Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Vergelijkbare documenten
Parlemeter Eurobarometer Europees Parlement (EB/EP 78.2)

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende de Parlemeter 2013

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) "EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014" Parlemeter deel BEKNOPTE SAMENVATTING

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Parlemeter Deel II ANALYTISCH OVERZICHT

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 82.4) Parlemeter 2014 ANALYTISCHE SAMENVATTING

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5)

Eurobarometer Parlemeter. uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement

Standaard Eurobarometer 86. Die publieke opinie in de Europese Unie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1)

NATIONAAL RAPPORT BELGIË

NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) EN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Economische en financiële deel BEKNOPTE SAMENVATTING

Parlemeter - november 2012 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 78.2)

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie

EUROPESE VERKIEZINGEN Eurobarometer Europees Parlement (Standaard EB 70) Najaar 2008 Analyse

Postelectoraal onderzoek 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 90. De publieke opinie in de Europese Unie

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese.

EUROPESE VERKIEZINGEN Eurobarometer Europees parlement (EB Standard 69.2) Voorjaar 2008 Samenvatting

In dit document worden de resultaten voor België bij elke vraag afzonderlijk weergegeven en vergeleken met het Europees gemiddelde.

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

Eurobarometer Standaard 82. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2014 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

EB71.3 Europese verkiezingen Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt: verdeling mannen/vrouwen

In dit document worden de resultaten voor Nederland bij elke vraag afzonderlijk weergegeven en vergeleken met het Europees gemiddelde.

Brussel, 21 augustus 2013

8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de crisis

EUROBAROMETER 62 PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende de instellingen

EUROBAROMETER 65 LENTE 2006 NATIONAAL RAPPORT NEDERLAND. Standaard Eurobarometer Europese Commissie

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen

Enquête gemeenteraadsverkiezingen Maart 2018

STUDIE Reeks Analyse van de publieke opinie Directoraat-generaal Communicatie

EU Ontwikkelingssamenwerking en -hulp BELGIË. Speciale Eurobarometer 441. November - December 2015 SAMENVATTING LANDENANALYSE

Onderzoek: Europese verkiezingen

Standaard Eurobarometer 86. Die publieke opinie in de Europese Unie

Burgerpanel Leidse Regio - peiling februari 2017

Analytische samenvatting

Colloquium van 2 maart Horizon 2014: Welke banden bestaan er tussen vrouwen en de Europese Unie?

Eurobarometer Standaard 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT NEDERLAND

EUROBAROMETER CRISIS EN voedselzekerheid

De Europeanen twee jaar voor de Europese verkiezingen van 2014 De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 77.4)

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie

EUROBAROMETER 60.1 PUBLIC OPINION IN THE EUROPEAN UNION

EUROBAROMETER 63.4 PUBLIC OPINION IN THE EUROPEAN UNION NATIONAL REPORT

8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen en mannen in de Europese Unie

EUROBAROMETER 68 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE

KLIMAATVERANDERING. Speciale Eurobarometer (EB 69) Voorjaar Onderzoek EP/EG Beknopte samenvatting

EU-ontwikkelingssamenwerking en -hulp NEDERLAND

PERSBERICHT. Brussel, 3 september Belg maakt zich net als andere Europeanen zorgen over pensioen

EUROBAROMETER FLASH 266 VROUWEN EN DE EUROPESE VERKIEZINGEN. Samenvattende analyse

Eurobarometer Standaard 78. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2012 NATIONAAL RAPPORT NEDERLAND

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

EUROBAROMETER 64 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE HERFST 2005 NATIONAAL RAPPORT

EUROBAROMETER 59 PUBLIC OPINION IN THE EUROPEAN UNION SPRING 2003 NATIONAL REPORT

EUROBAROMETER 66 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE HERFST 2006 NATIONAAL RAPPORT. Standaard Eurobarometer. Standaard Eurobarometer

DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD IN EEN NOTENDOP

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?

