Klacht over onveilige schoolomgeving. School heeft onvoldoende gedaan om herhaling van geweld jegens leerling te voorkomen.

Transcriptie

1 Klacht over onveilige schoolomgeving. School heeft onvoldoende gedaan om herhaling van geweld jegens leerling te voorkomen. Landelijke ADVIES inzake de klacht van: mevrouw A, wonende te [woonplaats], moeder van C, klaagster tegen mevrouw D, directeur van E te [vestigingsplaats], verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Op 10 juli 2017 heeft klaagster op grond van de geldende klachtenregeling een klacht tegen verweerster ingediend. Nadat het bevoegd gezag, Stichting F, in de gelegenheid is gesteld de klacht eerst zelf op te lossen, heeft klaagster laten weten dat de interne klachtprocedure niet heeft geleid tot een oplossing. Vanuit het secretariaat van de Commissie is telefonisch met klaagster gesproken over de gewenste wijze van klachtafhandeling. Gezien de uitkomst van de gesprekken is de klacht op 20 oktober 2017 ter beoordeling voorgelegd aan de Commissie. De Commissie heeft de klacht in behandeling genomen en deze als volgt samengevat: Mevrouw A klaagt erover dat de school geen veilige schoolomgeving biedt aan haar dochter. Volgens klaagster treedt de directie met name onvoldoende op tegen het fysiek geweld in de klas. Dit alles zoals nader geïllustreerd in het klaagschrift. Verweerster heeft op 9 november 2017 een verweerschrift ingediend. Alle stukken zijn in afschrift aan partijen gestuurd. De mondelinge behandeling van de klacht vond plaats op 29 november 2017 te Utrecht. Klaagster is in persoon ter zitting verschenen. Verweerder is eveneens in persoon ter zitting verschenen, in gezelschap van mevrouw G, bestuurssecretaris van Stichting F. Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven. Hetgeen in de stukken en op de zitting naar voren is gebracht is, voor zover relevant, zakelijk in dit advies weergegeven /advies d.d. 20 december 2017 pagina 1 van 5

2 2. DE FEITEN Landelijke C, 11 jaar oud, zit in het schooljaar in groep 7 van E. In de groep zit een aantal leerlingen dat bekend is met kenmerken van autisme/gedragsproblemen. Zij hebben een specifieke aanpak nodig. Sinds 2015 worden de leerkrachten en leerlingen begeleid door een orthopedagoog van X. Zij helpt hen omgaan met de problematiek. Tegen C werd gedurende het schooljaar met enige regelmaat fysiek geweld gepleegd door een medeleerling. Klaagster maakte daarvan telkens melding en vroeg er aandacht voor. Medio november 2016 viel de vaste leerkracht van de groep uit. Voor vier dagen per week kwam er een vervanger, naast een vaste leerkracht die terugkwam van zwangerschapsverlof. Naar aanleiding van problemen en onrust in de groep, voerde de intern begeleider observaties uit. In december 2016 heeft het bestuur een GZ-psycholoog/orthopedagoog aangewezen, die de groep heeft geobserveerd. Ook werd een KiVa trainer ingezet. Op 13 december 2016 was er een ouderavond voor de ouders/verzorgers van leerlingen uit de groep. Er werden afspraken gemaakt over het te volgen traject bij verstoringen in de groep. Ook werd het protocol rondom schorsing besproken met de ouders/verzorgers. In februari 2017 volgden de leerlingen van groep 7 een weerbaarheidstraining. Op 21 februari 2017 vond een tweede ouderavond plaats. Tijdens deze avond is de voorgaande periode geëvalueerd. De vervangende leerkracht is per 1 april 2017 opgevolgd door een nieuwe leerkracht. Op 3 juli 2017 vond een laatste ouderavond plaats. Er zijn toen afspraken gemaakt gericht op het schooljaar Op 7 juli 2017 viel de medeleerling C in de klas aan. Er volgde een gesprek tussen verweerster, klaagster en de vader van de leerling. De leerling kreeg een waarschuwing. Sinds de aanvang van het schooljaar staat er een fulltime leerkracht voor de groep. Op 6 september 2017 hebben klaagster, verweerster en de voorzitter van de Raad van Bestuur met elkaar gesproken over de klacht van klaagster. 3. VISIE PARTIJEN Visie klaagster Klaagster voert aan dat het gedrag van enkele leerlingen in de groep waarin haar dochter zit, steeds extremer wordt. Met name het fysieke geweld neemt ernstige vormen aan. C kwam in groep 7 geregeld met blauwe plekken thuis. Ze was dan geduwd, geschopt of in het gezicht geslagen door de medeleerling. Op 7 juli 2017 begon de leerling in de klas, tijdens het werken, tegen C te schreeuwen. Vervolgens duwde hij haar, waardoor zij achterover op de grond viel. De directie doet te weinig om de veiligheid te waarborgen. Degenen die geweld gebruiken, worden te weinig aangepakt en leerkrachten worden niet ondersteund om het ongewenste gedrag goed aan te pakken. Klaagster wijst erop dat C geen enkele ondersteuning vanuit de school of vanuit het bestuur heeft gekregen, naar aanleiding van wat haar is overkomen. De leerkracht heeft geen gesprekken met C gevoerd. Op mails van klaagster aan de leerkracht is geen reactie gekomen /advies d.d. 20 december 2017 pagina 2 van 5

