Cursus Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 2
Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Meike Bouwer Inhoudelijke redactie: Napona Smid Titel: Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 2 ISBN: 9789037240566 Edu Actief b.v. 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.
Inhoud Over deze cursus 4 Oriëntatie 8 Kinderen met autisme 10 Kinderen met AD(H)D 14 Kinderen met angsten 18 Kinderen met ODD of CD 22 Kinderen met DCD 27 Hoogbegaafde kinderen 30 Kinderen met een licht verstandelijke beperking 34 Kinderen met dyslexie en dyscalculie 37 Reflecteren 41 Theoriebron Kinderen met AD(H)D 43 Theoriebron Kinderen met autisme 46 Theoriebron Kinderen met angsten 49 Theoriebron Kinderen met ODD of CD 52 Theoriebron Kinderen met DCD 54 Theoriebron Hoogbegaafde kinderen 57 Theoriebron Kinderen met een licht verstandelijke beperking 60 Theoriebron Kinderen met dyslexie en dyscalculie 63 3
Over deze cursus Over deze cursus Inleiding Als pedagogisch medewerker krijg je te maken met kinderen van verschillende leeftijden, met verschillende achtergronden en verschillende intelligentieniveaus. Hierbij hoort ook de groep met een specifieke begeleidingsvraag. Dit zijn kinderen die door een stoornis of beperking extra aandacht of een andere aanpak nodig hebben. In de cursus maken jullie kennis met deze groep: kinderen met autisme, AD(H)D, angsten, ODD of CD, DCD, kinderen met een licht verstandelijke beperking, hoogbegaafde kinderen en kinderen met dyslexie of dyscalculie. Als pedagogisch medewerker werk je met een heleboel verschillende kinderen. Leerdoelen Je kunt: begrippen noemen voor het omschrijven van kinderen met specifieke begeleidingsvragen begrippen noemen voor de begeleiding van kinderen met specifieke begeleidingsvragen kenmerken noemen van kinderen met specifieke begeleidingsvragen regels/tips noemen voor de omgang van kinderen met specifieke begeleidingsvragen signalen herkennen die kunnen duiden op een van de beschreven stoornissen activiteiten aanpassen voor kinderen met specifieke begeleidingsvragen een plan van aanpak schrijven en uitvoeren voor kinderen met specifieke begeleidingsvragen. 4
Over deze cursus Je krijgt tips om kinderen met een specifieke begeleidingsvraag op de juiste manier te begeleiden. Beoordeling Beoordelingsformulier < Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst met twee beroepsproducten. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud (producteisen) en op de uitvoering (processtappen). Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in goed Nederlands. Je vindt ze in het beoordelingsformulier. Planning Planningsformulier < Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt. 5
Over deze cursus Beroepsproduct: De kwaliteitenposter (2) Plan een datum waarop je dit beroepsproduct inlevert. Vul deze datum in op je planningsformulier. Casus Bij kinderen met een beperking kijken mensen vaak naar de dingen die de kinderen niet kunnen. Terwijl het juist belangrijk is om naar de kwaliteiten van deze kinderen te kijken. In dit beroepsproduct gaan jullie in tweetallen een beperking onderzoeken. Jullie maken een kwaliteitenposter. Kwaliteitenposters worden bijvoorbeeld gebruikt op scholen, sportverenigingen, in de kinderopvang of bso. Zo leer je anders naar deze kinderen kijken en kun je eenvoudiger hun kwaliteiten inzetten, om de nadelige gevolgen van hun beperking op te vangen. Op de kwaliteitenposter staan kwaliteiten van de groep kinderen. Op deze poster moeten ook tips voor de omgang met deze kinderen, tips voor activiteiten en een uitgewerkte casus staan. Eisen aan de uitvoering Maak een planning en een taakverdeling. Kies een beperking waar jullie als groep een kwaliteitenposter voor gaan maken. Maak met je groep een mindmap over de uitgekozen beperking. Ga op zoek naar informatie over de beperking: kwaliteiten, tips voor de omgang en tips voor activiteiten. Schrijf met de groep een casus. Verwerk de punten in een poster. Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap. Eisen aan het beroepsproduct De poster: heeft informatie over de kwaliteiten van kinderen met deze beperking heeft tips voor de omgang van kinderen met deze beperking heeft tips voor activiteiten voor kinderen met deze beperking heeft een uitgeschreven casus is op een creatieve manier vormgegeven en trekt de aandacht is overzichtelijk en leesbaar. 6
