. Vul in op je waarneemvel. DOE probeer een bloemscherm te vinden waar insecten op zitten. Zijn er vliegen bij? Laten veel vliegen zich voor de gek houden? Vind je het een slimme truuk van deze plant? Vul in op je waarneemvel. BERENKLAUW

GEWONE BERENKLAUW Lijkt een grote bloem, maar het zijn allemaal kleine bloemetjes bij elkaar: Dit noem je een schermbloem. Goede landingsmogelijkheden voor insecten Witgroene kleur, straalt veel UV licht dat insecten wél kunnen zien (wij niet!). Heeft een aantrekkelijk luchtje voor vliegen en kevers: RUIK ZELF MAAR Verse bloemen hebben veel wit stuifmeel, ga er voorzichtig met je vinger over: blijft er wat plakken? Als de bloemen zijn uitgebloeid gaan de zaden groeien: Kun je al zaden ontdekken?

BLOEMEN IN DE ZOMER NODIG: waarneemvel 5 ONDER Wie laat zich lokken door MOSTERDPLANT? Insecten-zoekkaart op een van de akkers in de tuin groeit de MOSTERDPLANT, probeer hem te ontdekken. Kijk op de achterzijde van deze kaart voor bijzonderheden DOE Bekijk de bloemen van de MOSTERDPLANT. Hoe probeert deze bloem te verleiden? - met kleur? - met geur? - met veel stuifmeel? - met een zoet hapje? Wie zal daarop afkomen? (gebruik de zoekkaart.) en vindt een antwoord. Vul in op je waarneemvel. DOE: Pluk een bloempje. Proef aan de onderkant: Is het zoet? Vul in op je waarneemvel. GELE MOSTERD

Lekkere zoete geur om insecten te lokken, RUIK ZELF (snuif géén bij op) GELE MOSTERD Trek een bloemetje uit. Proef met je tong aan de onderkant: bij een vers bloemetje kun je iets zoets proeven. Stralend geel, Erg aantrekkelijk voor bijen en hommels De nectar van de mosterd is ook een beetje pittig: Bijen worden er een beetje prikkelig van: plaag ze niet De plantenfamilie waar de Mosterd plant bij hoort, heeft bloemen met een herkenbare vorm: - 4 bloemblaadjes, 2 aan 2 tegenover elkaar, - 4 meeldraden, 2 aan 2 tegenover elkaar - 1 stempel in het midden na de bloei gaan de zaden groeien: ze groeien in dunne ronde doosjes. Kan je al zaden ontdekken?

BLOEMEN IN DE ZOMER NODIG: waarneemvel 5 ONDER Wie laat zich lokken door de PHACELIA? Insecten-zoekkaart op een van de akkers in de tuin groeit de PHACELIA, probeer de plant te ontdekken. DOE Bekijk de bloemen van de PHACELIA. Hoe probeert deze bloem te verleiden? - met kleur? - met geur? - met veel stuifmeel? - met een zoet hapje? Kijk op de achterzijde van deze kaart voor tips. Welke insecten komen er op af? (gebruik de zoekkaart) Vul in op je waarneemvel. DOE: Pluk een bloempje. Proef aan de onderkant: Is het zoet? Vul in op je waarneemvel. PHACELIA

PHACELIA Lekkere zoete geur om insecten te lokken, RUIK ZELF (snuif géén bij op) Lange stuifmeeldraden met paars stuifmeel: Prober met je vinger Stralend blauw met veel ultraviolet, wij kunnen dat niet zien maar het is erg aantrekkelijk voor bijen en hommels Trek één bloemetje uit. Proef met je tong aan de onderkant: bij een vers bloemetje kun je iets zoets proeven. na de bloei gaan de zaden groeien: elk zaadje in een bruin droog bekertje. Kan je al zaden ontdekken?