3 Visie verweerster Verweerster is gedurende het schooljaar nauw betrokken geweest bij de groep van C. Het was een turbulent jaar en de uitval van de vaste leerkracht heeft het er niet beter op gemaakt. Verweerster is meermalen in de groep aanwezig geweest en heeft steeds contact gehad met de intern begeleider, die ook hoofd van het KiVa team is. Verweerster heeft het schoolbestuur gevraagd om externe hulp, waarna de GZ-psycholoog/orthopedagoog heeft geobserveerd. Verder heeft verweerster aan de leerlingen duidelijk gemaakt dat bij grensoverschrijdend handelen een waarschuwing volgt. Bij herhaling van dergelijk gedrag volgt schorsing. De leerling die C heeft aangevallen had nog niet eerder een waarschuwing gehad. Zijn ouders zijn ervan op de hoogte dat bij herhaling schorsing van hun zoon volgt. Het beleid van de school is dat na een waarschuwing schorsing volgt en daarna verwijdering. Er zijn op dit moment geen vaste criteria op grond waarvan geschorst wordt. Twee keer per jaar wordt (onder meer) het welbevinden van de klas gemeten aan de hand van de KiVa-vragenlijst. Op individueel niveau worden geen metingen verricht. Verweerster heeft de leerkracht(en) van C aangestuurd om gesprekken met haar te voeren. Verweerster weet niet of de leerkracht die vanaf 1 april 2017 voor de groep stond, dit heeft gedaan. Er zijn geen individuele gesprekken met C gevoerd door de intern begeleider. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE In het onderwijs geldt als uitgangspunt dat een school een veilige en geborgen omgeving voor de leerlingen dient te zijn. Van een school mag daarom verwacht worden dat er voldoende aandacht wordt besteed aan het bieden van een zodanige omgeving. Indien zich voorvallen voordoen waarbij de veiligheid in het geding is en waarbij een leerling zich vanwege gedrag van een medeleerling niet veilig voelt op school, zoals in het geval van C, wil dat op zichzelf nog niet zeggen dat de school tekortgeschoten is in het bieden van veiligheid. Daarvoor is meer nodig. Een klacht over het onvoldoende bieden van veiligheid, doordat onvoldoende wordt opgetreden tegen - in dit geval - fysiek geweld, zal pas gegrond kunnen worden verklaard als er sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de school. De Commissie stelt vast dat partijen niet van mening verschillen over het feit dat sprake is geweest van ernstige fysieke misdragingen van een medeleerling jegens C. Partijen verschillen wel van mening over de vraag of de school hiertegen voldoende is opgetreden. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is de Commissie gebleken dat er vanuit de school veel aandacht is geweest voor de groep waarin C zat (en zit) als geheel. De school hanteert de KiVa methode, een schoolbreed, preventief antipestprogramma, gericht op het preventief werken aan groepsvorming en het bieden van een veilige leeromgeving. De groep van C wordt sinds 2015 begeleid door een orthopedagoog van X. Daarnaast is in het schooljaar sprake geweest van observaties door de intern begeleider en/of de directeur en een GZ-psycholoog/orthopedagoog. Ook is een KiVa trainer ingezet. De groep heeft een weerbaarheidstraining gevolgd en voor de ouders/verzorgers van de leerlingen zijn gedurende het schooljaar enkele ouderavonden belegd, waarop aandacht is /advies d.d. 20 december 2017 pagina 3 van 5

4 besteed aan de bestaande problemen in de groep en waarop afspraken zijn gemaakt. Daarmee heeft de school op groepsniveau adequaat gehandeld. Op individueel niveau heeft de school naar het oordeel van de Commissie echter onvoldoende opgetreden naar aanleiding van de herhaaldelijke, ernstige fysieke misdragingen van de medeleerling, ondanks herhaalde oproepen daartoe van klaagster gedurende het schooljaar. Deze oproepen/meldingen heeft verweerster niet weersproken. Verweerster heeft gesteld dat zij de leerkracht van de groep heeft aangestuurd om gesprekken te voeren met C. Uit de stukken is de Commissie echter niet gebleken dat deze gesprekken inderdaad zijn gevoerd. Verweerster heeft over de leerkracht die vanaf 1 april 2017 voor de groep stond, verklaard dat zij niet weet of deze gesprekken met C heeft gevoerd. De Commissie heeft voorts niet kunnen vaststellen dat de intern begeleider in dit verband een rol heeft gespeeld in de begeleiding van C. Ook het welbevinden van C als individu in de groep is niet onderzocht. Alles overziende constateert de Commissie dat de school in het schooljaar C onvoldoende ondersteuning heeft geboden en niet voldoende heeft gedaan om herhaling van het geweld jegens haar te voorkomen. Daarmee heeft verweerster onvoldoende zorggedragen voor een veilige schoolomgeving voor C. De Commissie acht de klacht daarom gegrond. Gebleken is dat de school geen helder protocol over waarschuwing, schorsing en verwijdering heeft, waarin criteria zijn opgenomen waaraan getoetst kan worden. In gevallen als het onderhavige, waarin sprake is van (herhaaldelijk) agressief gedrag, is een duidelijke oplossing voor alle betrokkenen noodzakelijk. Op die punten doet de Commissie dan ook een aanbeveling. 5. OORDEEL VAN DE COMMISSIE De Commissie komt op grond van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat de klacht gegrond is. 6. AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE De Commissie beveelt het bevoegd gezag van E aan het protocol met betrekking tot waarschuwing, schorsing en verwijdering ter hand te nemen en daarnaast zorg te dragen voor ondersteuning van leerlingen op individueel niveau wanneer sprake is van agressief gedrag door medeleerlingen /advies d.d. 20 december 2017 pagina 4 van 5

5 Aldus gedaan te Utrecht op 20 december 2017 door mr. drs. P.H.A. van Geel, voorzitter, drs. C. van Vliet en drs. M.H.W.C. Voeten, leden, in aanwezigheid van mr. C.M. Noomen, secretaris. mr. drs. P.H.A. van Geel voorzitter mr. C.M. Noomen secretaris /advies d.d. 20 december 2017 pagina 5 van 5