Klacht over niet willen meewerken aan een uitbestedingsconstructie voor het volgen van vavo-onderwijs van een leerling is gegrond.

Transcriptie

1 Klacht over niet willen meewerken aan een uitbestedingsconstructie voor het volgen van vavo-onderwijs van een leerling is gegrond. ADVIES inzake de klacht van: [klaagster] en haar zoon [de leerling] te [woonplaats], klagers tegen de directeur van [de school] te [vestigingsplaats], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. L.M. van der Sluis 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van 4 juli 2018 aangevuld op 13 juli en 5 en 8 november 2018, heeft klaagster op grond van de geldende klachtenregeling een klacht tegen verweerder ingediend met de volgende inhoud: [klaagster] klaagt erover dat de school niet heeft willen meewerken aan een uitbestedingsconstructie voor het volgen van vavo-onderwijs voor haar zoon [de leerling]. Vanuit het secretariaat van de Commissie is telefonisch met partijen overlegd over de gewenste wijze van klachtafhandeling: mediation of formele klachtbehandeling. Naar aanleiding van de uitkomst van deze gesprekken is de klacht ter beoordeling voorgelegd aan de Commissie. Verweerder heeft op 6 december 2018 een verweerschrift ingediend. Alle stukken zijn in afschrift aan partijen gestuurd. De mondelinge behandeling van de klacht vond plaats op 23 januari 2019 te Utrecht. Klaagster is op de zitting verschenen, vergezeld van [informant 1] en [informant 2]. De school werd op de zitting vertegenwoordigd door [de directeur], [de docent], [de mentor], [de examencoördinator] en [de bestuursadviseur a.i.] Zij werden bijgestaan door de gemachtigde / advies d.d. 15 februari 2019 pagina 1 van 6

2 2. DE FEITEN [de leerling], geboren [geboortedatum] 2000, volgde sinds schooljaar een opleiding aan [de school], [een vmbo/havo school]. Door omstandigheden heeft [de leerling] vanaf het derde leerjaar nauwelijks lessen bijgewoond waardoor hij achterstand heeft opgelopen. In leerjaar 4 is de achterstand verder opgelopen. In dat kader hebben klaagster en de school diverse gesprekken gevoerd. Omdat begin 2018 bleek dat de achterstand dusdanig bleef oplopen dat het examen in gevaar kwam, is [de leerling] van vmbo-theoretische leerweg (tl) afgestroomd naar vmbo-kaderberoepsgerichte leerweg (kbl), omdat hij dan langer de tijd had om examen te doen en zodoende de kans groter was dat hij een diploma zou halen. In een gesprek op 5 april 2018 heeft de school aan klaagster medegedeeld dat [de leerling] vanwege de te grote achterstand geen centraal eindexamen zou kunnen doen. Klaagster heeft in dat gesprek de mogelijkheid van uitbesteding aan het voortgezet algemeen volwassenonderwijs (vavo) genoemd en de school gevraagd daar aan mee te werken. De school heeft in dat gesprek toegezegd die mogelijkheid te zullen onderzoeken. Op 30 april 2018 heeft de school aangegeven niet mee te werken aan een uitbestedingsconstructie, omdat [de leerling] in september 18 jaar zou worden en dus zelf voor aanmelding diende te zorgen. Nadien zijn tegenover klaagster ook de vrees om verantwoording te moeten afleggen aan de inspectie en het door klaagster gewenste niveau van de uitbesteding genoemd als reden voor de weigering mee te werken aan uitbesteding. Klaagster heeft [de leerling] vervolgens zelf aangemeld op het vavo. De betreffende vavoschool heeft [de leerling] aangenomen op havo-niveau. Op advies van de vavo-school heeft klaagster de school nogmaals verzocht [de leerling] uit te besteden. Omdat de school het verzoek afwees, hebben klagers op 5 juli 2018 een klacht ingediend bij de Commissie. Naar aanleiding van de ingediende klacht heeft op 11 juli 2018 een gesprek plaatsgevonden tussen de school en klaagster. De school heeft in dat gesprek aangegeven niet mee te willen werken aan uitbesteding op havo-niveau omdat [de leerling] op de school geen examen voor vmbo-kbl had gedaan en de school geen vertrouwen had dat hij havo-niveau aan zou kunnen. Wel wilde de school meewerken aan uitbesteding aan het vavo vmbo-tl. Klaagster is daar niet mee akkoord gegaan omdat de vavo-school [de leerling] al had aangenomen op havo-niveau. 3. VISIE PARTIJEN Visie klagers Door pesterijen heeft [de leerling] de afgelopen twee schooljaren geen onderwijs gevolgd en zijn diploma niet gehaald. Daardoor is hij nu in het volwassenonderwijs terecht gekomen. De school had [de leerling] kunnen uitbesteden, maar heeft dit nagelaten. Toen duidelijk werd dat [de leerling] zijn diploma niet zou halen, heeft klaagster zelf de mogelijkheid van uitbesteding aan het vavo genoemd. De school zou dat uitzoeken en daar binnen een week op terugkomen. Omdat dat niet gebeurde, heeft klaagster nog een aantal keer moeten vragen om een reactie op het verzoek. De examencoördinator heeft vervolgens telefonisch aangegeven dat de school niet mee wilde werken aan uitbesteding omdat [de leerling] in september 18 jaar zou worden en daarom zichzelf zou kunnen aanmelden voor het vavo. Daarna heeft klaagster nog een aantal keer gevraagd waarom de school niet wilde / advies d.d. 15 februari 2019 pagina 2 van 6

