Verder is bupivacaïne gecontraïndiceerd voor paracervicale blokkade in de obstetrie vanwege risico op bradycardie bij de foetus.

Vergelijkbare documenten
Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Bupivacaine hcl 0,125% inf.vlst. 50ml

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

PP. overeenkomend met epinefrine 5 µg/ml. Marcaine 0,5%-Adrenaline 1: : bevat bupivacaïnehydrochloride-monohydraat,

2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling De ampullen bevatten 10 mg/ml of 20 mg/ml Lidocaine HCl en 10 µg/ml Adrenaline.

Dit product mag niet gebruikt worden bij: Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.

Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Clonazepamoplossing 2 mg/ml 100 ml fl

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Xylometazoline hcl 0,1%/ tetracaine hcl 0,5% neusspray 5 ml

^ _ 2 T Apotheek Haagse Ziekenhuizen

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Citanest 3% Octapressine. Lokaal anestheticum voor tandheelkundig gebruik.

Dosering: zie kinderformularium. Gebruik de doseringen die vermeld staan onder coffeïne base, niet te verwarren met coffeïne citraat

Inschrijving: Citanest 3%-Octapressine DENTAL is ingeschreven in het register onder RVG

Naam: Bupivacaine HCL 0,1% Sufentanil 1 mcg/ml (art.nr.; ZI )

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Clobazam 2 mg, capsule

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

Inschrijving: Xylocaine 2%-Adrenaline 1: DENTAL is ingeschreven in het register onder RVG

B ijsluiter NL versie P rocaine hydrochloride 4% - VMD B. BIJSLUITER - 1 -

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Package leaflet

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

BETAMINE 474,5 mg dragees

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf

Fentanyl-Janssen oplossing voor injectie 0,05 mg/ml (fentanyl)

Publieksbijsluiter Fentanyl-Janssen

Bevat per 1 ml neusspray, oplossing 0,5 mg xylometazolinehydrochloride. Bevat per enkele dosis (140 µl) 70 microgram xylometazolinehydrochloride.

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Levobupivacaine

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat

Thymoseptine is een traditioneel geneesmiddel op basis van planten; het gebruik bij deze specifieke indicatie is uitsluitend gebaseerd op traditie.

Dit product mag niet gebruikt worden bij: Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.

PYRIDOXINI HYDROCHLORIDUM oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 18 januari : Bijsluiter Bladzijde : 1

BOOTS PHARMACEUTICALS PARACETAMOL 500 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 2 juni : Productinformatie Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Albert Heijn Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

Citanest 3%-Octapressine DENTAL prilocaïnehydrochloride 30 mg/ml en felypressine 0,54 μg/ml, Injectievloeistof voor perineurale toediening

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Marcaine 5 mg/ml Glucose Bupivacaïnehydrochloride-monohydraat en glucose

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. XYLOCAINE 5 %, zalf. Lidocaïne

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. Fenistil dimetindeenwaterstofmaleaat 1 mg/ml, druppels voor oraal gebruik, oplossing

Package Leaflet / 1 van 5

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Summary of the Product Characteristics

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. XYLOCAINE 2 % GEL (in spuit), gel voor urethraal gebruik. lidocaïnehydrochloride

Fentanyl-Janssen oplossing voor injectie 0,05 mg/ml (fentanyl)

Lidocaïnehydrochloride 10 mg/ml Emulsie voor injectie Lidocaïnehydrochloride 20 mg/ml Emulsie voor injectie

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Voorraadproducten. Nitroprusside dinatrium 2H2O 50 mg = 2 ml (ZI )

Volwassenen 1-2 tabletten per keer, maximaal 6 tabletten per dag.

Xylometazoline HCl Sandoz neusdruppels 1,0 mg/ml, neusdruppels, oplossing Xylometazoline HCl Sandoz neusspray 1,0 mg/ml neusspray, oplossing

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Kruidvat Xylometazoline HCl 1 mg/ml, neusdruppels, oplossing. xylometazolinehydrochloride

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Actief bestanddeel: Gezuiverd capsulair Vi polyoside van Salmonella typhi (stam Ty2): 25 microgram

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Summary of product characteristics

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

MODULE I: ALGEMENE GEGEVENS Datum : 8 april : Productinformatie Bladzijde : 1

Informatie voor de patiënt

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SPC. Naam: Ropivacaine HCI 2mg/ml Sufentanil (als citraat) 0,5mcg/ml (Art.nr.: )

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Sufenta 5 microgram/ml oplossing voor injectie Sufenta Forte 50 microgram/ml oplossing voor injectie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Xylometazoline EG bevat 1 mg xylometazolinehydrochloride per ml.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Efedrinechoorhydraat