Europeanen in 2016: Perceptie en verwachtingen, de strijd tegen terrorisme en radicalisering

EUROBAROMETER 67 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE NATIONAAL RAPPORT

POST-ELECTORAAL ONDERZOEK Eurobarometer Europees Parlement (Standaard EB 71.3) - Voorjaar 2009 Samenvatting

De Parlemeter. Veldwerk: november december 2010 Publicatie: april Speciale Eurobarometer / Campagne 74.3 TNS Opinion & Social EUROPEES PARLEMENT

Nederland. EUROBAROMETER 74 De publieke opinie in de Europese Unie. Najaar Nationaal Rapport

Werkloosheid in de Europese Unie

De Europeanen en de crisis

Fase 1.3. Lichamelijke en psychische effecten van kortcyclische arbeid op de mens

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

NL WHN EU ,4 10,8 18,6 4,1 1,2 2, ,1 8,6 16,5 1,9 2,5 1,4

EOS GALLUP EUROPE. Consumer survey Flash EB 117. Januari Ref. : Y007\Rapport\Studierapport I0973

Postelectoraal onderzoek Europese verkiezingen 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014

DE PUBLIEKE OPINIE EN HET EUROPA VAN DE DEFENSIE: Resultaten van een Europese opiniepeiling

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005

ZA5875. Eurobarometer Country Questionnaire Netherlands

8763/19 jwe/gra/sp 1 TREE.1.B

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

Wie bestuurt de Europese Unie?

Wie bestuurt de Europese Unie?

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Samenvatting WijkWijzer 2017

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

FLASH EB Consumer Survey - Netherlands

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

ZA5908. Flash Eurobarometer 395 (European Youth 2014) Country Questionnaire Netherlands

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en)

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Kortcyclische arbeid, Op de teller!

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

omslag FORUM #10/

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld

ING International Survey. De ik -generatie: Grip op financiële doelstellingen en eigen dromen nastreven

Werkbelevingsonderzoek 2013

Evaluatie Elektronisch Patiëntendossier (EPD)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wie bestuurt de Europese Unie?

Transcriptie:

Directoraat-generaal Voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Ter attentie van het DG Voorlichting van het Europees Parlement Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, september 2013 Beeld van het Europees Parlement in Nederland DE OPTELSOM VAN DE EUROBAROMETER-ENQUÊTES VAN HET EUROPEES PARLEMENT... 2 REGIONALE ANALYSE... 4 DEEL I MIJN STEM TELT... 10 A Mijn stem telt in de EU... 10 B De stem van Nederland telt in de EU... 11 DEEL II PARLEMETER... 12 I UITSPLITSING VAN DE KENNIS VAN HET EUROPEES PARLEMENT... 12 A Kennis van de activiteiten en media recall van het Europees Parlement... 12 1) Kennis van de activiteiten van het Europees Parlement... 12 2) Media recall van het Europees Parlement... 13 B Kennis van het functioneren van het EP en van de manier waarop de leden van de instelling worden gekozen... 14 1) Kennis van het functioneren van het Europees Parlement... 14 2) Kennis van de manier waarop de leden van de instelling worden gekozen... 16 II VERWACHTINGEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT... 17 A Beleidsprioriteiten... 17 B Prioritaire waarden... 19 C De verwachte rol van het Europees Parlement... 21 DEEL III CRISIS... 22 A Reageren op de crisis: afzonderlijke of gecoördineerde maatregelen?... 22 B Terugkeer naar groei... 23 METHODOLOGISCHE BIJLAGE:... 24 REGIONALE ANALYSE VAN DE RESULTATEN VAN DE EUROBAROMETER... 24 A De beperkingen van de regionale analyse op basis van de resultaten van slechts één onderzoek... 24 B Een regionale analyse is mogelijk door de resultaten van meerdere onderzoeken bij elkaar op te tellen... 24-1 -