3 meewerken aan uitbesteding, waarop ze steeds wisselende antwoorden heeft gekregen. Een van de genoemde redenen was dat de school bang was verantwoording af te moeten leggen aan de inspectie. Omdat klaagster niet wilde dat [de leerling] weer thuis zou komen te zitten, heeft ze [de leerling] zelf aangemeld voor het vavo. Klaagster heeft [de leerling] voor zowel het vmbo-tl als de havo aangemeld. De vavo-school heeft een uitgebreide intake met [de leerling] gevoerd om te bezien welke leerroute het beste bij hem zou passen. Gezien zijn kennis en intelligentie en het feit dat hij op de school ondergepresteerd had, heeft de vavo-school [de leerling] aangenomen op havo-niveau. De vavo-school heeft tegen klaagster gezegd dat [de leerling] in aanmerking zou komen voor uitbesteding en klaagster geadviseerd nogmaals in gesprek te gaan met de school. Klaagster heeft begin juli 2018 de school benaderd met de vraag of de school wilde meewerken aan uitbesteding aan het vavo op havo-niveau. In een gesprek op 11 juli 2018 heeft de school aangegeven niet mee te willen werken aan uitbesteding aan het vavo havo, maar wel aan uitbesteding aan het vavo vmbo-tl. De school had dat aanbod niet eerder gedaan. Omdat [de leerling] al was aangenomen op havo-niveau is klaagster niet akkoord gegaan met uitbesteding naar vmbo-tl. [de leerling] stond ingeschreven op de school op vmbo gemengde leerweg. Bij de uitschrijving zag klaagster dat [de leerling] stond ingeschreven op vmbo-kbl. Klaagster was van die wijziging niet op de hoogte. Visie verweerder Mede naar aanleiding van de klacht die klagers hebben ingediend, hebben partijen op 11 juli 2018 een gesprek gevoerd over de uitbesteding. Klaagster wilde dat de school [de leerling] zou uitbesteden aan het vavo op havo-niveau. [de leerling] heeft in het laatste schooljaar ingeschreven gestaan op vmbo-kbl en heeft geen diploma gehaald. De school had er dan ook geen vertrouwen in dat [de leerling] een diploma op havo-niveau zou halen, omdat dat twee niveaus hoger is. De school wilde [de leerling] wel uitbesteden aan het vavo vmbo-tl. Klaagster wilde daar echter niet in meegaan. Omdat klaagster [de leerling] had ingeschreven op het vavo heeft de school [de leerling] uitgeschreven. Daarmee was de zaak voor de school dan ook afgesloten en dacht de school dat de klacht was afgedaan. Het heeft de school dan ook verbaasd dat klagers de klacht hebben doorgezet. De meeste leerlingen verlaten de school met een diploma. Soms lukt dan niet, waarna met de ouders verschillende mogelijkheden voor een vervolg worden bekeken. Een uitbestedingstraject kan dan aan de orde zijn. Het gaat dan altijd om uitbesteding op hetzelfde niveau, niet op een hoger niveau. In het geval van [de leerling] zat daar de blokkade, aangezien klaagster heeft verzocht [de leerling] uit te besteden aan het vavo op havo-niveau. De school heeft altijd begrepen dat klaagster wilde dat [de leerling] zou worden uitbesteed aan het vavo op havo-niveau. De examencoördinator heeft daarover contact gehad met de leerplichtambtenaar, die heeft aangegeven dat de school niet verplicht is mee te werken aan uitbesteding. Er is geen contact geweest met de vavo-school omdat de aanmelding buiten de school om heeft plaatsgevonden. Als de school na overleg met ouders en leerling overgaat tot uitbesteding, schrijft de school de betreffende leerling zelf in op de vavo-school en is er dus wel onderling contact en wordt er een contract gesloten met de mbo-instelling. Het is nog / advies d.d. 15 februari 2019 pagina 3 van 6