STREPSILS + Lidocaïne

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

trianal, 0,50 mg/50 mg zetpillen

DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 31 mei : Productinformatie Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Gaviscon Extra Sterk liquid sticks pepermunt, suspensie voor oraal gebruik

2. WAT U MOET WETEN VOORDAT U LINISOL 1 %, OPLOSSING VOOR INJECTIE, GEBRUIKT

BIJSLUITER : INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Linisol 1 %, oplossing voor injectie Lidocaïne hydrochloride monohydraat

Naast baclofen bevat Lioresal Intrathecaal als hulpstoffen natriumchloride en water voor injectie.

Rapifen oplossing voor injectie 0,5 mg/ml alfentanil

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Fentanyl-Janssen 0,05 mg/ml oplossing voor injectie. Fentanyl

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

PYRIDOXINI HYDROCHLORIDUM oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 18 januari : Productinformatie Bladzijde : 1

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Xylometazoline HCl Sanias 1 mg/ml, neusdruppels, oplossing. xylometazolinehydrochloride

Tramadol HCl ratiopharm 50 mg, capsules

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml.

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 26 oktober : Productinformatie Bladzijde : 1

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 25 juli : Productinformatie Bladzijde : 1

Transcriptie:

Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Bupivacaine hcl 1,25 mg/ml + sufentanil 0,001 mg/ml halffabrikaat 1000 ml zak Bupivacaine hcl 1,25 mg/ml + sufentanil 0,5 mcg/ml halffabrikaat 1000 ml zak 1. Naam van het geneesmiddel Bupivacaine hcl 1,25 mg/ml + sufentanil 0,001 mg/ml halffabrikaat 1000 ml zak Bupivacaine hcl 1,25 mg/ml + sufentanil 0,5 mcg/ml halffabrikaat 1000 ml zak 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Dit product bevat 1,25 mg/ml bupivacaïne.en 0,001 mg/ml of 0,5 mcg/ml sufentanil. Een infuuszak bevat 1000 ml. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1 3. Farmaceutische vorm Infusievloeistof 4. Klinische gegevens 4.1 Therapeutische indicaties Bupivacaine in combinatie met sufentanil wordt gebruikt als epiduraal anestheticum/analgeticum bij o.a. chirurgische ingrepen en bevallingen. 4.2 Dosering, wijze van toediening en voor toediening gereed maken Vanuit dit halfproduct kan deze gereed gemaakt worden door 50 ml uit te vullen in een 50 ml infusiespuit (20 maal). Dit voor toediening gereed maken gebeurt onder maximale productbescherming. 4.3 Contra-indicaties Bupivacaïne dient te worden vermeden bij Brugada-syndroom vanwege een verhoogd risico op ventriculaire aritmieën, hartstilstand en plotselinge dood. Toepassing als intraveneuze regionale anesthesie is gecontraïndiceerd, omdat toevallige lekkage van bupivacaïne door het tourniquet systemisch toxische reacties kan veroorzaken. Verder is bupivacaïne gecontraïndiceerd voor paracervicale blokkade in de obstetrie vanwege risico op bradycardie bij de foetus. Intraveneuze toediening tijdens de bevalling of bij keizersnede voordat de navel is afgeklemd. Voorzichtigheid is geboden bij epidurale toediening bij een slechte toestand van de foetus. Voorzichtigheid is geboden bij mensen met (partieel) AV-blok, ernstige lever- en nierfunctiestoornissen, een slechte algehele conditie en ouderen. Bij een verminderde cardiovasculaire functie is voorzichtigheid geboden met epidurale anesthesie. Voorzichtig toepassen bij patiënten die gevoelig zijn voor cerebrale effecten van CO2- retentie, of die hoofdletsel hebben of een hersentumor, of een galwegaandoening.