DE OPTELSOM VAN DE EUROBAROMETER-ENQUÊTES VAN HET EUROPEES PARLEMENT Het instrument Eurobarometer is niet bedoeld om de resultaten op regionaal niveau te analyseren. Toch maakt de optelsom van de gegevens van meerdere EB/EP-enquêtes waarin dezelfde vragen worden gesteld, het mogelijk regionale resultaten te verkrijgen. De optelsom van de gegevens van deze Eurobarometer-enquêtes vormt een globaal en uniek resultaat. Aan de hand van dit resultaat kan geen analyse worden gemaakt van de ontwikkeling die de publieke opinie in de loop der tijd heeft doorgemaakt. Het is echter wel mogelijk om een regionale analyse te maken. De verschillende enquêtes die in aanmerking zijn genomen in deze samenvoeging van gegevens zijn aangevraagd door het directoraat-generaal Voorlichting van het Europees Parlement. Ze zijn uitgevoerd door TNS Opinion & Social. Deze optelsom bestaat uit de volgende veertien onderzoeken: EB/EP 78.2 Veldwerk: 17 november - 2 december 2012 Onderzoeksgebied: 26 733 personen, persoonlijk geïnterviewd (NL: 1 003). EB/EP 77.4 Veldwerk: 2 juni - 17 juni 2012 Onderzoeksgebied: 26 622 personen, persoonlijk geïnterviewd (NL: 1 003). EB/EP 77.2 Veldwerk: 10 maart - 25 maart 2012 Onderzoeksgebied: 26 593 personen, persoonlijk geïnterviewd (NL: 1 011). EB/EP 76.3 Veldwerk: 5 november - 20 november 2011 Onderzoeksgebied: 26 594 personen, persoonlijk geïnterviewd (NL: 1 005). EB/EP 76.1 Veldwerk: 3 september - 18 september 2011 Onderzoeksgebied: 26 856 personen, persoonlijk geïnterviewd (NL: 1 002). EB/EP 75.2 Veldwerk: 13 april - 8 mei 2011 Onderzoeksgebied: 26 825 personen, persoonlijk geïnterviewd (NL: 1 034). EB/EP 74.3 Veldwerk: 25 november - 17 december 2010 Onderzoeksgebied: 26 574 personen, persoonlijk geïnterviewd (NL: 1 024). EB/EP 74.1 Veldwerk: 26 augustus - 16 september 2010 Onderzoeksgebied: 26 635 personen, persoonlijk geïnterviewd (NL: 1 011). EB/EP 73.4 Veldwerk: 5 mei - 28 mei 2010 Onderzoeksgebied: 26 641 personen, persoonlijk geïnterviewd (NL: 1 013). EB/EP 73.1 Veldwerk: 29 januari - 17 februari 2010 Onderzoeksgebied: 26 671 personen, persoonlijk geïnterviewd (NL: 1 018). EB/EP 71.3 Veldwerk: 12 juni - 6 juli 2009 Onderzoeksgebied: 26 830 personen, persoonlijk geïnterviewd (NL: 1 000). EB/EP 71.1 Veldwerk: 16 januari - 22 februari 2009 Onderzoeksgebied: 26 718 personen, persoonlijk geïnterviewd (NL: 1 044). EB/EP 70.1 Veldwerk: 6 oktober - 6 november 2008 Onderzoeksgebied: 26 618 personen, persoonlijk geïnterviewd (NL: 1 041). EB/EP 68.1 Veldwerk: 22 september - 3 november 2007 Onderzoeksgebied: 26 768 personen, persoonlijk geïnterviewd (NL: 1 005). Alle onderzoeken Bevolking: Europeanen van 15 jaar en ouder - 2 -

Als er een toelichting wordt gegeven op waargenomen ontwikkelingen (op nationaal en Europees niveau), wordt de eerste maand van de onderzoeksperiode en het jaartal vermeld om een enquête te omschrijven: voor enquête EB 68 spreken we bijvoorbeeld over de enquête van september 2007. - 3 -

REGIONALE ANALYSE Op grond van de analyse van verschillende EB/EP-enquêtes die zijn gehouden tussen 2007 en 2012 is er een aantal verschillen tussen Nederlandse regio's aan te wijzen. Sommige vragen zijn over een kortere periode geanalyseerd en bestrijken slechts de golven waarin ze zijn gesteld. Mijn stem telt: Mijn stem telt in de EU: Vergelijking EU27/Nederland: een absolute meerderheid van de respondenten in Nederland vindt dat hun stem telt in de EU (55%, tegenover 41% die dit niet vindt), wat een veel hoger percentage is dan in de EU in haar geheel (37% tegenover 55%). Verschillen tussen regio's: in elke Nederlandse regio vindt een grote meerderheid van de respondenten dat hun stem telt in de EU, variërend van 54% in West- en Zuid-Nederland tot 56% in Noord- en 57% in Oost-Nederland. - 4 -

