107720 - Klacht over valselijk beschuldigen van ouder. Niet gebleken dat de beschuldiging onjuist was. inzake de klacht van: ADVIES [klager] te [woonplaats], vader van [de leerling], klager, tegen - [verweerder1], teamleider onderbouw havo en vwo van het [school]; - [verweerder2], directeur havo/vwo van het [school]; - [verweerder3], voorzitter College van Bestuur Stichting [school], verweerders 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van 12 mei 217, aangevuld op 19 en 24 mei, 14, 15 en 28 juni, 15, 19, 20 en 21 september, 4, 5 en 18 oktober en 16 november 2017, heeft klager een klacht tegen verweerders ingediend met de volgende inhoud: [klager] klaagt dat [verweerder1] hem onterecht heeft beschuldigd van het dichtgooien van een deur voor zijn gezicht. Tevens klaagt [klager] over de wijze waarop zijn klacht tegen [verweerder1] over deze beschuldiging is afgehandeld. Het secretariaat van de Commissie heeft telefonisch met partijen overlegd over de gewenste wijze van klachtafhandeling: mediation of formele klachtbehandeling. Naar aanleiding van de uitkomst van deze gesprekken is de klacht ter beoordeling voorgelegd aan de Commissie. Klager heeft diverse malen schriftelijk aan de Commissie laten weten niet akkoord te gaan met de wijze waarop de Commissie zijn klachten behandelt. De Voorzitter van de LKC heeft klager in brieven van 5 en 11 oktober 2017 meegedeeld dat de Commissie zijn klacht conform het beleid en het reglement van de LKC behandelt. Verweerders hebben op 29 september 2017 een gezamenlijk verweerschrift ingediend. Alle stukken zijn in afschrift aan partijen gestuurd. De mondelinge behandeling van de klacht vond plaats op 13 december 2017 te Utrecht. Het secretariaat heeft op 12 en 13 december 2017 telefonisch contact gezocht met klager om zijn aanwezigheid bij de mondelinge behandeling te bevestigen. Klager heeft hier niet op gereageerd. Klager is zonder kennisgeving niet ter zitting verschenen. Verweerders waren ter zitting aanwezig. Onder handhaving van hun standpunten hebben verweerders een nadere toelichting gegeven. 107720/ advies d.d. 30 januari 2018 pagina 1 van 5
Hetgeen in de stukken en op de zitting naar voren is gebracht is, voor zover relevant, zakelijk in dit advies weergegeven. 2. DE FEITEN Aan het eind van schooljaar 2015 2016 is er discussie geweest tussen klager en de school over het zitten blijven van [de leerling], de juistheid van toetscijfers in Magister en over haar eventuele deelname aan de zomerschool. Het hieruit volgende ongenoegen van klager had met name betrekking op de teamleider [verweerder1] en tegen de toenmalig mentor van [de leerling]. Naar aanleiding van e-mails van klager aan docenten over het gebrek aan vertrouwen in de teamleider en de mentor, heeft de directeur havo/vwo [verweerder2] op 23 november 2016 besloten dat er een leidinggevende (de teamleider) aanwezig zou zijn bij de oudergesprekken van klager met de mentor en de docenten die eind november zouden plaatsvinden. Een e-mail met dezelfde inhoud heeft de directeur op 14 februari 2017 aan klager gestuurd met het oog op de te voeren oudergesprekken die dag. Klager heeft dezelfde dag in een e-mail aan enkele docenten zijn ongenoegen geuit over de teamleider. Op 15 februari 2017 heeft de directeur havo/vwo klager per e-mail bericht dat hij klager de toegang tot de school ontzegt. Reden hiervoor was de inhoud van de e-mail van klager van een dag eerder en het gedrag ten opzichte van de teamleider tijdens de oudergesprekken. Zo heeft klager volgens de directeur gezegd dat de teamleider niet te vertrouwen is. Ook zou klager de deur voor de neus van de teamleider hebben dichtgeslagen. Klager