4 nooit voorgekomen dat een vavo-school met de school contact heeft opgenomen om te overleggen over het niveau van uitbesteding. [de leerling] volgde lessen op vmbo-tl. Daarvoor geldt dat de schoolexamens eind april afgerond moeten zijn. Omdat de examens voor vmbo-kbl digitaal zijn, mogen de scholen die zelf inplannen, waardoor die examens nog vlak voor de schoolvakanties kunnen worden afgenomen. Om de kans te vergroten dat [de leerling] examen kon doen en zo met een diploma van school zou kunnen, is besloten om [de leerling] examens op vmbo-kbl te laten doen. Dat traject is met klaagster besproken. Wellicht heeft de school aan klaagster niet duidelijk genoeg gemaakt dat de consequentie daarvan was dat [de leerling] zou afzakken van vmbo-tl naar vmbo-kbl. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE Vavo is bedoeld als tweede kans onderwijs voor volwassenen om alsnog een diploma voor vmbo-t, havo of vwo te halen. Normaal gesproken is het vavo bedoeld voor leerlingen vanaf 18 jaar. Uit artikel 25a Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) volgt dat via uitbesteding ook leerlingen van 16 of 17 jaar en meerderjarige leerlingen onderwijs kunnen volgen op het vavo. Een en ander is verder uitgewerkt in het Besluit samenwerking VO-BVE. Dat besluit wordt ook wel de Rutte-regeling genoemd. Als een leerling wordt uitbesteed aan een andere school blijft de leerling op de oorspronkelijke school ingeschreven. De twee scholen sluiten een samenwerkingsovereenkomst, waarbij ook afspraken over de overdracht van de bekostiging worden vastgelegd. De oorspronkelijke school beslist over de uitbesteding en blijft eindverantwoordelijk voor de leerling. Omdat een school niet verplicht is mee te werken aan uitbesteding, zal de Commissie de klacht van klagers marginaal toetsen. Dat houdt in dat de Commissie beoordeelt of de school de beslissing in redelijkheid kon nemen. De Commissie constateert dat partijen op 5 april 2018 besproken hebben dat [de leerling] geen examen zou kunnen doen en dus geen diploma zou halen. In datzelfde gesprek heeft klaagster de school gewezen op de mogelijkheid van uitbesteding van [de leerling] aan het vavo. Het is de Commissie niet gebleken dat klaagster op dat moment specifiek heeft verzocht om uitbesteding op havo-niveau. De examencoördinator heeft dat verzoek vervolgens op 30 april 2018 afgewezen om de enkele reden dat [de leerling] in september 18 jaar zou worden. Het is de Commissie voorts niet gebleken dat de school op dat moment of kort daarna richting klaagster enig ander voorstel heeft gedaan voor een vervolgtraject of dat andere mogelijkheden zijn besproken. Dit bevreemdt de Commissie, temeer omdat de school ter zitting heeft aangegeven dat als blijkt dat een leerling zonder examen de school zal verlaten het gebruikelijk is om diverse mogelijkheden te onderzoeken en met de ouders bekeken wordt welke optie het beste aansluit bij de behoefte van de leerling. Gezien het feit dat klaagster in dat kader zelf een mogelijke oplossing had aangedragen, namelijk uitbesteding, had het op de weg van de school gelegen om dat verzoek op te pakken en verder te bespreken. Door het verzoek simpelweg af te wijzen vanwege de leeftijd van [de leerling], heeft de school niet zorgvuldig gehandeld / advies d.d. 15 februari 2019 pagina 4 van 6