De stem van Nederland telt in de EU: Vergelijking EU27/Nederland: bijna acht op de tien respondenten in Nederland zijn van mening dat de stem van hun land telt in de EU (77%, tegenover 20% die dat niet vindt). In vergelijking hiermee denkt een kleiner deel van de Europeanen in het algemeen dat de stem van hun land telt in de EU (63%, tegenover 30% die dit niet vindt). Verschillen tussen regio's: in elke Nederlandse regio vinden meer dan zeven op de tien respondenten dat de stem van hun land telt in de EU, variërend van 73% in Zuid- Nederland tot 83% in Noord-Nederland. Kennis van de activiteiten van het Europees Parlement: Vergelijking EU27/Nederland: het subjectieve kennisniveau van de activiteiten van het Europees Parlement ligt in Nederland net boven het Europees gemiddelde (28%, vergeleken met 27% voor de EU in haar geheel). Verschillen tussen regio's: er is vrijwel geen verschil tussen de Nederlandse regio's. In zowel Noord- als Oost-Nederland voelt 27% van de respondenten zich goed geïnformeerd; in West- en Zuid-Nederland is dit 28%. Media recall: Vergelijking EU27/Nederland: hoewel het subjectieve informatieniveau in heel Nederland laag is, is de media recall met betrekking tot het Europees Parlement in Nederland (65%) beter dan in de Europese Unie in haar geheel (54%). Verschillen tussen regio's: in elke Nederlandse regio kan een grote meerderheid van de respondenten zich herinneren onlangs informatie over het Europees Parlement te hebben gelezen, gezien of gehoord. Noord-Nederland heeft de hoogste score (69%), op de voet gevolgd door West-Nederland (65%) en Oost- en Zuid-Nederland (beide 64%). Kennis van het functioneren van het Europees Parlement Hoe de Parlementsleden zitten: Vergelijking EU27/Nederland: meer dan de helft van de respondenten in Nederland weet dat Parlementsleden bij elkaar zitten op grond van hun politieke voorkeur (57%, veel meer dan het Europees gemiddelde van 40%), terwijl 36% meent dat ze bij elkaar zitten op grond van hun nationaliteit (vergeleken met 38% in de EU). Verschillen tussen regio's: opnieuw zijn de regionale verschillen bij deze vraag zeer gering. In elke Nederlandse regio geeft een absolute meerderheid van de respondenten het juiste antwoord, namelijk dat Parlementsleden bij elkaar zitten op grond van hun politieke voorkeur. Respondenten in Noord-Nederland geven het vaakst een juist antwoord (60%). - 5 -

Hoe de Parlementsleden worden benoemd: Vergelijking EU27/Nederland: bijna de helft van de respondenten in Nederland (49%) weet dat Parlementsleden rechtstreeks door de Europese burgers worden gekozen, vergeleken met 55% in de EU in haar geheel. Meer dan vier op de tien respondenten in Nederland (44%) geven een onjuist antwoord; dit zijn er veel meer dan in de EU in het algemeen (27%). Verschillen tussen regio's: in op één na alle regio's weet een kleine meerderheid van de respondenten dat Parlementsleden rechtstreeks door de EU-burgers worden gekozen, variërend van 48% in Zuid-Nederland tot 50% in Oost-Nederland. In Noord-Nederland neemt een zeer kleine meerderheid ten onrechte aan dat Parlementsleden niet rechtstreeks door de EU-burgers worden gekozen (47%, tegenover 46% met het juiste antwoord). Tendensen EU27/Nederland: in juni 2012 nam, voor het eerst sinds september 2007, een absolute meerderheid van de respondenten ten onrechte aan dat Parlementsleden niet rechtstreeks door de EU-burgers worden gekozen (50% tegenover 45% met het juiste antwoord; vergeleken met 27% tegenover 58% in de EU in haar geheel). Beleidsterreinen waaraan prioriteit moet worden gegeven: Vergelijking EU27/Nederland: hoewel de eerste twee prioriteiten die door de respondenten in Nederland worden vastgesteld gelijk zijn aan die in Europa in haar geheel ("armoede en sociale uitsluiting bestrijden", 46% in Nederland, 50% in de EU), gevolgd door "coördineren van beleid ten aanzien van economie, begrotingen en belasting" (40% in Nederland, vergeleken met 32% in de EU, op een gedeelde tweede plaats), is de volgorde van de andere beleidsterreinen iets anders. Op een gedeelde derde plaats worden "bestrijden van terrorisme, met respect voor individuele vrijheid" (33% in Nederland, vergeleken met 25% in de EU, op de vijfde plaats) en "het verbeteren van de bescherming van gezondheid van consumenten en de volksgezondheid" (33% in Nederland, vergeleken met 32% in de EU, op een gedeelde tweede plaats) vaker genoemd door respondenten in Nederland dan door de gemiddelde Europeaan. In het algemeen worden acht van de twaalf beleidsterreinen vaker genoemd door respondenten in Nederland, waaronder "een gemeenschappelijk immigratiebeleid dat uitgevoerd wordt in overleg met de landen van herkomst", 27% in Nederland, op een gedeelde zesde plaats, tegen 20% in de EU in haar geheel, op een gedeelde negende plaats. Het verschil tussen het nationale en het EU-gemiddelde varieert van 1 tot 8 procentpunten. Verschillen tussen regio's: de verschillen tussen de Nederlandse regio's varieert enigszins, van 2 tot 9 procentpunten: het grootste verschil in percentage tussen regio's zien we bij "armoede en sociale uitsluiting bestrijden" (9 procentpunten) en "een gemeenschappelijk buitenlands beleid dat de EU in staat stelt internationaal met één stem te spreken" (8 procentpunten). In elke Nederlandse regio blijkt "armoede en sociale uitsluiting bestrijden" het meest genoemde beleidsterrein, variërend van 44% in Oost-Nederland tot 53% in Noord-Nederland, en "coördineren van beleid ten aanzien van economie, begrotingen en belasting" het op één na meest genoemde beleidsterrein, variërend van 37% in Zuid-Nederland tot 41% in Oost- en West-Nederland. Waarden die met prioriteit moeten worden verdedigd: - 6 -