BLOEMEN IN DE ZOMER NODIG: waarneemvel 5 ONDER Wie laat zich lokken door het VINGERHOEDSKRUID Insecten-zoekkaart het vingerhoedskruid in de kruidentuin. DOE Bekijk de bloemen van het VINGERHOEDSKRUID. Hoe probeert deze bloem te verleiden? - met kleur? - met geur? - met veel stuifmeel? - met een zoet hapje? Kijk op de achterzijde van deze kaart voor tips. Welke insecten komen er op af? (gebruik de zoekkaart) Vul in op je waarneemvel. DOE: kijk of je de honingmerken kunt ontdekken. Zie je een hommel bij een plant? Bezoekt ze de bloemen op volgorde, of kriskras? Vul in op je waarneemvel. VINGERHOEDSKRUID

VINGERHOEDSKRUID Helemaal diep in de bloem zitten vier stuifmeeldraden: Een hommel komt daar met zijn harige rug tegenaan, als hij nectar zoekt. Steek je pink voorzichtig in een bloem: zit er stuifmeel aan? (kijk eerst of er geen hommel in de bloem zit!) Deze vlekjes noem je: HONINGMERK. Ze wijzen een hommel waar ze nectar moet zoeken Helemaal onderin zit nectar. NIET VAN PROEVEN!!!: Deze plant is GIFTIG Na de bloei gaan er zaden groeien: ze groeien in kleine bolle doosjes. Kan je al zaden ontdekken?

BLOEMEN IN DE ZOMER NODIG: waarneemvel 5 ONDER Wie laat zich lokken door de BREM? Insecten-zoekkaart een bloeiende bremstruik op de heide DOE Bekijk de bloemen van de BREM. Hoe probeert deze bloem te verleiden? - met kleur? - met geur? - met veel stuifmeel? - met een zoet hapje? Kijk op de achterzijde van deze kaart voor tips. Welke insecten komen er op af? (gebruik de zoekkaart) Vul in op je waarneemvel. DOE zoek een bloem die er uit ziet als op het plaatje. Duw zachtjes tegen het ballonstukje: wat gebeurt er? Vul in op je waarneemvel. BREM

Brembloemen hebben een ingebouwde verrassing: Als een hommel op het ballonnetje landt, ploft het open ( plaatje hiernaast) BREM De Meeldraden lijken wel een duveltje uit een doosje : Ze poederen een hommel helemaal onder! Zoek een open bloem: Zit er nog stuifmeel aan? (voel met je vinger) Heldere gele kleur, erg aantrekkelijk voor hommels en bijen Zware geur, die vooral hommels lokt. Vind je het lekker ruiken? Na de bloei gaan er zaden groeien: ze groeien in platte peultjes. Als je jong zijn kan je er doorheenkijken: Je ziet de zaadjes al zitten! Kan je al zaden ontdekken?

BLOEMEN IN DE ZOMER NODIG: waarneemvel 5 ONDER Wie laat zich lokken door het SPRINGZAAD? het springzaad in de buurt van deze boom: Kijk op het plaatje achterop deze kaart. DOE Bekijk de bloemen van het SPRINGZAAD. Hoe probeert deze bloem te verleiden? - met kleur? - met geur? - met veel stuifmeel? - met een zoet hapje? Kijk op de achterzijde van deze kaart voor tips. Welke insecten komen er op af? (gebruik de zoekkaart) Vul in op je waarneemvel. DOE zoek een plant die al zaadpeultjes heeft. Knijp in het puntje van een dik peultje: wat gebeurt er? Vul in op je waarneemvel. SPRINGZAAD

SPRINGZAAD Geel is een aantrekkelijke kleur voor hommels èn bijen, maar de nectar van deze bloemen zit diep weggestopt in een SPOOR. Hommels met hun lange tong zijn hier in het voordeel Na de bloei, groeien er vruchtjes aan de plant die een beetje de vorm van een knots hebben. Als ze rijp zijn, springen ze open zogauw je ze aanraakt: de zaden er in worden weggeschoten!