5 Voorts is het de Commissie gebleken dat klaagster de school begin juli 2018 opnieuw heeft verzocht om uitbesteding van [de leerling] aan het vavo. Omdat de vavo-school [de leerling] op dat moment al had aangenomen op havo-niveau, heeft klaagster verzocht om uitbesteding op dat niveau. De school heeft dat verzoek vervolgens afgewezen vanwege het (te) grote verschil in niveau tussen vmbo-kbl en de havo en heeft op dat moment het aanbod gedaan [de leerling] uit te besteden aan het vavo vmbo-tl. Ter zitting heeft de school desgevraagd aangegeven dat er, na het verzoek van klaagster om [de leerling] uit te besteden aan het vavo op havo-niveau, geen contact is geweest met de betreffende vavo-school om te overleggen over het niveau van de uitbesteding. Dat heeft de Commissie verbaasd, zeker gezien het feit dat de school heeft aangegeven dat als de school overgaat tot uitbesteding, er wel contact wordt opgenomen met de beoogde vavo-school en in zulk geval dus gesproken zou kunnen worden over het niveau van uitbesteding. Nu juist het niveau van de uitbesteding ter discussie stond, had het in de rede gelegen om dat contact te leggen, temeer omdat de school het verzoek van klaagster eerder al had afgewezen op grond van de leeftijd van [de leerling]. Het feit dat klaagster [de leerling] zelf heeft aangemeld bij de vavo-school heeft naar het oordeel van de Commissie een dominante rol heeft gespeeld bij de weigering van de school om mee te werken aan uitbesteding. Het kan klaagster namelijk niet verweten worden dat zij [de leerling] zelf heeft aangemeld op de vavo-school omdat de sluitingstermijn in zicht kwam en de school op dat moment geen bevredigend antwoord had gegeven op de vraag om uitbesteding. Het had op de weg van de school gelegen om in onderhavige situatie dezelfde handelwijze te hanteren als ingeval de school zelf overgaat tot inschrijving van een leerling op het vavo via uitbesteding. Dat dit niet is gebeurd valt de school te verwijten. De Commissie concludeert verder dat er in deze zaak veel mis is gegaan in de communicatie. De school heeft op bepaalde punten niet duidelijk (genoeg) gecommuniceerd, waardoor veel ruis is ontstaan. Daar komt bij dat de school ook niet de regie heeft gepakt, door bijvoorbeeld, nadat zij de uitbesteding had afgewezen, met alternatieven te komen. De gehele gang van zaken maakt dat de Commissie van oordeel is dat de school geen zorgvuldige procedure heeft gevolgd naar aanleiding van het verzoek van klaagster om [de leerling] uit te besteden aan het vavo. Daarmee is de klacht gegrond. 5. OORDEEL VAN DE COMMISSIE De Commissie komt op grond van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat de klacht gegrond is. 6. AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE De Commissie ziet geen aanleiding tot het doen van aanbevelingen anders dan die al uit de overwegingen blijken / advies d.d. 15 februari 2019 pagina 5 van 6

6 Aldus gedaan te Utrecht op 15 februari 2019 door mr. drs. P.H.A. van Geel, voorzitter, drs. C.A. Hoos en drs. L.F.P. Niessen, leden, in aanwezigheid van mr. L. Verhoeven, secretaris. mr. drs. P.H.A. van Geel voorzitter mr. L. Verhoeven secretaris / advies d.d. 15 februari 2019 pagina 6 van 6