Vergelijking EU27/Nederland: "de bescherming van mensenrechten" is de belangrijkste waarde in de ogen van de respondenten in Nederland, net als in de EU in haar geheel (62% in Nederland, 57% in de EU). "Vrijheid van meningsuiting" (55% in Nederland, tegen 33% in de EU) en "gelijkheid tussen mannen en vrouwen" (41% in Nederland, tegen 35% in de EU) completeren het drietal waarden dat in Nederland het meest wordt genoemd. Deze eerste drie waarden worden in Nederland vaker genoemd dan in de EU in het algemeen, net als zes van de acht waarden in het totaal, waaronder "de dialoog tussen culturen en religies" (29% in Nederland, op de vijfde plaats, tegen 23% in de EU, op de zesde plaats). Omgekeerd is de kans iets kleiner dat respondenten in Nederland "solidariteit tussen de EU en ontwikkelingslanden" noemen (23%, op de zevende plaats in Nederland, tegen 27% in de EU, op de vijfde plaats). o o o Verschillen tussen regio's: er zijn weinig verschillen tussen de Nederlandse regio's wat betreft de waarden die door het Europees Parlement moeten worden verdedigd, met verschillen die slechts variëren van 2 procentpunten (voor vijf van de acht waarden) tot 7 procentpunten (voor "de bescherming van minderheden"). Op de eerste plaats: in alle regio's is "de bescherming van mensenrechten" de waarde die met de hoogste prioriteit door het Europees Parlement moet worden verdedigd (genoemd door een percentage dat varieert van 61% in West- en Zuid-Nederland tot 63% in Noord- en Oost-Nederland). Op de tweede plaats in alle regio's: "vrijheid van meningsuiting" wordt in Zuid-Nederland het vaakst genoemd (57%) en het minst vaak in Noord-Nederland (52%). Op de derde plaats in alle regio's: het hoogste percentage voor "gelijkheid tussen mannen en vrouwen" wordt genoteerd in West- en Zuid-Nederland (beide 42%) en het laagste in Noord- en Oost-Nederland (beide 40%). De rol van het Europees Parlement: Vergelijking EU27/Nederland: een absolute meerderheid van de respondenten in Nederland wil dat het EP een belangrijkere rol gaat spelen dan nu het geval is (51%), een percentage dat iets boven het Europees gemiddelde ligt (49%). Toch wil ongeveer een vierde van de respondenten in Nederland dat het EP een "minder belangrijke" rol gaat spelen (26%, vergeleken met 18% in de EU in haar geheel). Verschillen tussen regio's: de regionale resultaten zijn zeer homogeen. In elke Nederlandse regio wil een meerderheid van de respondenten dat het EP een grotere rol gaat spelen, variërend van 47% in Noord-Nederland tot 53% in Oost-Nederland. De crisis: Reageren op de crisis: afzonderlijke of gecoördineerde maatregelen: Vergelijking EU27/Nederland: ongeveer twee derde van de respondenten in Nederland denkt beter beschermd te worden in de huidige crisis als het land samen met andere EU-landen gecoördineerde maatregelen zou nemen en toepassen (68%, tegenover 28% die liever zou zien dat het land individueel maatregelen zou nemen en toepassen). Deze mening komt vaker voor dan in de EU in haar geheel (56% voor gecoördineerde maatregelen, tegenover 33% voor het individueel nemen en toepassen van maatregelen). - 7 -

Verschillen tussen regio's: in elke regio wenst ongeveer twee derde van de respondenten gecoördineerde maatregelen, waarbij de scores variëren van 67% in West-Nederland tot 69% in Oost- en Zuid-Nederland. - 8 -