heeft bij de directeur en de bestuurder geprotesteerd tegen de in zijn ogen onterechte beschuldiging van het dichtslaan van de deur. 3. VISIE PARTIJEN Visie klager Klager heeft een brief van de directeur ontvangen waarin hij ervan wordt beschuldigd dat hij tijdens de oudergesprekken de deur in het gezicht van de teamleider had dicht geslagen. Dat is echter niet waar. Het is namelijk niet gebeurd. De teamleider heeft dus willens en wetens een leugen gemeld bij de directeur. Klager heeft aangifte gedaan bij de politie wegens smaad en laster door de teamleider. Klager heeft bij de directeur en het bestuur verzocht om de beschuldiging over het dicht slaan van de deur in te trekken en excuses aan te bieden, maar dat is niet gebeurd. Zij wilden het onderzoek van de politie afwachten. De schoolleiding heeft de teamleider een podium geboden voor zijn beschuldiging. Klager vermoedt dat de beschuldiging te maken heeft met het feit dat hij heeft aangegeven dat de teamleider bij hem zijn platform is verloren. De school heeft de beschuldiging bij brief van 18 april 2017 genuanceerd. Zij achten het aannemelijk dat klager zich niet bewust is geweest van het dichtslaan van de deur. Klager vindt dit niet genoeg. Hij voelt zich in zijn eer en integriteit aangetast. De valselijke beschuldiging had moeten worden ingetrokken en de school had excuses moeten maken voor het uiten van 107720/ advies d.d. 30 januari 2018 pagina 2 van 5
de beschuldiging. Het bestuur heeft niet de-escalerend gehandeld, terwijl klager altijd heeft opengestaan voor een gesprek. Visie verweerders Klager heeft zich in het begin van het schooljaar tegen docenten ongepast uitgelaten over collega-docenten. De inhoud van de vele e-mails van klager zijn een hoge belasting voor de docenten. De e-mails worden door hen als bedreigend ervaren. De directeur heeft daarom besloten om een leidinggevende aanwezig te laten zijn bij de oudergesprekken in november 2016 en februari 2017 met klager. Dat was de teamleider. De directeur had zelf ook al geen goede relatie met klager, dus zijn aanwezigheid zou de sfeer niet anders maken. Klager had in februari 2017 drie oudergesprekken. Bij het eerste gesprek heeft hij de teamleider geen hand gegeven, heeft hij hem de rug toegekeerd en tegen de aanwezige docent gezegd dat de teamleider geen platform voor hem heeft. Na afloop van het gesprek zijn klager en de teamleider samen naar het lokaal van het tweede gesprek gelopen. Tijdens dat gesprek heeft klager gezegd dat de teamleider niet te vertrouwen is. Bij vertrek naar het derde gesprek, liep klager voorop. Hij heeft de deur van het lokaal met kracht dichtgedaan terwijl de teamleider achter hem liep. Mogelijk heeft klager zich dat laatste niet gerealiseerd. Gezien de totale houding van klager tijdens de gesprekken, heeft de directeur klager de toegang tot de school ontzegd tot er een gesprek met hem was geweest. Dat gesprek is er geweest, bij klager thuis. Daarna mocht klager weer op school komen. Hij heeft ook weer oudergesprekken gehad. De mentoren hebben aangegeven dat zij dat wel weer alleen af konden. Ook de bestuurder heeft klager aangeboden met hem in gesprek te gaan. Klager stond daar echter niet voor open. Verweerders menen dat zij wel degelijk de-escalerend hebben opgetreden. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE Om tot een afgewogen oordeel te kunnen komen, is van belang dat de Commissie volledig kennis kan nemen van de standpunten van partijen. De zitting kan een bijdrage leveren aan het nader tot elkaar brengen van partijen, aan het kweken van onderling begrip en aan het ophelderen van punten die nog onduidelijk zijn. Ook gezien de zwaarte die klager aan het geheel geeft (smaad en laster) had van klager verwacht mogen worden dat hij aanwezig zou zijn om het gesprek aan te gaan. Het is dan ook spijtig dat klager niet ter zitting is verschenen. Klager heeft vanaf de zomervakantie van 2016 veel gecommuniceerd met de school. In e-mails heeft hij zich herhaaldelijk negatief uitgelaten over medewerkers van de school. Medewerkers hebben deze e-mails als intimiderend of bedreigend kunnen ervaren. De Commissie zal hierover een aanbeveling doen. De Commissie heeft waardering voor een ouder die opkomt voor de belangen van zijn dochter. De Commissie begrijpt ook dat een school(leiding) verantwoordelijk is voor de veiligheid van 107720/ advies d.d. 30 januari 2018 pagina 3 van 5
haar medewerkers. Het is daarom ook te billijken dat de schoolleiding gezien de situatie heeft besloten dat er iemand van hen aanwezig zou zijn bij de oudergesprekken van klager. Verweerders hebben beschreven hoe klager zich heeft opgesteld tijdens de oudergesprekken in februari 2017. Klager heeft de teamleider genegeerd en zich tegelijkertijd kritisch over hem uitgelaten. Bij het verlaten van het lokaal na het tweede gesprek heeft hij de deur achter zich dicht gedaan, terwijl hij wist of kon weten dat de teamleider net als na het eerste gesprek met hem naar het derde gesprek zou gaan. Volgens de teamleider en de aanwezige docent is de deur met enige kracht dichtgevallen. Gezien de beschrijving van verweerders van de opstelling van klager tijdens de gesprekken, kan de Commissie zich voorstellen dat verweerders het dicht doen van de deur hebben opgevat als een welbewuste actie van klager. Daarmee is niet gebleken dat de teamleider een valse beschuldiging heeft geuit. Dit klachtonderdeel is ongegrond. De directeur en de bestuurder waren naar aanleiding van de klacht over de beschuldiging van het dichtslaan van de deur, bereid het gesprek met hem aan te gaan. De directeur heeft ook thuis bij klager met hem gesproken. Een gesprek met de bestuurder heeft klager afgewezen. Gezien het oordeel van de Commissie dat niet is gebleken van een valse beschuldiging, was er ook geen reden voor de school om excuses aan te bieden aan klager. De Commissie is daarmee van oordeel dat de directeur en de bestuurder zorgvuldig hebben gehandeld in hun afhandeling van de klacht. Dit klachtonderdeel is ongegrond. 5. OORDEEL VAN DE COMMISSIE De Commissie komt op grond van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat de klacht ongegrond is. 6. AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE Er vindt veel e-mailverkeer plaats van klager met diverse medewerkers van de school, waaronder docenten van [de leerling]. Door de toon van de communicatie kan dit bedreigend en intimiderend op de docenten overkomen. Er is sprake van wederzijds wantrouwen en van een hoge belasting van docenten. Daar is niemand bij gebaat, zeker de leerlingen niet. De Commissie adviseert het bestuur van het [school] ter normalisering van de verhoudingen tussen klager en de school over te gaan tot een regulering van de contacten met klager. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een centraal e-mailadres waar klager zijn e-mails aan kan sturen of het aanwijzen van een contactpersoon waar klager met zijn vragen en opmerkingen terecht kan. 107720/ advies d.d. 30 januari 2018 pagina 4 van 5
Aldus gedaan te Utrecht op 30 januari 2018 door mr. W.C. Oosterbroek, voorzitter, drs. W.D. Hajonides van der Meulen en drs. L.F.P. Niessen, leden, in aanwezigheid van drs. J. van Velzen, secretaris. mr. W.C. Oosterbroek voorzitter drs. J. van Velzen secretaris 107720/ advies d.d. 30 januari 2018 pagina 5 van 5