Bij spinale anesthesie is voorzichtigheid geboden bij ouderen en bij zwangeren in de laatste fase van de zwangerschap vanwege een verhoogd risico op een hoge of totale spinale blokkade. Continue intra-articulaire infusie wordt ontraden vanwege het risico op chondrolyse. Bestaande hypokaliëmie, acidose en hypoxie vermeerderen de kans op bijwerkingen in het zenuw- en vaatstelsel. Dit product mag niet gebruikt worden bij: Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen. 4.4 Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Toxische verschijnselen voorkomen door altijd de laagst mogelijke concentratie te gebruiken en te aspireren alvorens te injecteren, zodat niet per ongeluk een intravasculaire injectie kan worden gegeven. Vóór een epidurale anesthesie wordt een testdosis van 3 5 ml bupivacaïne aanbevolen. Intravasculaire injectie leidt tot toename van de hartfrequentie. Na herhaalde controle van de hartfrequentie gedurende vijf minuten volgend op de testdosis kan na opnieuw te hebben geaspireerd de volledige dosis, onder voortdurend mondeling contact met de patiënt, langzaam worden ingespoten. Indien licht toxische verschijnselen optreden, de toediening onmiddellijk staken. Na elke epidurale toediening dient de patiënt ten minste 1 uur te worden geobserveerd, omdat vroege ademhalingsdepressie kan optreden. Het optreden van ademhalingsdepressie en spierrigiditeit maakt beschikbaarheid van kunstmatige beademing en spierrelaxantia noodzakelijk. Men dient rekening te houden met kruisovergevoeligheid met andere lokaal anesthetica van het amidetype. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen Wees voorzichtig bij combinatie met structureel verwante geneesmiddelen, zoals bepaalde anti-aritmica (lidocaïne) vanwege potentiering van het toxische effect en bij combinatie met klasse III anti-aritmica (bv. amiodaron) vanwege het effect op het hart. Gelijktijdig gebruik van alcohol en andere centraal depressieve stoffen (zoals anesthetica, antipsychotica, anxiolytica, hypnotica en sedativa) kan de depressieve werking op het centrale zenuwstelsel versterken (meer kans op ademhalingsdepressie, versterkte sedering). Gelijktijdig gebruik van benzodiazepinen kan leiden tot verlaging van de bloeddruk. Lachgas in combinatie met hoge i.v. doses kan cardiovasculaire depressie geven (hypotensie, bradycardie). Bij gelijktijdig gebruik van sommige morfinomimetica (fentanyl, methadon, oxycodon, pethidine en tramadol) met MAO-remmers neemt de kans op een serotonerg syndroom toe; daarom wordt gebruik van een morfinomimeticum (zoals ook sufentanil) afgeraden tijdens of binnen 2 weken na behandeling met een MAO-remmer. Aangezien sufentanil vnl. wordt gemetaboliseerd via CYP3A4 kunnen op theoretische gronden CYP3A4-remmers (zoals ketoconazol, itraconazol, ritonavir en erytromycine) het

metabolisme van sufentanil remmen met het risico van verlengde of vertraagde ademhalingsdepressie. Bij toevoeging van een partiële agonist/antagonist, waaronder ook het ontwenningsmiddel nalmefeen, kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. De combinatie moet worden vermeden. In geval van buprenorfinepleister kan het omgekeerde wel: een opioïdagonist kan worden toegevoegd aan een buprenorfinepleister bij chronische hevige pijn. Naloxon en naltrexon zijn antagonisten van opioïden; bij combinatie kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. Toevoeging van naloxon of naltrexon aan een opioïd wordt ontraden, tenzij naloxon of naltrexon bewust wordt toegepast als antidotum bij overdosering van een opioïd. Andersom kan bij toevoeging van een opioïd aan naloxon of naltrexon acute ademnood optreden. 4.6 Gebruik bij zwangerschap en borstvoeding Gebruik tijdens zwangerschap: Bupivacaïne en sufentanil passeren de placenta. Teratogenese bupivacaïne: Bij de mens geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Bij dieren is reproductietoxiciteit geconstateerd. Teratogenese sufentanil: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken in extreem hoge doses. Farmacologisch effect bupivacaïne: De totale bupivacaïneconcentratie in het navelstrengbloed is lager dan die in de circulatie van de moeder, maar de vrije bupivacaïneconcentratie is gelijk. Bij overdosering kunnen foetale bijwerkingen niet worden uitgesloten. De kans op foetale bijwerkingen (bradycardie, acidose en centrale demping) is het grootst bij paracervicale blokkade. Met de injectievloeistof 7,5 mg/ml, epiduraal bij obstetrische ingrepen is hartstilstand gemeld. Advies: Intraveneus gebruik tijdens de bevalling of keizersnede vóórdat de navelstreng is afgebonden, is gecontra-indiceerd, in verband met mogelijke ademhalingsdepressie bij de pasgeborene. Lagere sterkten dan 7,5 mg/ml bupivacaïne kunnen overeenkomstig het voorschrift worden gebruikt. Paracervicale blokkade tijdens zwangerschap vermijden in verband met foetale bradycardie, hypoxie, acidose en demping van het centraal zenuwstelsel. Wees voorzichtig met epidurale toediening tijdens de bevalling bij een slechte toestand van de foetus. Epiduraal gebruik van 30 microgram sufentanil tijdens de bevalling had geen negatieve invloed op moeder of baby. Alleen op strikte indicatie gebruiken, zo kort mogelijk en in de laagst mogelijke dosering. Een antidotum voor het kind moet beschikbaar zijn. Gebruik tijdens borstvoeding: Bupivacaïne gaat in geringe mate over in de moedermelk. Sufentanil gaat over in de moedermelk. Advies: Kiezen tussen dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding. Bij langdurig gebruik wordt borstvoeding ontraden wegens het risico op ademhalingsdepressie bij de zuigeling. 4.7 Beïnvloeding van rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Sufentanil heeft in de therapeutische dosering een ernstig negatieve invloed op de rijvaardigheid. Na twee weken is sufentanil rijveilig. 4.8 Bijwerkingen Bupivacaïne is relatief cardiotoxisch. Bij epidurale anesthesie of perifere zenuwblokkade zijn hartstilstand en sterfte gemeld; in sommige gevallen bleek reanimatie moeilijk of onmogelijk. Bij meer dan 10% van de patiënten: sufheid, jeuk, hypotensie, bradycardie en misselijkheid.