Terugkeer naar groei: Vergelijking EU27/Nederland: een relatieve meerderheid van de respondenten in Nederland denkt dat er in de komende jaren een terugkeer naar groei wordt ingezet (41%, vergeleken met 35% in de EU), terwijl minder dan een vierde denkt dat de crisis nog vele jaren zal duren (23%, vergeleken met 35% op EU-niveau). Verschillen tussen regio's: de verschillen tussen de regio's zijn klein, aangezien in alle vier de Nederlandse regio's een relatieve meerderheid van 41% van de respondenten denkt dat er de komende jaren een terugkeer naar groei wordt ingezet. Het percentage respondenten dat denkt dat de crisis nog vele jaren zal duren varieert van 19% in Oost- Nederland tot 26% in Zuid-Nederland. Tendensen EU27/Nederland: in september 2011 zei voor het eerst een absolute meerderheid van de respondenten in Nederland dat in de komende jaren een terugkeer naar groei zou worden in gezet (53%, vergeleken met 36% op EU-niveau); minder dan een derde (31%) dacht dat de crisis nog vele jaren zou duren (41% in de EU in het algemeen). Het percentage respondenten dat denkt dat Nederland al naar groei aan het terugkeren is, is echter gedaald van 29% in mei 2011 naar 6% in september 2011. - 9 -

DEEL I MIJN STEM TELT A Mijn stem telt in de EU - Een absolute meerderheid van de respondenten in Nederland vindt dat hun stem telt in de EU (55% tegenover 41% die dit niet vindt, vergeleken met 37% tegenover 55% in de EU in het algemeen). - In elke Nederlandse regio is meer dan de helft van de respondenten het hiermee eens, variërend van 54% in West- en Zuid-Nederland tot 56% in Noord- en 57% in Oost-Nederland. Vraag: "In welke mate bent u het eens of oneens met elk van de volgende stellingen? Mijn stem telt in de EU" Geaggregeerde resultaten: regionale verschillen Tendensen: EU27 Tendensen: NL - 10 -

B De stem van Nederland telt in de EU - Bijna acht op de tien respondenten in Nederland vinden dat de stem van hun land telt in de EU, veel meer dan het EU-gemiddelde (77%, vergeleken met 63% in de EU in het algemeen). - In elke regio denken meer dan zeven op de tien respondenten dat de stem van hun land telt in de EU, variërend van 73% in Zuid-Nederland tot 83% in Noord-Nederland. Vraag: "In welke mate bent u het eens of oneens met elk van de volgende stellingen? De stem van (ONS LAND) telt in de EU" Geaggregeerde resultaten: regionale verschillen Tendensen: EU27 Tendensen: NL - 11 -

DEEL II PARLEMETER I UITSPLITSING VAN DE KENNIS VAN HET EUROPEES PARLEMENT A Kennis van de activiteiten en media recall van het Europees Parlement 1) Kennis van de activiteiten van het Europees Parlement - In Nederland ligt het gevoel goed geïnformeerd te zijn over de activiteiten van het Europees Parlement dicht bij het EU-gemiddelde (28%, tegen 27% in de EU in haar geheel). - Er is vrijwel geen verschil tussen de Nederlandse regio's: het gevoel goed geïnformeerd te zijn wordt gedeeld door 27% van de respondenten in Noord- en Oost-Nederland en door 28% in West- en Zuid- Nederland; in alle regio's voelen meer dan zeven op de tien respondenten zich niet goed geïnformeerd. Vraag: Vindt u in het algemeen dat u heel goed, tamelijk goed, tamelijk slecht of heel slecht op de hoogte bent van de activiteiten van het Europees Parlement? Geaggregeerde resultaten: regionale verschillen Tendensen: EU27 Tendensen: NL Verkiezingen EP Juni 2009 Verkiezingen EP Juni 2009-12 -

2) Media recall van het Europees Parlement - In tegenstelling tot het kennisniveau van de activiteiten van het Europees Parlement, ligt de media recall van de respondenten in Nederland 11 procentpunten boven dat van de gemiddelde Europeaan (65%, tegen 54% in de EU in haar geheel). - In elke Nederlandse regio kan ongeveer twee derde van de respondenten zich herinneren informatie over het EP in de media te zijn tegengekomen. De hoogste media recall-score is geregistreerd in Noord-Nederland (69%), terwijl de laagste is gemeten in Oost- en Zuid-Nederland (beide 64%). Vraag: Hebt u onlangs iets gelezen in de pers, gezien op internet of gehoord op de radio of tv over het Europees Parlement? Geaggregeerde resultaten: regionale verschillen Tendensen: EU27 Tendensen: NL Verkiezingen EP Juni 2009 Verkiezingen EP Juni 2009-13 -