Over deze cursus Beroepsproduct: Kwartet (2) Plan een datum waarop je dit beroepsproduct inlevert. Vul deze datum in op je planningsformulier. Casus In de cursus staan onderwerpen beschreven over de specifieke begeleidingsvragen van kinderen. Er zijn meer onderwerpen, zoals MCDD, Rett, NLD, borderline, eetstoornissen en hoogsensitief zijn. Misschien zijn er nog meer beperkingen die je zou willen beschrijven. Bespreek dit in de klas en kom tot onderwerpen die jullie willen onderzoeken. Eisen aan de uitvoering Maak een planning en een taakverdeling. Kies een beperking waar jullie een deel van een kwartet voor gaan maken. Maak met je groep een mindmap over de gekozen beperking. Ga op zoek naar informatie over de beperking: kenmerken van de beperking, kwaliteiten, tips voor de omgang en tips voor activiteiten. Zo heb je vier onderwerpen voor het kwartet. Schrijf met de groep een casus over de gekozen beperking. Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap. Eisen aan het beroepsproduct Het kwartetsetje: heeft informatie over de kenmerken van kinderen met deze beperking heeft informatie over de kwaliteiten van kinderen met deze beperking heeft tips voor de omgang van kinderen met deze beperking heeft tips voor activiteiten voor kinderen met deze beperking. Er is een uitgeschreven casus waarin de gekozen beperking duidelijk wordt. 7
Oriëntatie Oriëntatie Opdracht 1 Ik ga op reis en neem mee Op het bord staat het onderwerp van deze les. De docent stelt de leerlingen om de beurt de vraag waar ze aan denken bij dit onderwerp. Als jij die vraag krijgt, antwoord je met: Bij het onderwerp specifieke begeleidingsvragen denk ik aan. De docent schrijft de antwoorden in steekwoorden op het bord. Als iedereen geweest is draait de docent het bord om, waarop staat waar hij aan dacht bij het onderwerp. a. Hadden jullie als groep ongeveer dezelfde gedachten als de docent bij het onderwerp? b. Welke nieuwe dingen moet je nog gaan leren over dit onderwerp? Opdracht 2 BINGO Er staan vijftien moeilijke woorden op het bord die met het onderwerp van de les te maken hebben. a. Maak een bingoblaadje met negen vakken. Voorbeeld: b. Schrijf in willekeurige volgorde in ieder vlak een woord van het bord. Geef jouw blaadje aan je buurman links. De docent geeft nu een uitleg van een woord zonder het woord te noemen. Als het woord op je blaadje voorkomt streep je het door. Als je alle woorden hebt doorgestreept roep je BINGO! Alle woorden die nog niet genoemd zijn bespreken jullie kort. c. Wist je na de uitleg welke woorden de docent bedoelde? 8
Oriëntatie Opdracht 3 Heb je ervaring met? Heb jij ervaring met het begeleiden van kinderen met een beperking? Beschrijf je ervaring in een kort verlag met behulp van onderstaande vragen: Waar heb je de ervaring opgedaan? Waarom had de cliënt ondersteuning nodig? Hoe heb je de ondersteuning geboden? Kwam je problemen tegen en heb je die opgelost? Hoe heb je dat aangepakt? 9
Kinderen met autisme Kinderen met autisme Inleiding Kinderen met autisme ervaren moeilijkheden op verschillende gebieden. Wat zijn deze moeilijkheden? Hoe zie je dit in het gedrag van kinderen? En hoe kun je de kinderen als pedagogisch medewerker zo goed mogelijk ondersteunen? Dat leer je in dit onderdeel. Leerdoelen Je kunt: begrippen noemen bij het omschrijven van kinderen met autisme begrippen noemen in de begeleiding van kinderen met autisme kenmerken noemen van kinderen met autisme regels/tips noemen voor de omgang van kinderen met autisme signalen herkennen die kunnen duiden op autisme activiteiten aanpassen voor kinderen met autisme een plan van aanpak schrijven en uitvoeren voor kinderen met autisme. Kinderen met autisme hebben moeite om non-verbale communicatie te begrijpen. Opdracht 1 Theoriebron Kinderen met autisme < Welke vorm van autisme? Lees de Theoriebron Kinderen met autisme. Verbind de juiste omschrijving met de juiste vorm van autisme. De vormen van autisme kunnen meerdere keren voorkomen. a. Kinderen functioneren anders op: sociale interactie, communicatie en stereotype gedragingen of interesses. b. De taalontwikkeling verloopt bij deze kinderen normaal. c. Deze kinderen hebben een gemiddelde of bovengemiddelde intelligentie. 10