Bij 1-10%: koorts, tachycardie, hypotensie, bleekheid, huidverkleuring, spiertrekkingen, neonatale tremor, neonatale cyanose, duizeligheid, paresthesie, postspinale hoofdpijn, braken, hypertensie, urineretentie en incontinentie. Bij minder dan 1%: slaperigheid, overgevoeligheidsreacties, apathie, nervositeit, ataxie, dystonie, hyperreflexie, hypertonie, hartritmestoornissen, afwijkingen op het ECG, atrioventriculair block, bradycardie, cyanose, bronchospasmen, hoesten, dysfonie, hik, hypoventilatie, ademhalingsstoornissen, allergische dermatitis, droge huid, overmatig zweten, huiduitslag (ook bij neonaten), rugpijn, spierrigiditeit, rillingen, hypothermie, verhoogde of verlaagde lichaamstemperatuur, pijn of reactie op de injectieplaats, pijn, neonatale dyskinesie, neonatale hypokinesie, neonatale hypotonie, symptomen van toxiciteit van het centraal zenuwstelsel, zoals convulsies, paresthesieën rond de mond, verdoofd gevoel van de tong, dysesthesie, parese, verhoogde gehoorscherpte, visusstoornissen, bewustzijnsverlies, tremor, licht gevoel in het hoofd, oorsuizen en spraakstoornissen, spierzwakte en rugpijn. Zelden anafylactische shock, neuropathie, perifere beschadiging van de zenuwen, arachnoïditis, paraplegie, paralyse, onbedoelde totale spinale blokkade, dubbelzien, hartstilstand, hartritmestoornissen en ademhalingsdepressie. Verder zijn gemeld anafylaxie, convulsies, coma, onwillekeurige spiertrekkingen, paresthesie, cerebrale hypoperfusie (tijdens snelle injectie), miose, hartstilstand, shock, ademhalingsstilstand, ademhalingsdepressie, apneu, longoedeem, laryngospasme, erytheem en spierspasmen. meningitis, epiduraal abces, verlies van sfinctercontrole en persisterende anesthesie. 4.9 Overdosering Symptomen: Als gevolg van overdosering, te snelle resorptie en per abuis gegeven intravasculaire injectie komen ernstige bijwerkingen voor: zowel reacties van het centrale zenuwstelsel en het hartvaatstelsel. De symptomen van het centrale zenuwstelsel uiten zich als spraakstoornissen, licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, toegenomen gehoorscherpte, oorsuizen, visusstoornissen en tremoren, sufheid, convulsies, bewusteloosheid, coma, ademhalingsdepressie, variërend van hypoventilatie tot ademhalingsstilstand. De cardiovasculaire reacties uiten zich als hypotensie, hartritmestoornissen, cardiovasculaire shock en depressie van het myocard. Zij kunnen zowel het gevolg zijn van hypoxie, veroorzaakt door convulsies en apneu, als van een direct effect. Daarnaast kan spierstijfheid optreden. Therapie sufentanil overdosering: naast symptomatische behandeling: naloxon 0,4 2 mg i.v., eventueel i.m., zo nodig om de 2 3 minuten herhalen. Voor meer informatie over symptomen en behandeling zie: toxicologie.org of vergiftigingen.info. 5. Farmacologische eigenschappen 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Bupivacaïne is een langwerkend lokaal anestheticum van het amide-type. Sufentanil is een opiaatagonist.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen Na epidurale toediening treedt de werking van bupivacaïne na 10-30 min in. De mate van spierrelaxatie is afhankelijk van de concentratie bupivacaïne, bij 1.25-2.5 mg/ml is deze minimaal. Na epidurale toediening treedt de werking van sufentanil na 5-10 min in. De werkingsduur is afhankelijk van de dosering. Na toediening van 50 µg houdt de werking 4-6 uur aan. Metabolisme: Bupivacaïne wordt uitgebreid in de lever gemetaboliseerd, voornamelijk door aromatische hydroxylering tot 4-hydroxybupivacaïne en N-dealkylering tot pipecolylxylidine (PPX), beide gemedieerd door CYP3A4. De farmacologische activiteit van de metabolieten is minder dan die van bupivacaïne. Sufentanil wordt hoofdzakelijk gemetaboliseerd door CYP3A4 tot norsufentanil en desmethylsufentanil. Ong. 80% van een intraveneuze dosis wordt binnen 24 uur voornamelijk met de urine uitgescheiden, waarvan ong. 2% in onveranderde vorm. Eliminatie: Bupivacaïne en sufentanil worden beiden met de urine geëlimineerd. Halfwaardetijd: De halfwaardetijd van bupivacaïne bij volwassenen en kinderen ouder dan 12 maanden is 2,7 uur; bij pasgeborenen langer. De eliminatie van sufentanil uit het plasma verloopt trifasisch. De afnamesnelheid van de plasmaconcentratie wordt vooral bepaald door de halfwaardetijd in de distributiefase en minder door de eliminatiehalfwaardetijd; de distributiehalfwaardetijd is gemiddeld 3 min (250 µg) of 50 min (500-1500 µg). De terminale eliminatiehalfwaardetijd na intraveneuze toediening is afhankelijk van de dosis en bedraagt ong. 4 uur (250 µg) of 10-16 uur (500-1500 µg). 6. Farmaceutische gegevens 6.1 Lijst van hulpstoffen Natriumchloride Natriumhydroxide Water voor injectie 6.2 Gevallen van onverenigbaarheden N.v.t. 6.3 Houdbaarheid Het halffabrikaat in infuuszakken in 12 maanden houdbaar bij kamertemperatuur. De uitgevulde spuiten zijn 1 maand houdbaar in de koelkast (2 C-8 C). 6.4 Speciale voorzorgen bij opslag De uitgevulde spuiten dienen in de koelkast bewaard te worden. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Het halffabrikaat is verpakt in polypropyleen infuuszaken afgesloten met een rubber stop en rode felskap. Het product wordt uitgevuld in 50 ml polypropyleen spuiten afgesloten met een tipcap. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Vanuit dit halfproduct kan deze gereed gemaakt worden door 50 ml uit te vullen in een 50 ml infusiespuit (20 maal). Dit voor toediening gereed maken gebeurt onder maximale productbescherming.