B Kennis van het functioneren van het EP en van de manier waarop de leden van de instelling worden gekozen 1) Kennis van het functioneren van het Europees Parlement - Op de vraag hoe leden van het Europees Parlement in het Parlement zitten, geeft een grote meerderheid van de respondenten in Nederland het juiste antwoord, namelijk dat ze bij elkaar zitten op grond van hun politieke voorkeur (57%, vergeleken met 40% op EU-niveau), terwijl 36% meent dat ze bij elkaar zitten op grond van hun nationaliteit (vergeleken met 38% in de EU in haar geheel). Op dit punt is de kennis van de respondenten in Nederland veel beter dan die van de gemiddelde Europeaan. - In alle Nederlandse regio's geeft een absolute meerderheid van de respondenten het juiste antwoord, variërend van 56% in Zuid-Nederland tot 60% in Noord-Nederland. Vraag: "En zitten Parlementsleden volgens u in het Europees Parlement op grond van: hun nationaliteit; hun politieke voorkeur?" Geaggregeerde resultaten: regionale verschillen Tendensen: EU27 Tendensen: NL - 14 -

- 15 -

2) Kennis van de manier waarop de leden van de instelling worden gekozen - Uit de geaggregeerde resultaten blijkt dat de respondenten in Nederland iets minder goed op de hoogte zijn van de manier waarop de leden van het Europees Parlement worden benoemd dan Europeanen in het algemeen: 49% weet evenwel dat ze rechtstreeks door de burgers van iedere lidstaat worden gekozen (vergeleken met 55% in de EU). - Het hoogste kennisniveau is geregistreerd in Oost-Nederland (50%), op de voet gevolgd door Westen Zuid-Nederland (respectievelijk 49% en 48%); het laagste niveau is gemeten in Noord-Nederland (46%), de enige regio waar een zeer kleine meerderheid van de respondenten het onjuiste antwoord geeft (47%). Vraag: "Kunt u bij elk van de volgende stellingen over de Europese Unie aangeven of u denkt dat deze juist of onjuist is: De leden van het Europees Parlement worden rechtstreeks gekozen door de burgers van iedere lidstaat." Geaggregeerde resultaten: regionale verschillen Tendensen: EU27 Tendensen: NL - 16 -

II VERWACHTINGEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT A Beleidsprioriteiten De resultaten voor deze vraag gelden uitsluitend voor vijfenhalve golf. Vraag: "Het Europees Parlement bevordert de ontwikkeling van bepaalde beleidsterreinen op het niveau van de Europese Unie. Welke van de volgende beleidsterreinen zouden volgens u prioriteit moeten krijgen?" Geaggregeerde resultaten: regionale verschillen Op grond van een analyse van de regionale resultaten zijn enige verschillen aan te wijzen: - 17 -

Tendensen: EU27 & NL - 18 -

B Prioritaire waarden - In Nederland wijkt de hiërarchie van de waarden die met prioriteit door het Europees Parlement moeten worden verdedigd enigszins af van het EU-gemiddelde. "De bescherming van mensenrechten" staat in beide gevallen op de eerste plaats, maar wordt in Nederland iets vaker genoemd (62%, vergeleken met 57% voor de Europese Unie in haar geheel); op de tweede plaats komt volgens de Nederlandse respondenten "vrijheid van meningsuiting", een waarde die door hen veel vaker wordt genoemd dan in de EU in het algemeen (55% in Nederland, 33% in de EU, waar dit op de vierde plaats komt). - De regionale verschillen zijn ook voor deze vraag vrij gering. De drie belangrijkste waarden die door het Europees Parlement moeten worden verdedigd, zijn in elke Nederlandse regio dezelfde. Vraag: Welke van de volgende waarden zou het Europees Parlement volgens u met prioriteit moeten verdedigen? Geaggregeerde resultaten: regionale verschillen * Hierover zijn in september 2007 en in oktober 2008 geen vragen gesteld. - 19 -

Tendensen: EU27 Tendensen: NL * Hierover zijn in september 2007 en in oktober 2008 geen vragen gesteld. - 20 -