BLOEMEN IN DE ZOMER NODIG: waarneemvel 5 ONDER Wie laat zich lokken door de KOEKOEKSBLOEM? koekoeksbloemen in de buurt van deze boom: Kijk op het plaatje achterop deze kaart. DOE Bekijk de bloemen van KOEKOEKSBLOEM. Hoe probeert deze bloem te verleiden? - met kleur? - met geur? - met veel stuifmeel? - met een zoet hapje? Kijk op de achterzijde van deze kaart voor tips. Welke insecten komen er op af? (gebruik de zoekkaart) Vul in op je waarneemvel. DOE zoek een plant die al zaadbekertjes heeft. Zijn er al open bekertjes? Schud met de stengel wat gebeurt er? Vul in op je waarneemvel. KOEKOEKSBLOEM

KOEKOEKSBLOEM Hele diepe bloem: Hommels, maar vooral nachtvlinders hebben een tong die lang genoeg is. De bloem geurt daarom alleen s nachts. Na de bloei groeit er een doosje met zaden Maak een bloemetje open. Gebruik het vergrootglas: Sommige planten hebben bloemen met alleen meeldraden Sommigen planten hebben bloemen met alleen stempels. En sommige planten hebben ze allebei. Hoe zit het met jouw plant?

BLOEMEN IN DE ZOMER NODIG: waarneemvel 5 ONDER Wie laat zich lokken door het ZEEPKRUID? het zeepkruid in de buurt van deze boom: Kijk op het plaatje achterop deze kaart. DOE Bekijk de bloemen van het ZEEPKRUID Hoe probeert deze bloem te verleiden? - met kleur? - met geur? - met veel stuifmeel? - met een zoet hapje? Kijk op de achterzijde van deze kaart voor tips. Welke insecten komen er op af? (gebruik de zoekkaart) Vul in op je waarneemvel. DOE zoek een plant die al zaadbekertjes heeft. Zijn er al open bekertjes? Schud met de stengel wat gebeurt er? ZEEPKRUID Vul in op je waarneemvel.

BLOEMEN IN DE ZOMER NODIG: waarneemvel 6 ONDER Kleurpotloden Welke vormen bloem zijn er te vinden? Zoek in de buurt van deze boom naar bloemen (soms zijn bloemen héééél klein! ) DOE Onderzoek je bloem: - wat is de vorm (kijk achterop deze kaart) - wat is de kleur? - ruikt ze lekker? - zie je meer van deze bloemen? - welke insecten lokt je bloem? (kijk achterop deze kaart). schrijf alles op je waarneemvel.

WINDBLOEMEN IN DE ZOMER GRASBLOEMEN NODIG: waarneemvel 6 ONDER lineaal & loupe wat zijn dat voor vreemde pluimen in het gras? Zoek in de buurt van deze boom naar graspluimen DOE Onderzoek een pluim: - wat is de vorm (kijk achterop deze kaart) - wat is de kleur? - ruikt ze lekker? (pas op als je hooikoorts hebt) -meet hoe lang de aar is -meet hoe lang de stengel is -bekijk de aar met de loupe: Zie je stuifmeeldraden bungelen? (ze zien er uit als kleine banaantjes) De wind kan er zo goed bij om het stuifmeel van aar naar aar te blazen!. schrijf alles op je waarneemvel. DOE zoek naar verschillende soorten graspluimen: Verzamel er 1 van elke soort Hoeveel verschillende pluimen heb je ontdekt?. schrijf op op je waarneemvel.

KRUIPERTJE RAAIGRAS KROPAAR BEEMDGRAS DRAVIK

HET WEER IN DE ZOMER NODIG: waarneemvel 9 ONDER Spiegel, thermometer Wat kun je ontdekken van het weer? Een plek waar je de lucht goed kunt zien. DOE 1. Kijk op de thermometer. Wat geeft die als temperatuur aan? Vind je dat warm, koud of ertussenin?. Schrijf op bij 1 op je waarneemvel 2. Maak je wijsvinger nat (in je mond) steek 'm in de lucht. De kant die koud wordt is de kant waar de wind vandaan komt! Vind je het hard of zacht waaien?. Schrijf op bij 2 op je waarneemvel 3. Leg de spiegel op de grond. kijk via de spiegel naar de lucht: hoe ziet de lucht eruit? - Zie je meer blauw of zie je meer wolken? - Wat is de kleur van de wolken? - Staan de wolken stil of bewegen ze? - Denk je dat het vandaag zal gaan regenen?. Schrijf op bij 3 op je waarneemvel EXTRA Kan je de zon zien? Doe je ogen dicht, probeer met de palm van je hand te voelen waar de zon staat. Schrijf jullie weerbericht op 't waarneemvel