7. Fabrikant Apotheek Catharina Ziekenhuis Michelangelolaan 2 5623 EJ Eindhoven 8. Datum van herziening van de tekst 25-04-2017

SPC Verantwoordingsformulier Bron: 1. Naam van het geneesmiddel Productdossier 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Productdossier 3. Farmaceutische vorm Productdossier 4.1 Therapeutische indicaties Productdossier 4.2 Dosering, wijze van toediening en voor toediening gereed make Productdossier 4.3 Contra-indicaties. IM 21-04-2017 FK 21-04-2017 4.4 Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik IM 21-04-2017 FK 21-04-2017 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen IM 25-04-2017 4.6 Gebruik bij zwangerschap en borstvoeding IM 25-04-2017 4.7 Beïnvloeding van rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen IM 25-04-2017 4.8 Bijwerkingen IM 25-04-2017 4.9 Overdosering IM 25-04-2017 5.1 Farmacodynamische eigenschappen IM 25-04-2017 5.2 Farmacokinetische eigenschappen IM 25-04-2017 6.1 Lijst van hulpstoffen Productdossier 6.2 Gevallen van onverenigbaarheden Handboek parenteralia CZE 6.3 Houdbaarheid Productdossier 6.4 Speciale voorzorgen bij opslag Productdossier 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Productdossier 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Productdossier * Neem voor een uitdraai van het handboek parenteralia contact op via infoapo@catharinaziekenhuis.nl Beoordeling PVA Farmaceutische Patiëntenzorg ziekenhuis Datum: 06-12-2017 Paraaf: MKS