C De verwachte rol van het Europees Parlement - Een absolute meerderheid van de respondenten in Nederland wil dat het EP een belangrijkere rol gaat spelen dan nu het geval is (51%, tegen 49% in de EU in haar geheel). - In elke regio deelt een meerderheid van de respondenten deze mening, variërend van 47% in Noord- Nederland tot 53% in Oost-Nederland. Vraag: Zou u persoonlijk graag zien dat het Europees Parlement een belangrijkere of een minder belangrijke rol zou spelen dan nu het geval is? Geaggregeerde resultaten: regionale verschillen Tendensen: EU27 Tendensen: NL Begin van de crisis (1) Begin van de crisis (1) [1] Het faillissement van Lehman Brothers op 15 september 2008 wordt in het algemeen als het begin van de economische en financiële crisis beschouwd. - 21 -

DEEL III CRISIS A Reageren op de crisis: afzonderlijke of gecoördineerde maatregelen? - Ongeveer twee derde van de respondenten in Nederland denkt beschermd te worden in de crisis als Nederland samen met andere EU-landen gecoördineerde maatregelen zou nemen (68%, tegenover 28% die de voorkeur geeft aan afzonderlijke maatregelen, vergeleken met 56% tegenover 33% in de EU in haar geheel. - In elke Nederlandse regio wenst ongeveer twee derde van de respondenten gecoördineerde maatregelen, variërend van 67% in West-Nederland tot 69% in Oost- en Zuid-Nederland. Vraag: "Zou u als burger zeggen dat u beter beschermd zou worden in de huidige crisis wanneer?" Geaggregeerde resultaten: regionale verschillen Tendensen: EU27 Tendensen: NL - 22 -

B Terugkeer naar groei - Uit de geaggregeerde resultaten blijkt dat een meerderheid van de respondenten in Nederland denkt dat er in de komende jaren een terugkeer naar groei wordt ingezet (41%, tegenover 35% in de EU in het algemeen) terwijl iets minder dan een vierde denkt dat de crisis nog vele jaren zal duren (23%, tegenover 35% in de EU in het algemeen). - In alle vier de Nederlandse regio's denkt een relatieve meerderheid van 41% van de respondenten dat er in de komende jaren een terugkeer naar groei wordt ingezet. Vraag: "Als het over een terugkeer naar groei in (ONS LAND) gaat, welke van de volgende meningen ligt dan het dichtst bij die van uzelf?" Geaggregeerde resultaten: regionale verschillen Tendensen: EU27 Tendensen: NL - 23 -

METHODOLOGISCHE BIJLAGE: REGIONALE ANALYSE VAN DE RESULTATEN VAN DE EUROBAROMETER A De beperkingen van de regionale analyse op basis van de resultaten van slechts één onderzoek De Eurobarometer-enquêtes maken het mogelijk om de publieke opinie in de gehele Europese Unie en haar 27 lidstaten te analyseren. Binnen elke lidstaat bestaan verschillen tussen de diverse regio's. Eurobarometer-enquêtes worden gehouden door middel van nationale steekproeven met een standaardomvang, die uitermate geschikt zijn om de representativiteit op nationaal niveau te waarborgen. Per land worden ongeveer duizend interviews gehouden, behalve in Duitsland (N1500), het Verenigd Koninkrijk (N1300), Luxemburg (N500), de Republiek Cyprus (N500) en Malta (N500). Daarentegen is, zelfs in de grootste landen, het aantal interviews dat wordt gehouden op het niveau van elke regionale entiteit te laag om de betrouwbaarheid van de resultaten op dit geografische niveau te garanderen. Een nationale steekproef van Eurobarometer wordt ontwikkeld om de representativiteit op nationaal niveau te waarborgen, maar is niet toereikend om een analyse op regionaal niveau te kunnen maken. B Een regionale analyse is mogelijk door de resultaten van meerdere onderzoeken bij elkaar op te tellen Door de resultaten van verschillende onderzoeken waarin dezelfde vragen zijn gesteld samen te voegen, is het mogelijk een steekproefomvang te verkrijgen die een analyse op regionaal niveau betrouwbaar maakt. Op basis van een toereikende omvang (over het algemeen minimaal 150 individuen) kan een begin worden gemaakt met het trekken van conclusies over regionale trends. Dat kan worden bereikt door de resultaten van meerdere onderzoeken samen te voegen: op die manier wordt een aanzienlijk aantal interviews per regio verkregen. Deze resultaten kunnen worden bevestigd door middel van specifieke regionale onderzoeken. Afdeling Analyse van de publieke opinie SuiviOpinionPublique@europarl.europa.eu - 24 -